Glans en glitter bij Balanchine KUNST CULTUUR Kijkplezier in schilderijen van Christiaan van Tol Er komt sleet op het folkrock-trucje van Laïs Nieuwbouw theaters blijft noodzakelijk Subtiele tragiek bij Hans Hof Ensemble beeldende kunst recensie Bernadette van der Goes Expositie: Schilderijen van Christiaan van Tol. Prijzen: 175 t/m 1.250 euro. Te zien: t/m 28/3, vr t/m zo 13-17 uur, Ars Aemula Naturae, Pieterskerkgracht 9a, Leiden. Kijken naar de schilderijen van Christiaan van Tol is als een ontdekkingsreis. Je gaat op pad met een bepaald doel voor ogen, maar onderweg kom je zoveel interessants tegen dat je oorspronkelijke plannen steeds minder belangrijk wor den. Het land waar je door heen reist blijkt veel meer te zijn dan het beeld dat je er van tevoren van had. Bij Ars Ae mula Naturae exposeert Van Tol zijn meest recente werk. Op het eerste gezicht valt voor al de grote diversiteit aan on derwerpen op. Er zijn land schappen, bloemstillevens, portretten, mensen en vliegen de vogels. En dat alles geschil derd met een intensiteit die zo sterk is dat je bij het betreden van de tentoonstellingszalen bijna niet weet waar je het eerst moet kijken. Je voelt je een beetje als een kind in een speelgoedwinkel. Van alle kan ten komen heldere kleuren op je af en zie je voorstellingen die grote aantrekkingskracht hebben. Waar te beginnen? Bij de man die op zijn balkon zit terwijl onder hem bootjes door het water racen? De spetters vliegen hem letterlijk om de oren. Bij het bijna abstracte schilderij dat wanneer je enke le passen achteruit doet een in, brede penseelstreken geschil derd gezicht blijkt te bevatten? Of bij het boslandschap waar in een man in een explosie van kleuren een wandeling maakt? Elk schilderij van Van Tol heeft zijn eigen dynamiek En dat heeft verschillende oorzaken. Om te beginnen kiest hij vaak onderwerpen waar beweging in zit. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de schilderijtjes met vliegende vogels,- die heel toepasselijk hoog aan de wand zijn opgehangen. Met enkele penseelstreken in prachtige kleuren heeft Van Tol hun snelheid vastgelegd. In de tweede plaats is een schilderij van Van Tol nooit in een blik te overzien. Het zijn geen plaatjes waar je snel mee klaar bent. Als toeschouwer word je als het ware het schilderij inge zogen en ontdek je steeds meer. Een vaas met een vrolijk boeket rode, witte en zalm kleurige bloemen is niet zo maar een object in de ruimte, maar gaat een relatie met de omgeving aan. Over de voor stelling heen heeft Van Tol op sommige plekken gele en witte stippen geschilderd, waardoor het onderscheid tussen voor- en achtergrond vervaagt. Dat effect is zo sterk dat onduide lijk wordt of er eigenlijk wel een achtergrond is. Of de ver vagende kleuren aan weerszij den van de vaas niet ook bloe men zijn. En dan is er nog Van Tols ma nier van schilderen die zijn werk levendig en spontaan maakt. Voordat hij begint heeft hij geen vastomlijnd beeld van wat het resultaat moet zijn. Hij voelt zich volkomen vrij te doen wat al schilderend in hem opkomt. Itet enige doel is dat zijn inspinningen een schilderij opleveren. Vaak brengt hij de verf vrij dik op, waardoor het soms lijkt alsof de voorstelling is geboetseerd. De dikte van de verschillende verflagen is dan al voldoende om vormen en bewegingen te suggereren. Met kloddertjes verf brengt hij accenten aan, verfspatjes en vlotte, brede penseelstreken zorgen voor ritme, en de structuur van het verfoppervlak geeft de voor stelling diepte. Van Tol is een getalenteerd kunstenaar met een duidelijk eigen stijl, waardoor hij zijn toeschouwers nimmer ver veelt. Het is hoog tijd dat hij nu ook bekend wordt bij een groter publiek erdam - 'Alleen op de We- van Hector Malot (1830- is nog altijd het meest ge- ivan oorsprong Franse in Nederland. Malot eef 'Alleen op de Wereld' de eenzaam rondzwerven- ingen Rémy, in 1878. Twee later werd het al in Neder- vertaald. Een generatie ge- 1 kluisterde een tv-serie de kleine Rémy Nederland tan de buis. In Frankrijk het boek een zeer groot il uitgaven gekend. De be lde chansonnier Charles et maakte er ook nog een son van. rrit Komrij ar Leiden n - Gerrit Komrij verricht I maart de opening van de loptentoonstelling 'En van wilde hij leven - Manu- ten en Documenten, Au- exemplaren van eigen in Antiquariaat AioloZ Ie Botermarkt in Leiden, jormalige dichter des Va- nds komt, volgens het an- riaat, mede naar Leiden ering van zijn 60e verjaar- ctor Malot est gelezen Welke film zou iedereen gezien moeten hebben? Wat is het beste boek ooit geschreven? Welke muziek weet telkens weer te ontroeren? Wat is het mooiste kunstwerk aller tijden? Kortom: waarmee is Steph Schol ten, hoofd collectiemana gement van het Rijksmu seum van Oudheden, in de zevende hemel? Beste cd? „Er is maar één Elvis en dat is Elvis Costello. De cd 'Blood Chocolate' en dan met name het nummer 'I want you'. Dat is hartverscheurend. Ja, ik heb vrij veel cd's van Costello. Ou de langspelers ook nog. Verder ben ik een groot bewonderaar van Brian Ferry en Roxy Music. Heerlijke en tijdloze muziek." Beste boek? „Het boek 'God Knows' uit 1984 van de Amerikaanse au teur Joseph Heller. Omdat het een historisch onderwerp is dat hij op zeer erudiete wijze behandelt terwijl je van de eer ste tot de laatste bladzijde ook nog eens in een deuk ligt van het lachen. Het is, zeg maar in het kort, de bio van Koning David die op zijn sterfbed te rugkijkt op zijn daden waarbij zulke figuren als Goliath de re vue passeren. Wie ook maar .een beetje bijbelvast is, heeft nog vijfmaal zo veel plezier." Beste film? „De Godfather-trilogie van Francis Ford Coppola. Een monumentaal epos met gewel dige acteurs als Marlon Bran do, Robert De Niro en Al Paci- no. Briljant is natuurlijk dat stuk met de doop van de klein zoon. Een scène die is door sneden met afrekeningen in de onderwereld. Zweren voor God op de onschuld van de pasge borene maar intussen op bloe dige wijze genadeloos je tegen standers om zeep helpen. Het verhaal van de maffia." Beste kunstwerk? „Dat vind ik geen moeilijke vraag. Voor mij is dat al heel lang 'Het Lam Gods' van de broertjes Van Eyck in de St. Baafskathedraal van Gent. Het is een echt altaarstuk, prachtig al die luiken. Met de mooiste madonna ooit. Bij mijn studie kunstgeschiedenis stuitte ik op de Vlaamse primitieven en ik wist het meteen. De kwaliteit afgezet tegen de tijd - je praat hier over de vijftiende eeuw - is fenomenaal. Onovertroffen, zeg maar gerust." tekst: Ad van Kaam foto: Mark Lamers door Wijbrand Schaap den haag - Liefhebbers van theatervoorstellingen en con certen staan te vaak met lege handen, omdat er geen plaats meer is bij de voorstelling van hun voorkeur. Van de ruim 28.000 voorstellingen in de the aters die zijn aangesloten bij de Vereniging voor Schouwburg en Concertgebouwdirecties (VSCD) was in 2002 zeker 30 uitverkocht. Vooral cabaret en opera scoren goed bij het pu bliek. Ruim de helft van de 'Who cares?' wordt gedanst tegen de skyline van New York op de swingende muziek van George Gershwin. Foto: WFA/Michel Utrecht theater recensie Maja Landeweer Voorstelling: '100 jaar Balanchine' door Het Nationale Ballet. Met: 'Who cares?' (première), 'Theme and variations' en 'Agon' Gezien: 18/3, Muziektheater, Amsterdam. Nog te zien aldaar: t/m 4/4. Ze staan voor drie tijdperken en drie stij len, de werken uit het Balanchine-pro- gramma van Het Nationale Ballet. Toch hebben de creaties één ding gemeen: al le drie spiegelen ze ons een mooiere we reld voor dan de werkelijkheid. Een we reld van glans, glitter en glamour, zorge loze romantiek en feeërieke lichtvoetig heid. En daarmee biedt het feestelijke combinatieprogramma van Het Natio nale Ballet een njeeslepende avond luchtig wegdromen gekoppeld aan een boeiend overzicht van de ontwikkeling in het werk van één van de grootste cho reografen van de vorige eeuw. Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de Russisch-Amerikaanse George Balan chine geboren werd. En als gezelschap met - op de door Balanchine zelf opge richte dansgroep New York City Ballet na - het meeste aantal Balanchine-bal- letten ter wereld op het repertoire, kon Het Nationale Ballet daar natuurlijk niet aan voorbijgaan. Het programma '100 jaar Balanchine' toont een evenwichtige keus uit het oeuvre van de productieve choreograaf: van het romantisch-klas- sieke 'Theme and variations' uit 1947 tot het meer speelse 'Agon' uit 1957 en tot slot het musicalachtige, swingende 'Who cares?', een primeur voor Het Na tionale Ballet en stammend uit 1970, toen Balanchines carrière ten einde liep. De balletten staan voor fases uit het le ven van Balanchine. Het eerste voor zijn bewondering voor Petipa, choreograaf van de virtuoze divertissementen, de witte zwanenzeeën, uit de klassiekers. En het tweede, dat net als 'Theme and variations' door een sprankelende uit voering boven zichzelf uitstijgt, lijkt een brug te slaan tussen het formele, klassie ke idioom van 'Theme and variations' en de losse Broadway-stijl uit 'Who ca res?'. 'Who cares?' is nog niet zo goed inge- danst als 'Theme and variations' eh 'Agon', het groepswerk is nog wat onge lijk, maar wordt wel met overtuiging neergezet. Altin Kaftira als flamboyante en nonchalante charmeur, vol bravoure, en drie danseressen, Igone de Jongh, Marisa Lopez en Yumiko Tashima, met drie verschillende temperamenten. Kaf tira vlindert van de een naar de ander en danst met elk van hen een even roman tisch duet. Bij avond, onder een spot, te gen de skyline van New York. Op de swingende muziek van Gershwin be weegt Kaftira soms ingehouden, tegen het tapdansen aan, de vrouwen zijn ko ket en uitdagend met slepende passen en zakkende heupen. Maar ondanks de jazzy Amerikaanse invloeden, die Balan chine graag benadrukte als eerbetoon aan zijn nieuwe vaderland, blijft het werk van de geboren Rus een tijdloze, krachtige vormentaal houden. Waardoor zijn werk, een eeuw nadat Balanchine ter wereld kwam, interessant blijft als pure dans zonder intellectuele preten ties. Ze zijn dol op droevige ballades waarin onnozele meisjes mise rabel ten.onder gaan. Dat lot zal Annelies Brosens, Nathalie Del- croix en Jorunn Bauweraerts, tezamen Laïs, niet treffen. Daar zijn het veel te gehaaide tantes voor. Hun meerstemmige samenzang in het folkrock-repertoire, om lijst door een fikse band, bleek een succesformule, en daar ver anderen ze niets aan. Zelfs als dat leidt tot jarenlang dezelfde arrangementen van dezelfde liedjes zingen. Dat de frisheid wijkt, nemen ze op de koop toe. Hun publiek ook. Laïs' charme is berekender geworden, hun stijl is een stijl tje geworden: de verrassing is er af. Hun stemmen zijn wat schriller geworden, harder en scherper. De harmonieën daardoor min der subtiel. Het is jammer dat veel liedjes jasjes van dezelfde snit krijgen, want de keuze voor grotendeels uit Frankrijk en de Nederlanden afkomstige balla des maakt de dames buitennis- sig. Maar ondanks alles blijft Laïs een bijzonder verschijnsel in de popwereld. Het bijzonderst zijn de dames a-capella, en vooral hun 'Drie Maagdekens' is krachtig en mooi. Hun geschifte versie van 'Wanhoop van een wees' (beter bekend als 'Aan de oever van de snelle vliet') houdt qua tempo het midden tussen een tango en een stevige rock. Melodisch overtuigt de wees minder. Het liedje is vooral apart van wege de combinatie van drake rige tekst met het opzwepende ritme. Datzelfde geldt voor 'Het Smidje', 'Marie Madeleine' en het licht scabreuze '(Houd' uw) Kanneke'. Op die manier gaat Laïs te werk met veel oude en nieuwe draken - in Herman van Veens 'Opzij, opzij' tonen ze dat het duidelijkst. Leuker zijn de walsende dans jes waarin de stemmen zich ca- nonisch vervlechten, zoals 'Do- ran' op een Gezelliaans-poëti sche tekst. Dan doet zich weer iets van de oude betovering voor en valt de inmiddels wat sleetse gimmick wat minder in het oog. Ileke op y Krant Night bosch - Willeke Alberti, Ge- Joling en Jamai treden ndag 26 april op tijdens de Krant Night in de Orange- iDen Bosch. Tijdens het ement wordt ook de Gay t Award uitgereikt, de vier- ijkse emancipatieprijs. rek Han in idsgehoorzaal n - De Nordwestdeutsche larmonie onder leiding van lirigent Toshiyuki Kamioka t komende maandag met nerikaanse pianist Derek op in de Stadsgehoorzaal iden. Op het programma ihét 5e pianoconcert van ïoven en de 4e symfonie irahms. Derek Han heeft het Kruidvat alle Mozart oconcerten, Mendelssohn, kovsky en Brahms pia- irartetten opgenomen. Met zersservicebon in de krant <isteren krijgen lezers van eidsch Dagblad 5 euro ing op de normaal gelden- legangsprijs van 23 euro, een gratis cd van Derek Kaarten voor het concert rerkrijgbaar bij de Stadsge- zaal. voorstellingen daar is uitver kocht. Van de moeilijker genres als toneel is 20 uitverkocht. Volgens de VSCD, die gisteren de zogenaamde kengetallen presenteerde over het jaar 2002, maakt het grote aantal uitver kochte voorstellingen duidelijk dat er nog steeds behoefte is aan nieuwe en grotere theater- en concertruimtes, zodat men sen minder vaak teleurgesteld worden. Reeds in gang gezette nieuwbouw- of verbouwprojec ten zullen pas op termijn resul taat hebben, omdat er op dit moment evenveel zalen (tijde lijk) gesloten zijn. De nieuwbouw is des te meer noodzakelijk, omdat de VSCD verwacht dat de publieksbe- langstelling voor de podium kunsten alleen maar toeneemt: „De demografische veranderin gen in de komende 10 jaar, zo als vergrijzing en kleinere ge zinnen, hebben een positief ef fect op de bezoekbereidheid", aldus de organisatie. Het optimisme van de VSCD is mede gebaseerd op de geringe invloed die de economische te ruggang lijkt te hebben op pu- blieksbelangstelling. In 2002, het eerste jaar van de economi sche teruggang, daalde het to taal aantal toeschouwer met 3 procent, een volgens de organi satie verwaarloosbare hoeveel heid. De directies maken zich wel zorgen over de toenemende kosten. Door strengere arbo- wetgeving en de daarmee ge paard gaande loonkostenstij gingen stegen de totale kosten voor een voorstelling in een theater of concertgebouw tus sen 2001 en 2002 met 10 tot ruim 16.000 euro. Deze stijging is opgevangen door een verho ging van de entreeprijzen en hogere subsidies. theater recensie Maarten Baanders Voorstelling: 'Sophie'/'En ik stelde me daar geen vragen bij' door Hans Hof Ensemble. Gezien: 19/3 LAKtheater Leiden. Aldaar nog te zien: 20/3. Het zijn tragische verhalen. 'Sophie' gaat over een man die, verlaten door zijn geliefde, troost zoekt in drank en zijn doodskist timmert. In 'En ik stelde me daar geen vragen bij' hunkert een vrouw naar liefde, maar is aangewezen op een man die van andere mannen droomt. Hoe afgrondelijk deze situaties ook zijn, ze worden zo zacht, subtiel en speels neergezet, dat iedere seconde ontroert. Je wordt geraakt door de humoris tische details en kunt er niet omheen veel warmte voor deze personages te voelen. In 'Sophie' staat en ligt het to neel vol planken, glazen en fles sen. Andreas Denk voert de spanning meesterlijk op. In vloeiende lijnen laat hij de planken op- of omklappen, zwaait hij ze mee in de vaart van zijn bewegingen en begint hij ze te bewerken, met onder andere een onvergetelijke ha- merzwaaidans. Het mooie aan deze schitterend uitgevoerde bewegingen is dat je aan zijn lichaam kunt zien wat er in zijn hoofd omgaat. De glaasjes pinken hem tegemoet, hij wervelt van het ene naar het andere, ook flessen zet hij aan zijn mond. De bewegingen bouwen een meeslepende woe de op, waardoor al dat glaswerk in de vuilnisbak of tegen de muur uit elkaar spat, onder het onbewogen oog van Sophie, van wie een portret tussen rechtop staande planken de ruimte in tuurt. Ook de lichaamstaal van An drea Boll is duidelijk Aan de manier waarop ze in 'En ik stel de me daar geen vragen bij' op de bank ligt, eroverheen wen telt, of zich erop laat vallen, zie je dat dit personage naar een poëtische, warme liefde ver langt. Het contrast met de man (Ran- di De Vlieghe) is bikkelhard: wat een nuchterheid, wat een lelijke burgerlijkheid straalt dit personage uit! Maar ze kunnen niet om elkaar heen. In beiden brandt het lief desvuur, zij het gevoed door verschillende verlangens. De vrouw danst breed, hartstoch telijk, kronkelend over de vloer. De man beweegt hoekig en strak, met veel gevoel voor show. Er ontstaat een prachtige vecht dans en een ontroerend duet waarbij ze hun hoofden en heupen en billen tegen elkaar drukken, maar toch vreemd voor elkaar blijven. Als zij reso luut vertrekt en hem achterlaat, gebukt onder de bank waarop zoveel moois had moeten ge beuren, is dit lot dankzij de hu mor die deze choreografie doortrekt, niet hard, maar prachtig aandoenlijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 27