KUNST CULTUUR 'Het is bij mij altijd zo - alles of niks' Cultureluurs Matthaus Passi met meesterha: Veel blues en funk, weinig jazz Tekenaar René Gruau overleden Rapalje in De Schuit 'Kilima Hawaiian' Buijsman dood Opvallend Ilja Pfeijffer geprezen en neergesabeld na 'Het grote baggerboek' JAN RIJSDAM vrijdag 9 april 200^ Een affiche van Gruau. Foto: archief parijs - De Franse tekenaar van modeplaten en affiches René Gruau is vorige week op de leef tijd van 95 jaar overleden. Gru au werkte voor gezaghebbende modebladen als Marie-Claire en Vogue en assisteerde ont werpers als Pierre Balmain en Christian Dior, met name in de periode van de zwierige New Look. Ook ontwierp hij affiches met geraffineerde dames voor de beroemde nachtclub Moulin Rouge en het Lido in Parijs. muziek recensie Ken Vos Concert: The Big Bad Wolf Gezien: 8/4, De Burcht, Leiden. Aangekondigd was de groep Sugar Wheel, maar organist El- vis Sergo was met een nieuwe formatie, het trio The Big Bad Wolf, naar de Burcht gekomen. De sfeer was daar al een beetje vreemd, want een gezelschap tieners had bedacht in de zaal van de Burcht een verjaardags feestje te moeten vieren. Voor leider Mick Heine, een in de blues gepokt en gemazelde gi tarist, was het vooral aanleiding om wat lichtvoetige grappen te maken tijdens zijn aankondi gingen. Die lichtvoetigheid te kende ook het spel van The Big Bad Wolf. Het trio, met naast Sergo en Heine drummer Jan van Nieu- wenhuize, is nog bezig zijn sti listische positie te bepalen. Zö is Sergo vooral geïnteresseerd in mooie meerklanken op zijn digitale Hammond XB-5, maar weet hij niet altijd even veel va riatie in de opbouw te creëren. Wel valt Sergo op door solide voetenwerk in het basspel en heeft hij een solide timing. Even goed qua timing zit het met Van Nieuwenhuize die strak en puntig speelt, maar met vrij weinig variatie in de speelwijze waarin een vette groove belangrijker is dan dy namiek. Heine heeft een mooie, venijnige Texas-sound op zijn gitaar, en komt het meest los in bluesschema's. Als zanger valt hij minder op, omdat zijn wat dunne tenor toch te weinig emotionele diepte weet te sug gereren. Het ene moment lijken we naar een meer dan compe tente bluesband te luisteren, terwijl op andere momenten een conservatieve souljazzfor- matie lijkt te spelen. Het is alsof de band niet weet te kiezen tus sen vlotte, elektrische blues en krachtige funkjazz. In de laatste stukken komt de bund echt los, met bevlogen so- lowerk van alle leden in bij voorbeeld 'Freedom Jazz Dance' van Eddie Harris, een stuk dat deze bezetting stilis tisch het best lijkt te passen. The Big Bad Wolf moet beden ken welke kant het op wil. katwijk - In het kader van het Iers/Schotse themaweekeinde staat vanavond de Keltische folkband Rapalje uit Nederland op het podium van De Schuit aan de Voorstraat in Katwijk. De band speelt, gekleed in mid deleeuwse kilt, Keltische mu ziek op instrumenten zoals vi ool, tin whistle, gitouki, harmo nica, bodhran en theekistbas. De zaal gaat om 21.00 uur open en de entree bedraagt 5 euro. Er is geen voorverkoop. Rotterdam - De 'Kilima Hawai ian' Luut Buijsman is overle den. De gitarist en zanger van de legendarische band stierf gisteren in zijn woonplaats Rot terdam. Hij was 79 jaar en al enige tijd ziek. De Buijsmannen vormden de kem van de Kilima Hawaiians en die kern is nu he lemaal uitgestorven, aldus zoon John Buijsman, die acteur is. Hij speelt solovoorstellingen. Zijn vader stond hem enkele ja ren geleden nog muzikaal bij. Vader en zoon sleepten zo nog de Albert van Dalsum Prijs 1999 in de wacht, met de voorstelling Angel Eyes over de jazzlegende Chet Baker. Kiev - Geen gewone krullen, maar grillige lokken haar. In verschillende in het oog springende tinten. Dat is nog eens opvallen met zo'n kapsel. Normaal gesproken dan, want de vrouw met deze weelderige haardos is maar een van de vele deelnemers aan 'Beauty Season 2004', een internationale wedstrijd voor kappers en ontwerpers van li chaamskunst. Deze competitie in Kiev, de hoofdstad van Oekraïne, duurt nog tot en met morgen. Foto: Reuters door Ad van Kaam leiden- De dichter Ilja Leonard Pfeijffer liet vorige maand weer eens een bom afgaan in het lite raire wereldje. Zijn tweede ro man, 'Het grote baggerboek', werd door sommige critici gena deloos neergesabeld, door ande re de hemel in geprezen. Het baggerwezen zelf, dat aanvanke lijk had toegezegd de presenta tie in Amsterdam te komen op fleuren met een sleepzuiger in de Keizersgracht, distantieerde zich na het lezen van één hoofd stuk direct van de schrijver en diens 'verregaande vulgaritei ten'. Het wilde helemaal niets meer met het boek of het feest te maken hebben. Gezeten in een hoek van Bur gerzaken, zijn favoriete etablis sement in de Breestraat tegen over het monumentale stadhuis van Leiden, moet Ilja Leonard Pfeijffer grinniken over de heisa die de opvolger van 'Rupert' te weegbracht. Van de kritiek, als zou het hier gaan om een flin terdun verhaaltje, nietszeggend gerammel op het toetsenbord of een aaneenschakeling van vulgaire volkstaal, trekt de poë zierecensent van NRC/Handelsblad zich niets aan. „Het is exact wat ik ver wachtte. Ik krijgt het verwijt dat ik onduidelijkheid schep. Maar dat is ook precies de bedoeling. Zo'n Arie Storm in Het Parool. ^Die jongen heeft er helemaal niets van begrepen. Bij mijn de buutroman ging het volgens hetzelfde patroon. De één vond Het niks, de ander vond het ge weldig. Blijkbaar is er in mijn geval geen tussenweg mogelijk. Het zij zo. Ik won er met 'Ru pert' wel de Anton Wachterprijs mee." Eerst tijd voor een ontboeze ming. Hij pakt zijn notitieboek je uit zijn colbertje, opent het en duidt op een aantal in mi nuscuul handschrift neerge krabbelde regeltjes. „Hier werk ik doorgaans", wijst hij om zich heen op het ruim bemeten eet- en dranklokaal in het hart van de stad. „Dit is voor mij de ide ale ambiance. Thuis achter het bureau gaan zitten en wachten tot het komt, kan ik doodeen voudig niet. Dan word ik sta pelgek. Het klinkt misschien vreemd, maar uit het geroeze moes van het café komt regel matig nét dat woord opborrelen waar ik voor een gedicht in ge dachten naar op zoek ben. Ook heb ik hier hele hoofdstukken geschreven voor 'Het grote bag gerboek'. Tussen drie en zeven uur. Daarna ga ik naar mijn ai- kido-school. Of, als ik bier heb gedronken, nergens meer heen. Dan zak ik gewoon lekker door. Je ziet, zo'n café werkt naar twee kanten productief." Aikido is, naast het aaneen smeden van woorden tot een gedicht of een roman, de twee de passie van de doctor in de klassieken. Die per 1 januari de deur van de docentenkamer van de Universiteit Leiden defi nitief achter zich dichttrok om zich fulltime te wijden aan het schrijverschap. „Herstel, aikido is meer dan een passie. Het is een weg. Of zoals de Japanners zeggen, een do. Een levenswij ze. Een filosofie, zo je wilt, al klinkt dat wat beladen. Het be gint voor je als een soort ver edelde gymnastiek. Dan wordt het een serieuze verdedigings- sport. Pas later blijkt dat vooral de mentale aspecten de door slag geven. Aikido is gebaseerd op eeuwenoude technieken van de samoerai. Ik ben nu tweede kyu. Over anderhalf jaar hoop ik eerste dan te zijn." Hij trekt een foto uit zijn porte feuille die als bewijs moet die nen dat het schrijverschap niet louter toebehoort aan saaie achterkamergeleerden. Gewor pen door zijn leraar vliegt dr. Il ja Pfeijffer in zijn witte judopak horizontaal door de dojo, zijn lange donkere haren wappe rend achter hem aan. Dat moet, met dat lange lichaam van hem, bij de landing nog een klap hebben gegeven die tot ver in de omgeving nadreunde. Als die eerste dan is gereali seerd, richt Ilja Pfeijffer zijn pij len op Japan. Hij gaat daar een half jaar wonen, xin het hoofd kwartier van het aikido, de Hombu dojo in Tokyb. Daar wil hij zich verder bekwamen. Zijn ervaringen over het leven tus- llja Pfeijffer op de Koornbrug met de Nieuwe Rijn als decor. Foto: Dick Hogewoning sen Japanners legt hij vast in een soort dagboek. „Dat moet toch een spannend verhaal op leveren, nietwaar. Hoe ik me daar, zoals in die geweldige film 'Kill Bill' van Quentin Tarentino ook gebeurt, in Kyoto een zwaard aanschaf. Of hoe ik me uit de supermarkt red met die paar woorden Japans. Natuur lijk zal ik me degelijk voorberei den. Maar net zo min als ik voor 'Het grote baggerboek' re search had gedaan in het bag gerwezen - alle muizuigers, schrompstangen en wringelaars zijn pure verzinsels - zal ik me beperkt inlezen voor Japan. Je moet er onbevangen tegenover staan. Je verbazen, je laten ver rassen. Als een lezer." In de tussentijd werkt Ilja Pfeijf fer in Burgerzaken stug door aan een bundel korte verhalen („Ik heb er nu veertig Van de ongeveer honderd"), aan een nieuwe dichtbundel en aan een roman. Die als derde deel moet passen in de Steppoli-tetralo gie, een vierluik waarvan de zij panelen 'Rupert' en 'Dolores' in 2002 reeds gestalte kregen. Hij steekt nog een halfzware op en neemt een slok van zijn Chouf- fe, Belgisch bier met een hoge gisting. Bijna verslikt hij zich in het met zuiver Ardennenwater gebrouwen kabouterbier als het gaat over reizen en hij per on geluk de connectie maakt tus sen Las Vegas en Peaches. Dat nu blijkt de titel voor deel 3 van de tetralogie. Was nog geheim. Wist alleen hijzelf. „Het is met een z aan het eind", verzucht hij, nu het kwaad eenmaal is geschied. „Het boek gaat over internet-sex en speelt voor een deel in Las Vegas. Daar woont Peachez, die ook daadwerkelijk bestaat. Ik doe zoals gezegd nooit research, maar dit is zo erg, dat moet ik zien. Ik ga naar Las Vegas op zoek naar Pea chez. Al moet ik daar alle crazy casino's, maffe hotels, obscure trouwkapelletjes en louche sek- stenten voor af - ik zal haar vin den." Dus er staat weer een roman op stapel. Wat is hij nu eigenlijk? Dichter of schrijver? „Het een sluit het ander niet uit. Het gaat erom wat je wilt zeggen. 'Ru pert' moest in romanvorm. Dat kon doodeenvoudig niet in een gedicht. 'Het grote baggerboek' idem dito. Poëzie en proza zijn dan wel verschillende groothe den, maar voor het timmeren er van put je wel uit dezelfde ge reedschapskist. De stijl, de vorm, de compositie, de timing, het ritme; het zit allemaal in die kist opgesloten. De ene keer re sulteert dat in een miniatuur poppenhuis - een gedicht- de andere keer in een flatgebouw - een roman. Ik ben nu bezig met korte verhalen, weer een apart genre. Ja, een toneelstuk over weeg ik eveneens serieus. Ik denk dat mijn beeldende en krachtige taal zich daar zeker voor leent. Het komt natuurlijk ook weer uit die kist, maar voor theater gelden wel andere wet ten." Tot slot nog dit: verdient de Ne derlandse taal onderhand niet eens een Nobelprijs en zo ja, wie moet die dan krijgen? „Nooteboom en Mulisch in elk geval niet Die zijn zwaar over schat. Dat leest over twintig jaar niemand meer. Reve wél. Die is, op zijn best, van wereldklasse. Maar bijna dood dus die kan de prijs op zijn buik schrijven. Nee, voor mij moet de Nobel prijs naar Hugo Claus. Dat zou ik zeker toejuichen. Die man is zo goed en zo veelzijdig. Het zou mooi zijn, op zijn 75ste. Mijn houdbaarheid als schrijver en dichter? Dat zal moeten blij ken. Ik kom nog maar net kij ken." NOODZAKELIJK KW A Ik denk nog wel eens terug aan oud-wethouder Pechtold. Aan die tijd van ongeremde ambitie, van meer geld voor cultuur, van een stedelijk museum dat zou worden omgetoverd in een cultureel Ikea. Dat soort dingen. Het was soms om cultu reluurs van te worden. Niets meer van over, van die dadendrang. De politiek houdt zich vandaag de dag bezig met toekomstscena rio's, hoorzittin gen over de her ijking van het cultuurbeleid en een nieuwe cultuurnota, terwijl de oude nog niet eens is uitgevoerd. En de geweldige 'Peggol' wist altijd precies hoe het allemaal verder moest? Maar ja, de D66-man moest zonodig burgemeester worden van een of ander ge hucht: de ideale wachtkamer voor ambitieuze politici die snakken naar een rol in de lan delijke politiek. En dus is het ge meentebestuur van Leiden nu op zoek naar een antwoord op de vraag wat voor stad Leiden in de toekomst eigenlijk moet worden. Universiteitsstad, woonstad, werkstad of muse- umstad? Allemaal flauwekul natuurlijk. Uiteindelijk gaat enkel om de vraag of hier en daar een zetje nodig is, of juist wat tegengas moet worden geboden, om Lei den aan het beste toekomstper spectief en aan een passend imago te helpen. En het is toch zo simpel: Leiden dankt haar naam en faam aan wetenschap en cultuur. Ik ben het daarom eens met Jetteke Bolten, direc teur van De Lakenhal, die er on langs voor pleitte om allereerst en vóór alles het unieke cultuur profiel, waarin deze stad zich onderscheidt van andere steden, verder te ontwikkelen. Leiden als stad van kennis en cultuur. Helaas is die cultuur de afgelo pen jaren nogal verwaarloosd. De rijksoverheid heeft jaren achtereen genereus geïnvesteerd in de Leidse rijksmusea, maar de gemeente is daarbij ver ach tergebleven. Uiteindelijk bleek cultuurwethouder Pechtold vooral op dreef in mooie praat jes voor de bühne en heeft hij maar weinig tot stand gebracht. Of het nu gaat om de schouw burg of de Stadsgehoorzaal, het LVC of de uitbreiding van De Lakenhal, de penibele situatie van de kleine podia, in alle ge vallen geldt dat al jaren be staande knelpunten niet zijn verholpen. Welbeschouwd is het enige dat Pechtold voor elkaar had de opheffing va uitleen, maar daar h ook z'n uiterste be daan. de Leidse Schouwbu uit dat het Leider aan een cultuurbei een visie daarop, en daarom veel kansen Unger, directeur var hoorzaal, wreef er ir, benut laten van nu er toe heeft geleid d gehoorzaal er bi misch slecht voor stc Laten we Pechtold 1 ten en vaststellen da ger, Ruud Hessing voorlopig even mei Van de derde D66 houder op rij moger verwachten dat hij ernst maakt met d van plannen en wi jaren bekend zijn. I we geen hoorzitting cultuurnota voor woon: eerst de oud< voeren, Ruud! Uiteindelijk ontbree aan één ding: aan inzien dat het in gaat om meer sar samenwerking tusst culturele instellinge siteit, zodat een k staat waarin deze s bloei kan komen, is dat de waarde va kunst voor de stad t beter wordt ingezii dernemers dan doo Rotterdam waarsch minente zakenlui van B en W zelfs fi nen werden gemaak bezuinigen op cult zen er op dat kuns een grote bijdrage economische prom tieve processen, mat ke verbanden en n sociale integratie. 1 een leef- en vestig dat hoort bij een stad. Ik denk dat L dat ook moeten ii vergif durf ik er niei men. muziek recensie Susanne Lammers Concert: Matthaus Passion van J.S. Bach door Bachkoor Holland met het Concertgebouw Kamer Orkest er> het Haags Matrozenkoor o.l.v. Jan Willem de Vriend. Solisten: Lothar Odinius, Maarten Koningsberger, Stephan Loges e.a. Gehoord: 8/4, Pieterskerk, Leiden. De Matthaus Passion van Jan Willem de Vriend lijkt de kort ste die ik ooit gehoord heb. De enige momenten die niet veel te vlug voorbij gaan, zijn de aria's van de alt. Als Claudia Darius zingt, staat niet alleen de handeling stil, maar wankelt het hele muzikale bouwwerk even. Dat is natuurlijk jammer, maar het laat je wèl horen wat een indrukwekkende prestatie door de anderen geleverd wordt. De Vriends interpretatie ligt ei genlijk erg voor de hand, maar vergt desondanks een mees- tershand. Ziin Matthaus rust op twee pijlers] de gruwelijke han deling enerzijds en de verlos sing anderzijds. De dramati sche handeling krijgt zijn kracht door de geraffineerde subtiliteit waarmee het geweld gedoseerd wordt, de troost wordt bereikt door verstilling en het fraai ont vouwen van de bij hem werke lijk doorschijnende klank schoonheid in |)achs muziek. Het Concertgebbuw Kamer Or kest volgt hem volkomen, speelt bescheiden de belang rijkste rol: het drama op gang houden. Bij de koren aange naam ondersteunend, bij de aria's fijntjes oplichtend, met als hoogtepunt de s saria (gezongen d< Loges) 'Mache dicl ze, rein'. Ook het koor overti onder deze dingen bae komt het tot ee heftige en felle spa in het 'Herr, bin iel onder de ritmisch gen toch ook het gende uitgedrukt contrasteert prach meest klein geho soms ook bijna naa tige neigende koral zoals het slotkoor. Verrukkelijk is ook gaan van tenor en aria 'Ich will bei n wachen', waarin h een heus wiegenlii den laat inslapen. 1 ningsberger kiest Christus-rol niet all lijdende. Zijn Jezus tatie doorklinken discipelen berispt c heid, staat souvere Pilatus en lijdt pas het kruis. Maar vleugels krijj toch vooral door e1 thar Odinius, die zi rassend klein ho hartstocht beperkt menten die er~vi doen. De Jqaaienc Petrus, de geagiti voor Pilatus, waar een meesleept, ma gevangenneming de Hof van Ofijv slaagt erin om in e belpiano gefluister het verraad van d stoppen. Zo subtiel stig opgebouwd, tr den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 16