WETENSCHAP
Proefkonijn voor wintersport en één verre reis
Armanii
Pannekoeken en kannepoeken
Schedelprothese met het maatwerk van
Virus verkleint kans op aid
Hiv-patiënten die tevens zijn
besmet met een tweede, nogal
geheimzinnig virus, lopen een
veel kleinere kans om aids te
krijgen en aan de ziekte te ster
ven. Dat hebben Amerikaanse
onderzoekers ontdekt, meldt
New Scientist. Mannen die al
zes jaar met hiv besmet zijn, lie
pen volgens de wetenschappers
een drie keer kleiner risico om
aan aids te sterven dan andere
geïnfecteerden als hun bloed
ook het virus GBV-C bevatte.
Het virus werd pas tien jaar ge
leden ontdekt. Aanvankeli] \'t
werd vermoed dat het leve )C
klachten kon veroorzaken
dat het nauw verwant lijkt
het virus dat hepatitis C v<
zaakt. Er zijn sindsdien no
aanwijzingen gevonden d<
leverkwalen of zelfs m
andere ziekte veroorzaakt,kg
ontdekking dat GBV-C kaï
pen tegen aids is volgens »g
derzoekers van de universi
van Iowa van groot belang
het virus dat klaarspeelt is
ter nog onduidelijk.
Pannen van gietijzer
Koken in gietijzeren pannen is een goede oplossing om ijzert
in het bloed tegen te gaan. Dit concludeert Paul Prinsen Geei
uit zijn promotieonderzoek in het zuiden van Malawi, waar b
armoede een ernstig gezondheidsprobleem is. Bij volwassene,
stijgt bij het gebruik van deze potten ook het hemoglobinegel1
(bij kinderen blijft dit ongewijzigd). De overstap van de tradit
le aluminium pan naar de gietijzeren pan verloopt nog moerz
de bevolking vindt die te zwaar en te snel roesten. Een goede
kering kan helpen om deze eenvoudige preventieve methode
zetten voor de bestrijding van bloedarmoede, meent Prinsen
ligs.
Moddervulkanen
Moddervulkanen in de oostelij
ke Middellandse Zee zijn ont
staan door breuken in de aard
korst en een fundamentele rol
is weggelegd voor strike-slip- en
extensiebreuken; dit suggereert
dat de langs deze breuken gege
nereerde rek de uitstoot van
modder en vloeistoffen verge
makkelijkt, zo ontdekte Tiphai-
ne Zitter tijdens zijn promotie
onderzoek aan de VU. Modder
vulkanen ontstaan door de uit
stoot van vloeistofrijke mo
derstromen en zijn al lang
kend op land en in zee, hc
zakelijk langs actieve plaat
zen. De wetenschappelijkf
resse voor onderzeese mo
vulkanen en geassocieerdf
nomenen is toegenomen,
men onderkent nu hun be
voor de uitstoot van broei]
gassen en de vorming vani l
hydraten die mogelijk een3.
we energiebron zijn.
Fossielen en klimaat
Om de huidige veranderingen van het klimaat beter te kunne
grijpen, is het van belang om soortgelijke veranderingen uit 1 v
verleden te bestuderen. De hoogvlakte van Bogot in de Color
aanse Andes leent zich hier uitermate goed voor. Gelegen nal|(
verscheidene kritische vegetatiezones, worden klimaatsveraml
ringen weerspiegeld in verschuivingen van deze zones, en da
heeft invloed op de biogeochemie van de omgeving. De hoog
te was eens de locatie van een groot meer. Arnoud Boom bes
deerde voor zijn promotieonderzoek moleculaire plantfossie P
komstig uit oude sedimenten van het meer. Onderzoek aan r
culair stabiele koolstofisotopen laten een nog niet eerder opg}
merkte dynamiek van tropische grassen zien. Deze dynamiet
bleek veroorzaakt te zijn door het klimaat.
Dement en depressief
NWO-promovendus Niels Prins
heeft in zijn onderzoek gevon
den dat ouderen met veel scha
de aan de kleine bloedvaten in
de hersenen een grotere kans
hebben om dement of depres
sief te worden. De schade is
zichtbaar op MRI-scans als af
wijkingen en infarcten in de
witte stof in de hersenen. Ou
deren met ernstige witte stof af
wijkingen en infarcten bleken
sneller achteruit te gaan in cog
nitief functioneren dan leeftijd
genoten met minder afwij1
gen. Met name het verwei j
van informatie ging de grq
met meer witte stof afwijkjt
en infarcten slechter af. Df
naast bleek (fat toenemenf
ernst van afwijkingen aam
witte stof en de aanwezigl1
van infarcten het risico op}
mentie verhoogde. Ook h<
ouderen met ernstige witt
afwijkingen en infarcten e1
'verhoogd risico op een de1
Armani's onder de pakken
Waarheidsgetrouwe schetl)
vormen, kaken en jukbenq.
zodat de patiënt na de opè
geen ander aangezicht hei
Dit is een enorme vooruit!
in de plastische chirurgie,!
voor grote belangstelling Ir
staat bij de collega's in de^
van Nederland en Europa!
geïntegreerde proces dat i
hebben, vind je in hoogui|
zes andere medische centr
de wereld."
De betrokken technici en j
ci kijken al weer vooruit. „f
onderzoeken momenteel j
in plaats van titanium, ooi
vervangend materiaal (een
ciale soort kalk/keramiek)
dimensionaal kunnen frea
zegt mond-, kaak- en gezil
chirurg Jules Poukens. „O
botvervangend materiaal
reus is, kan het lichaam z<j
de plaats van de wond of i
breuk nieuw botweefsel al
maken. Het botvervangerJ
teriaal breekt na zes tot tw
maanden af en dan groeit
schedel, het jukbeen of da
wervel onder bepaalde ori
digheden weer zelf aaneet
ze techniek zou binnen ée
twee jaar toepasbaar kunij
zijn."
Frans Smeets, hoofd van d
universiteitsafdeling IDEE
de technische kennis en iij
menten heeft om de botre
structies daadwerkelijk te
ceren, kijkt zelfs al vijf tot I
jaar vooruit. „Er bestaan a
paraten die een voorwerp
dimensionaal kunnen 'pri
net als een inktjetprinter il
dan ruimtelijk. De vraag is
deze machines ooit in stal
om een driedimensionale!
(implantaat) te 'printen' v)
botvervangend materiaal,
dat lukt, zou je binnen tw<
gen voor tal van ziekenhu;
in Europa botprotheses ki
maken, precies op de von
de maat van de individuel
tiënt gemaakt."
De lange vertaalgeschiedenis van Pippi Langkous
door Berber Rouwé
Via een slangetje in uw slok
darm laten we zuur in uw maag
druppelen. U wordt ook ge
vraagd een ballonnetje door te
Slikken. Vervolgens pompen we
het ballonnetje in uw maag op,
óm klachten te meten.' Deze
oproep voor proefpersonen
hangt op plein J, de studenten
kantine van het Academisch
Medische Centrum (AMC).
Plein J hangt vol met zulke
briefjes.
Worden studenten proefper
soon uit ideële motieven? Nee,
blijkt uit rondvraag bij hon
derdvijftig studenten in het
AMC en bij de Universiteit van
Amsterdam. Geen enkele ge
zonde student is voor nop
proefpersoon geweest of kent
mensen die dat geweest zijn. Je
moet een vergoeding krijgen
die opweegt tegen het onge
mak.
Over deelname aan psycholo
gisch en experimenteel-econo
misch onderzoek hoeven stu
denten niet lang na te denken.
Voor een uurtje vragenlijsten
invullen, proefjes doen achter
de computer of filmpjes kijken
met een EEG-kapje op je.hoofd,
verdien je respectievelijk 7,10
en 12 euro.
De meeste gegadigden zijn eer
stejaars psychologie. In ruil
voor studiepunten moeten ze
25 uur proefkonijn spelen.
Voor studenten is het belang
rijk wie het onderzoek leidt.
Voor bevriende onderzoekers
hebben ze veel over. Gijs van de
Laar, co-assistent in het AMC:
„Een vriend van me deed on
derzoek naar hart- en vaatziek
ten. Sommige mensen hebben
chronisch te veel van de stof
CRP in hun bloed. Mijn vriend
wilde weten of daardoor de
kans op het krijgen van hart- en
vaatziekten groter is. Ik vond
het een waardevol onderzoek,
maar ik wist ook dat CRP een
rottig stofje is. Je kunt er koorts
van krijgen."
„In het ergste geval reageer je
allergisch en krijg je een anafy-
lactische shock. Ik heb eens ie
mand met zo'n shock gezien.
Dat is niet niks: je valt neer en
raakt weg. Daarbij was zo'n ho
ge dosis CRP wel op dieren ge
test, maar nog nooit op men
sen. Het hielp dat de supervisor
van het onderzoek als eerste
aan de beurt was. Ik zag dat bij
hem alles goed ging. Bovendien
was alles goed geregeld, ik lag
aan de hartbewaking en er was
altijd iemand bij me. Ik kreeg
350 euro."
De stap om proefpersoon te
worden is ook kleiner als je zelf
lijdt aan een ziekte.
Max Nieuwdorp, arts-onder
zoeker in het MIC: „Ik heb ast
ma. Ik hoorde van een onder
zoek naar een nieuw middel te
gen benauwdheid. Er werd een
astma-aanval opgewekt, waar-
Proefpersoon naar hersenactiviteit op prikkels als licht en geluid op de faculteit psychologie in Tilburg. Foto: GPD
na ik het middel toegediend
kreeg. Ik zag het onderzoek
meer als vervelend dan als ge
vaarlijk." Het is belangrijk dat
de proefpersoon vertrouwen
heeft in de kundigheid en inte
griteit van de onderzoeker. Dat
is eerder het geval bij onder
zoek in het ziekenhuis dan bij
onderzoek in een commercieel
bedrijf. Nada Mason: „Ik voel
me in veilige handen op de uni
versiteit. Mocht er iets misgaan,
dan vertrouw ik erop dat ze me
snel weer beter maken. Bij me
disch onderzoek in commercië
le bedrijven ga ik daar niet zo
maar van uit. Daar zou ik nooit
proefpersoon willen zijn."
„Je moet ook nooit meedoen
met onderzoek met stoffen die
op je hersenen of je zenuwstel
sel inwerken", zegt Roel Leen-
dertse, student geneeskunde en
psychologie. Ik heb tien tot
vijftien keer intern gezeten bij
Pharma Bio-Research in Zuid
laren en bij Kendle in Utrecht.
Dat zijn biomedische bedrijven
die fase-één-geneesmiddelen
onderzoek doen. Dat houdt in
dat ze met gezonde proefperso
nen werken en kijken hoe een
nieuw middel in je lichaam
wordt opgenomen, hoe je het
verdraagt en hoe het wordt uit
gescheiden."
,„Ik zoek mijn onderzoeken
zorgvuldig uit. Ik zal nooit mee
doen aan onderzoek naar mid
delen tegen depressiviteit, psy
choses, Parkinson of Alzhei
mer. Chemotherapie wil ik ook
niet. En kennelijk werkt mijn
selectie: ik heb nog nooit bij
werkingen gehad, behalve wat
hoofdpijn en een flinke blauwe
plek."
Intern bij een bedrijf - je blijft
enkele nachten slapen en bent
aan strikte regels onderworpen
- is een ervaring op zich.
Bram Smulders, student infor
matica: „De eerste keer dat ik
bij Pharma Bio-Research
kwam, vond ik het maar een
spooky gebouw. Het is vroeger
een psychiatrische kliniek of
zoiets geweest. De eerste on
derzoeksdag kreeg ik de medi
catie: bloedverdunners. Daarna
moest ik de hele dag aanwezig
zijn voor bloedafname, hart-
fijmpjes, bloeddruk meten, en
zovoorts. De sfeer is zieken
huisachtig. We lagen de hele
dag met zijn zessen op een
slaapzaal. Ze zijn steeds met je
bezig zijn, en dat legt een druk
op je."
„Je komt aparte types tegen bij
Pharma Bio-Research", vertelt
Jesse Jorg, student politicologie.
Hij zat twee keer twaalf dagen
intern om een middel tegen Al
zheimer te testen.
„Van die stripfiguurtypes, een
ex-gokverslaafde bijvoorbeeld.
De sfeer was superrelaxed en
gezellig. Net een schoolkamp."
Leendertse: „Het is fijn dat je
meewerkt aan de ontwikkeling
van medicijnen, maar ik besef
dat ze werken aan middelen
voor een commerciële markt en
bijna nooit aan medicijnen
voor tropische ziektes. Van de
vergoedingen ga ik een keer per
jaar op wintersport en in de zo
mer maak ik een verre reis.
Daarvoor doe ik twee tot drie
keer per jaar mee aan onder
zoek. Vaker kan niet, je mag
maar eens in de drie maanden
meedoen."
„Pippi Langkous is ontstaan in 1941 toen Astrid
Lindgrens dochtertje Karin ziek op bed lag en
haar moeder vroeg verhaaltjes te vertellen. Karin
was een beetje koortsig en vroeg om iets over ene
Pippi L&ngstrump, een naam die leek op een ver
haal van Jean Webster dat Karin waarschijnlijk
kende als Pappa L&ngben. Van Pappa maakte Ka
rin Pippi en Langben werd Lêngstrump, Zweeds
voor Langkous."
Clementine Vrooland is dol op de belevenissen
van Pippi Langkous, haar paard Witje en haar
aapje Meneer Nilsson. Vanuit Villa Kakelbont zet
Pippi de wereld op z'n kop, verbijsterd maar ook
bewonderend gadegeslagen door de buurkinde
ren T ommy en Annika.
„Het waren verhaaltjes over de belevenissen van
een meisje dat nergens voor terugdeinsde en rus
tig een hele taart kon opeten. Later zijn die ver
haaltjes gebundeld in een boekje; Lindgren won
er direct een prijs mee. In 1945 werden er binnen
twee weken 20.000 exemplaren van verkocht, al
waren de kritieken niet allemaal positief. Sommi
ge recensenten schreven dat het toch helemaal
niet mogelijk is dat een kind zomaar een hele
taart opeet."
„Bijzonder aan de Nederlandse editie van Pippi
is dat alle drukken vanaf 1952 gebaseerd zijn op
de vertaling van Lisbeth Zuiderveen Borgesius-
Wildschut. Uitgeverij Born in Assen, gespeciali
seerd in nautische boeken, had haar in 1952 in
formeel benaderd voor de vertaling. Ze ging aan
de slag op een reistypemachientje en kreeg voor
de vertaling tachtig gulden."
„Er wordt al een tijd gemopperd over de verta
ling. Die zou slecht voorleesbaar en ouderwets
zijn. Hier en daar loopt de Zweedse en Neder
landse grammatica dwars door elkaar heen. In
hét Zweeds bijvoorbeeld is het normaal om te
zéggen: Zij lag en sliep. Wij zouden zeggen: Zij
lag te slapen."
Rondom de kwaliteit van de vertaling van Pippi is
ëen zekere mythevorming ontstaan, en die wil
Vrooland onderzoeken. Ze wil erachter komen of
de oorspronkelijke vertaling inderdaad te ouder
wets en te getrouw is, of dat het wel meevalt en
vraagt zich nog steeds af waarom de huidige uit
gever Ploegsma sinds 1962 gebruik heeft gemaakt
van steeds dezelfde vertaling en waarom die nu
pas écht is gemoderniseerd. Daarover wil ze bin
nenkort nog gaan praten met zowel oud- als hui
dige redacteuren van Ploegsma.
„De geheel herziene uitgave van het eerste boek
uit dt? Pippi-reeks komt dit voorjaar op de markt.
Pippi Langkous. Foto: Uitgeverij Bert Bakker
De gemoderniseerde vertaling is opvallend ge
noeg uitsluitend gedaan door de redactie; er is
geen vertaler aan te pas gekomen. Ik heb de
drukproef in huis en heb al gezien dat het wel
mooier en leesbaarder Nederlands is geworden,
fhaar dat sommige Zweedse grapjes, die de oer-
vertaalster wél liet staan, eruit zijn verdwenen."
„Zo zegt Pippi ergens op drie tot de verbeelding
sprekende manieren dat ze pannenkoeken gaat
bakken. Lindgren gebruikt voor 'pannekoeken'
de deels verzonnen woorden 'pannekakas', 'pan-
nekankas' en 'pannekekas'. Zuiderveen Borgesi-
us-Wildschut vertaalt dat in 1952 met 'pannekoe
ken', 'kannepoeken' en 'koekepannen' om er ook
èen grapje van te maken in het Nederlands.
In de nu uit te komen vertaling is het woordgrap
je helemaal weggevallen. De redactie van de uit
geverij heeft het vertaald met: En Pippi riep drie
maal: nu bakken we pannenkoeken. Daar had
toch een Zweedse vertaler aan te pas moeten ko
men, want ik moet juist zo lachen om die grap
pen van Êappi."
door Ron Buitenhuis
Nieuwe kunstheupen of-polsen
zijn inmiddels in alle maten te
bestellen. Om een patiënt na een
ongeval of hersenoperatie het
zelfde aangezicht terug te ge
ven, heb je maatwerk nodig. Me
chanische ontwerpers van de
Universiteit Maastricht en medi
ci van het academisch zieken
huis spelen het als eersten en
enigen in Nederland klaar.
Het eindresultaat is oneerbiedig
gezegd niet meer dan een 'dek
seltje' van titanium. Wel een
dekseltje dat om te beginnen
haarfijn past in de schedelwond
en ook nog eens exact de vorm
heeft van het hoofd van de pa
tiënt. Zo nauwkeurig, dat je na
verloop van tijd niet eens meer
ziet dat iemand een zwaar
schedelletsel of hersenoperatie
heeft gehad.
Dat was twintig jaar geleden
anders. Mensen die na een on
geval of een zware operatie een
gapend gat in hun schedel had
den, moesten maar hopen dat
hun chirurg als kind goed was
in kleien en boetseren. Met bot-
cement - vergelijkbaar met de
klei waarin je moet happen
voor een nieuw kunstgebit -
werd het schedelgat dichtge
maakt. Letterlijk met knip- en
buigwerk. Het gat was uiteinde
lijk dicht, maar het aangezicht
en de schedelvorm van de pa
tiënt waren meestal totaal ver
anderd.
Tien jaar geleden kwam een
techniek waarbij van de schedel
een CT-scan werd gemaakt.
Met behulp van die datagege-
vens werd vervolgens van
kunststof een namaakschedel
gemaakt. Op dat namaakmodel
werd het gat wederom hand
matig met was en klei gedicht.
Van het 'dekseltje' dat zo ont
stond, werd een stempel ge
maakt, die vervolgens naar .gen
gespecialiseerd bedrijf werf ge
stuurd dat een titaniumplaat in
de vorm van de stempel perste.
Een proces dat vele weken
duurde.
Probleem was dat het dekseltje
wel paste maar niet zonder na
den, waardoor je toch allerlei
oneffenheden bleef zien. Een
procédé dat vandaag de dag
nog in nagenoeg alle Neder
landse en Europese ziekenhui
zen wordt toegepast.
Behalve in Maastricht. Daar
heeft intensieve samenwerking
tussen de chirurgen van het
AZM en technici van de univer
siteitsafdeling IDEE (Instru
ment Development Enginee
ring Evaluation) geleid tot
een Rapid Implant Facility. In
enkele dagen tijd kunnen van
titanium schedeldekseltjes wor
den gemaakt (maar ook andere
botdelen zoals kaken, ruggen-
wervels), die wèl naadloos pas
sen.
Na een CT-scan van de schedel
worden op de computer de we
ke delen (huid en vel) wegge
poetst, zodat je virtueel alleen
het echte schedelbot over
houdt. Met geavanceerde CAD-
software wordt op het beeld
scherm een dekseltje voor het
schedelgat ontworpen, precies
in de vorm van de schedel. Ver
volgens wordt het dekseltje op
een computerscherm virtueel
en drie-dimensionaal bewerkt
totdat het naadloos in het sche
delgat past, als een dekseltje op
een suikerpotje. Dus compleet
met een uitgespaarde rand aan
de binnenzijde.
„Met de computergegevens
wordt vervolgens een vijfassige
freesmachine geprogram
meerd, die met speciaal gehar
de boortjes het gewenste dek
seltje uit een massief blok tita
nium freest", zegt technisch
projectleider Paul Laeven. „Pre
cies in de vorm en de dikte van
het virtuele 3-D model in het
CAD-programma. Als een chi
rurg bij een hersenoperatie
vooraf precies aangeeft waar en
hoe hij een gat in de schedel
Na een CT-scan van het hoofd van de patiënt, worden op de compu
ter de weke delen virtueel verwijderd, zodat alleen de ware vorm
van de schedel overblijft. Vervolgens wordt een 'dekseltje' ontwor
pen voor het gat. Boven- en onderkant van de schedel zijn weggela
ten om computergeheugen te sparen. Illustraties: IDEE Maastricht
gaat maken, kan het latere dek
seltje bij wijze van spreken al
gemaakt worden voordat de pa
tiënt op de operatietafel ligt."
„Kunststof heupen en polsen
kun je inmiddels in alle voné^n
en maten bestellen", zegt plas
tisch chirurg René van der
Hulst. „Dat zijn als het ware
confectiepakken. Wat wij nodig
hebben zijn implantaten die
tailor-made zijn. Zeg maar cfc»