Oranje wint van Cruijff
Fries al lang niet meer moerstaal van alle Friezen
Herman Pleij op zoek naar de Grootste Nederlander
Op de pjutteboartersplakken worden steeds meer kleuters tweetalig opgevangen
ZATERDAG
22 MEI
2004
irtuyn Foto: ANP
dj Tiësto Foto: ANP
Marco Borsato Foto: ANP
Frits Bolkestein Foto: ANP
Herman Pleij (61) is hoogleraar
historische Nederlandse
letterkunde aan de Universiteit
van Amsterdam en
cultuurhistoricus. Met Joost
Zwagerman en Andrée van Es
selecteerde hij voor het KRO-tv-
programma 'De Grootste
Nederlander' de tweehonderd
genomineerden waarop kijkers
kunnen stemmen. Voor Pleij, die is
gefascineerd door de
Middeleeuwen, is het programma
een middel om de Nederlanders
iets bij te brengen over hun
eigen geschiedenis.
door Kamilla Leupen
Vincent van Cogh Foto: AP
ij wantrouwen helden, en
wV als we ze hebben, dan wil-
Wf wf len we graag beklemtoond
zien dat het eigenlijk héél normale mensen
zijn en dat ze ook zo zijn gebleven. Ze mo
gen vooral géén verbeelding hebben, want
dan kunnen ze het wel vergeten."
Hoe betrek je jongeren bij de lijst?
„Dat is absoluut een vraag. Het uitgangs
punt is heel duidelijk: De Grootste Nederlan
ders - dus niet de bekendste of de populair
ste, al valt dat wel eens samen. Néé, het
moesten mensen zijn die op hun gebied iets
man, die in de gunst komt van Karei de Vijf
de en die is voorbestemd om een prachtige
carrière aan dat hof te maken, maar die dat
niet doet. Hij praat over gewetensvrijheid,
dat je moet kunnen denken wat je wil; iets
dat absoluut raar is in de zestiende eeuw.
Dat is waar de humanisten, Erasmus, het
over hadden en voor pleitten. Dat zo'n ou
derwetse, katholieke landedelman, die am
per had gestudeerd, dat opeens gaat beden
ken, en alles, zijn carrière, zijn bezittingen
op het spel zet... Niemand in Nederland
weet iets van die man. Zijn sterfdatum bij
voorbeeld. Dat zou in het buitenland een
memorial day zijn, een nationale herden
kingsdag."
U stelde de lijst samen met Andrée van Es en
Joost Zwagerman. Is er tussen jullie nog on
enigheid geweest?
„Nee, zo is het niet gegaan. We hebben ons
laten overtuigen door de deskundigen die
ons op de verschillende vlakken adviseer
den. Ach, ik vond het bijvoorbeeld wel een
beetje jammer dat André Hazes er niet op
stond, maar aan de andere kant was ik er wel
van overtuigd dat het goed was dat we Mar
co Borsato in die categorie hadden. Ik was in
elk geval tevreden dat Frans Bauer er niet op
kwam, want dat vond ik een wel érg smal
spoor. Borsato maakt, vergeleken met die
twee, toch de indruk muziek te maken die
lijkt aan te slaan bij een breder publiek."
Als u een voorspelling moet doen, hoe denkt
u dat de top-3 er uiteindelijk zal uitzien
„Ik denk dat Willem van Oranje op één ein-
digt.
En Cruijff op twee en Drees op drie. Ik ver
moed dat mensen dat gaan doen omdat ze
denken dat het zo hoort, dat het netjes is of
zo.
Hoe ziet uw eigen top-3 eruit?
„Desiderius Erasmus onbetwist op de eerste
plaats; ik denk trouwens dat hij ook hoog zal
eindigen op de uiteindelijke lijst. Op twee:
Vincent van Gogh, ook omdat hij zulke
prachtige brieven heeft geschreven. Als der-
de, en daar aarzel ik een beetje, daar kies ik
toch voor Cruijff. Ik heb een levendige be
langstelling voor sport, ik heb zelf gevoet
bald, dat speelt een beetje mee. Bovendien
gaf Cruijff de sport een nieuw gezicht, terwijl
hij zeker niet afgeserveerd kan worden als
een geldwolf.
Die man heeft geprobeerd iets maatschap
pelijks uit te stralen, met die academie bij
voorbeeld. Je kunt wel heel chic met Van
Gogh en Erasmus aankomen, maar je moet
tevens oog hebben voor mensen die op an
dere wijze een fundamentele bijdrage leve
ren aan de samenleving."
Verwacht u dat Pim Fortuyn in de top-10 be
landt?
„Misschien nét. Ik denk wel dat er over hem
allerlei aarzelingen zijn. Ikzelf heb bijvoor
beeld wel bewondering voor hem, want hij
heeft veel dingen losgemaakt, maar ik vond
hem tegelijkertijd een vreselijke man, on
prettig. Ik hou niet van die stijl. Ik denk dat
veel Nederlanders dat wel hebben.
Hier speelt trouwens een interessante factor
mee: het effect van die tien documentaires
die ze gaan maken.
In Engeland en Duitsland zijn daar heel rare
dingen mee gebeurd.
In Engeland, dat is werkelijk fantastisch;
daar is iemand tweede geworden hoewel
nog nooit iemand van hem had gehoord.
Hoe dat komt? Dat is een geweldig filmpje
geweest, gepresenteerd door een enorm leu
ke man."
Herman Pleij.Foto: GPD/Menno Boermans
briljants hebben gedaan, dat vervolgens is
beklijfd, iets dat tot onze erfschat is gaan be
horen." Het is lastig te beoordelen of wat nu
enorm de aandacht trekt, ook beklijft. Hét
voorbeeld daarvan is dj Tiësto, van wie ik
ongeveer niets wist. Ik wist niet eens dat hij
een Nederlander was! Het werd ons duidelijk
gemaakt dat het heel bijzonder is wat die
jongen doet, dat de hele wereld daarvan on
dersteboven is. Toen dachten we: hé, wat
fijn, dan hebben we in elk geval iemand die
jongeren kan aanspreken, een groep die we
anders moeilijk zouden bereiken, omdat de
grootste Nederlanders nu eenmaal vaak wat
ouder zijn. Of dood. Ik geloof zelfs dat hij de
jongste is op die hele lijst."
Hoe kan men 'eerlijk' stemmen als men bij
bijvoorbeeld Willem van Oranje denkt aan
een tv-serie met Jeroen Krabbé?
„Daar is goed over nagedacht. Over de twee
honderd genomineerden staat nu summiere
informatie op de internetsite. Uiteindelijk
houden we tien mensen over. Van hen wor
den uitvoerige documentaires gemaakt, die
worden uitgezonden. De kijker kan dus met
kennis van zaken beslissen. Overigens is de
manier waarop wij met Willem van Oranje
omspringen, natuurlijk uiterst curieus."
In welk opzicht?
„Dat was echt een buitengewoon bijzonder
iemand: een ouderwetse, katholieke edel
eeds vaker voeden Friestalige ouders
un kind uitsluitend in het Nederlands
p. Zij denken dat het Fries een goede
theersing van het Nederlands, en dus
intwikkeling van hun kind, in de weg
at. Deskundigen hebben al meer dan
is vastgesteld dat het juist goed is als
kinderen twee- of meertalig worden
otgebracht. Maar dat verhindert niet
dat het Fries in zwaar weer zit.
door Bonne Stienstra
In zomaar een zaterdagse Leeuwarder
Courant staan tien geboorte-adver
tenties, vijf in de Friese taal, vijf in de
Nederlandse. Het vormt een ogen
schijnlijk treffende illustratie van
Friesland als tweetalige provincie. De
huidige balans tussen beide talen is
echter wankel. Nog steeds is voor 60
procent van de Friese bevolking het
Fries de moedertaal, maar van de
twaalfj arigen spreekt minder dan 50
procent thuis nog Fries. Het gebruik
van het Fries gaat langzaam achteruit.
Meer dan ooit is het een bedreigde
minderheidstaal. Harde cijfers zijn er
niet, maar de onderwijssector heeft de
indruk dat de laatste jaren steeds va
ker Friestalige ouders hun kinderen
opvoeden in het Nederlands.
Burgemeester Peter de Jonge van
Heerenveen riep enige tijd geleden
iets over de leerachterstand van dé
kinderen op kleine Friese scholen.
Ongefundeerd, vonden onderwijsdes
kundigen, maar sommige Friese ou
ders trokken toch hun conclusies.
Kleine scholen zijn dorpsscholen en
in de dorpen wordt Fries gesproken,
dus is Fries slecht voor mijn kind.
Mieke Vos van onderwijsbegeleidings
dienst GCO Friesland bestrijdt deze
opvatting. „Fries is niet slecht voor de
beheersing van de Nederlandse taal.
Slecht Nederlands sprekende ouders
die hun kinderen in het Nederlands
opvoeden, dat is pas slecht voor de
taal."
Iedereen is autonoom, er bestaan am
per controles, sancties nog minder en
dus doet iedereen maar wat. Basis
scholen worden geacht leerlingen af
te leveren die even vaardig in spreken,
schrijven en lezen van het Fries zou
den zijn als in het Nederlands. Ner
gens stond hoe de scholen dat resul
taat moeten behalen.
Leerkrachten maken zich ook niet
bijster druk meer over het Fries. De
doelen lagen zo ver van de praktijk,
dat men er maar niet eens aan begon.
Minimaal een uur per week moet er
aandacht worden besteed aan het
Fries, waarmee die taal zo ongeveer
op het niveau van vakken als verkeer
en biologie terecht kwam: afhankelijk
van de motivatie en inzet van de le
raar. Vaak wordt het uurtje Fries inge
vuld met het zingen van wat Friese
liedjes.
De houding van de gemiddelde Fries
tegenover zijn taal is ook tamelijk on
verschillig. Hij is snel bereid zich aan
te passen aan anderstaligen. Ytsma:
„Wat dat betreft is een Fries een echte
Nederlander. Geen volk ter wereld
schikt zich in het buitenland zo snel
naar een andere taal.
De kinderen van Nederlandse emi
granten in Canada houden veel min
der lang aan hun moedertaal vast dan
Duitsers, Italianen, Fransen en
Spaanstaligen. Bij hen kan het een
paar generaties duren voor hun naza
ten het Engels als moedertaal meekrij
gen."
Onderzoek
Toch sprak een overgrote meerder
heid zich vorig jaar in een enquête
onder de Friese bevolking uit voor het
in standhouden van de Friese taal. De
houding van de Fries ten opzichte van
zijn taal is als die van de gemiddelde
Nederlander ten opzichte van het mi
lieu: bijna iedereen is voor, maar het
moet niet al te veel moeite kosten. En
daarom vinden ze dat de impulsen
van bovenaf moeten komen, van de
overheid.
Riemersma: „Meertaligheid hoeft voor
een kind absoluut geen nadeel te zijn,
integendeel, er is zo langzamerhand
in tientallen studies overal op de we
reld aangetoond dat het eerder een
pré is. Wie dagelijks twee talen
spreekt, maakt elke keer heel bewust
een keuze, is daardoor taalflexibeler
en leert makkelijker andere talen.
Van de waarde van meertaligheid
hebben vele Friese ouders geen weet.
„Sterker nog", zegt oud-onderwijsin-
specteur Sicko de Jong, „de meeste
onderwijzers weten het ook niet. Om
dat er tijdens hun opleiding geen aan
dacht aan wordt besteed." Dat zou
wel moeten, vindt De Jong, niet alleen
vanwege het Fries, maar ook omdat
elders in het land steeds vaker twee-
of meertaligheid aan de orde is. Daar
gaat het dan niet om het Fries, maar
om bijvoorbeeld het Marokkaans of
het Turks.
Intussen wordt er in Friesland geëx
perimenteerd met drietalig onderwijs.
Op een zevental scholen is er naast
het Nederlands en het Fries tijd en
aandacht voor het Engels. Gehoopt
wordt op het gelijkblijven van het ni
veau van het Nederlands en een winst
voor het Fries en het Engels.
Tussentijdse metingen wijzen dat ove
rigens nog niet eenduidig uit.
Pjutteboartersplakken
Diezelfde meertaligheid speelt een
grote rol in de beoogde totstandko
ming van veertig tweetalige pjutte
boartersplakken (peuterspeelplaatsen)
en kinderopvang in de Friese steden
en dorpen. Ooit begonnen in Leeu
warden zijn er op dit moment zeven
tien van dergelijke voorzieningen.
Sytske de Boer, een van de initiatief
neemsters, houdt zich nu bezoldigd
bezig met de begeleiding. „De belang
stelling neemt toe", zegt ze. „Wij van
gen de kinderen in het Fries of tweeta
lig op. Het opmerkelijke is dat nogal
wat Nederlandstalige ouders hun kin
deren in de Friese groep plaatsen,
omdat ze willen dat hun kind Fries
leert.
Het moet uit de ouders komen, je
moet niet te veel van bovenaf opleg
gen, want als men thuis niet positief
ten opzichte van het Fries staat, zal de
taal ook voor het kind een negatieve
klank krijgen."
Willem van Oranje Foto: ANP