SPORT
Vrouw in een
mannenwereld
ir Peter van der Hulst
aar Angela van Smoorenburg is in Nederland
nige vrouw die een wielerformatie onder haar
je heeft. De ploegleidster uit Ter Aar merkt
dat er sinds haar komst in de door mannen
omineerde wielerwereld veel is veranderd. „Of
moet zo zijn dat de vrouwonvriendelijke mop
tijdens de ploegleiderbijeenkomsten achter-
ie blijven." De 33-jarige Van Smoorenburg is
igaan haar derde seizoen bij de ploeg, die eerst
lernemers van Nature heette, maar dit jaar is
jedoopt in Vrienden van het Platteland. Van
lorenburg over haar loopbaan, Monique Knol,
our Féminin en het ploegleiderschap.
ipbaan
ben in 2000 gestopt met wielrennen. Na
ïtig jaar had ik het wel gezien en je kan niet
ren fietsen tot je tachtigste. Ik ging bovendien
r werken. Van twintig uur in de week kon ik
meer rondkomen. Ik werk in een kwekerij en
loop je de hele dag te sjouwen en karren te
ren. Dat is ook de oorzaak dat ik in de laatste
jaar niet het maximale uit mijn mogelijkhe-
kon halen. Dat lopend werken was geen goe-
ombinatie met het wielrennen. Ik reed nog
van voren, maar miste dat beetje extra.
sen 1991 en 1995 was ik op mijn top. Ik heb
1 vijftien overwinningen op mijn naam staan,
iraan de eerste zege bewaar ik de mooiste
nneringen. Ik was tijdens een criterium in
iHaag al vroeg weg en ging na zestig kilome-
illeen over de finish. Ik had toen een heel
de dag en die zijn in de sport zeldzaam. Ik
een gevoel van onoverwinnelijkheid en dat
je al als je uit bed stapt. Dat is nou vorm,
ir je moet dan wel oppassen. Het gaat dan zo
lakkelijk dat het gevaar bestaat dat je je ener-
al in de trainingen verspeelt. Je hebt maar een
wedstrijdjes waarin je profijt van die vorm
trekken.
Irenners weten vaak niet hoe vorm aanvoelt,
lat ze maar door gaan. Als het slecht gaat zijn
eneigd om nog meer te doen. Schaatsers las-
raker een rustperiode in. Voor wielrensters is
noeilijk. Van Moorsel is een renster die het
kan permitteren om twee keer per jaar te
en. Mijn rensters niet. In het voorjaar moe
tij zich zien te kwalificeren voor het WK later
ït jaar. Daartussen zitten ook nog tal van be-
rijke wedstrijden.
Ie Hartol-ploeg hadden we in 1996 Arie
Koops als trainer. Hij schreef schema's, daarvoor
vogelde ik alles zelf uit. Begin jaren negentig be
stond echte begeleiding nog niet, waren er wel
boeken. Maar terugkijkend had ik het voor me
zelf wel aardig uitgedacht. Ik voelde redelijk aan
wat ik moest doen. Sommigen trainden echt
voor het vaderland weg. Of het nou opzet was of
dat ik lui was weet ik niet. Ik kan me nog herin
neren dat ik van ploegleider Willem Kruis eens
een kopietje kreeg met de opmerking 'probeer
dit eens'. Trainingsopbouw was in Nederland in
die periode geen onderwerp, wel tactische aan
wijzingen voor de wedstrijd. Dat zegt iets over de
onvolwassenheid van de sport. Wij doen het nu
heel anders. De renster trainen met hartslagme
ter en op de laptop houd je alles in de gaten. Dat
was toen niet het geval."
Knol
„Ik kon altijd slim rijden, dook in de gaatjes en
zat Monique Knol daarbij vaak in de weg. Op een
gegeven moment kreeg ik een telefoontje van
Kruis of ik niet in de ploeg van Monique wilde
komen rijden. In de belangrijke koersen cijferden
we ons voor haar weg. Als ze won waren we met
zijn allen blij. Ik bezat ook niet het niveau om
een Nederlands kampioenschap of belangrijke
buitenlandse wedstrijden te winnen. In de min
dere koersen deed Monique weer haar best voor
ons. Het werkt ook niet als zij alles moet winnen.
Dat zag ze zelf goed in.
Als ploeg hadden we nooit veel contact met het
team van Van Moorsel. Als Monique en Leonien
elkaar een keer per jaar gedag zeiden dan was
dat het. Ruzie was het niet, misschien afgunst.
Zie het zoals de fans van Ajax en Feyenoord, dat
gaat ook niet met elkaar. In het jaar dat ik de
Tour Féminin reed, spraken de ploegen in twee
weken niet met elkaar. Monique was niet lastig,
maar wel bloedfanatiek. Daar moest je mee om
kunnen gaan. Ik was redelijk flexibel en werd
daar ook niet nerveus van. Het liep destijds goed
in de Jamin-ploeg. Er waren zelfs meiden die, als
ze onze fietsen zagen staan, zeiden 'we kunnen
beter naar huis gaan want we maken toch geen
kans'. We waren ook de eerste Nederlandse
ploeg die een buitenlands programma mocht rij
den"
Tour Féminin
„Mijn enige Tour uit 1993 vergeet ik niet meer.
Nu rijden meer Nederlandse meiden 'm, toen
was de lange etappekoers van veertien dagen
nog bijzonder. Ik was zo uitgeput dat ik de laat
ste vier dagen niet meer at, maar ik wilde de Tour
per se uitrijden. Daar doe je dan alles voor, op
HDC 981
Van Smoorenburg bij wielerploeg aan het roer
wilskracht ga je maar door. Tijdens de etappes
naar Tours en Luz Ardiden stonden duizenden
mensen langs de kant. De uitstraling die het fiet
sen in Frankrijk heeft, maakte veel indruk op mij.
Onze ploeg ging er heen voor de vlakke etappes.
We wonnen er twee en Monique reed een tijd in
de groene trui. Op de laatste dag, in de aanloop
naar Alpe d'Huez ben ik er vandoor gegaan,
maar werd ik weer teruggehaald. Je probeert dan
gewoon wat. Ik finishte in het algemeen klasse
ment als twee na laatste, maar ben toch blij dat
ik 'm heb uitgefietst.
Lol maken, zoals de mannen dat vaker hebben,
was er niet bij. De concurrentie bij de meiden
was groot, ze gunden elkaar niet veel. Een bus,
zoals in het mannenpeloton, maak je bij de vrou
wen ook nooit mee. Het is iedereen voor zich. Ze
komen liever alleen als 45ste binnen dan dat ze
vijf minuten wachten en in een groep als 48ste fi
nishen. Dat typeert het krengerige van de mei
den. Je zal ook nooit zien dat twee of drie ren
sters meer dan vijf minuten voorsprong krijgen,
terwijl dat vaak makkelijk kan. Het peloton is dan
nerveus en kan niet wachten. Leontien rijdt al ja
ren, maar is dan niet de leidster die zegt dat het
wat rustiger aan kan."
Ploegleider
„Ik vul het ploegleiderschap in zoals ik het zelf
als renster graag had gewild: gemotiveerd, seri
eus en zonder stress. Het ligt niet in mijn aard
om te lopen schelden en schreeuwen, maar ik
probeer wel duidelijk te zijn. Het is veel werk.
Voor drie rensters schijf ik de trainingsprogram
ma's en daarnaast moetje routes plannen, hotels
en vliegtickets regelen en moet ik op pad voor de
kleding. Ik word daarbij bijgestaan door mecani
cien Michiel Allard, verzorger Gerrie Berns en
manager Peter Smeets.
Met onze ploeg Vrienden van het Platteland rij
den we volgende week de damesversie van Mi-
laan-San Remo. Vervolgens een driedaagse en
een wereldbeker in Spanje, de Ronde van Vlaan
deren, de Waalse Pijl, Tour de l'Aude, de Neder
landse klassiekers en het NK, de Giro en de Ron
de van Nederland. En dan hoop ik dat een van
onze rensters aan de Olympische Spelen mee
doet. Chantal Beltman is kanshebster. Zij zit dit
jaar voor het eerst in onze ploeg.
Ik heb er geen moeite mee dat ik in Nederland de
enige vrouwelijke ploegleider ben. Ze kennen mij
allemaal nog van het fietsen. Zij flikken mij niets
en ik flik hun niets. Maar ik zou nooit een man-
nenploeg willen leiden, dat vind ik net een stap
te ver. Of er een verschil in benadering is? Ik heb
niet het idee dat er veel dingen sinds mijn komst
zijn veranderd. Mannelijke ploegleiders kunnen
veel botter zijn. Van haantjesgedrag merk ik niet
veel al rijdt wel Jean-Paul van Poppel in een volg-
wagen mee. Voor hem mag ik wel wat extra
stootbumpers op mijn auto laten zetten."
Angela van Smoorenburg: „Ik zou nooit een mannenploeg willen leiden, dat vind ik net een stap te ver." Foto: Henk Bouwman
V.L.N.R.
RANDJE BUITENSPEL
Staand op verhoging v.l.n.r: Russel Garcia (trainer), Jochem Kist, Roelant Groen, Anthonie Mulders, Marnix Cornelisse, Michael van Es. Staand v.l.n.r: Floris Lugt,
Douwe Tromp, Michiel Wuisman, Thijs Fleuren, Maurits Mazel, Anneke Nubé (manager). Zittend v.l.n.r: Taeke Taekema, Alex Robert, Oswald Mattheussens, Robin
Zwart, Matthijs van Hövell. Foto: archief familie Zwart.
Hockeyclub LOHC beschikte halverwege de jaren negentig over een zeer getalenteerde
lichting jeugdspelers. Het elftal won twee landskampioenschappen op het veld en
twee in de zaal. International Taeke Taekema is de bekendste naam die deel uitmaakte
van de Oegstgeestse ploeg. Zijn vriend Robin Zwart (24) hoopt volgend jaar een deel
van het elftal weer bij elkaar te brengen.
team deed ook al regelmatig mee bij
heren 1 en Taeke maakte met zijn
sleeppush toen al naam. Trainer Mau
rits Eikenhout stond aan de basis van
onze successen. Later nam Russel Gar
cia het over. Hij had met Engeland
olympisch goud gehaald en hij hockey
de voor HGC. Om in zijn onderhoud te
voorzien, trainde hij her en der ver
schillende teams. Hij heeft ons veel ge
leerd, hij was een mooie baas voor wie
we veel respect hadden."
„Het was grappig dat de strafcorner van
het eerste elftal een tijd lang werd uitge
voerd door drie B-junioren. Je mocht
toen nog onbeperkt wisselen en als Lei
den een strafcorner kreeg, stapten Tae
ke, Thijs Fleuren en ik het veld in. En
daarna weer snel terug naar de bank.
'Daar komen de drie Ideine mannen' en
daar werd om gelachen."
„Het team is vrij snel na het seizoen
waaruit de foto dateert, compleet uit el-
kaar gevallen. Tammer, maar dat viel
niet tegen te houden. Voor sommigen
was het niveau van LOHC 1 te hoog,
voor anderen weer te laag. De spelers
waaierden uit over verschillende uni
versiteitssteden. Roelant Groen, Taeke
ma en ik vertrokken naar KZ, Alex Ro
bert naar HGC. Dat zijn de vier spelers
die de hoofdklasse hebben gehaald.
Doordat ik in Amsterdam ging stude
ren, ben ik bij overgangsklasser De
Gooische terechtgekomen en daar speel
ik nu met nog twee voormalige teamge
noten van LOHC. We zijn van plan om
volgend jaar met nog wat oude ploeg
genoten een zaalteam te beginnen bij
Leiden. Dat kan omdat de meeste in
middels zijn afgestudeerd of daar dicht
tegenaan zitten. Alleen moeten we de
rlnh daarnvpr nop inlirhf-n."
Raoul Heertje had het van de
week ook, las ik in Het Pa
rool. Real Madrid - Bayern
Miinchen was nog maar nau
welijks op gang gekomen of hij
zat te supporteren voor de Duit
sers. Mij overkwam precies het
zelfde. Rare gewaarwording. In
eens was ik een soort Wim Dijk
man. Wim Wie? Dijkman, de
omvangrijke fotograaf uit Al
phen die na een werkzaam le
ven in dienst van het Leidsch
Dagblad vorig jaar met pensi
oen ging. Zodat hij vaker en
langduriger in zijn geliefde Bei
eren kan verkeren. Wims tweede
Heimat. Dat de brave Dijk van
wege zijn vreemde voorkeur op
de krant heel wat schimpscheu
ten heeft moeten verwerken, zal
u niet verbazen. Maar woens
dagavond stond hij als Hol
landse aanhanger van Bayern
niet alleen. Vooral toen die
Schweinsteiger er in kwam, stel
de ik mij vierkant achter de
plotseling sympathieke Duitsers
op.
Waar het aan lag dat ik zomaar
overliep naar het kamp van
Wim Dijkman? Aan Real Ma
drid. Wat een galbakkenelftal.
Zo'n Guti. Binnen tien minuten
had hij alle bloed onder mijn
nagels vandaan gehaald. Je zal
door zo'n pestventje voor de
voeten worden gelopen. Ik denk
dat ik 'm tiaar de derde ring van
het Bernabeu zou schoppen.
Nou en of ik kan genieten van
Zidane, die alles van een rechts-
benige Van Hanegem heeft, be
halve diens intense gemeenheid.
Maar de maestro ten spijt heb ik
weinig sympathie voor de Ma-
drileense vedettenparade. En er
hoeft maar dit te gebeuren, een
close up van een etterende Guti
of het kleine beetje sympathie
slaat om in ergernis.
Geregeld neem ik mij voor om
volkomen ontspannen en on
partijdig naar sport kijken.
Maar ik kan het niet. Of het nou
voetbal, tennis of een ordinair
kroegspelletje als darts betreft,
binnen de kortste keren ben ik
voor de een, of voor de ander.
Tom van 't Hek vertelde me ooit
dat hij zelfs partij kiest als hij
langs een sportveld fietst waar
op een wedstrijd tussen rood en
blauw aan de gang is. In het
voorbijgaan werpt hij een blik
opzij en onmiddellijk is hij voor
de rooien, of voor de blauwen.
Van 't Hek zei dat hij dat Rek
Je gaat toch
niet voetballen
in een land dat
compleet
beduusd
is van dood
zaaiende
ontploffingen?
vond van zichzelf. Maar ik
snapte het. Het kleinste detail
kan je keuze bepalen. Een toe
vallig hoogstandje, maar ook
een lekkere strakke inworp, of
zelfs het onsympathieke hoofd
van een speler die je nog nooit
van je leven hebt gezien.
Bij voetbal op tv kan het even
duren, maar gaandeweg trek ik
toch altijd weer partij. Zijn er
buitenlandse clubs in het spel
dan staat, nee stond, een paar
zaken vast. I. Dat ik altijd voor
Manchester United zmi zijn.
Vanwege George Best en de 4-1
overwinning op Benfica in de
Europa Cup-finale van 1968 (de
eerste voetbalwedstrijd die ik, in
pyama, met verlenging en al
mocht uitzitten). 2. Dat ik altijd
voor Borussia Mönchenglad-
bach zou zijn. Vanwege Giinter
Netzer en de ongeldig verklaar
de 7-1 in de Europa Cup tegen
Inter (1971). 3. Dat ik vanwege
Johan Cruijjf het stadion, het
shirt en de stad altijd voor Bar
celona zou zijn. En 4. Dat ik al
tijd tégen Bayern Miinchen zou
zijn. Vanwege monsterachtige
voetballers als Georg Schwar-
zenbeck en Franz, alias Bulle,
Roth en omdat Bayern ten tijde
van Netzer de grote rivaal van
Gladbach was.
Maar van de week was het plot
seling gedaan meteen paar ze
kerheden. Behalve dat ik van
mijn anti-Bayern geloof viel,
keerde ik mij ook ten volle tegen
United. Het begon eigenlijk al in
Porto waar Roy Keane over de
rug van keeper Baia kluunde en
Alex Ferguson zich een onuit
staanbare verliezer toonde. Het
opgefokte gedoe op Old Trajford
én de valsheid in de ogen van de
broertjes Neville maakten mijn
ommezwaai volledig. Ik ben een
fan van Van Nistelrooij, maar
in de slotfase van Manchester -
Porto hoorde mezelf roepen: 'Nu
even niet Ruud, alsjeblieft.'
Na twee gloeiende avonden
Champions League werd het
donderdagakeliekoud. De
UEFA Cup, PSV, ékppe hap na
tuurlijk, maar het ergste was
dat er überhaupt gevoetbald
werd. Zelfs in het van bloed
doorlopen Spanje. Wat zijn dat
voor een ongelikte beren bij de
UEFA? Het Heizel-drama, 11
september 2001,11 maart 2004,
hoeveel doden zijn er nodig
voordat er van de voetbalregen
ten even niet gespeeld hoeft te
worden? We mogen niet wijken
voor terreur was de dooddoener
van de UEFA Sodemieter toch
op. Je gaat toch niet voetballen
in een land dat compleet be
duusd is van dood zaaiende
ontploffingen? Maar ja, de
UEFA hè, die bracht de bal zelfs
aan het rollen op 29 mei 1985,
in een stadion dat was bezaaid
met lijken.
Jaap Visser