Wees uzelf, voorzover dat nog mogelijk is De nadagen van de adel Wachten op de echte Juliana-biografie Overweldigende kunstpaleizen Connie Palmen over roem, moord en media CD O m 7s m Flonkerende novelle van Manon Uphoff Joseph O'Connor is de Ierse Multatuli Manon Uphoff De bastaard NOVELLE «w»** Al sinds haar romandebuut vindt men in het werk van Connie Palmen het verlangen naar een identiteit. In 'De wetten' probeert een jon ge vrouw haar geestelijke voorkeuren uit bij een reeks nogal intellectuele minnaars. In haar latere werk zoekt de auteur vooral de balans tussen autobiografie en fictie, tussen publieke roem en particuliere existentie. En precies daarover gaat haar essay 'Iets wat niet bloe den kan', dat verschijnt ter gelegenheid van de huidige Maand van de Filosofie. essay recensie Jan-Hendrik Bakker 'Iets wat niet bloeden kan' door Connie Palmen. Speciale uitgave van de Maand van de Filosofie. Prijs: €3,50 (gedurende de maand april). Afgezien van het slordige 'wat' in de titel, is haar essay een interessant, intelligent en verzorgd betoog dat niet alleen past in het oeuvre van Palmen zelf, maar ook grote ac tualiteitswaarde heeft in de mediamaat schappij waarin wij leven. Vele mensen hebben namelijk een eenzijdige relatie met sterren uit de publiciteit. Sommigen gaan daarbij zover dat zij menen dat er een ech te, wederzijdse relatie bestaat. En binnen die groep is een enkeling zo ge obsedeerd door zijn idool dat hij zich daar van met een pistoolschot of messteek pro beert te ontlasten. Dan blijkt achteraf dat achter het idool een persoon van vlees en bloed zat. Het idool bloedt uit een mense lijk lichaam. John Lennon, Versace, For- tuyn, Kennedy en Reagan zijn de voorbeel den. Ook Connie Palmen zelf werd, zo ont hult ze, bijna het slachtoffer van een he dendaagse stalker met moordplannen. In Iets wat niet bloeden kan exploreert Pal men de psychologie van fanatieke fans en stalkers. Het zijn mensen, zo houdt ze ons voor, die uit een tekort aan eigen persoon lijkheid zo verbonden raken met het imago van iemand die in de media optreedt, boe ken publiceert of anderszins bekendheid geniet, dat de identificatie de grens van de fantasie overtreedt. In een samenleving waarin mediaroem overgewaardeerd is ge raakt (Andy Warhol zei het al: in de toe komst krijgt elk mens zijn eigen vijftien mi nuutjes roem) is de fixatie op bekende per soonlijkheden een symptoom geworden van de angst niet gekend te worden. Haar opstel is een nadere uitwerking van het probleem dat Palmen in haar afstu deerscriptie, dus voor haar doorbraak als schrijfster, al stelde: iemands reputatie is niet hetzelfde als zijn identiteit maar pu bliek bezit. Toen nam zij de figuur van So crates als voorbeeld, nu betrekt zij het the ma op haar eigen schrijversleven en dat van de moderne mens in het algemeen. Zij constateert dat in de huidige wereld het leven steeds meer het product van onze ei gen keuze is geworden en steeds minder van het (nood) lot. Dat heeft het leven er niet gemakkelijker opgemaakt want op on ze schouders rust de 'zware vrijheid van de keuze en de schitterende hardvochtigheid van de eigen schuld'. Wanneer de media ons voortdurend doordringen met beelden van wie wij zouden kunnen zijn (een vrij denker als Fortuyn, een kunstenaar als Lennon, een scherpzinnig schrijfster als Palmen), wie zijn wij dan zelf nog? Connie Palmen heeft een pakkend essay geschreven over het filosofische onderwerp van de moderne identiteit. Haar verhande ling is zowel praktisch als theoretisch tege lijk, wat de lezer het gevoel geeft dat er iets belangrijks op het spel staat. Dat zij niet zo helder is over wat zij precies onder 'waar heid' verstaat, maar het begrip ondertus sen wel koket naar het rijk der fabelen ver wijst, en de oude Plato en passant ook nog al (historisch) onrecht doet, zij haar verge ven. Ook dreigt ze weer even te verdwalen in haar particuliere typologie van de non, de acteur en de hoer. Maar die kleine ergernissen wegen niet op tegen de treffende ernst van wat ze te zeg gen heeft. Wees uzelf, voorzover dat nog mogelijk is. ZATERDAG 10 APRIL 2004 ER BU Hoe zorg je ervoor dat de tentoongestel de kunst in een museum maximaal tot uitdrukking komt? Hoe zorg je ervoor dat kunst en expositieruimte elkaar ver sterken? Dit soort vragen worden behan deld in het boek 'Musea: idee architec tuur' (Sun, €24,50) dat veel aardiger is dan de zakelijke titel doet vermoeden. De auteurs staan stil bij twintig in archi tectonisch opzicht opvallende musea, waaronder het Haagse Gemeentemuse um (foto boven), Kröller-Möller, het Maastrichtse Bonnenfanten, de Kunsthal en het Stedelijk (zie de nieuwbouwma- quette hiernaast). Uit het buitenland werden onder meer Centre Pompidou (Parijs), Guggenheim (New York en Bil bao) en de Neue Nationalgalerie (Berlijn) geselecteerd. Stuk voor stuk overweldi gende kunstpaleizen, waar de tentoon gestelde werken en de omgeving tot een tweeëenheid versmelten. Foto's uit besproken boek T O P -1 0 i.(i) Geert Mak, In Europa ;Atlas, 39,90 :2. (-) Connie Palmen, Iets wat niet bloeden kan Lemniscaat, 3,50 '3. (2) John Grisham, Het laatste jurylid Bruna, €19,95 4. (3) Dan Brown, De Da Vinci code Luitlngh-Sijthoff, 18,95 (6) Youp van 't Hek, Komen gaan Thomas Rap, 7,50 pj« (-) Baantjer, ;De Cock en de gebrandmerkte do den Fontein, 9,95 1M5) Robert Ludium, De Tristan strategie luitingh-Sijthoff, €18,95 '7. (4) Youp van 't Hek, Komen gaan [Thomas Rap, €7,50 i 8. (-) Norma Khouri Albqaeen, Verboden liefde Arena, 10,00 b.(-) Waris Dirle, Dochter van de nomaden [Arena, 10,00 10. (10) Farah Diba Pahlawl, Memoires van een keizerin House of books, 17,50 Bron: CPNB/De Bestseller 60 Het essay van Connie Palmen wordt el ders op deze pagina besproken. Ook nieuw.- deel 61 in de lotgevallen van de Amsterdamse rechercheur De Cock, die dit keer de slag aan moet met een moordenaar die zijn slachtoffers uitrust met een mysterieus merkteken op het voorhoofd. Norma Albqaeen, afkomstig .uit Jordanië, wijdt een roman aan een octueel thema: erewraak. De Somali sche Waris Dirie is ambassadrice bij de VN (strijd tegen vrouwenbesnijdenis) en bekend fotomodel. In Dochter van de nomaden vertelt zé verder over haar ;bizarre leven. roman recensie Margot Engelen 'Stella Maris' door Joseph O'Connor. Uitgeverij Nijgh van Ditmar. Prijs: 22,50. Geen wonder dat de roman Stella Maris van Joseph O'Connor al maandenlang in de Engelse toptien staat. En toch ook weer wel. Want be halve dat het een uiterst boei ende roman is die vernuftig in elkaar steekt vormt dit ook een bijna 500 bladzijden tel lende aanklacht tegen de Brit se wandaden tegen het Ierse volk. De verteller in het boek, of be ter gezegd de verzamelaar die uit allerlei uiteenlopende bronnen een lopend verhaal heeft samengesteld, is een joodse Amerikaanse journalist - ook al een van de slimme vondsten van de auteur. Want Ieren en Amerika, dat schurkt graag tegen elkaar aan, maar katholieken en joden, dat ligt - of moet gezegd lag - o zo ge voelig. Die journalist, G. Granüey Dixon van de New York Ti mes, beschrijft zijn reis vanuit Engeland en Ierland' aan boord van de Stella Maris naar New York in 1847, een reis waarvoor de aanduiding 'veelbewogen' absoluut on toereikend zou zijn. De 26 da gen tellende overtocht kostte aan veel van de honderden arme, uitgehongerde Ieren het leven en tevens aan één voorheen rijke Ier en adellijke landbezitter, die nog in vol or naat en te midden van de vijf tien andere vermogenden met zijn gezin eerste klas reist maar duidelijk vanaf het be gin ten dode is opgeschreven door duur en met bloed ge zworen Ierse eden. Dat zijn vrouw het stiekem met de journalist doet en dat hijzelf door veelvuldig hoe- renbezoek aan syfilis lijdt even terzijde, waar het om gaat is dat zijn genadeloze moordenaar, de smerige en horrelvoetige Pius Mulvey met zijn gladde praatjes, zich dichter en dichter in zijn buurt weet te bewegen. Waar mee de spanning stijgt op elke bladzijde. Tot de toch nog to taal onverwachte ontknoping. O'Connor dwingt met zijn fraai gecomponeerde roman Stella Maris respect af. Waar om hebben wij in Holland sinds Multatuli toch géén au teur meer die op grandioze wijze mooi en betrokken kan schrijven over onze koloniale misstappen? Een die ook een groot en breed publiek aan zich bindt? Deze roman heeft aan het slot een voetnotenap paraat en een verantwoording die in een dissertatie niet zou den misstaan, en toch leest het boek heerlijk, bijna als vanzelf, weg. De personages die de sympa thie van de schrijver hebben zijn de 2 miljoen dode Ieren die verhongerden tijdens de aardappelhonger van 1847, de hulpelozen en schuldelozen: het half door ratten opgevre ten en weggerotte stel verste kelingen van slechts ongeveer 17 en 15 dat aangetroffen wordt, het meisje nog zwan ger ook... Onze verteller is een socialist, maar ook hij, die het met een keurig getrouwde vrouw doet en niet zonder re sultaat, heeft vuile hemden. De roman Stella Maris gaat bijna scheef van de geniale vondsten, de fantastische in gevingen, de vernuftige struc turen en de beeldende kracht. Wanneer de lezer denkt dat geen extra ellende hem meer kan verrassen dwingt de schrijver hem nóg eens op de knieën met een onthutsende beschrijving van de hel in de haven van New York, waar het schip te midden van honder den andere Ierse schepen bij - 18 ligt te wachten tot er ein delijk ontscheept mag wor den, wat uit vrees voor chole ra, tyfus en andere besmette lijke ziekten door de Amerika nen niet wordt toegestaan. De toestand aan boord van die schepen vol met duizen den zieke en stervende Ieren die hun geluk kwamen zoe ken tart zoals dat heet elke beschrijving - maar niet die van toptalent Joseph O'Con nor. Wat een kracht, wat een gratie! Bijna vijfhonderd blad zijden historische ellende en hedendaags leesplezier, al weer zo'n indrukwekkend li terair geschenk uit Ierland. novelle recensie Wim Vogel 'De bastaard' door Manon Uphoff. Uitgeverij Podium. Prijs: €10,00. De stijl is klassiek Engels maar de sfeer neemt je mee naar de vergeten landgoederen van Tsjechov. Ergens op een eiland tussen twee rivieren, de grote wereld daarbuiten lijkt nauwe lijks te bestaan, staat het oude neo-Tudor landhuis. Ooit wer den er paarden gehouden. Woonde in het koetshuis de hoefsmid met zijn nazaten. Wa ren er boomgaarden, landerij en, pachters, werden er jacht partijen gehouden. Nu is alles vervallen, aangetast. De grond is verkocht, de spul len verpatst of opgestookt. Al leen de oude freule Arinde leeft nog. Haar resteert een vervuilde kamer en bed op de tweede verdieping. En elke dag komt Bastiaan, de bastaardzoon van haar overleden man, haar ver schonen en wat eten geven maar vooral om even in het grote huis te kunnen genieten van een bezit dat hem als eerst geborene nooit is gegund. Al in het voorwoord maakt Ma non Uphoff duidelijk waar het haar in de novelle De Bastaard om gaat. Net als Tsjechov is ze geïntrigeerd door de tijd die, zonder dat we dat beseffen, 'een ijzeren grip' op ons be staan heeft. Vanaf het begin zijn we bezig tijd te spenderen zon der dat we in de gaten hebben dat met alles wat we doen en laten er tijd verloren gaat. Zelfs wat wij als voorbereiding op het echte leven zien, is het echte le ven. Manon Uphoff behandelt die thematiek in een suggestie ve en flonkerende novelle. Het zijn de nadagen van de adel als de achtentwintigjarige Arin de trouwt met Maurice, zoon van een verarmd geslacht. Met 'de suiker van de bruidstaart nog op zijn lippen' verwekt Maurice bij de dochter van de hoefsmid een zoon, Bastiaan. Als enkele jaren later ook Arin de een zoon baart, Thomas, groeit er ondanks de vijandig heid van Arinde een ingewik keld spel tussen de twee jon gens. In alles lijkt Bastiaan de meerdere van Thomas, behalve in macht, geld en erfenis. Mau rice weet in een hoog tempo het geld en de bezittingen van Arinde er door heen te jagen en ook zijn uitweidingen over Dar win, laat staan zijn verzameling scarabeeën, die symbolen van de dood, zijn in staat Thomas te behoeden voor de loerende dood. Door het isolement van het landgoed, door de vervreem dende namen (Natalja, Spiniet- ta) roept Uphoff een besloten wereld op waaraan ontsnappen onmogelijk lijkt. Ook haar ar chaïserend taalgebruik onder streept die beslotenheid: 'Zo kwamen ze samen te spelen. Met ingehouden krenking en pijn keek ze toe hoe Thomas el ke dag een beetje meer naar de stuurse jongen toegroeide...' Het is de onverbiddelijke gang van de tijd die elk leven als een zeepbel uiteen doet spatten, die als een mal op ieder van ons drukt en die resoneert in elke zin van deze angstaanjagende vertelling. Manon Uphoff slaagt er goed in duidelijk te maken dat we wei nig leren van hoe het onze voorouders is vergaan. We gaan er gretig vanuit uniek te zijn, verwachten ons leven 'als water in een glas' te kunnen schen ken en willen geen weet heb ben van de volstrekte banaliteit en nutteloosheid van dit alles, zeker als we ons leven van wat afstand zouden kunnen obser veren. En wat we voor elkaar kunnen betekenen? Misschien is wat Bastiaan voor Arinde doet zo gek nog niet. "Een klein gaatje,' had hij aarzelend gezegd tegen de begrafenisondernemer die hem de modellen had getoond, de afwerking, de bekleding van binnen. 'Een klein gaatje in de kist misschien? Onzin natuur lijk, maar misschien... Het is een kleine moeite, en het doet niemand kwaad. Ziet u, ze was bang in het donker, op het laatst." DE LEESTAFEL door Hans Jacobs In de rubriek De leestafel wordt wekelijks een ander genre boeken besproken. Deze week de recente oogst boeken over prinses Juliana. Enkele maanden na het overlijden van de Britse koningin-moeder Elizabeth wees haar dochter Elizabeth een biograaf aan die direct kon beginnen met het opschrijven van het levensverhaal van de overleden vorstin. De man in kwestie zou toegang krijgen tot het koninklijk archief en wist zich verzekerd van medewerking van de koninklijke familie, zonder dat die vooraf inspraak eiste in het geschrevene. In Nederland kennen we die openheid en voortvarendheid niet. Elsbeth Etty, die een paar jaar geleden al eens werd benaderd over het schrijven van een biografie over koningin Juliana, verwacht dat het nog wel zal duren tot het aantreden van Willem- Alexander als koning, alvorens serieus werk wordt gemaakt van zo'n onderneming. Het duurde tenslotte ook bijna veertig jaar na de dood van Wilhelmina voordat historicus Cees Fasseur met een gezaghebbende bio grafie van die koningin kwam. Enige afstand in plaats en tijd kan geen kwaad. Gebeurtenissen en beslissingen kunnen dan beter in perspectief worden geplaatst. Te lang wachten betekent echter dat tijdgenoten, mensen die commentaar kunnen leveren op bijvoorbeeld kabinets formaties, er ook niet meer zijn. Van de dertien premiers waarmee koningin Juliana in haar lange leven te maken had, zijn er bijvoorbeeld nog maar twee in leven: De Jong en VanAgt. Van de stroom 'nieuwe' boeken die sinds vorige week in de winkel ligt, is het boek Juliana, 1909-2004 (NOS/SDU, €15,95) het meest interessant en informatief. Dit vooral omdat de samenstellers Lars Andersson en Piet van Asseldonk in de kantlijn veel ge bruik maken van citaten van anderen over de (oud)koningin, informatieve lijstjes ge ven en de juiste toon weten te vinden om het koninklijke leven te beschrijven. Over vorm en inhoud is nagedacht en het is geen opgewarmde oude prak, al zijn er door de haast nogal wat slordigheden (verkeerde data bijvoorbeeld) ingeslopen. Fraai verzorgd en gedetailleerd is Juliana, ongewoon gewoon (Tirion, €9,98). Hier steekt de redactie van het maandblad Vor sten achter, maar de tekst is minder zoet sappig en zeker ook objectiever dan in het blad zelf gebruikelijk. Aan het einde van het hoofdstuk over Juliana's 'fel bewogen' ko ningschap schrijft Ruud Ronteltap dat dit - 'al poseerde zij zo graag als een 'gewone' huisvrouw in een bloemetjesjurk' - in geen enkel opzicht 'gewoon' is geweest. Sterker: in alle opzichten buitengewoon.' Overlij den en uitvaart krijgen in het rijk geïllus treerde boek acht pagina's. Juliana, een leven in dienst van Neder land (Fontein,€12,50) is het zevende boek over de koningin/prinses van oud-Trouw journalist Fred J. Lammers. In totaal heeft hij al zeventig boeken over de Oranjes ge schreven. Als je zo vaak over hetzelfde on derwerp schrijft, zijn herhalingen onver mijdelijk. Wie eerdere boeken over Juliana er op naslaat, komt dezelfde anekdotes en verhalen tegen, maar Lammers heeft wel de moeite genomen ze in andere woorden te beschrijven. Het illustratiemateriaal gaat verder dan het standaardrepertoire, met dank aan prins Bernhard en Lammers' eigen archief. Het boek is degelijk en betrouwbaar, maar iets nieuws staat er niet in of het moet zijn dat Lammers wat uitvoeriger ingaat op het reli gieuze denken van Juliana. Haar overlijden krijgt tien pagina's, met overigens slechts een droge opsomming van de gebeurtenis sen van de voorbije twee weken. Haast werk, want Lammers verzuimt bijvoorbeeld de vlak voor de uitvaart nog gewijzigde lijst met buitenlandse gasten, aan te passen. Het aanzien van Juliana, 1909-2004 (Het Spectrum, €12,95) is eveneens oerdegelijk en geproduceerd volgens beproefd recept. Auteur Han van Bree schreef eerder al de teksten voor soortgelijke boeken over prins Claus en prins Willem-Alexander. Foto's vormen de hoofdmoot in dit 'aandenken aan de koningin en prinses die ons allen zo dierbaar was'. Als overacht van het leven van Juliana is het compleet. De gang naar Delft en de laatste jaren van haar leven krij gen twee pagina's. Juliana, moeder majesteit (Bruna, €14,95) van Privé-hoofdredacteur Evert Santegoeds ligt al jaren bij De Slegte voor 5,85 euro. Ter gelegenheid van het overlijden van de oud koningin gaf de uitgever het oorspronkelijk in 1994 verschenen boek een nieuw jasje. Er is één hoofdstuk bijgekomen - net tien pagina's, die de afgelopen jaren behande len - de rest is letterlijk hetzelfde gebleven. Voor wie alleen is geïnteresseerd in (beken de) foto's en niet maalt om correcte bij schriften is er Koningin Juliana, een leven in beeld (Strengholt, €12,95). De uitvaart ontbreekt hier overigens in. Die beelden zijn wel opgenomen in het geplande Ko ningin Juliana, moeder des vaderlands 14,95). Ook Juliana 75: nationaal fotoal bum, foto's kiekjes en herinneringen dat in 1984 werd samengesteld door Mies Bouwman ligt opnieuw in de winkel (Fibu la Van Dishoeck, €14,95). Maar ook ramsj boekhandelaar De Slegte heeft het vaak nog op de plank voor een lagere prijs. Prinses Juliana opent in 1987 de nieuwe Rijksweg 57 over de pij- lerdam in de monding van de Oosterschelde. Haar enthousiasme is schijn, ze probeert slechts de fotografen te ontlopen. Archieffoto/ANP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 9