Verwarring over oude dag Nederlander weet niets over pensioen Eerder stoppen? Vroeg sparen Harde pensioengrens van 65 jaar vervaagt 1238 Duizenden, zo niet ienduizenden werknemers rkeren in grote verwarring over hun vervroegd ensioen. Wat blijft hiervan j^ver, nu bonden, kabinet en Jrkgevers het niet eens zijn ;eworden? Dat is voorlopig onduidelijk. Kabinet en Tweede Kamer zullen nog en stevige discussie voeren over dit onderwerp. 8Wnaast zullen werkgevers en vakbonden allerlei vormen van pressie gaan uitoefenen. door Maurice Wilbrink m ZATERDAG 29 MEI 2004 ER BIJ Wat vaststaat is dat het kabi net-Balkenende een door braak wil bereiken in het denken over eerder stoppen met werken. Mensen worden ouder, de kosten van ge zondheidszorg en AOW nemen de ko mende decennia sterk toe, en er zullen grote tekorten aan allerlei soorten werk nemers ontstaan. Er is maar één remedie: langer werken. Om mensen daartoe te stimuleren, heeft het kabinet een belangrijk instrument in handen. Het bepaalt de fiscale ruimte (belastinggeld) waarbinnen het relatief voordelig wordt om te sparen voor pre pensioen. Dat stelt weer een grens aan de mogelijkheden van mensen om voor hun 65-ste te stoppen. Hoe gaan mensen straks om met een sterk versoberd prepensioenregime? Om te beginnen zullen werknemers steeds va ker de financiering van hun prepensioen bekijken in samenhang met hun opge bouwde ouderdomspensioen, dat met 65 jaar in gaat. Sommigen zullen relatief ruime ouder domspensioenrechten hebben opge bouwd. Dat stelt hen in staat een stuk van dat recht naar voren te trekken. Ze kun nen dan wat eerder met pensioen, zij het tegen een lagere uitkering. In die reken som moeten ze meenemen hoeveel pre pensioenkapitaal ze hebben. Anderen zullen (laten) uitrekenen hoe veel prepensioen ze hebben opgebouwd, en zich afvragen of ze daar van rond kun nen komen. Als het te weinig is, dan kan dat stevig worden opgekrikt door een jaar langer door te werken. Het is ook denk baar dat ze de keuze maken om opge bouwd prepensioenkapitaal over te heve len naar het ouderdomspensioen (vanaf 65 jaar), omdat ze dat willen bijspijkeren. Dat is dubbele winst: het ouderdomspen sioen wordt aangevuld met het prepensi oenkapitaal, maar ook met de pensioen premies die mensen (en hun werkgevers) blijven betalen omdat ze doorwerken. Levensloop In de definitieve regeling zal in ieder geval plaats zijn voor een 'levensloop'-arrange ment. Ook dat is niets anders dan een fis cale ruimte om voordelig te sparen: een percentage van het bruto loon wordt be lastingvrij apart gezet om later tijdelijk te kunnen stoppen met werken. Hoe groot deze fiscale ruimte wordt, bepaalt uitein delijk hoelang mensen zich kunnen per mitteren met werken te stoppen - waar schijnlijk 1 tot 2 jaar, op een mensenle ven. Het ligt voor de hand dat velen dit zullen inzetten voor prepensioen, of voor het ouderdomspensioen zelf. als ze het niet hebben opgenomen voor hun 65-ste. Duidelijk is dat de 65 jaar niet langer die keiharde financiële grens zal zijn in de toekomst. Mensen zullen opgebouwde tegoeden over die 65 heen schuiven, naar voren in de tijd of naar achteren, al naar gelang him behoeften en financiële mo gelijkheden. Die grens van 65 wordt nog vager, als deeltijdpensioen in zwang komt. Om ou dere werknemers actief te houden, zullen ondernemingen in de toekomst aan werknemers vragen tussen 62 en 68 jaar in deeltijd te gaan werken. Werknemers zullen hier ook om vragen: deels om fi nanciële motieven, deels omdat ze het werk niet helemaal willen missen. Het is zeer goed denkbaar dat de overheid ook hiervoor fiscale ruimte gaat bieden, om dat deeltijdpensioen een goede, flexibele manier is om iets te doen aan vergrij zingsproblemen. Op individueel niveau zullen er - welk prepensioenregime er ook komt - grote verschillen zijn in de mate waarmee men zal kunnen profiteren van een vervroegd pensioen. Vooral als er geen verplichte, collectieve deelname aan prepensioenre gelingen komt, zoals nu nog wel het geval is. Want als werknemers, zoals het kabi net wil, individueel de keuze krijgen om deel te nemen aan zo'n regeling, dan zal prepensioen hoe dan ook nog duurder worden. Achterblijvers Immers: wie er uitstapt, maakt het duur der voor de achterblijvers in een prepen sioenfonds. Dat laatste geldt vooral in sectoren waar de prepensioenuitkering in de komende jaren nog een flink vut-bestanddeel kent, dat wordt opgebracht door de werken den, zoals in de bouw, in het onderwijs en bij de overheid. Er zijn bedrijfstakken waar de omzetting van vut naar prepensioen (waarbij men uiteindelijk zal uitkomen op volledig ge spaard prepensioen) nog jaren in beslag neemt. Wie daar nu met prepensioen gaat, krijgt een uitkering die voor een groot deel wordt opgebracht door de nog werkende collega's. In de bouw bijvoorbeeld betaalt de werk nemer dit jaar 5,67 procent van het bru toloon aan prepensioenpremie. 2,17 pro cent daarvan is een 'vut'-premie, bedoeld ter aanvulling van het prepensioen voor diegenen die dat niet meer helemaal zelf bij elkaar kunnen sparen. De werkgever verdubbelt deze premie. Met elke bouwvakker die dit fonds ver laat, zal prepensioen voor de overblijvers minder betaalbaar worden. Dat hakt er in. Zeker in een sector, waar nu regelin gen gelden die prepensioen mogelijk ma ken met 60 jaar, maar waar men er voor kan kiezen om tegen een lagere uitkering al mét 57 jaar te stoppen. Het is onwaarschijnlijk dat werknemers in de bouw - maar er zijn meer sectoren waar dit speelt - voldoende kapitaal kun nen opbouwen voor een ruim prepensi oen. Ze beschikken inmiddels over een beetje prepensioenkapitaal, over kapitaal voor het ouderdomspensioen, en ze kunnen de toekomstige levensloopregeling vol storten. Daarnaast zouden ze hun spaarloonrege ling er nog voor kunnen gebruiken en een koopsompolis kunnen kopen, als ze een onvolledig ouderdomspensioen hebben opgebouwd. Ze kunnen ook gewoon spa ren. Alles bij elkaar levert dat slechts een zeer mager prepensioen op. Het alternatief is dan toch weer: langer doorwerken. r Hans Sonders [at zijn de gevolgen voor mijn pensioen na echtscheiding? fat betekent het dat vanaf 2015 de jongere partner van een >-jarige geen AOW toeslag meer ontvangt? Hoe kan ik een ensioentekort goed maken? Hoe ruil ik mijn nabestaanden- fensioen in voor een hoger oudedagspensioen? Heb ik nog an- |re pensioenrechten dan via mijn huidige werkgever? lit zijn de belangrijkste vragen die binnenkomen bij de Pensi- fenkijker.nl, een website met informatie over het inkomen na fensionering. De site is zo'n anderhalve maand geleden in het (ven geroepen om het 'pensioenbewustzijn' van de Nederlan- ers op te vijzelen. Een groot aantal maatschappelijke organi ses als vakbonden, consumentenorganisaties, verenigingen n pensioenfondsen en het Verbond van Verzekeraars heb- n daarvoor de handen ineen geslagen. [ant het pensioenbewustzijn van de Nederlanders moet wor- nfen opgekrikt. Nederlanders weten weinig over hun pensioen. wijl ze toch van de vijf dagen die ze per week werken er één iheel ter financiering van de ouderdagvoorziening aan de g zijn. „We weten niet eens wat ons dit straks oplevert," al- s schamperde voormalig staatssecretaris Elske ter Veld, >orzitter van de Stichting Pensioenkijker, bij de ingebruikne- ming van de site. Ook uit onderzoek blijkt dat zeven van de acht Nederlanders geen benul heeft op hoeveel pensioen hij- /zij straks kan rekenen. Aangenomen wordt dat het ontberen van de nodige pensioen kennis vooral komt doordat men ervan uitgaat dat het 'het pensioen' in Nederland 'goed is geregeld'. Maar als je bijvoor beeld uitgaat van een pensioen van 70 procent van het laatst verdiende loon kon je wel eens van een koude kermis thuisko men. Dat is voor bijna niemand weggelegd. Zeker nu het eind loonstelsel in de Nederlandse pensioenen al in meer dan drie kwart van de gevallen door een middelloonstelsel is vervangen. Veruit de meest gestelde vraag op de pensioensite is dus die over de gevolgen van het pensioen na een echtscheiding,. „Dat ervaart men veruit als het grootste pensioenprobleem," legt mr. Henriëtte de Lange uit. Samen met zakenpartner Emilie Schols beheert zij de pensioensite en samen beantwoorden zij als pensioendeskundige juristen de gestelde vragen.Als je bij voorbeeld het pensioen bij de echtscheiding niet meteen goed regelt, moet je later bij je ex je hand ophouden. Terwijl je wet telijk recht hebt op dat deel van het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd." Dat een 65-jarige vanaf 2015 geen AOW meer ontvangt voor de jongere partner is weliswaar een wettelijke regeling, maar bij velen volstrekt onbekend. Waar men de pensioenrechten kan vinden die bij vroegere werkgevers zijn opgebouwd, is even eens een vaak gestelde vraag. Dit laatste kan overigens worden nagegaan op de website duidelijkpensioen.nl, ook te bereiken via pensioenkijker.nl „Je moet daarvoor wel weten bij welk pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij het pensioen ooit is opgebouwd." Belangrijk is ook de zogenoemde waardeoverdracht van pensi oenrechten bij het aanvaarden van een nieuwe baan. Vooral de indexering is hierbij belangrijk. Dus of het pensioen 'mee groeit' met de inflatie. „Daarop vooral moet je goed letten," al dus De Lange. Maar ook naar andere zaken moet worden ge keken. Is er in het pensioen iets geregeld voor nabestaanden of bij arbeidsongeschiktheid? Overigens is het lastig de vraag te beantwoorden hoe hoog een pensioen moet zijn om 'goed' gevonden te worden. Toch raadt De Lange aan daarvoor tijd vrij te maken. „Prik een zondag middag en praat er eens over. Wat wil je zoals doen als je met pensioen gaat en wat zijn jouw specifieke omstandigheden? Hoe staat het met je woonlasten? Zijn er nog studerende kin deren? Heb je nazaten in Canada die je geregeld wilt opzoe ken? Heb je nog ergens, bijna vergeten verzekeringspolissen liggen? Zijn er erfenissen te verwachten?" Veel Nederlanders zien zestig als de ideale leeftijd om de lier aan de wilgen te hangen en met pensioen te gaan. De gouden jaren lonken. Wat nu als het bij jouw pensi oenregeling niet mogelijk is op die leeftijd de deur van de baas achter je in het slot te gooien? Of als de regeling pas (pre)pensioen vanaf 62,5 jaar mogelijk maakt. Of he lemaal niet en je niet eerder dan op je 65ste verjaardag met pensioen kunt? Wat kun je er zelf aan doen om die droom toch te verwezenlijken? „Ga als het even kan er zelf voor sparen," zegt pensioen specialist André Schut uit Nieuw-Vennep beslist. „Ga niet een of ander verzekeringsproduct aan. Daar betaal je alleen maar hoge provisies voor én je hebt er geen voordeel van." Zelf sparen dus. Maar hoeveel dan en voor wie is het in teressant en voor wie niet (meer)? We nemen als voor beelden een 30-jarige en een 50-jarige werknemer. Bei den willen ze stoppen met werken op hun zestigste. We bekijken twee mogelijkheden. Er is een prepensioen dat ingaat op 62,5 jarige leeftijd en er is helemaal geen pre pensioen. In het eerste geval moet het inkomen 2,5 jaar worden overbrugd, in het tweede geval 5 jaar. We gaan er tevens van uit dat de betrokken werknemers in het verleden geen pensioenbreuk hebben geleden en dat ze mogen uitzien op een volledig pensioen na hun 65ste. Er zijn dus geen fiscale aftrekmogelijkheden meer voor de opbouw van de eigen - voortijdige - oudedags voorziening. Voor de duidelijkheid laten we periodieke loonsverho gingen en inflatiecorrecties eveneens buiten beschou wing. Het is al ingewikkeld genoeg en het gaat om de globale indruk. In ieders individuele omstandigheden kunnen natuurlijk desgewenst aanpassingen worden in gebouwd. De dertigjarige heeft de langste tijd om tot aan zijn zes tigste de overbruggingen bij elkaar te sparen. Mocht diens prepensioen ingaan op 62,5 jaar dan moet hij 2,5 jaar overbruggen. Ter compensatie van zijn maandelijks netto inkomen van rond 1.650 euro, heeft hij hiervoor 50.000 euro nodig. Om in die periode de premie voor het prepensioen na 62,5 door te betalen is nog zo'n 10.000^ euro nodig, in totaal dus 60.000 euro. Dat valt in dertig jaar bij elkaar te sparen door maandelijks zo'n 165 euro op de bankrekening te storten. Er is geen rekening ge houden met rente op rente, maar die zou als compensa tie voor de geldontwaarding kunnen worden ingezet. Betrokkene moet er wel rekening mee houden dat zijn eigenlijke pensioenvoorziening na 65 met 4 procent daalt. Dit omdat hiervoor tussen 60 en 62,5 jaar geen premie meer wordt afgedragen. Mocht de betreffende in het geheel geen prepensioenre geling kennen, dan dient hij tot zijn 65ste vijf jaar inko men te overbruggen. Hij hoeft voor het prepensioen dan ook geen premie meer te betalen. Het totale spaarbedrag wordt dan 100.000 euro en het maandelijks opzij te leg gen bedrag zo'n 275 euro. Ook hier is de rente buiten be schouwing gelaten. Inclusief rente komt het maandbe drag natuurlijk aanzienlijk lager uit, geschat tussen 200 en 225 euro. Anders is het met de 50-jarige. Die kan het eigenlijk wel vergeten. Hij verdient 2.000 euro netto per maand en de overbrugging 60-62,5 jaar alleen al kost 60.000. De pre mie van 20.000 euro voor het prepensioen vanaf 62,5 jaar komt daarbij, samen 80.000 euro. Dat is een heel be drag om in tien jaar bij elkaar te sparen. Zeker indien er in het geheel geen prepensioen is. want dan is er voor de tijd tussen 60 en 65 jaar liefst 120.000 euro ter overbrug- ging nodig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 3