j Zwolse strijdlust
van een Katwijker
SI
«I Robert-Jan Ravensbergen knokt tegen degradatie
Laat Kesler
eens wat
flinker zijn
tegen lieden
van zijn
eigen soort
SPORT
zaterdag 3 APRIL 2004
door Anton Diedrich
katwijk - Katwijker Robert-Jan Ravensbergen klinkt
strijdlustig. De rechtsback heeft met FC Zwolle uit
i( de laatste zes wedstrijden negen punten vergaard.
Uit kansloze positie is de club teruggekomen. De-
gradatie leek zeker, nu gloort er weer hoop op lijfs-
J behoud in de eredivisie. Ravensbergen is bezig aan
r zijn tweede seizoen in Overijssel, voor de tweede
ij keer strijdt de ploeg tegen de ondergang. „We kwa-
men van helemaal niks, nu is er weer een kans."
■e
Ajax
J Ravensbergen begon als kleine jongen bij Quick
Boys. Op zijn twaalfde lagen er brieven in de bus
j, van verschillende profclubs. „Ik koos voor Feyen-
jl oord. Maar na een jaar wilde ik weg. Feyenoord
had de jeugdopleiding in die tijd nog niet zo goed
i op de rails staan als nu", verklaart Ravensbergen.
J „We gingen, zonder het van elkaar te weten, met
zijn drieën van Feyenoord naar Ajax. Richard
c Knopper, Peter Kromhout - nu keeper van Quick
Boys - en ik." Dat was in de tijd dat alle jeugdelf-
0' tallen van Ajax steevast kampioen werden. „Elk
J jaar kreeg ik weer zo'n vaantje, ze hangen alle-
i| maal nog boven." Na drie jaar in de jeugdelftallen
jj kreeg Ravensbergen een contract. „Ik mocht in
mijn tweede contractjaar meetrainen met het eer-
-jj ste elftal. Dat was heel mooi, maar in dat jaar liep
ik een vrij ernstige enkelblessure op. Daarmee ben
ik negen maanden uit de roulatie geweest. In die
periode kreeg ik te horen dat ik weg mocht." Als
jeugdspeler van Ajax zat Ravensbergen in de Ne
derlandse selecties onder 14 tot onder 18. „Daar
was Andries Jonker trainer, die haalde me later
naarVolendam."
Volendam
Volendam speelde toen nog in de eerste divisie en
i de club was op sterven na dood. De befaamde Vo-
jj lendamse heen-en-weer was al lang geleden uit
de vaart genomen, de onderkant van de eredivisie
D uit het zicht verdwenen. De kelder van het betaal-
l de voetbal was een stuk dichterbij. „Het eerste
jaar bij Volendam was echt een rampjaar. We ein
digden als voprlaatste in de eerste divisie en de
club ging bijna failliet. Het seizoen erop kwam
Henk Wisman als trainer en toen ging het lopen",
vertelt Ravensbergen.Hij is vol lof over Wisman.
„Dat is echt een van de betere trainers die ik ge-
I had heb. Hij houdt van aanvallend voetbal en kan
jonge spelers echt beter maken. We gingen bij Vo
lendam met sprongen vooruit.
Toch besloot de Katwijker niet in het vissersdorp
te blijven. „Ik wilde de stap maken naar de eredi
visie. Uiteindelijk koos ik voor FC Zwolle." De
Overijsselse ploeg klopte nadrukkelijk aan de
poort van de eredivisie. „Daarnaast wist ik dat ze
me al drie jaar volgden. Dat geeft vertrouwen." FC
Zwolle promoveerde inderdaad, en Ravensbergen
kon meteen in de eredivisie beginnen. Zo leek het.
Peter Boeve
Ravensbergen kreeg te maken met Peter Boeve,
die de ontslagen Paul Krabbe opvolgde. „Na drie
dagen had ik een gesprek met Boeve. Hij zei: 'Ik
ken jou niet. Voor die positie heb ik andere men
sen in gedachten. Maar de club zal je wel niet
voor niets gehaald hebben, dus ga maai' meetrai
nen'. Ik dacht: Wat is dit, in vredesnaam? Voor je
tegen een bal hebt geschopt, is het al voorbij. Zo
klonk het, in ieder geval." Na een blessure van de
rechtsback kreeg hij alsnog een kans. „Ik speelde
best goed, ik kreeg een basisplaats. Maar na tien
wedstrijden scheurde ik mijn achterste kruisban
den. Toen ik hersteld was, was mijn plekkie al
weer vergeven."
Het was geen prettige tijd. Het rommelde binnen
de club, de spanning tussen de trainer en de spe
lers was te snijden. „We bleven uiteindelijk met
pijn en moeite via de nacompetitie in de eredivi
sie. Erg vrolijk was het allemaal niet." Ravensber
gen vroeg opnieuw een gesprek aan met de trai
ner. „Ik zei: 'Als je geen vertrouwen in me hebt,
zeg dat dan eerlijk, dan ga ik verder kijken'. Hij
zag het inderdaad niet in me zitten. Ik zou terug
gaan naar Volendam, om weer elke week te kun
nen voetballen. Dat ging uiteindelijk toch niet
door."
Opnieuw bezorgde de blessure van een ploegge
noot Ravensbergen een basisplaats. „Vanaf de
tweede wedstrijd van het seizoen speelde ik, en
het ging behoorlijk goed. Boeve kon niet meer om
me heen. En na vijf wedstrijden vloog -ie er zelf
uit", zegt Ravensbergen, niet zonder een tikje op
luchting in zijn stem. „Boeve was een rare man. Ik
speelde tegen Ajax in de Arena een goede wed
strijd. Kwam hij na afloop met gespreide armen
op me af. Ik dacht: flikker toch op, man. De ene
dag brandt hij me af, de dag daarna is het hosan
na."
FC Zwolle
Bij FC Zwolle is Ravensbergen omgevormd tot
rechtsback. „Ik speelde vroeger altijd centraal
achterin, op de 'vier'. Dat ik nu rechtsback ben, is
uit nood geboren. Er was niemand voor die posi
tie"
De club heeft voor volgend seizoen de bezem
Robert-Jan Ravensbergen: „Peter Boeve was een rare man. Ik speelde tegen Ajax in de Arena een goede wedstrijd. Kwam hij na afloop met gespreide armen op me af. Ik
dacht: flikker toch op, man. De ene dag brandt hij me af, de dag daarna is het hosanna." Foto: Mark Lamers
door de selectie gehaald. Zes aflopende contrac
ten - waaronder dat van Noordwijker André de
Ridder - worden niet verlengd. Ravensbergen mag
nog een jaar. Verder vooruit wil hij voorlopig niet
kijken. „Ik doe niet aan carrièreplanning. Ik ben
25 en ik heb al een paar keer een flinke blessure
gehad. Je kunt sowieso geen planning maken in
het voetbal. Het enige dat ik hoop is dat ik in de
eredivisie kan blijven spelen."
Misschien, zegt hij, zou hij nog wel een klein stap
je hogerop kunnen. „Maar op dit moment kijk ik
nergens anders naar, alleen naar Zwolle. Gegeven
de situatie waarin we zitten, moet alles op lijfsbe
houd zijn gericht."
Dat legt een grote druk op de selectie, vertelt Ra
vensbergen. „Je traint de hele week met het idee
dat de volgende wedstrijd enorm belangrijk is.
Het is niet zo dat ik er thuis over in de stress
schiet, ik heb per slot van rekëning al een paar
jaar ervaring in het profvoetbal. Maar - ook al is
het een cliché - elke wedstrijd is een finale."
Nacompetitie
De club is zich de afgelopen tijd steeds hechter
aan het vastklampen aan de laatste strohalm. De
zege tegen Volendam, twee weken geleden, was
daarin enorm belangrijk. Zwolle is naast de Volen-
dammers gekomen op de ranglijst. Een gevolg van
een mentale ommezwaai in Overijssel, zegt Ra
vensbergen. „We hebben elkaar na de 2-0 neder
laag tegen RKC eens goed in de ogen gekeken en
gezegd: zo kan het niet langer. Dat was een schan
dalige wedstrijd. We hebben besloten om te spe
len zoals dat ons het beste ligt, meer druk zetten
naar voren. En echt alles geven wat we hebben."
Dat betaalt zich uit. Negen punten uit zes wed
strijden en plotseling is de strijd onderin weer he
lemaal open. Ook Vitesse en ADO Den Haag zijn
nog niet helemaal uit het zicht.Als je punten
haalt, ga je makkelijker voetballen. Bij ons bleven
de punten uit. Dan ga je vanzelf steeds meer ach
teruit lopen, dan sluipt de angst voor een tegen
doelpunt in de ploeg. En als dat doelpunt dan
valt, kun je niet meer omschakelen. Dan heb je al
verloren", zegt Ravensbergen. „Het spel dat we nu
spelen, ligt ons meer dan countervoetbal. Die
conclusie kun jé - gelukkig - achteraf trekken. We
pakken punten en de zelfverzekerdheid neemt
toe."
De strijdlust ook. Er is tenminste weer iets om
voor te vechten. „We stonden een straatlengte
achter, iedere kenner had FC Zwolle al afgeschre
ven. Die achterstand hebben we ingelopen. We
zijn er nog lang niet, maar er is weer hoop."
Katwijk
De Katwijker heeft inmiddels een appartement in
Zwolle. De lange rit naar de trainingen en wed
strijden zag hij niet meer zitten. „Maar als we een
dag vrij hebben, kom ik naar Katwijk. De zee blijft
toch trekken, zeg ik altijd." En als hij er dan toch
is, dan gaat hij meteen maar even kijken bij
Noordwijk, waar zijn broer Martijn speelt. Nog
een telg uit de voetbalfamilie Ravensbergen.
„Vroeger zei ik altijd: ik wil profvoetballer worden
of piloot. Het was al snel duidelijk dat voetballer
meer voor de hand lag", zegt Robert-Jan. „Heel
mijn familie zat bij Quick Boys, tot opa aan toe.
Op mijn vijfde liep ik al in een QB-shïrtje rond. Ik
was altijd aan het voetballen."
Het was een hobby en het is een hobby gebleven.
„Dat zal ook wel nooit veranderen. Hoewel het in
de eredivisie allemaal wat zakelijker is. Je moet in
die moderne stadions overal een pasje voor heb
ben, anders kom je geen deur door. En ik heb aan
het profvoetbal prcies één vriend overgehouden:
Wilburt Need, de keeper van Eindhoven. De rest
zijn niet meer dan kennissen. Het is een vluchtige
wereld, het profvoetbal."
V.L.N.R,
RANDJE BUITENSPEL
Hugo Borst voelt zich een
beetje in de steek gelaten,
door mij. Vorige week schreef ik
dat hij uit de bocht was gegierd
met zijn gerichte aanval op
scheidsrechter Vink tijdens
Sparta - FC Utrecht. Dat hij die
Vink voor oplichter uitmaakte,
vond ik zo erg nog niet. Wat
stelt zo'n belediging immers
voor in een wereld waar men el-
kaarde vreselijkste ziektes toe
wenst? Waar ik me aan stoorde
was aan Hugo's gehannes met
zijn ernstige voorkeur voor
Sparta en zijn journalistieke ik.
In de catacomben van Het Kas
teel en later in zijn column in
het Algemeen Dagblad en op de
tv in Studio Voetbal lukte het
Borst maar niet om de Sparta-
supporter en de journalist die in
hem huizen uit elkaar te hou
den.
Woensdagavond in De Kuip be
gon Hugo over mijn stukje in de
zaterdagkrant. Hij had het best
een leuk verhaaltje gevonden,
maar het viel hem tegen dat ik
met geen woord had gerept over
de overspannen reactie van de
KNVB. Hugo had eigenlijk wel
verwacht dat ik het voor hem op
zou nemen. Maar dat snapte ik
weer niet helemaal. Het punt
dat ik wilde maken, was dat het
nogal gênant is als journalisten
last krijgen van supportersge-
voelens. Dat de KNVB en een en
kele hotemetoot uit het voetbal
de schelmenstreek van een jour
nalistals een doodzonde aan
merken, is een compleet ander
onderwerp. Maar dat wil ik nu
wel even aansnijden. Al was het
alleen maar omdat Henk Kesler
uit Randje Buitenspel van vori
ge week had opgemaakt dat ook
ik van mening ben dat Hugo
Borst straf verdient.
Toen de directeur van de voet
balbond de spraakmakende
journalist woensdagochtend op
de koffie kreeg, wees hij op een
knipseltje uit het Leidsch Dag
blad dat voor hem op tafel lag.
Dat Borst wel moest beseffen dat
zelfs zijn eigen collega's vinden
dat hij tot de orde moet worden
geroepen. Hugo haalde de
schouders op. maar leuk vond
hij het niet. Vandaar dat hij het
's avonds bij Nederland - Frank
rijk nog even ter sprake bracht.
Hugo maakte woensdag dus ge
woon zijn opwachting in de
perskamer van De Kuip. Kesler
had de boycot van Borst inge
trokken omdat hij het gesprek
van die ochtend verhelderend
had gevonden. Van de partij in
de directeurskamer van de
KNVB was ook Jan Bonjer, de
hoofdredacteur van het Alge
meen Dagblad, geweest. Die
schijnt iets op papier te hebben
gezet dat in de verte op een ver
ontschuldiging leek. Kesler kon
daar wel mee leven en Hugo
was weer welkom bij het Neder
lands elftal.
Dat de voetbalbond tegen Borst
in het geweer kwam, begrijp ik.
Maar het had bij een motie van
afkeuring moeten blijven. Om
een journalist die even door
clubliefde verblind is geweest tot
persona non grata te verklaren
gaat mij veel te ver. Een begena
digd schrijver als Borst is een ze
gen voor het voetbal. En als
dwarse kletsmajoor in Studio
Voetbal is Hugo dat even zeer.
Laat Kesler eens wat flinker zijn
tegen lieden van zijn eigen
soort, bestuurders en officials
die de sport te schande maken.
Zo'n Frans Derks bijvoorbeeld,
de zelfgenoegzame dandy die
Hugo Borst aan de schandpaal
wenste. Tegen hem had Kesler
moeten zeggen dat hij even lek
ker zijn waffel moest houden.
Derks die na zijn scheidsrech-
terscarrière triomfantelijk ver
klaarde dat hij uit principe par
tij trok tegen Duitsers en andere
voetballers aan wie hij een
broertje dood had. En die als
voorzitter van FC Dordrecht
eens een scheidsrechter zo de
stuipen op het lijf joeg dat het
de man dun door de broek liep.
Genoeg nu over de affaire Borst.
Streep er onder. Wat ik kwalij
ker vind dan een journalist die
de scheids voor oplichter uit
maakt, is een trainer die zo'n
man een trap na geeft nadat
zijn spelers hem het leven al
zuur hebben gemaakt. Vorige
week werd in de uitwedstrijd te
gen MVKVdrie man van GHC
uit het veld gestuurd. Uit het
verslag in de maandagkrant
maakte ik op dat het bar en
boos is geweest daar in Katwijk.
De Leidse voetballers keerden
zich uit frustratie over de onfor
tuinlijke 4-1 achterstand tegen
scheidsrechter Hoeks en de te
genstander. Het was mekkeren
en schoppen troef. Drie rode
kaartert in de slotfase waren het
gevolg. Dan mag je toch ver
wachten dat een trainer zich
met het schaamrood op de ka
ken terugtrekt in de kleedkamer
om zijn elftal eens ffink de man
tel uit te vegen.
Zo niet Marcel Groenendijk. De
trainer van Groene Hart Combi
natie (voorheen De Sleutels en
VCL) ontplofte in Katwijk niet
in het kleedlokaal, maar er bui
ten. Hij brieste tegen de krant
dat het een schande voor de
voetbalsport was. En daarmee
bedoelde hij niet het wangedrag
van zijn eigen elftal, maar het
optreden van de scheidsrechter.
Kijk, zo'n man verdient het nou
om op de vingers te worden ge
tikt. Om te beginnen doorzijn
eigen bestuur.
Jaap Visser
Reageren?
sportredactie.ld@hdc.nl
and v.l.n.r: Cor Schreuder (elftalleider), Piet Kantebeen (trainer), Jan Leget (aanvoerder), Matty Kantebeen, Henk Rol, Piet van de Raadt (grensrechter), Henny
lier, Wim van der Kaay, Bart Lardé, Thijs Balkhoven, Ed van Duijl en Siem Stokkel. Zittend v.l.n.r: Ger Logeman, Wijnand Sloos, Sjoerd Teske, Leo Holl (met
icotte Henny Balkhoven), Aad Koren, Gerard Désar, Boudewijn Willemse en Wally van Schooten. Foto: archief Fred Beerenfenger
rdé: „Het elftal is vooral be
id omdat het op het terrein
i RCH in Heemstede een fa-
Juze beslissingswedstrijd
eelde tegen het Amsterdam-
DCG. Er waren naar schat-
g 20.000 toeschouwers. Even
orbij Sassenheim stond er al
i file richting Heemstede,
f grootste deel van de be
akers kwam uit Leiden. Ze
:en zelfs op het dak van de
■edkamers. De foto is eerder
maakt, bij GSV in Gouda,
ar we districtskampioen
rden. Trainer Piet Kante
en staat er op, maar hij was
ït bij die legendarische be
UVS viert vandaag het 90-jarig bestaan. Het beste elftal uit de historie van de club was dat uit
1968. Het team speelde om het Nederlands kampioenschap voor zondagamateurs en daarna nog
een beslissingsduel dat verloren ging. Op de afgelopen donderdag gehouden reünie in de
Kikkerpolder haalden Bart Lardé (59) en Jan Leget (62) herinneringen op.
slissingswedstrijd. Na afloop
van de reguliere competitie
moesten we een complete na
competitie afwerken tegen vijf
andere districtskampioenen.
Dat duurde wel even, en Piet
moest steeds zijn vakantie uit
stellen. Uiteindelijk moest hij
met zijn familie mee en kon hij
er in Heemstede niet bij zijn.
Leget: „Het was de tijd dat je
bij een overwinning hooguit
een paar extra consumptie
bonnen kreeg. Voor deze spe
ciale prestatie wilden ze ons
een horloge geven. Maar we
hadden allemaal al een horlo
ge. Ik heb op mijn knieën moe
ten smeken of we in plaats
daarvan niet gewoon de waar
de die het vertegenwoordigde
konden krijgen."
Lardé: „De kracht van het elftal
lag op het middenveld met Ko
ren en Leget en voor hen Désar
en Holl. De basis van het team
bestond uit een man of acht,
die jarenlang met elkaar sa
menspeelden. Dat heeft ook
aan het succes bijgedragen. We
waren één van de eerste clubs
die toen al drie keer in de week
trainden. Vijf spelers van het
team werden geselecteerd voor
de nationale amateurselectie.
Veel jongens zijn later het trai
nersvak ingegaan. Kantebeen,
Koren en Désar doen dat zelfs
nu nog. Jaarlijks is er begin de
cember een reünie en dan zie
ik de meeste spelers weer te
rug. Ik kan alle namen op de
foto moeiteloos opdreunen.
Als we puur naar de resultaten
kijken, moet het wel het beste
elftal van UVS zijn uit de histo
rie."
Heeft u foto's van opmerkelijke, bij
zondere of unieke teams?
sportredactie.ld@hdc.nl