De prins carnaval van de Franse Boekenweek BOEKENWEEK Wijn, stokbrood boeken Voor genotvol ongeluk moest je altijd in Frankrijk zijti Cursus Parijs door Adriaan van Wijn, steeds meer wijn De Boekenweek staat dit jaar in het teken van Frankrijk en dat zullen we weten ook. Zo'n beet je elke Nederlandse schrijver die ooit de Franse grens heeft over schreden, is voor deze gelegen heid in zijn verleden gaan gra ven. Het maakt het thema Gare du Nord er niet minder leuk om. Met het Boekenweekgeschenk van Thomas Rosenboom, het Boekenweekessay van Adriaan van Dis, een Parijse roman van Remco Campert, reisverslagen en Franse aantekeningen van A.F.Th, en Voskuil heeft de boe kenliefhebber tot en met zater dag 20 maart keus in overvloed. Allemaal mannen, dat wel. Waarom zijn er zo weinig vrou wen die hun herinneringen aan Frankrijk hebben geboekstaafd? Of stonden die allemaal in de keuken terwijl hun mannen met een regionaal wijntje en een baguette op hun terras za ten te mijmeren? NOUVEAU La carte. Culinair zakbijbeltje voor de Frankrijk-ganger. Rik Smits geeft in dit regelmatig herdrukte tafelwoordenboek voor de Franse keuken korte beschrijvingen van alles wat er in Frankrijk op het menu kan staan: vlees, vis en vegetarisch, van amuse tot dessert. Steak frites en salade ni^oise kent ie dereen wel, maar wat drijft er op ons bord als we een oisillon bestellen? En hoe smaken rog- nons? Uitgeverij Podium. Prijs: €10,00. Frankrijk zijn grote schrij vers. 'Wat ik probeer in dit boek is te laten zien dat in de Franse literatuur niets gewoon is. Dat alle pieken in dit hooggebergte hun volstrekt eigen krankzin nigheid hebben en in geen en kele traditie zijn te plaatsen.' Met die woorden uit de inlei ding voert Guus Luijters de le zer door onder meer de storm achtige en verwarrende liefde tussen Alfred de Musset en George Sand, naar het sterfbed van De Balzac, de schaakpartij en van Raymond Queneau, de kat van Louis Ferdinand Céline en de Afrika-reis van Arthur Rimbaud. Uitgeverij L.J.Veen. Prijs: €19,50. NOUVEAU Het lied van Roeland. In 778 werd Karei de Grotes achter hoede bij Roncesvalles in Noord-Spanje door een handje vol Basken vanuit een hinder laag overvallen. Die historische episode werd vier eeuwen later, ten tijde van de kruistochten, omgev ormd tot een heldenepos over de verschrikkelijke botsing tussen het christendom en de rest van de wereld. Het Chan son de Roeland is een van de beroemdste gedichten uit de Franse literatuur. Uitgeverij Athenaeum. Prijs: €16,50. door Ingrid Bosman Als een prins carnaval trekt hij de komende twee weken door het land. „En overal waar ik kom is het feest." Thomas Ro senboom schreef met Spitzen het Boekenweekgeschenk voor dit jaar. Over een inwijding in de liefde, met de tango als het begin - en het einde. „Geen overgave zonder leegte." Met nog geen .100 pagina's mag Spitzen bijna een nie mendalletje heten voor wie zijn meer dan kloeke (histori sche) romans is gewend. Maar verhoudingsgewijs deed Tho mas Rosenboom er even lang over als bij die lijvige voorgan gers, al vergde het onderzoek dan iets minder tijd. „Ik ben dichter bij huis gebleven dan anders", beaamt de schrijver, die zich dit keer de subcultuur van de tango eigen moest ma ken. Want in Spitzen ontmoet hoofdpersoon Han Bijman op zijn allereerste tangosalon Es ther, die in haar jeugd aan bal let deed en nu de tango is toe gewijd. De tangoscène is in feite niet meer dan het decor. „Als de jongen het meisje een maal heeft ontmoet wordt er eigenlijk weinig meer ge danst", merkt Rosenboom droogjes op. Maar wel een dankbaar decor dan toch, want fascinerend is het wel, erkent hij, dat heel intiem en uiterst formeel zo kunnen sa mengaan in een 'bedwelmen de en tegelijk onbestemde sfeer'. En uitgerekend in die wereld van romantiek en erotiek de buteert Bijman, die het als ge sjeesd scheikundestudent nog heeft geschopt tot de financië le administratie van Shell, niet direct het gevoel heeft dat hij iets wezenlijks mist in het le ven, maar in de liefde zo groen is als gras. Volkomen machteloos raakt hij aan Esthers ervaren hand verstrikt in een web van liefde, lust, bedrog en overspel - al zijn het voor hemzelf louter wapenfeiten. „Hij ziet op een gegeven moment allemaal driehoeken, met zichzelf in het centrum als de enige die niet wordt bedrogen." Rosen boom giert het uit. „Hij noemt het je reinste geometrie." En als Bijman dan tot inzicht komt en zelfs wraak neemt, richt hij die op de verkeerde. De enige voor wie de hoofd persoon niet beklagenswaar dig is, is hijzelf - het zal de Ro- Thomas Rosenboom. Foto: GPD senboom-fans bekend voorko men. Of het nou apotheker Anijs is uit Publieke Werken, scheeps bouwer Bepol uit De Nieuwe Man of Han Bijman - in hun le vens ontbreekt iets wat in de ogen van de meeste mensen elementair is, zonder dat ze het zelf als een groot gemis ervaren. „Maar ze storten zich wel alle maal vol overgave in een of an der avontuur", schetst Rosen boom. „Zodat de lezer weet: zie je wel, zonder leegte in je leven bereik je die staat van overgave niet." Dat Spitzen nu eens een heel andere Rosenboom laat zien - de schrijver wil er niet van ho ren. „Ik heb nooit uit principe historische romans geschreven. Ik kreeg bij toeval het goede ge geven in handen. Maar voor mij is ieder boek weer anders. Al is het mooie van een historisch verhaal wel het bevreemdende ervan. Je bent echt in een ande re tijd." Maar ook in dat op zicht misstaat Spitzen niet in het rijtje. „Door de strakke vormgeving is dit eigenlijk ook helemaal geen realistisch ver haal." Waar Spitzen niet in een andere eeuw speelt, maar in het nu, is de taal voor Rosenboomse be grippen ongewoon heden daags. Al zal het nooit of te nimmer naar nietsverhullend Giphart-idioom neigen en is het zelfs nog anders dan gewo- door Jaap Goedegebuure Nu de boekenweek 2004 in het teken staat van de Franse slag, past het de Nederlandse lezersschare een diepe revérence te maken in de richting van tien eeuwen Franse letteren. Want dat onze literatuur daar zwaar bij in het krijt staat, lijdt geen twijfel. Nie mand die het zich overigens nog be wust is, op een handjevol geleerden na. Die onkunde heeft natuurlijk alles te maken met de teloorgang van het Frans als een taal die de ontwikkelde Nederlander zou moeten beheersen. Aan de kennis van het Frans heeft de onderwijshervorming van de jaren zestig, met de komst van het keuze- dan wel pretpakket, definitief een eind gemaakt. Alleen het Engels staat nog, en daarmee ook de Coca Cola-, McDonalds- en MTV-cultuur. Maar dat is allemaal van na 1945, het jaar dat de Amerikaanse bevrijders de kauwgum, de Lucky Strikes en de jazzmuziek invoerden. Zo zegevierde de populaire cultuur over het Latijnse esprit. Toch was er in die eerste naoorlogse jaren nog volop sprake van een vitaal klankbord voor het werk van existen tialistische auteurs als Sartre, De Beauvoir en Camus. En de chansons van Gréco, Brassens en Ferré konden door menigeen nog woord "oor eerbied noemen. De schrijvers die een jaar of dertig geleden tot de nieuwste literaire lichting hoorden (Matsier, Kellendonk, Oek de Jong) beschouwden de man van Madame Bovary als een meester zonder weer ga. Om maar te zwijgen van zijn zit vlees. Aan de zopas genoemde roman werkte hij zeven jaar, tot gekwordens toe zwoegend op een alinea, een zin. Ook die scrupuleuze instelling is door en door Frans. Er zijn wel meer Franse meesters bij wie aankomende Nederlandse au teurs in de leer zijn geweest. Marcel Proust, die met Op zoek naar de ver loren tijd het ultieme boek over de la byrintische wegen van het geheugen schreef, kreeg in Nederland een aan tal prominente navolgers. Allereerst was daar Simon Vestdijk, die met zijn in de la gebleven de buutroman Kind tussen vier vrouwen en de daaruit naderhand gedestilleer de Anton-Wachtercyclus handig ge bruik wist te maken van Prousts les sen. Later betuigde Cees Nooteboom met Rituelen zijn schatplichtigheid. En dan is er natuurlijk de eigentijdse geheugenkunstenaar A.F.Th, van der Heijden, die met De tandeloze tijd ook in kwantitatief opzicht in de buurt van Prousts meerdelige roman kwam. Een derde literaire grootheid uit de moderne tijd wiens schaduw menig maal over de Nederlandse! viel, is Louis-Ferdinand Cé> met wellust neergepende g zijn beheersing van de hijjj piepend georkestreerde vd rancuneus getier en twijfel sinuaties, en haast altijd ui in drie suggestieve drie puj geraas en gefluister, ze mai pe indruk op Reve, W.F. Hj - alweer - op A.F.Th, van dj Zijn ze er nog in de Franse van het moment, die invloj voorbeelden? Het lijkt er n' Zeker, Leon de Winter had van La Place de la Bastille tik van Patrick Modiano bl Siebelink, die het in zijn dl met J.-K. Huysmans hield, lelijk in opspraak door een gelijkenis die een van zijn' onderhield met een tekst i zio. Maar de intensiteit vai tacten haalt het niet bij wa Middeleeuwen tot aan de! tijd aan Frans literair expo ging- De Europese Unie mag de kingen dan hebben opgeh de Franse letteren valt er i land weinig winst meer te En dat is maar wat jamme taal en een cultuur die in 1 Europa ooit oppermachtij ne omgangstaal. „En buur vrouw Machteld is niet veel ou der dan ik, maar ik heb me wel weer moeten verplaatsen in een vrouw." Hij zwijgt even, laat dan de pret de vrije loop. Nu hij er toch over begint, zou hij een boek kunnen schrijven met een vrouwelijke hoofdpersoon? „Ik denk 't wel. Maar of het vrou wen aanspreekt?" Hij glimlacht, minzaam nu. „Ik ben er niet voor teruggedeinsd me te ver plaatsen in een achttiende- eeuwse burgemeesterszoon." Tja, dan moet een vrouw wel een eitje zijn. De blik is weer olijk. „Och, ik hoef alleen hun complexe gedachtegang een beetje te doorgronden." Dan, serieus: „Misschien zitten de mensen die er zo op tamboere ren wel meer vast in rolpatro nen dan ik." En Frankrijk? Ach, Frankrijk. Het thema van deze Boeken week is er een met vele kanten, zoals Rosenboom diplomatiek maar dodelijk vaststelt. „Ik heb niks met Frankrijk. Ik ga zelden op vakantie. Ben als jongeman twee keer in Parijs geweest en daarna nog een keer in Zuid- Frankrijk. Maar dat er na het zware thema van vorig jaar, de dood, nu voor een zinnelijke benadering is gekozen, met aandacht ook voor zaken als film en eten, dat spreekt me wel aan." Dat evenementen steeds maar moeten groeien, of het nou het Prinsengrachtconcert is of de Boekenweek, Rosenboom be rust erin. Hij kijkt er zelfs wel naar uit om twee weken lang drie plaatsen op een dag aan te doen. Om geleefd te worden, terwijl hij anders zelf steeds weer moet beslissen wanneer hij aan de slag gaat. „Het is een bevrijding vah de vrijheid." Voor een volgend boek is er nog niet meer dan een vaag idee. Uitbundiger, dramatischer, dik ker dan tot nu toe kan het niet. „En geconcentreerder dan Spit zen evenmin." Dus? „Iets expe rimenteels, geen doorlopend verhaal." Meer wil hij er niet over kwijt. Eerst het feest van de Boekenweek. „Alle schrijvers zijn gelijk, net als middenstan ders. Maar in de Boekenweek is de schrijver van het geschenk de prins carnaval. Waar hij komt is het feest. Maar daarna is bakker Pieters weer gewoon middenstander onder de mid denstanders. Ik denk dat het na de Boekenweek voor mij ook zo is: even geen Rosenboom meer." 'Spitzen' door Thomas Rosenboom. Cadeau bij aankoop van tenminste 11,50 aan Nederlandstalige boeken, in de periode van 10 tot en met 20 maart. woord worden meegezongen. Frank rijk had het, ook zonder bijkomende geneugten als wijn, stokbrood, kaas en Gauloises. Verlaine viel nog vrije lijk in het Frans te citeren zonder dat men de spreker aanzag of hij gek ge worden was. II pleure dans mon coeur Comme il pleut sur la ville; Quelle est cette langueur Qui pénètre mon coeur? Gelukkig dat vertaler Peter Verstegen al sinds lang de moeite heeft geno men deze taalmuziek zo goed en zo kwaad als het gaat te vernederland sen. Had Verlaine's wieg boven de Moerdijk gestaan, dan had hij mis schien dit voor zich uit geneuried: Weer huilt het in mijn hart Zoals het buiten regent; Wat voor gevoel zo zwart Dringt binnen in mijn hart? Wie zoals ik een studieuze leraar Ne derlands had, kon op enig moment te horen krijgen wat Verlaine, Baudelai re, Rimbaud en andere gedoemde dichters hadden betekend voor va derlandse poëten als Kloos ('Ik ween om bloem in de knop gebroken'), Bloem ('Altijd november, altijd regen altijd dit lege hart, altijd'), Slauer- hoff ('Herfst komt met storm en floer- Juliette Gréco. Foto: GPD sen om de bossen die van hun lover kreunend zich verlossen'). Voor weemoed, verlangen en genot vol ongeluk moest je in Frankrijk zijn, zoveel werd me op mijn zestiende wel duidelijk. De eerste helft van de twintigste eeuw kan gelden als de laatste periode in de Nederlandse literatuurgeschiede nis waarin de Franse literatuur nog haar prestige en invloed kon laten gelden. Veel van onze middeleeuwse ridderromans zijn niet meer dan licht bewerkte vertalingen van Franse voorbeelden. De mystieke klaagzan gen van de Antwerpse non Hade- wych, hoe persoonlijk ook, dragen het stempel van de liefdespoëzie die klonk uit de kelen van provenaalse troubadours. Jonker Jan van der Noot, ook al uit Antwerpen, koos zich de Renaissan cedichters Ronsard en Du Bellay tot voorbeelden. Het Nederlandse classi cisme van de zeventiende en acht tiende eeuw liet zich in alles door de Gallische Franse mode leiden. En wat te denken van de realistische roman naar recept van Flaubert en Zola? Daar zijn er in het Nederlands hele wagonladingen van geschreven, zo wel van superieur gehalte (Couperus! als van een beduidend lager allooi Flaubert is een van die namen die kenners tot de dag van vandaag met De Notre-Dame in het hartje van Parijs. Foto: AP NOUVEAU Adonis. Guy de Maupassant is een van de absolute grootmees ters van het korte verhaal, maar liet daarnaast een indrukwek kend aantal romans na. Het be kendst is zijn tweede roman Adonis. Op de boulevard in Pa rijs struint de aan lager wal ge raakte Georges Duroy, alias Bel- Ami. Een ontmoeting met zijn oude kompaan Charles Fo- restier bezorgt hem een preten tieloze job bij het dagblad La Vie franaise. Hij raakt hogerop door zijn rol als Casanova op meedogenloze wijze uit te spe len. Uitgeverij Athenaeum. Prijs: €27,50. Zoals Frankrijk was. Schrijver Jan Brokken is de uitzondering op de regel, zegt-ie. „Ik ben erg op Fransen gesteld. Ik praat graag met ze. In mijn artikelen over Octave Mirbeau, Albert Camus, Céline, Simone de Beauvoir belicht ik zowel hun werk als het tijdperk waarin ze leefden. Van Mata Hari maak ik het symbool van het Belle Epo que. Een macabere moord in de provincie voert me naar het diepe Frankrijk, aan de hand van Simenon beschrijf ik de kleine bourgeoisie. En natuur lijk heb ik het over eten." Uitge verij Atlas. Prijs: €17,50. essay recensie Peter van Vlerken 'Onder het zink', Boekenweekessay van Adriaan van Dis. Tijdens de Boekenweek te koop voor €2,50. Adriaan van Dis woont sinds vorig voorjaar in Parijs. Als alle allochtonen zo grondig een in- burgeringscursus zouden vol gen als hij, zouden zij meer van stad en land weten dan autoch tonen. Niet alleen heeft hij een stapel naslagwerken tot zich ge nomen waar je 'u' tegen zegt, vooral is hij er wandelend en - jazeker - fietsend op uit getrok ken om zich op de hoogte te stellen van het wel en wee in de Franse metropool. Het verslag van zijn inburgering heeft Van Dis met de vaart van zijn schrijftalent en zijn liefde voor de stad neergelegd in een Abécédaire de Paris, getiteld Onder het zink, dat in de ko mende Boekenweek voor twee- enhalve euro in de boekwinkel ligt. Parijs van A tot Z dus, aan het handje van Van Dis. Al wordt hier en daar wel wat gesmok keld met de letters van het alfa bet, Onder het zink kan dienen als een heel zinvol toeristen gidsje met tal van aardige ge schiedkundige weetjes en leuke anekdotes. Het boek is niet al léén een liefdesverklaring aan Parijs, ook de minder aantrek kelijke kanten van de stad ko men voorbij. Het is, om met Van Dis te spreken, 'Chanel met pis'. Voor een van zijn mooiste en avontuurlijkste stukken heeft hij zijn angst voor overwonnen en de banlieus: nieuwsgierigheid, eigenbelang: ik wil de mensen daar wil niet bang voor Want het zijn de deze nieuwkomers grijzend Europa moeten houden, hij, wellicht ook spelling: „Als een revolutie derom in Parijs. Frans dagboek van A.F.Th. van der Heijden dagboek recensie Peter van Vlerken 'Hier viel Van Gogh flauw', dagboekaantekeningen over Frankrijk van A.F.Th. van der Heijden. Uitgeverij Ouerido. Prijs: €15,95. Wie A.F.Th, van der Heijden een beetje volgt, weet dat hij vrijwel dagelijks in een dagboek schrijft. Af en toe publiceert hij eruit. Er blijkt veel belangstel ling voor te bestaan. Terecht of onterecht, daar wil ik vanaf zijn, trok Engelenplaque vorig jaar bijna net zoveel aandacht als het eerste deel van zijn nieuwe romancyclus De Movo Tapes. Nog juist voordat de aan Frank rijk gewijde Boekenweek be gint, laat Van der Heijden een nieuwe, bij deze gelegenheid 'Franse' selectie uit zijn dag boeken verschijnen. Hij be zocht Frankrijk voor het eerst in 1968, het jaar dat Jan Janssen de Tour won, maar dat ging aan de jonge Adri goeddeels voor bij. Om de zoveel jaar keerde hij naar Frankrijk terug. Het laatste dagboekfragment is van 1999. Waar ligt het aan dat ik de eer ste notities het aardigst vind en dat mijn belangstelling voor dit dagboek afneemt naarmate Van der Heijden een beter en groter schrijver wordt? Is het omdat in de beginstukken iets oorspron kelijks zit in zijn beleving en la ter de verzadiging - wijn, steeds meer wijn... - toeslaat? De grootste ergernis lijkt echter de persoon van Van der Heij den op te roepen. Dat copieuze diner bij de presentatie van zijn nieuwe roman, die sneren naar collega-schrijvers en critici - Fe ns onlangs - die hem misschien wat minder welgezind zijn, de verongelijktheid bij het uitblij ven van de juiste eerbetonen - een toespraak van Mulisch - bij zijn 25-jarig schrijverschap, zijn megalomane acties kortom de allergrootste Nederlandse schrijver te zijn... Een kunste naar moet doen wat hij niet la ten kan, maar wat heeft dat al lemaal met kunst te maken? Misschien is daarmee de voor keur verklaard voor de begin stukken uit zijn nieuwe Frank rijk-dagboek. Van der Heijden was een jaar of 16 toen hij voor het eerst ging. Alles was qieuw en vol beloften. 'Ja, in de Voge zen, daar is het goed vozen en kezen', om met een van zijn Geldropse vrienden te spreken. De eerste flessen dan soldaat niet of hij bij dit boek veel aan die maar ze lezen Vijf jaar later zich in hem D maakt hij zich los v< vakantie met zijn viji wil het avontuur, ges ven, een verhaal onjj huis te nemen.' In i hij met Cees Nootel was laat, en het w; Parijs en nog weer 1< met vrouw en zoon de Dordogne. De dagboekfragmeni steeds langer en st gaan ze om de pe A.F.Th, draaien, omi imposante gestalte cf rend vraagt om een dere fles, om exqui" om een betere hotefe de aandacht van WJ bizarre seksuele vi om een nog groter fc' boeken. Is het vrep dan als lezer af en to langen naar de tijd t(j Adri van der Heijden, klein notitieboekje pij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 18