Het thuisgevoel weggerukt 'Inburgering' na de vuurwerkramp Eerste bewoners keren terug in Enschedese rampwijk Interview ZATERDAG 8 MEI 2004 Leidenaar bevrijdt jonge meisjes uit Indiase bordelen Sprinter Roy Douglas (41) klaar voor de grote klapper in Athene Enschede herstelt van de gapende wond die de stad opliep op 13 mei 2000. In Roombeek komen 360 nieuwe koopwoningen en driehonderd huurwoningen. De eerste bewoners zijn inmiddels terug en het bouwen gaat zeker door tot 2007. „Mensen hopen op 'n nieuwe start, maar willen ook het oude terugvinden." door Eelco van den Heuvel Vier jaar na de vuurwerkramp wordt de Enschedese wijk Roombeek herbouwd. Door de ramp werden ongeveer driehon derd huurwoningen en 250 koopwoningen verwoest. Slechts dertig huiseigenaren keren te rug. Van de huurders pakt daar entegen 60 tot 70 procent de draad weer op in Roombeek. De nieuwe koopwoningen trekken veel hoogopgeleide 'nieuwko mers'. Dat is een goede zaak, vindt voorzitter Noor van Lijf van de BSVE: „De stad heeft de ze sprong nodig, want Enschede had een wat eenzijdige opbouw. De sociaal zwakkeren zochten de stad op en de hoger opgelei den trokken zich terug in de dor pen." Enschede slaat een nieuw hoofdstuk op. Na de ramp - 22 doden, ongeveer duizend ge wonden en een schade van mi nimaal vijfhonderd miljoen euro - staan nu de wederopbouw en de terugkeer voor de deur. Mensen die voor 13 mei 2000, de de BSVE gaat nu uit naar de mensen die wél terugkeren, zo als Tamara Moloijn. Zenuwen bekruipen Tamara als ze aan haar verhuizing denkt. Hartje zomer keert ze terug naar Room beek, maar wordt 't als vroeger? „Krijg ik het thuisgevoel wel of niet?" Tamara Molijn staat niet alleen in haar gedachten, con cludeert maatschappelijk werk ster Nicole ter Mors, verbonden aan de BSVE. „Mensen zeggen: 'Ik weet niet wat ik moet ver wachten'. Ze hebben een dubbel gevoel: ze hopen op 'n nieuwe start, maar willen ook het oude terugvinden." Als straks de euforie voorbij is van het uitzoeken van nieuwe keukenkastjes en kranen, hoopt Van Lijf dat de terugkeerders niet in een zwart gat vallen. Roombeek krijgt mooie, nieuwe huur- en koophuizen en dat trekt ook mensen van buiten de wijk aan. Daardoor moet Room beek ook op sociaal gebied her bouwd worden. Van Lijf: „Het is een soort inburgering, de inte gratie van nieuwkomers en te rugkeerders. Er zou daarvoor een buurtvereniging moeten worden opgericht met een status aparte voor de terugkeerders, zodat ze niet ondergesneeuwd raken door de nieuwkomers." Volgens secretaris Siem Bos boom is 'de pijp leeg' bij veel rampslachtoffers. „Veel mensen zijn puur bezig geweest met overleven tot ze mochten terug keren. Zij hebben geen extra energie om zich ergens voor in te zetten." Maar, zegt hij, ook de nieuwkomers kunnen zich bui tengesloten gaan voelen. „In de nieuwe wijk woont straks een groep bewoners die een in grijpende gemeenschappelijke ervaring heeft. De vraag is hoe veel gewicht de vraag 'Waar was jij op 13 mei 2000?' krijgt. Als die vraag veel gewicht krijgt, kan een nieuwkomer de indruk krijgen dat zijn buren iets gemeen schappelijks hebben, waardoor hij er niet bijhoort." Nieuwe woonwijken verrijzen rond de plek waar vier jaar geleden nog de vuurwerkfabriek stond. Foto: CPD/Cees Mooij dag waarop vuurwerkfabriek SE Fireworks ontplofte, in Room beek woonden, hebben de kans gekregen om er terug te komen. Inmiddels wonen de eerste mensen weer in de rampwijk. Lang niet iedereen keert terug, weet de BSVE. Dat geldt met na me voor studenten en een deel van de kunstenaars. De zorg van Kandidaat-bewoners buigen zich over de kavels van de nieuw te herbouwen wijk Roomburg. De eerste bewoners zijn inmiddels al terug. Foto: ANP/Vincent Jannink weg waren gegaan. Waarom we het niet gedaan hebben? Een mens leeft vanuit zijn verleden. We zijn verbonden met En schede." Onder verantwoordelijkheid van het mi nisterie van volksgezondheid wordt een vier jaar durend gezondheidsonderzoek uitgevoerd onder de rampslachtoffers. De laatste tussenresultaten dateren van twee jaar geleden. Toen ervoer de helft van de getroffen bewoners de gezondheid als slecht, een kwart had last van post trau matische stress stoornis. Chagrijnig Tamara Molijn wil het etiket 'rampslacht offer' eigenlijk niet met zich mee dragen. „Diep van binnen weet je dat je het bent, maar je wilt het ook weer niet weten. Soms vind ik het irritant als je weer moet vertellen dat je de ramp hebt meege maakt." Het huis van haar en haar ex-vriend ont plofte op 13 mei 2000 samen met de vuurwerkfabriek. Inmiddels heeft Tamara een leven voor en na de ramp. „Die le vens verschillen enorm", zegt ze. „Ik laat nu niet meer over me heen lopen, soms ben ik zelfs te opgefokt. Voor de ramp kon ik zeggen dat ik altijd vrolijk opstond. Dat is anders geworden. Er is een tijd ge weest dat ik alléén maar chagrijnig op stond." Tamara is er 'te bewust' mee bezig om de ramp 'weg te blokken', zegt ze. Er gaan 'te veel deurtjes open' die ze wil terugduwen. „Te veel emoties. Je raakt het nooit kwijt. Ik ben er nog steeds pissig over dat ik door de ramp mijn eerste moederdag heb gemist. Daar had ik me zo op verheugd. De ramp heeft het thuisgevoel weggerukt. Je ddcht veilig te zijn, je ddcht dat je een lekker huis had." In de zomer keren Tamara Molijn, doch ter Samantha en zoon Gino terug naar Roombeek. Zij en haar vroegere vriend verloren hun hele hebben en houden bij de ramp. In de zomer gaat ze weer in Roombeek wonen en dat zorgt afwisse lend voor opwinding en nervositeit. De huurwoning die ze betrekt kon ze naar ei gen inzicht indelen. Ze heeft bewust niet gekozen voor een keuken aan de achter kant ('anders krijg je één grote kamer'), maar aan de voorkant. Het allergelukkigst is ze toch wel met haar openslaande tuin deuren. „Daar verheug ik me echt op." Ze heeft ook zorgen als ze denkt aan de terugkeer naar haar oude wijk: „Krijg ik het thuisgevoel wel of niet? Er zijn al mensen terug en ze spreken vol enthousi asme over het terugkomen. Soms denk ik: gaat het wel goed? Ik voelde me voor de ramp ook veilig in de wijk. Ik weet wel dat SE Fireworks weg is, maar toch, het idee..." Niet lekker Mike Nederhoff dacht tot 13 mei 2000 dat hij de hele wereld aankon. Toen hij de eerste ontploffing hoorde, spoedde hij zich naar het rampgebied. Hij dacht dat hij als EHBO'er nuttig werk zou kunnen verrichten. Die veronderstelling was juist: „Ik heb onder meer een vrouw drie uur lang bijgestaan totdat ze werd geëvacu eerd." De beelden van de gewonden, het bloed en de ontreddering zogen zich vast in zijn brein en dat zorgde voor een geleidelijke verandering. „Twee weken na de ramp durfde ik me niet meer onder een groot publiek te begeven", zegt Mike. „Ik ging uit in een danscafé, maar dat voelde niet lekker. Ik dacht: dat gaat wel over." Dat gebeurde niet. Hij vroeg hulp bij wel- zijnsinstelling Mediant, maar werd naar eigen zeggen afgewezen omdat hij een echt slachtoffer noch een echte hulpver lener was. „Ik was twintig en ik kreeg een boekje in mijn hand gedrukt dat ging over hoe kinderen trauma's verwerken." Een klein jaar na de ramp trok hij zich te rug 'in mijn eigen virtuele wereld'. Hij was al een computerfreak, maar zat nu geheel en al aan het beeldscherm gekluis terd. „In augustus 2002 was ik totaal van mezelf vervreemd." Dat vond zijn vrien din ook, dus ze verliet hem. Dat deed hem de schellen van de ogen vallen. „Ik zag in dat ik mezelf verwaarloosde en dacht: hier moet aan gewerkt worden. Uiteindelijk kwam hij alsnog bij Mediant terecht en dat heeft geholpen. „Ik zit in een opwaartse spiraal, maar ik denk niet dat er ooit een eind zal komen aan de vuurwerkramp. Het is als een mes dat een stuk uit mijn hart heeft gehaald. Dat stuk is weg. Als je het de ruimte geeft, groeit het weer aan en krijg je een sterker hart." Frustratie Inmiddels loopt de Belangenvereniging Slachtoffers Vuurwerkramp Enschede (BSVE) op haar einde. Hoewel uit een en quête bleek dat 80 procent van de onder vraagden vond dat de vereniging nog ja ren moet doorgaan, wandelen er steeds minder mensen binnen. Toch is Ensche de nog lang niet van de ramp af. Nog al tijd is er frustratie over het feit dat de schadeclaim tegen de gemeente is afge wezen. Het steekt ook dat steeds niet dui delijk is wie 'het eerste vlammetje' heeft ontstoken. Enschedeër André de Vries is vrijgespro ken van brandstichting bij SE Fire\vorks en kreeg afgelopen week 125.000 euro schadevergoeding toebedeeld, omdat hij tweeënhalf jaar ten onrechte in de cel heeft gezeten. „Ik wil nog altijd weten wie het eerste vlammetje heeft ontstoken. Heel veel mensen vinden dat belangrijk omdat de ramp een hoop verdriet heeft veroorzaakt", zegt Lubbert Oosting. Hoewel nogal wat slachtoffers de ge meente en fabriekseigenaren Bakker en Pater medeverantwoordelijk houden voor de ramp, verwijt Oosting niemand iets. „Ik blijf erbij: burgemeester Mans en de wethouders kunnen hier niks aan doen. Ik kan wel kwaad worden, maar ik verwijt het niemand. Ik heb wel gezegd 'die rot- Bakker', maar ik ken 'm al van zó klein. Het is niet moedwillig gebeurd. Niemand had er belang bij." Uit het onderzoek van de commissie- Oosting naar de oorzaken van de ramp bleek dat zowel gemeente, rijksoverheid als SE Fireworks van alles te verwijten viel, maar ze wees geen hoofdschuldige aan. Toch wacht de BSVE nog altijd op 'een welgemeend sorry' van de gemeente. Voorzitter Noor van Lijf: „Gewoon, be treuren dat iets is gegaan zoals het is ge gaan. Daar wacht een aantal mensen op. Die komen hier en we horen het net iets te vaak. Mans heeft zich keihard ingezet in Den Haag en veel geld gekregen om de gevolgen van de ramp te verzachten. Nou, maak het dan ook nog even af door sorry te zeggen." Maquette van het nieuwe Roomburg. Tot 2007 wordt er gebouwd. Archieffoto: United Photos De Boer/Michel Schnater v_ i' Rochus Misch deed in zelfmoordbunker deur van het Derde Rijk dicht Op 13 mei 2000, rond half vier werden Lubbert Oosting en zijn vrouw tegen de achtermuur van hun kelder gekwakt. Om hen heen stortte alles in elkaar. De vrouw van Lubbert Oosting raakte volledig in paniek. In En schede had zich de vuurwerkramp vol trokken, het bijna veertig jaar oude bedrijf van Oosting was weggevaagd en hijzelf dacht dat hij dood ging. Nu, vier jaar later, is de ramp nog iedere dag in zijn gedachten. Niet in de laatste plaats omdat hij voorzitter is van de ver eniging die gedupeerde ondernemers bij staat. Desondanks heeft hij zijn leven weer aardig op orde. „Maar ik ben de rest van mijn leven bezig met de verwerking. Ons is alles ontnomen, maar ik probeer me niet kapot te laten maken. Ik hang niet alles op aan de ramp." Zijn vrouw is ziek geworden van de ramp, loopt nog altijd bij een psychiater. „Na veertig jaar noeste arbeid hadden we een mooie zaak opgebouwd, die goed liep. We zaten tegen onze pensionering aan en dan, van de een op de andere dag, is alles weg. Je bent weggejaagd uitje wijk. We wonen nu weer mooi, hoor, op stand, maar het went niet." Ze hadden moeten vertrekken uit Ensche de, beseft Oosting nu. „Je hebt het niet door dat je vrouw eraan onderdoor gaat. Het was beter voor haar geweest als we

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 1