'Vogels kijken is
een beetje jagen'
De ongevaarlijke afwijking van Nico de Haan
ZATERDAC
29 MEI
2004
Jubileumexpositie
Ter gelegenheid van dertig jaar werk
van Nico de Haan voor de Vogelbe
scherming heeft de kunstuitleen ga
lerie Expoline in Scherpenzeel een ex
positie gewijd aan vogels. Elke vrijdag
en zaterdagmiddag in juli (en zondag
11 juli) wordt er werk getoond van be
kende natuurkunstenaars, onder wie
Erik van Ommen, Marjolein Bastin,
Walty Dudok van Heel, Ad Cameron,
Ad Swiers, Siegfried Woldhek, Jaap
Deelder en Arie Stolk. Aquarellen, et
sen en sculpturen, samengebracht on
der de titel 'In Vogelvlucht'. Deze kun
stenaars hebben allemaal samenge
werkt met Nico de Haan. Ook Jan Gro-
tenbreg, Els Maasson en Luuc Ottens
laten werk zien.
Dertig jaar werkte Nico de Haan
(56) bij de Vogelbescherming.
Tijdens zijn loopbaan kwamen er
meer dan honderdduizend leden bij
en verdwenen er bijna evenveel
grutto's. „Als je cynisch bent, kun
je zeggen dat ik al die tijd aan
stervensbegeleiding heb gedaan."
door Monique de Knegt
Het is even slikken voor de cursisten
als Nico de Haan hen vraagt een fi-
tis na te doen. Zenuwachtig gelach,
twijfel, meent-ie dat nou? Is dit een eigen
tijdse versie van Toon Hermans' conference
over de poüvinario, de roepieroepie vogel?
Wie niet mee wil doen, mag het zaaltje verla
ten.
Duizenden cd's zijn de afgelopen jaren ver
kocht met vogelgeluiden van Nico de Haan.
„Ik heb lang getwijfeld of ik ze wel moest
uitbrengen. Wordt het geen gimmick, dacht
ik. Moet ik als volwassen man vogels gaan
nadoen? Om vogels te herkennen is het goed
klanken te beluisteren en te oefenen. Anders
kom je er buiten niet uit. Het is net als je
naar een concert gaat; als je niet weet hoe
een hobo klinkt, hoor je hem in een orkest
ook niet meer terug."
„Voor veel mensen krijsen alle meeuwen. Als
je goed luistert maakt de stormmeeuw een
ezelachtig geluid, miauwen mantelmeeuwen
en krijsen kokmeeuwen. Met zulke ezels
bruggetjes zijn vogelgeluiden gemakkelijker
te herkennen. Zo heb ik op de melodie van
de fitis een zinnetje gemaakt waar mensen
houvast aan hebben. De fitis zegt; Het is
mooi weer vandaag, maar het blijft niet zo."
Met zijn baard zonder snor dicht je hem au
tomatisch veel kennis toe van beestjes en
bloemetjes. Hij serveert koffie in een mok
met een roodborstje erop. Een ekster doet
dienst als deurklopper en aan de muur han
gen prenten van de watersnip, bonte strand-
loper en zijn favoriet; de Vlaamse gaai. „Het
is een mooie, maar ook heel intelligente vo
gel. Hij verstopt zo'n 8000 eikels en weet ze
een half jaar later nog te vinden."
Een ongevaarlijke afwijking, noemen zijn
twee kinderen de passie van hun vader. Zij
hebben weinig op met vogels. Zijn zoon
heeft zijn hart verloren aan klassieke muziek
en zijn dochter aan sport. Zijn vrouw is
gaandeweg wel geïnteresseerd geraakt in het
gedrag van vogels, maar om nu het veld in te
gaan met een verrekijker in de aanslag, nou
nee. Vogelaars zijn zelden vrouwen. De naar
schatting tienduizend vogelaars in Neder
land - zij kunnen minstens een paar hon
derd vogels herkennen - zijn bijna allemaal
mannen.
„Vogels kijken is ook een beetje jagen, be
machtigen. Je zegt bijvoorbeeld: ik had een
boomvalk boven de tuin. Dat geeft een ge
voel van 'wow'! Je maakt ook soortenlijsten
met je jachtbuit erop. De competitie onder
vogelaars is groot. Zonder getuige telt je
waarneming niet; anders kan iedereen wel
zeggen dat-ie een ijsvogel heeft gezien."
Ranglijst
De Dutch Birding Association houdt een
ranglijst bij van mensen die het grootste
aantal verschillende vogels hebben gezien in
Nederland. Op de tweede plek staat een col
lega van De Haan, Gerard Steinhaus, boek
houder bij de Vogelbescherming. „Dat is
echt een topaapje. Als iemand denkt een bij
zondere vogel te hebben gezien dan gaat zijn
pieper af en krijgt hij de coördinaten door
van de plek waar de vogel te vinden is."
„Hij reist dan samen met andere vogelaars
onmiddellijk af. Als er geen veerboot meer
gaat naar Texel, dan huren ze gewoon een
vissersboot. Voor mij is dat 'dierentuin voge
len'. Ik wil vogels zelf ontdekken. Als ik ga
wandelen met de hond hoor ik hier langs het
kanaal altijd karekieten, maar laatst hoorde
ik ineens een bosrietzanger. Echt geweldig!
De bosrietzanger imiteert heel goed, merels,
koolmezen, alles."
Hij eet wel kip, maar geen wilde vogels. „Het
is onjuist om dieren uit de natuur te halen
en op te eten." Is het wel juist om miljoenen
kippen bij elkaar te proppen en ze zo snel
mogelijk vet te mesten om ze op te eten?
„Om die reden eet ik ook geen varkensvlees.
Ik vind het verschrikkelijk hoe die dieren
worden gefokt. De vogelpest heeft ook aan
getoond dat we niet op zo'n grote schaal in
tensief kippen kunnen fokken."
Niettemin eet hij ze wel. De eend die na een
vrij leven in de pan belandt, zal hij niet proe
ven. „Het is voor mij een groot verschil of ik
een wilde eend opeet of een die gefokt is. Uit
het wild heb je geen notie van wat je doet,
welke systemen je beïnvloedt."
Hij groeide op in Zalk, als zoon van een do
minee. Ontelbare uren heeft hij rondge
struind in het rivierenlandschap op zoek
naar de vogels die als.plaatjes bij de koffie-
pakken van Kanis Gunnink zaten. „Mijn
vader had interesse in zangvogels. We had
den een volière en in de kast stonden van
die prachtige dikke vogelboeken. Met die
zangvogels had ik niks. Het was fascinerend
om te zien dat de wilde vogels in de boeken
ook werkelijk bestonden. Ik weet nog goed
dat ik achter het huis een gekraagde rood
staart zag, die vond ik zó mooi."
Regenboog
Van het andere dikke boek thuis zag hij met
eigen ogen weinig terug. „Ik begon aan het
bestaan van God te twijfelen toen ik met een
waterslang in de zon zélf een regenboog kon
maken, terwijl in de Bijbel stond dat de re
genboog een teken van God was." Hij is al
tijd veel in de natuur geweest, maar heeft er
nooit een mystieke ervaring gehad.
„Het is overweldigend om in Zuid-Zweden
te staan als de vogeltrek voorbij komt. Dan
maak je echt deel uit van de natuur. Ik zie
daar niets goddelijks in. De mens is geneigd
om het onverklaarbare mystiek te noemen
tot er weer wat nieuws wordt ontdekt Zo
hebben we heel lang gedacht dat de groen-
rugreiger in Afrika en de greenback heron in
de Verenigde Staten twee verschillende vo
gels waren, totdat uit DNA-onderzoek bleek
dat het om dezelfde vogel gaat."
Hij maakte met moeite de mulo af („ik was
altijd buiten"), ging naar de middelbare
landbouwschool en daarna de bosbouw-
school.Als kind wilde ik al boswachter wor
den." Eenmaal volwassen wilde hij geen op
passer zijn in de bescheten Nederlandse
bosgebiedjes, maar bosbouwer in het uitge
strekte Canada. Hij emigreerde met zijn
vrouw maar keerde binnen enkele maanden
terug.
„We zijn van de oost- naar de westkust ge
trokken, maar ik vond Europa veel boeien
der. De cultuur, de historie. Het is daar toch
de Noordoostpolder, maar dan duizend
keer." Het was ook gemakkelijk terug te ke
ren want kort voor zijn vertrek uit Nederland
had hij een baan aangeboden gekregen bij
Natuurmonumenten als opzichter rond de
Nieuwkoopse Plassen. Dat werk heeft hij een
jaar gedaan, maar vond hij toch een beetje
beperkt.
Hij solliciteerde bij de Vogelbescherming en
werd aangenomen. „Er zaten drie mensen in
een bovenkamertje aan de Nachtegaalstraat
in Zeist. 8000 Leden telde de Vogelbescher
ming toen. Nu werken er zestig, zeventig
mensen en hebben we 125.000 leden, dank
zij de media die veel aandacht aan ons heb
ben besteed. Met meer dan 100.000 leden tel
je mee. Dan kun je lobbyen in Den Haag, zo
als we met succes hebben gedaan voor de
moerasontwikkeling.
De duizenden ogen van vogelaars in Neder
land staan aan de wieg van het beleid van de
Vogelbescherming. „Nederland heeft een
van de beste waarnemingsnetwerken in de
wereld. De vrijwillige vogelaars staan aan de
basis van vogelatlassen en zijn sturend voor
het werk van de Vogelbescherming. Met wel
ke vogels gaat het slecht? Waar moeten we
ons beleid op richten?"
„Met de tuinvogels gaat het uitgezonderd de
huismus (die kan steeds minder broeden
doordat huizen potdicht zijn gemaakt) goed.
Op de Wadden gaat de kokkelvisserij echter
ten koste van de natuur en op heel veel plek
ken in de natuur is de moedermelk zoek. We
hebben nogal wat natuurgebieden in Neder
land, maar een deel ligt in coma. Het is een
groen decor, maar door luchtvervuiling, ver
mesting en grootscheepse maaibeurten ont
breken insectensoorten die als voeding die
nen voor jonge vogels."
„De grauwe klauwier komt nu alleen nog
maar voor in Bargerveen. Voor grutto's fun
geren de weilanden als boobytraps. Ze zien
een mooi stuk weide, duiken naar beneden
en leggen hun eieren. Op het moment dat de
jongen uitkomen, wordt heel Nederland ge
Nico de Haan: „Nederland heeft een van de beste waarnemingsnetwerken in de wereld."
knipt en geschoren. In een mum van tijd
maaien enorme machines hectares grasland
kaal. Met het lange gras verdwijnen ook de
insecten; het voer voor de jonge grutto's. In
het plotselinge woestijnlandschap kunnen
ze bijna geen eten meer vinden en zijn ze
zelf een gemakkelijke prooi geworden."
Grutto's
„Toen ik in 1974 bij de Vogelbescherming
begon, telde Nederland 120.000 paar grut
to's en nu nog maar 40.000. Als je cynisch
bent, kun je zeggen dat ik al die tijd aan ster
vensbegeleiding heb gedaan, maar ik denk
dat als we niets hadden gedaan, het er nog
slechter had voorgestaan. We moeten wel
opschieten. Een grutto leeft acht tot negen
jaar, dus we hebben niet veel tijd meer."
Niet echt het moment om de Vogelbescher
ming te verlaten. „Ik blijf me inzetten voor
vogels. Als zelfstandig ondernemer heb ik
meer ruimte om dingen te ontwikkelen. Ik
had er al een intemetbedrijfje bij en dat ging
steeds beter lopen. Niettemin is de Vogelbe
scherming mijn belangrijkste opdrachtge
ver."
„Ik ben nu bezig met twee films over de be
scherming van grutto's. Eén voor de over
heid en één voor boeren waarop andere
boeren vertellen hoe ze hun land beheren.
Dat kan anders. Mozaïekbeheer noemen we
dat; van begin mei tot half juni laten boeren
op stukken perceel het gras staan."
Hij heeft een Vogelkijkcentrum opgericht,
organiseert zelf excursies en stuurt wekelijks
een nieuwsbrief rond voor de liefhebbers.
Wie graag vogelaar wil worden kan via inter
net een cursus volgen. De Haan stuurt dan
wekelijks een drietal vogels toe die de cursis
ten moeten leren herkennen. Het zijn vooral
veertig- en vijftigplussers die hij bereikt. Jon
geren zouden via scholen moeten worden
geworven, maar dat gebeurt niet.
„Ik verwijt het de Nederlandse natuurbe
scherming dat ze met van alles bezig is,
maar niet met het vormen van een krachtige
jeugdorganisatie. Veel organisaties zijn ge
richt op terreinbeheer. Volwassen leden
brengen geld in het laatje, kinderen kósten
geld. We hebben ze over een aantal jaren wel
nodig! Ongeveer zestig vogelsoorten worden
in Nederland in him bestaan bedreigd. Na
tuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de
Vogelbescherming moeten desnoods met
steun van de Postcodeloterij, investeren in
de toekomst. Tussen het tiende en veertien
de jaar moet je kinderen groen wassen,
daarna zijn ze bezig met muziek, jongens of
meiden."
een verrekijker in de aanslag is Nico de Haan volledig in zijn element. Foto's: GPD: Phil Nijhuis