Waarom Heintje geen beroemde voetballer werd Slaaf van zijn eigen geweten L □3 O m Honderd historische wielervedetten Slopie sloopt niet, Slopie amoveert Handenwringend bidden 7s Joke van Leeuwen Slopie m in, inclusief het goede antwoord op alle vragen die erbij horen. Het lijkt wel of Slopie alles uit haar hoofd weet. Haar ouders zijn zo onder de indruk van hun intelligente dochter, dat ze haar opgeven voor de moeilijkste te levisiequiz die er bestaat. Wat Ton- nus en Liza niet weten, is dat Slopie wordt getiranniseerd door de voor zegger die zich overal kan verstop pen. Hij is woest op Slopies vader die herfa zijn werk en zijn huis heeft ontnomen. De voorzegger is vastbe sloten wraak te nemen, tenzij Slopie hem aan het werk houdt. Slopie kan gerust 'een typische Van Leeuwen' worden genoemd. Net als in bijvoorbeeld Deesje, Iep!, Kukel en Kweenie, zet de auteur een aan doenlijk naïef, kwetsbaar, wat een zaam mensje als hoofdpersoon neer. Maar wel een mensje dat zich uitein delijk op eigen kracht staande weet D E LEESTAFEL voetballertjes hopen zich op een Open Dag in Apeldoorn bij Ajax in de kijker Jen. Archieffoto Wie ooit als jongetje heeft gevoetbald, moet op zater dagochtenden zijn begonnen. Juniorenvoetbal bij de F'jes, E'tjes, D'tjes of C'tjes, het zijn de zoetste herinne ringen aan de jeugd; veel mooier dan het eerste zoentje, de laatste zwemles, het rapport zonder onvoldoendes. Voetballen op zaterdag, op velden van gras en klei, was voor ieder knulletje het ultieme geluk. Hugo Borst heeft er een prachtig boekje over geschreven. sportboek recensie Peter Ouwerkerk 'Alle ballen op Heintje' door Hugo Borst. Uitgeverij De Bijenkorf. Prijs: 4,95- Je hebt nog dromen. Van een grote carrière, van suc cesvolle wedstrijden in het eerste, van misschien een lucratief contract. Er is altijd wel iemand in je omge ving die je talenten toedicht voor een sleutelpositie in een vertegenwoordigend elftal. Wie goed blijft trainen, hoort ooit het Wilhelmus. Er zijn ook altijd vaders of moeders die elftalfoto's ma ken. Aan het begin van een nieuw seizoen, vóór de kampioenswedstrijd, tijdens het Pinkstertoemooi. Fo to's van schriele ventjes en lange slungels; niet ieder een schiet even hard op in de groei. Van jongetjes met steil haar, met stekels en krullen, een vroeg brilletje. Foto's in rood-wit, in groen-zwart, in blauw-oranje, soms nog met kartelranden. Ooit gekoesterd, maar la ter onvindbaar in 'waar is die schoenendoos?' Foto's uit een carrière die is blijven steken in school, in nog meer school, in een plotselinge drang naar mu ziek. Of die gebroken werd door een wrede blessure. Kruisband weg, achillespezen verrot. Maar meestal is de droom uiteengespat omdat het beloofde superta lent toch ontbrak, omdat er sprake was van een voet baller nog minder dan doorsnee. Voor eeuwig veroor deeld tot halve velden op gebroken zaterdagochten den. Hugo Borst heeft over zo'n jongetje een prachtig boek je geschreven: Alle ballen op Heintje. Over zijn aan voerder Heintje, maar ook over het jongetje dat Borst zelf was. Het jongetje dat begon bij WIA (Winnen Is Al les, of Winnen In Alles), dat de rit naar de roem niet haalde, maar dat nog altijd vol verlangen is vervuld van voetbal. Over de veertiger, die altijd jongetje is ge bleven, bij wie de bal in zijn dagelijkse hallucinaties nog altijd aan zijn voet kleeft. In de huiskamer en op straat, zodra er mensen, tegenstanders, medespelers zijn. Borst ziet Heintje, het donkere supertalent uit WIA Cl, terug terwijl die staat te lassen voor de Rotterdamse tram. Hij gaat bij hem op bezoek en haalt herinnerin gen op. De elftalfoto van wordt teruggevonden en ie der teamgenootje opgevist in de geest. Een geest die lenig is, rijp en vol melancholie. Die bovendien ro mantisch terugkijkt naar een tijdsbeeld uit de beginja ren zeventig. UT Arad, de Spursrellen, de caféruiten van 'Henkie Bijl', het extra zakgeld dankzij de lege fles- sies. Jaren waar niet alleen een WIA-junior patent op heeft - het is de herkenning van velen. Als columnist en tv-provocateur mag Hugo Borst graag stoken. Maar in zijn schrijven is hij een romanti cus. In zijn afgelopen tien Hard Gras-jaren heeft Borst een stijl ontwikkeld, die hem een andere carrière heeft geschonken dan die van voetbalvedette. De carrière van schrijver over voetbal. Ook een droom van menige (oudere) jongen; ook een carrière die maar voor weini gen is weggelegd. Op dit moment schrijft Borst beduidend beter dan de beste Nederlandse international voetbalt. Bewijst ook Alle ballen op Heintje, waarin melancholie, schoon heid en liefde voor het (voetbal) leven hand in hand gaan. Een boekje dat door zijn horizontale vormgeving doet denken aan de vroegere strips van Kick Mistra. Alleen ontbreken de plaatjes. Maar de woorden, zin nen en herinneringen van Borst laten alle ruimte die er maar is bij te bedenken. Want: een beroemde voetbal ler, hebben we dat niet allemaal willen worden? Willeke Heijkoop rubriek de Leestafel wordt weke- een ander genre boeken bespro- Deze week een greep uit de re- oogst kinderboeken. van Leeuwen (1952) is een van jrlands meest gelauwerde kin- oekenauteurs. En terecht, want de onbetwiste meesteres van de dkunst. Haar verhalen kenmer- rich door een perfecte combina- in eenvoud, humor, ontroering lanning. Ze hebben diepgang er ooit hoogdravend te zijn; men tot nadenken maar werken ip je lachspieren. Multitalent Leeuwen illustreert haar werk rog eens eigenhandig. Slopie rido, €12,50) is haar meest re- kinderboek. Het is al even uit, Slopie onbesproken laten, zou en auteur onrecht aandoen, dijk had Slopie een andere moeten hebben, eentje waar- je beroemd kan worden zodat ik op de televisie komt. Haar Tonnus en haar moeder Liza n er speciaal een lijst voor aan, amen van beroemde mensen, als Tonnus bij het loket van de irlijke stand staat, laat hij vast- len Slopie Amovere noteren, lus is namelijk sloper van be- maar van zijn baas moet hij amoveur' noemen, dat klinkt ler. Tonnus verstaat de kunst et amoveren als de beste en e heeft zijn talent geërfd. Zoals ikkentorens kan laten instor- dat doet geen kind haar na. Als e op een dag oefent voor haar ikbeurt over de dodo, maakt zij is met de voorzegger. De iele, man werkte zijn hele leven als leur in het theater dat Tonnus leeft gesloopt. Hij fluistert Slo- ngemerkt de hele spreekbeurt te houden tegen de verdrukking in. Van Leeuwen laat de lezer op een andere manier naar kinderen kijken door ze sterk en wijs te maken in al hun kinderlijke onschuld. Zo houdt ze volwassenen - onbedoeld? - een spiegel voor. Een auteur die ook graag de kwets baren en de eenzamen centraal stelt, is Karei Eykman (1936). Hij is theo loog en bekend als auteur van de kinderbijbel Woord voor woord en van zijn bijbelverhalen op televisie. Afgezien van liedjes voor tv-pro- gramma's als De Stratenmaker-op- zee-show, De Film van Ome Willem en Het Klokhuis, schreef hij talloze jeugdboeken. Eykman kiest daarin steevast partij voor de zwaksten. Hij laat zijn personages praten in hun eigen rauwe taal en snijdt onderwer pen aan die onder jongeren actueel zijn, zoals verliefdheid en seks, schoolperikelen en conflicten met autoriteiten. Dat doet hij in feite ook in zijn ge dichten voor kinderen en jongeren. In zijn dichtbundel Waar het om gaat (De Fontein, €16,95) staan 49 gedichten (7 keer 7) die zijn geïnspi reerd op het Oude en het Nieuwe Testament. Op basis van de originele citaten stelt Eykman onderwerpen aan de orde uit het hier en nu; varië rend van seks en ontrouw tot dron kenschap en foute vriendjes. Het is interessant om te zien hoe Eykman de symboliek van de religi euze citaten in helder, soms wat grof taalgebruik in een gedicht weet te vatten. Een beetje bijbelse achter grondkennis is wel handig bij het le zen van Waar het om gaat. Maar on ontbeerlijk is die kennis niet. Wie van niets weet, leest gewoon eerst het gedicht en dan pas het citaat dat eraan ten grondslag lag. En wie aller gisch is voor alles wat met geloven heeft te maken, die leest het boek gewoon niet. Al zo'n honderdvijftig jaar lang worden oorlogen door fotografen van nabij gevolgd en vastgelegd. Een groot aantal van die oorlogsta ferelen is bijeengebracht in het prachtige boek: 'Geschoten. Oorlog in beeld' (The House of Books, €35,00). In de inleiding vertelt de Brit se militaire historicus John Keegan dat de eerste oorlogsdoden in i860 zijn vereeuwigd door Felice Beato, tijdens de Derde Opiumoor log. 'Laat liggen die lijken', zei hij tegen de Britten, toen hij naast een kanon een paar Chinezen zag liggen die de dood had laten slingeren. 'Prachtig!' De schoonheid van de oorlog, de harde schoonheid, is in dit boek op talloze platen te vinden. Bovenstaande foto van Agusti Centelles is genomen in Lérida in Catalonië. In november 1937 lieten de nationalisten hun bommenregen los boven deze stad. Hier huilt een moeder om haar zoontje, handenwringend biddend. Daar ligt haar ventje, zijn gezicht naar de met rook verduisterde hemel. Zijn linkerhand ontwapenend open, de rechter op zijn buik. Zijn knieën en benen zien eruit alsof hij ze heeft vuilgemaakt bij het spelen en ravotten. Maar het is de brand van de oorlog die ze heeft geschroeid. Zelfs de bladeren treuren mee. Foto uit besproken boek ZATERDAG 12 JUNI 2004 ER BU sportboek recensie Edward Swier 'Kampioenen twijfelen niet' door Aart Aarsbergen en Peter Nijssen. Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs: €27,95. De uitgever zegt het mooi. 'Gedreven door hun grenzeloze fascinatie voor en kennis van "de mooiste aller sporten" schreven Aart Aarsbergen en Peter Nijssen honderd bondige, enthousias merende portretten van honderd historische wielervedetten. En niet zomaar willekeurig. Nee, ze kozen de honderd beste renners aller tijden.' Welnu, daar gaan de heren met hun kennis dan toch een beetje de mist in. Op de leesbaarheid van Kampioenen twijfelen niet is niets aan te merken. Ook de foto's zijn van goede kwaliteit. Het boek is met zijn ruim 500 pagina's aantrekke lijk dik. De keuze voor een chronologische orde ning - naar geboortedatum van de renners - is ook nog te verdedigen. En geeft, zoals ook de op zet was, inderdaad een mooi doorkijkje in de ont wikkeling van de wielersport. Maar, de keuze van de honderd beste coureurs is toch voer voor dis cussie. Wie waren de besten? Volgens het duo kan dat niet bepaald worden door de wereldkampioenen te kiezen. Absolute toppers als Anquetil, Bartali en Indurain wonnen immers geen WK op de weg. Nee, voor de heren schrijvers waren de grote ron des heilig. En de Tour de France in het bijzonder. Dat de Ronde van Frankrijk de belangrijkste koers van het jaar is, zal niemand betwisten, maar Aars bergen en Nijssen hebben de Tour wel wat over gewaardeerd. Ze gaven de winnaars ervan 250 punten per zege. De Giro telde voor 125, de Vuel- ta-winnaar kreeg 75 punten, de wereldtitel is ook 75 punten waard en winst in een klassieker 50 punten. Tweede plaatsen telden, helaas voor Joop Zoetemelk, niet. Daarmee ontstaat echter wel een wat onevenwichtig beeld. De auteurs vinden het te rechtvaardigen dat bij voorbeeld de oudjes André Damgade, Gerrit Schulte, Gerrie Knetemann, Franco Bitossi, Frans Verbeeck en Stan Ockers niet in hun tophonderd voorkomen. Zelfs Raymond Poulidor ontbreekt. En dat is toch ronduit een belediging voor de man die Milaan-San Remo, de Ronde van Spanje, de Waalse Pijl, een viertal WK-medailles en tien tallen ritten in meerdaagsen won. En die in Parijs liefst acht keer op het erepodium stond, drie keer als tweede en vijfmaal als derde. Ben je dan geen kampioen? In het boek staan wel coureurs uit lang vervlogen tijden, die louter en alleen de Ronde van Frankrijk eens wonnen. Alle Tourwinnaars staan bij de bes te honderd, zelfs Henri Cornet, die in 1904 vier maanden na dato alsnog de Tourzege kreeg toe gekend omdat de eerste vier uit de uitslag werden geschrapt vanwege twijfels of zij het traject wel geheel per fiets hadden afgelegd. Alsof dat van Cornet wél bewezen kon worden... Het boek is door de keuze van de auteurs feitelijk dus een serie portretten van alle 53 Tourwinnaars geworden, zo nu en dan onderbroken door wat klassiekerkoningen en een enkele renner die zijn punten sprokkelde in de Giro en/of Vuelta. Het zij zo. Vergeet de ranglijst. Verder is Kampioenen twijfe len niet namelijk echt het lezen zeker waard. Karei van het Reve in debat. Foto uit besproken boek bruik dat mijn ideeën vrij duister zijn.' Dat deze biografie fouten bevat en lang niet alles zegt wat er over persoon, werk en tijd te zeggen valt, is duidelijk. De grote verdienste ervan is, vind ik, dat er een portret in wordt geschetst van een persoonlijkheid die tot op de dag van vandaag zeldzaam is in ons land. Iemand die principieel weigert recht en re delijkheid te zien in 'hun historische ontwik keling', die wat dat betreft nooit met zich liet marchanderen en die, als het er op aan kwam, in de oorlog en in Rusland, onvoor waardelijk zijn eigen weg durfde te gaan en de juiste keuzes maakte. biografie recensie Wim Vogel uit een dubbelleven, biografie van Karei van door Ger Verrips. Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs: €32,00. 1945 vraagt Karei van het Reve in een in Jozien Israëls, zijn latere vrouw, wie de helden van hun tijd zijn. Zijn luidt: 'de lieden van de verzetsbe- wij, jij en ik Niet zozeer van- directe heroïsche daden die zij ple- wel om de bewuste en fatsoenlijke waarop zij reageren op alle dingen jaren.' die definitie is Van het Reve zijn le- een held geweest, want als er één van hem duidelijk wordt Ger Verrips over hem is dat dat hardnekkig vasthou- gevoel voor proporties, aan waar- fatsoen en redelijkheid, biografie schijnt door de familie Van niet goed te zijn ontvangen. Tien- fouten, een pijnlijk, foutieve vermel- Karels sterfjaar op de achterflap, al te flitsende stijl. Voeg daaraan toe er nauwelijks in slaagt een beeld te schetsen van het vooral naoorlogse cultu rele, sociale en universitaire klimaat waarin Karei van het Reve jarenlang hoogleraar in Leiden was, dat er vrijwel niets gezegd wordt over de prachtige Russische Bibliotheek die hij met Geert van Oorschot opzette, dat het literaire werk van Karei slechts terloops wordt aangestipt, dat de moeizame verhou ding met broer 'Gerardje' onderbelicht blijft, en de suggestie is gewekt dat we hier te ma ken hebben met een waardeloos boek. Denkbeelden uit een dubbelleven luidt de ti tel die Verrips aan zijn biografie meegaf. Dat 'dubbelleven' is een term van Van het Reve zelf. Als hij acht, negen jaar is en met een griep in bed ligt, komt zijn vader even met hem praten, 'iets wat hoogst zelden voor kwam'. Zijn vader legt hem in een paar zin nen uit hoe de wereld in elkaar zit en hoe die wordt bepaald door de tegenstelling tussen kapitalisten en arbeiders. 'Die tegenstelling', schrijft Van het Reve in zijn autobiografie uit 1944, 'ging mij in het bloed zitten. Van toen af leidde ik een dubbelleven. De wereld rondom werd een vijandige wereld, waarin slechts een klein groepje met ons was.' Dat 'dubbele' heeft Van het Reves leven be paald. In de oorlog raakt hij met vrienden en vriendinnen op een bescheiden wijze be trokken bij het verzet. Na 1945 toetst hij de communistische theorie aan de harde sov jetpraktijk en als hij voor Het Parool in 1967- '68 correspondent in Moskou is, weet hij verbazingwekkend snel contacten te leggen met allerlei Russische dissidenten en bericht als een van de weinige westerse journalisten daar frank en vrij over. Natuurlijk had hij ook kunnen schrijven over de vier Russische hoofdingrediënten 'volks dansen, toespraken, oorlog en staalgieterij- en', maar een slaaf is Van het Reve altijd uit sluitend geweest van zijn geweten. En de verdienste van deze biografie is onder ande re dat dat duidelijk wordt. In die naoorlogse jaren waarin zovele, ook Nederlandse, intel lectuelen trouwe gelovigen waren van de communistische kerk, durfde Van het Reve het aan het geweten te rehabiliteren, wat hem door mensen als bijvoorbeeld Theun de Vries niet in dank werd afgenomen. Verrips laat Van het Reve weinig rondkijken in Amsterdam, in Leiden, in Amerika en in Moskou. Centraal staat steeds Van het Reve zelf en die is rationeel heel wat verder ont wikkeld dan emotioneel. Kernwoorden voor hem waren helderheid en waarheid: begrip pen die hij eind jaren zeventig toepaste in zijn beroemde analyses van de literatuurwe tenschap en de evolutietheorie. Een briefci- taat uit 1945 maakt duidelijk dat die twee be grippen bepalend in zijn leven zijn geweest: 'Je merkt aan de geleerde woorden die ik ge- TOP TIEN 1. (1) Karin Fossum, Kijk niet achterom Anthos, 3,95 2. (2) Saskia Noort, De eetclub Anthos, 18,95 3. (9) Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp, Pluk redt de dieren Querido, 12,50 4. (6) Dan Brown, De Da Vinci code Luitingh-Sijthoff, 18,95 5. (5) Henning Mankell, De blinde muur De Geus, 24,90 6. (4) Pieter Winsemius, Je gaat het pas zien als je het doorhebt Balans, 14,95 7. (3) Geert Mak. In Europa Atlas, 39,90 8. (8) Baantjer. De Cock en de gebrandmerkte doden Fontein, 9,95 9. (-) Tom Clancy, De tanden van de tijger Bruna, 19,95 10. (7) Isabel Allende, Het woud van de pygmeeën Wereldbibliotheek, 17,90 Bron: CPNB/De Reseller 60 De thrillers domineren nog altijd in de Maand van het Spannende Boek. Enige nieuwe binnenkomer: Tom Clancy die een actueel boek schreef over de in crisis ver kerende CIA. In de strijd te gen het terrorisme richt de dienst een geheime sub-af deling op die het met de Amerikaanse wet niet zo nauw neemt. joudig Tourwinnaar Lance Armstrong en Henri Cornet, omstreden winnaar peTour de France in 1904. Foto's: AP/uit besproken boek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 7