Verken was de remedie voor ;Theo Koomen Passie voor de zeeslak Het jochie dat preekte vanaf de keukenstoel ZATERDAG 10 APRIL 2004 Vlet is twintig jaar geleden dat sportjournalist Theo Koomen overleed. Een verkeersongeluk bij zijn woonplaats Grootschermer maakte een Inde aan het leven van de populairste sportjournalist die ons land ooit eeft gekend: een commentator die Ard en Keessie uit pure passie naar hun overwinningen brulde en die legendarische ontsnappingen in de Tour de France in radiotaal wist te vangen. Altijd goed voor een "I ij woordenstroom, nooit een woord over zijn eigen strijd. Begin over Theo Koomen en de verhalen komen vanzelf. Over meesterlijke schoten op doel die niemand in het stadion had gezien, maar die zijn radiocom mentaar waanzinnig spannend maakten. Over zijn band met wiel renners die zo sterk was dat hij het vertikte om bij een regenachtige Touretappe in de NOS-auto te stap pen. Alleen op de motor kon hij de buien voelen die de renners voel den. Televisiemaker Coen Verbraak maakte een documentaire over het Noord-Hollandse fenomeen. Het programma verbindt de dubbele worsteling van Theo Koomen: de twee gevechten die hij voerde met de waarheid. Niet alleen in zijn werk. Ook thuis. Twee keer een worsteling met de waarheid, was het. Als commentator woekerde hij met een werkelijkheid die hem te koel, te saai was. Die hij daarom 'een zondagse jas aantrok', zoals hij dat zelf noemde. Thuis was er die waarheid die zo moeilijk uit te leggen was. Een leven tussen twee vrouwen. Twee zussen, van wie zijn schoonzus de moeder van zijn kind zou worden. Eerst die strijd met de feiten. Hoe hij als commentator van voetbalwed strijden, wieleretappes en schaatsrit- ten zijn eigen werkelijkheid kon schetsen. Alles om het radiopubliek te vermaken. Dreigde een tijdrit saai te worden of liep de zoveelste NEC- NAC vast in een bloedeloze 0-0, dan bracht hij de boel op smaak. Uit het niets toverde hij dan een radiocom mentaar met spannende ontsnap pingen van niet bestaande kopgroe pen of werden er in zijn voetbalver slag schoten op doel gegeven die an deren op de tribune totaal waren ontgaan: verzonnen feiten die zijn verslag misschien niet waarheidsge- door Jan Vriend trouw maakten, maar wél een stuk boeiender om naar te luisteren. Het waren de gouden jaren van Ard en Keessie op de schaats, het was de tijd van Hennie Kuiper en Gerrie Knetemann in de Tour. Achter zijn microfoon brulde Theo Koomen ze naar hun overwinningen. Hij leefde mee en jankte mee, met winst en verlies. Tranen met tuiten, toen Ajax in 1969 in Parijs Benfica versloeg in een zinderende Europacupwed strijd. Illustratief voor zijn aanpak is het voorbeeld van zijn rit achter op de motor, bij de wielerklassieker Parijs- Roubaix. Onderweg trok een onver wachte rukwind de papieren met namen en nummers uit handen van de commentator. Weg praatstof. „Theo zei in de microfoon dat we een tunnel in zouden rijden, dus be greep Hilversum dat we even uit de lucht waren", herinnerde de Vla ming Raymond Nackaerts, die ach ter het stuur zat, zich jaren later nog. Opleuken Bij de luisteraars kon hij niet stuk. Voor zijn vaste aanhang werd een wedstrijd pas een evenement als hij het commentaar leverde. Fans gin gen zo ver dat ze zijn naam bij Tour etappes op de weg schilderden en spandoeken naar schaatstribunes meetroonden om hem in zijn com mentaarhokje aan te moedigen. Serieuzere collega's konden die showbizz- achtige aanpak van hem maar moeilijk verkroppen. Een jour nalist hoort zich aan de feiten te houden, smaalden zijn critici. Din gen verzinnen, de waarheid 'opleu ken', dat doe je niet, vinden de fijn slijpers. .Allemaal jaloezie", zei zijn broer Jaap altijd als na het overlijden van Theo die kritiek ergens opdook. „Het was niet zo zeer jaloezie, het Theo Koomen verslaat de Tour de France achter op de motor bij Raymond Nackaerts. Foto: GPD/KRO was vooral de valse concurrentie die de collega-verslaggevers stak", meent documentairemaker Coen Verbraak. „Door zijn verzinsels, zijn overdrijving en zijn schilderachtige woordenstroom wist hij van het saaiste stilleven nog een boeiende Nachtwacht te maken. Als je je als collega dan netjes volgens de regels van het vak aan de feiten houdt, is dat moeilijk te verteren. Daar kwam bij dat hij in rechtstreekse radiore portages anderen soms dwong mee te doen met zijn fantasieverslagen. In deze tijd zou de aanpak van Theo Koomen niet meer hebben gekund. Wie met de waarheid sjoemelt, wordt tegenwoordig ontslagen. De rechtstreekse tv-verslagen zouden hem trouwens onmiddellijk hebben ontmaskerd." De andere waarheid waarmee Theo Koomen worstelde, was de waarheid over zijn ingewikkelde privé-leven. Hij had een kinderloos huwelijk met Riet, maar was tegelijk vader van een kind dat hij met zijn schoonzus Jan- nie had. Verbraak: „Jannie was zes tien en Theo in de dertig toen ze een relatie begonnen. Drie jaar later kwam hun dochter Netty ter wereld. Haar geboorte betekende het begin van een leven dat vier mensen in een houdgreep zou houden." Theo Koomen verdeelde zijn aan dacht tussen de twee huishoudens. Drie dagen per week verbleef hij bij moeder en dochter in Amsterdam, de andere dagen was hij bij zijn vrouw in Grootschermer. Onder col lega's was het geen geheim, maar te gelijk was het een ongeschreven co de om die waarheid niet naar buiten te brengen. Integer Met de documentaire wordt dat stil zwijgen doorbroken. Verbraak: „Dit niet te bevatten dubbele leven was zo kenmerkend voor Theo dat ik er bij het maken van het programma niet omheen kon. Het leven met twee vrouwen en het pendelen tus sen twee huishoudens maakten zo'n wezenlijk deel uit van zijn bestaan, dat je daaraan niet voorbij kunt gaan als je een waarheidsgetrouw beeld van hem wilt geven." Riet Koomen-Langedijk heeft niet getwijfeld om de programmamaker haar medewerking te verlenen aan de reportage over haar overleden man. „In onze gesprekken merkte ik dat ze een integer programma wil den maken. Het hoorde bij Theo's leven. Theo had veel kanten en dit was er één van. De mensen die hem kenden, wisten precies als hij er in zijn hoofd mee vastliep." Werken was de remedie. Keihard werken, en maar onderweg zijn. Wie op pad is, kan moeilijkheden weg drukken. Wie druk bezig is, hoeft de waarheid niet onder ogen te zien. Door de schijnwerper bij zijn werk luidruchtig op een ander te richten, kon hij zijn eigen leven buiten het licht houden. Werken, steeds maar werken. Niet alleen voor de radio. Met spreek beurten in het land, met zijn boeken en met een vaste pagina in het weekblad Onze Krant, schnabbelde hij er van alles bij. „Hij was tuk op geld, maar hij kon ook geen nee zeg gen", weet zijn uitgever Floor Jon kers nog. „Het was ook schnabbelen uit noodzaak", meent regisseur Ver braak. „Want hoe kon hij anders twee huishoudens onderhouden?" Hart en ziel In de documentaire vertellen zijn dochter Netty en haar moeder voor het eerste openlijk over de man die hen verbindt. Verbraak: „Zijn doch ter is enorm trots op haar vader. Ze liet ons het fotoalbum zien dat hij samenstelde voor haar vijftiende verjaardag. Uit alles blijkt dat hij dat met hart en ziel heeft gedaan. Ook uit brieven en verhalen uit haar kin dertijd blijkt hoe intensief het con tact was." Riet Koomen-Langedijk: „Door alles wat er is gebeurd, hebben we het niet makkelijk gehad. Maar de band tussen mijn zus, haar dochter en mij is nog nooit zo hecht geweest als nu. Theo zou daar heel blij mee zijn geweest." Regisseur Verbraak: „Wat mij het meest bijbleef na het maken van de Praten dat hij kon. Moest je hem horen ratelen, als de kleine Theo Koomen thuis in de groentewinkel van zijn ouders stond. Half Wervershoof luis terde dan naar het jochie dat daar vanaf moeders keuken stoel een zogenaamde preek hield. Hoe meer 'gelovigen' tus sen de piepers en de bieten, hoe mooier zijn verhaal werd. Een jochie dat zó veel woorden in huis had, moest maar pries ter worden, vonden ze thuis. Zo kwam Theo Koomen (gebo ren in 1929) na de lagere school op het seminarie terecht. Al tij dens de priesteropleiding kwam hij erachter dat het be staan als parochieherder hem te benauwd zou worden. Dus ging hij gauw op zoek naar een alternatief. De journalistiek. Bij het Noordhollands Dagblad zat hij tussen de mensen en de ver halen, zonder de beperkingen die de kerk of het midden- standsbestaan hem zouden op- Zijn inmiddels overleden broer Jaap vertelde later dat moeder Koomen die overstap naar Hil versum eerst niet zo zag zitten. De radio bezorgde hem zijn grote roem. In die tijd luisterde Nederland massaal naar de transistor. Vaderlandse schaats- successen en Nederlandse overwinningen in de Tour de France maakten dat de radio nieuws bracht dat het land ook graag wilde horen. Theo Koomen bracht het met zijn eigen kleur. Ook al voorzag hij zijn berichten soms van een kritisch kader. De schaatswe reld nam het hem kwalijk toen hij problemen bij de nationale schaatsploeg naar buiten bracht en bij de wielrennerij was hij de gebeten hond nadat hij het had gewaagd om op de televisie dopinggebruik aan de kaak te stellen. Voor het publiek leek het wei nig uit te maken wat Theo Koo men vertelde, éls hij maar ver telde. Zijn werk maakte hem ongekend populair. Van zijn wedstrijdverslagen werden pla ten gemaakt en een single met zijn commentaar bij de Europa cupfinale Feyenoord-Celtic haalde in 1970 zelfs de Top Veertig. Op woensdag 4 april 1984 klonk de stem van Theo Koomen voor het laatst live op de radio. Van uit Enschede versloeg hij voor 'Langs de Lijn' FC Twente - MW. Collega's zouden zo'n routinewedstrijdje aan de jonge garde hebben overgelaten, Theo Koomen ging gewoon. Met de woorden 'Wat mooi zeg, wat fantastisch mooi', besloot hij zijn reportage. Op weg naar huis, rond mid dernacht, verongelukte hij bij de Schermer molens. Daar nam hij de afslag richting zijn huis in Grootschermer waarbij hij in botsing kwam met een tegen ligger. Theo Koomen werd 54 jaar. Zelden bracht het overlij den van een journalist zo veel ontzetting teweeg. De persoon lijke, emotionele kleur die hij zijn werk gaf, maakte dat veel luisteraars het gevoel hadden dat ze een bekende waren kwijtgeraakt, iemand die dicht bij hen had gestaan. De documentaire 'Woekeren met de Waarheid' over Theo Koomen wordt tweede paasdag uitgezonden om 21.45 uur (KRO, Nederland 1). Foto: Ton Kastermans „Ken je de Japanse wonderslak?" Zon der het antwoord af te wachten pakt slakkenfanaat Volkert Waalkens (54) een sierlijk gevormd slakkenhuis uit een bakje en pakt meteen de gestreep te zonneslak op. Kijk, zegt hij. „Ze pas sen precies in elkaar! Als een schroef' kun je de ene zó in de andere draaien. Nee, ze hebben niets met elkaar te maken, het is een grapje van de na tuur." Waalkens wordt zichtbaar blij van dit soort verhalen. Hij is geen bioloog, hij heeft er niet voor gestudeerd, hij is doodgewoon helemaal gek van slak ken. Zeeslakken om precies te zijn, want landslakken vindt hij 'niet zo in teressant'. Waalkens krijgt dikwijls van afschuw vertrokken gezichten als hij vertelt over slakken. Slakken? Bluh, die zijn smerig. Terwijl er over zeeslakken zovéél te vertellen valt. „De zee is zo'n grote bron van inspiratie. Ga maar langs het strand lopen. Je vindt altijd iets leuks." Waalkens veert telkens op en zijn ogen gaan glinsteren. De wonderlijkste anekdotes en weetjes borrelen bij hem op. „Als ik zou stoppen met werken, dan heb ik nog drie jaar tekenwerk." Dat is Waalkens' combinatie: slakken en tekenen. Het draait bij Waalkens vooral om de verhalen die er rondom slakken be staan, niet om de slakken zelf. „Ik ver bind slakken met kunst, met muziek, met architectuur. Biologieboeken heb je al genoeg." Hij maakt composities. „Kijk, hier heb je een kauri. Deze schelp wordt op verschillende plekken voor zoveel doeleinden gebruikt. In Afrika is er een grotere soort, daarmee maken ze muziek door er met een stokje overheen te roetsjen." De VOC gebruikte de kleinere schelp als betaalmiddel. „Enkele van die schepen, vol met schelpen, zijn ver gaan bij Zeeland. Daardoor werden de schelpen veel aan de kust gevonden. Zo veel zelfs, dat Zeeuwse kinderen er spelletjes mee deden. Terwijl ze van de Malediven komen, ze hebben hier nooit geleefd in de Noordzee." Op de tekening komt een VOC-schip, met op de achtergrond een wereld kaart waarop de route is uitgestippeld die de gezonken schepen hebben af gelegd. „Ik wil er ook iets bij tekenen van de Nederlandse kust, van dë plek ken waar de kauri's zijn gevonden." Op die manier vertelt hij een verhaal. „Er komt ook tekst bij. Die maakt mijn vrouw Loes." Die composities denkt Waalkens rus tig uit tijdens de reis per openbaar vervoer tussen Rijswijk (waar hij werkt) en Egmond (waar hij woont). „Ik reis vier uur per dag, dus ik heb veel tijd. Mensen vragen wel eens of ik dat niet afschuwelijk vind, zoveel rei zen. Ik heb het zo naar mijn zin, ik heb zoveel vrijheid, ik zou niet anders willen." Nog een voordeel: bij Multi Copy, waar hij bedrijfsleider is, kan de tekenaar gemakkelijk reproducties maken van zijn tekeningen. „Mijn baas heeft zelf ook een passie, dus hij doet er nooit moeilijk over." Ondanks de algemeen heersende wal ging over slakken heeft Waalkens veel mensen zo gek gekregen hem te hel pen met zijn slakkenproject: zijn me depassagiers in de trein, zijn buren, zijn collega's, de klanten van het be drijf waar hij werkt. Iedereen weet dat Waalkens met een boek bezig is. Hij heeft nu zestig tekeningen en dat aan tal moet groeien tot honderd. Hij is al tijd op zoek naar goede informatie voor zijn boek. „Via internet is wel veel te vinden, maar er staat ook zoveel onzin op het web. Over de Phoeniciërs en hun pur per bijvoorbeeld. Om die kleur te krij gen - duurder dan peper in die tijd! - werden duizenden kilo's van een be paalde zeeslak, de murex, gekookt. Op internet vond ik de opmerking dat er inktvissen waren die die vloeistof be vatten. Je moet dus heel veel chec ken." Of hij daarom de lezers van de krant mag vragen of zij soms weten welk Haags huis van die prachtige Jugend- stilversieringen heeft met twee slak ken. „Ik zag dat een keer op tv, maar niemand weet waar dat huis staat. Nog een verzoek. „Wie weet er iets over Maya's en Azteken en him relatie met slakken? Daar zou ik graag meer over willen weten. Voor de ongeduldigen die niet op het boek willen wachten, is er ook nog Waalkens website www.snailart.nl. „Daar zet ik elke maand een nieuwe tekening op. Ik wil ook beginnen met een nieuwsbrief, maar ik weet niet of ik dat moet doen. Er gaat al gauw veel tijd inzitten en dat gaat ten koste van de tijd dat ik kan tekenen." Verjaardagen vindt hij zonde van de tijd, televisiekijken doet hij mondjesmaat. Vele avonden per week is Volkert Waalkens in zijn huis 1 Egmond bezig met het schilderen van slakken. Over enige tijd wil hij zijn creaties in een boek laten voortleven. door Ellen den Hollander documentaire is dat er zo veel ver borgen zat achter de man die zich zelf presenteerde als de vrolijke flie refluiter. Achter dat zelfgeschilderde decor ging een eigen wereld schuil. Wat me ook opviel was dat twintig jaar na zijn dood nog zo veel men sen zo'n sterk gevoel bij hem heb ben. Bij de familie is dat misschien te verwachten, maar dat hij in het vluchtige omroepwereldje nog zo sterk leeft, is toch veelzeggend. Noem zijn naam en de verhalen ko men zó boven water. Alsof hij weer naast je zit." I ^j/aalkens besteedt vele avonden aan het tekenen van zeeslakken. R>/Jacques Zorgman

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 5