BJ als wereldmerk X Derde facelift voor 'oude dame' Bijenkorf creativiteit, innovatie en handelsgeest Stad van 4en Cehrels doet onderzoek naar de promotie van 'de magneet' 7|erdam. Foto: GPD/Mark Kohn Amsterdam wil meer bedrijven, bezoekers en bewoners trekken. Dat is niet eenvoudig in een wereld waarin steden steeds meer op elkaar lijken en bedrijven zomaar hun handel oppakken om elders verder te gaan. Carolien Cehrels (36), managing director van adviesbureau Berenschot Communicatie, is door de gemeente ingehuurd om het merk Amsterdam in de markt te zetten. door Marcel Wiegman ZATERDAG 6 MAART Amsterdam x Foto: GPD/Ron Pichel Ik hou van Amsterdam. Daarom is dit ook de mooiste opdracht die ik ooit heb gehad. Ik woon hier nu twaalf jaar en vind het nog steeds een heel prikke lende stad. Ik heb in Groningen gestudeerd. Na Groningen is er nog maar één stad in Ne derland: Amsterdam. Het bleek honderd keer mooier dan ik dacht. Je raakt er nooit op uit gekeken. Ik ben trouwens helemaal niet bezig met het verkopen van een imago, maar met het ana lyseren en organiseren ervan. Voordat je aan promotie toekomt, zul je eerst moeten onder zoeken. Aan wie je wilt verkopen, bijvoor beeld. Een Aziaat is wel wat anders dan een Italiaan. Ook moet je weten wat je wilt verko pen: cultuur, iet of biotechnologie om wat te noemen. Als je dat niet weet, is het alleen maar een schot hagel. Wat is het imago van Amsterdam? „Volgens de Amsterdammers: een creatieve, culturele en compacte stad: alles op loopaf stand. De global village. Een vrije stad, waar duizend bloemen mogen bloeien. Een stad van handel, van kennis..." ...van hondenpoep, drugs, prostitutie en wo ningnood. „Die kant zie ik ook wel. Ik zei al: Amsterdam is een grote stad met de problemen van een grote stad. Maar Amsterdammers zijn de meest tevreden inwoners van Nederland. Volgens zichzelf. Amsterdam is een magneet. Er zijn meer mensen die hier willen wonen dan er kunnen wonen." Vorig jaar adviseerde de Australische overheid niet naar Amsterdam te reizen, omdat je daar zeker beroofd zou worden. „Je moet er wel op reageren. Als mensen iets zeggen dat niet klopt, moetje er wat aan doen. Anders blijven onjuiste uitspraken staan als feiten. Ik heb het gemeentebestuur niet voor niets geadviseerd iets te gaan doen aan het internationale persbeleid. In de reis gids Lonely Planet staat nog steeds dat De Pijp de gevaarlijkste buurt van Amsterdam is. Zoiets moetje rechtzetten." Wat is Amsterdam volgens u wel? „Heel eenvoudig: Amsterdam heeft drie kern waarden: creativiteit, innovatie en handels geest. Ik heb het een jaar geleden opgeschre ven, sindsdien heb ik het aan duizenden mensen verteld en iedereen herkent het. Van de opera tot Ajax. Van wetenschappelijk on derzoek tot het verleden. Iemand zoals Rem brandt is een perfecte Amsterdammer: kun stenaar en handelsman in één. Ga maar eens naar die schuttersstukken kijken: de rijksten mochten vooraan staan, want die betaalden het meest." Maar wat schieten we op met die kennis? „Datje met z'n allen op dezelfde manier kunt werken aan het Amsterdam van de toekomst. We zijn subtop in Europa: vierde luchthaven, vijfde zeehaven, zesde cultuurstad in de we reld. Als woonstad schijnt Amsterdam op vijf te staan. De stad heeft in het buitenland nog altijd een buitengewoon hoge naamsbekend heid. Amsterdam heeft een soort thrill. Am sterdam is natuurlijk geen prachtig gepolijste diamant. Het is een stad waar geleefd wordt, waar mensen op de Dam aan hun einde ko men. Het is geen stad voor watjes." Is dat goed of slecht? „Het imago is best goed, maar de concurren tie van andere steden neemt toe. Mensen worden steeds mobieler en kieskeuriger. Be drijven pakken zomaar hun handel op, om elders verder te gaan. Als een kunstinstelling het hier niet voor elkaar krijgt, is die zo weg naar Rotterdam. Amsterdam is op de lijst van congressteden gedaald van de vijfde naar de elfde plaats. Daardoor loop je als stad enorm veel inkomsten mis. Een zakelijk bezoeker geeft 250 euro per dag uit." Wat gaat u eraan doen? Nog harder roepen dat Amsterdam geweldig is? „Dat werkt helemaal niet. Congressen naar Amsterdam krijgen is een specialistisch vak. Daar hebben mensen hun beroep van ge maakt. Maar je zou bijvoorbeeld wel kunnen afspreken dat je met z'n allen heel gericht gaat werken aan Amsterdam als kennisstad. In het verleden was de één heel druk bezig met het binnenhalen van een topsportevene ment, terwijl de ander bezig is met een con gres of een tentoonstelling. Daarmee verspil je veel tijd en geld. Je kunt beter kijken naar watje écht belangrijk vindt. Creativiteit, in novatie en handelsgeest, dus. Daar kun je in de cultuur mee uit de voeten, in de sport, in de woningbouw, noem maar op. Het is de sterke kanten van je stad systema tisch onder de aandacht brengen. Zo blijkt uit internationaal onderzoek dat Amsterdam heel aantrekkelijk is voor Europese hoofd kantoren, omdat we vlak bij Schiphol liggen. Buit dat uit." Hoe dan? „Je kijkt heel gericht naar wat bedrijven wil len. Op basis waarvan ze hun beslissingen nemen. Met die informatie bij de hand, bena der je ze, om Amsterdam onder de aandacht te brengen. Amsterdam heeft natuurlijk pro fijt van de gunstige belastingwetgeving. Wij zijn goedkoper dan Londen, Parijs en Frank furt. Maar duurder dan Praag en Berlijn. Toch zitten hier veel Japanse bedrijven. Om dat die mensen in Amstelveen heel goed kun nen wonen, omdat er een ontzettend goede internationale school is en omdat je enorm goed sushi kunt eten in de Scheldestraat. Als ze hier eenmaal zijn, willen ze graag blij ven en dat vertellen ze door aan andere be drijven. Dat heet quality of life. Amerikanen zijn ook dol op Amsterdam. Omdat ze ons zo leuk vinden. Ze prijzen onze meertaligheid, genieten van de vrijheid. Als ze hun familie op bezoek hebben, maken ze een rondvaart en gaan ze naar het Anne Frankhuis. Dat is een bedevaartsoord voor ze." Welke steden doen het beter dan Amsterdam? „Niet één. Waarmee ik niet wil zeggen dat Amsterdam het het beste doet. Op sommige punten geven we terrein prijs. Als gay-stad doet Berlijn het nu beter dan Amsterdam. Ze gaan er vol in. Er zit heel veel energie in die stad. Na de val van de Muur is een zekere op luchting gekomen. Ze zijn er buitengewoon op gespitst het goed te doen. Waarom denk je dat die Spaanse steden zo in opkomst zijn? Het is nog geen dertig jaar geleden dat Fran co daar zat. Die mensen zijn bevrijd, worden gestimuleerd in hun ondernemersgeest." De kunstenaars vertrekken naar Rotterdam, de gays gaan naar Berlijn, de kroegen gaan vroeg dicht, het fotomuseum en het architec tuurinstituut staan in Rotterdam. „Denk u nu echt dat als een buitenlandse ar chitect één dag naar Nederland komt, hij naar het architectuurinstituut gaat? Vergeet het maar, die gaat naar de grachten kijken, het Oostelijk Havengebied en de Amsterdam se School. Maar we moeten op onze hoede zijn. Een stad als Barcelona heeft er na de Olympische Spelen de schouders onder ge zet. Ze zijn ontzettend gastvrij en ze weten van programmeren. Tien jaar geleden wisten ze al dat 2004 het jaar van Gaudi zou wor den." En nu? Een nieuwe slogan voor de stad? „Er zijn maar ontzettend weinig goede slo gans. Amsterdam is een wereldmerk. Als ik Heineken zeg, hoef ik ook niet uit te leggen dat het om bier gaat. In die zin hoefje jezelf niet zo op te pompen. Je moet duidelijk ma ken waar je voor staat, maar de naamsbe kendheid van Amsterdam in de wereld is al uitzonderlijk hoog." Typisch Amsterdam: de Westertoren. museum op de Wallen. Foto: GPD/Roland de Bruin Ze is negentig jaar, maar ze mag er nog zijn. De status van 'tempel van stijl' verplicht. Dus wordt het vlaggenschip van het Bijenkorf-concern, Magazijn De Bijenkorf in Amsterdam, voor de derde keer verbouwd. Architect Cees Rijnbout tekende voor een ontwerp dat ruimte, transparantie en grandeur ademt. Met directeur Jan Berger achter de coulissen van twintigduizend vierkante meter mode en winkelentertainment. door Caroline Abcouwer Ooit, in 1909 begon ze haar bestaan als tijdelijk onderkomen, toen de winkel aan de Nieuwendijk werd verbouwd. Maar de omzet schoot omhoog en architect J. A. van Straaten werd aan het werk gezet voor een echt warenhuis, dat in 1914 werd opgeleverd. Een verbouwing in 1935 door Dirk Brouwer, de la tere overkapping van de Beursstraat door W. M. Dudok, aanpassingen tussendoor en een tweede grote verbouwing in 1978 maakten van he dak van het gebouw een lappendeken. Directeur Jan Ber ger: „Kijk, tussen die twee torens, was het oor spronkelijke gebouw. Je ziet het aan de stijl: neo klassiek, ietwat pompeus. Daarna kwam het ge deelte aan de Warmoesstraat erbij. De tramrails liepen tot 1978 gewoon onder het gebouw door." Het dak blijft de bouwkundige lappendeken die hij nu is. Zoals ook de facade van De Bijenkorf bij de verbouwing buiten schot blijft. Die kreeg bij de herinrichting van de Dam twee jaar geleden al een nieuwe entree. Met statige, hoge draaideuren. Het was het geld meer dan waard, vindt Berger. Met de herinrichting van de Dam verdwenen ook de twee enorme bomen voor de Bijenkorf. Dat le verde een onthutsend kijkje op de tot dan toe goeddeels verborgen gevel op. Berger: „Ik weet nog dat ik over de Dam liep, naar boven keek en dacht: dit kan echt niet. Achter de ramen was kantoorruimte. In de loop der jaren hadden me dewerkers, om de zon uit de kamer te houden, de ramen met van alles en nog wat afgedekt: hier geel plastic, daar een witte plank. Door die bomen was dat nooit iemand opgevallen." Die ramen boden wel uitzicht op een toplocatie. Tijdens het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima zaten Berger en zijn gasten in de Bijen korf eerste rang. Dezelfde ramen maken nu deel uit van het nieuwe Damcafé op de eerste etage, met kloeke lijnen, in trendy, glanzend rood. Licht, transparant, overzichtelijk en strak. Dat zijn volgens Berger de sleutelwoorden bij de verbou wing. Het daglicht dat bij het Damcafé naar bin nen komt, wordt overgenomen door een licht- straat in het plafond. De klant die deze route volgt, wordt langs de door glas afgebakende pas hokjes en de subtiel afgekaderde merken geleid, van Bennetton tot - nieuw in De Bijenkorf - Mart Visser. „Tijd is een schaars goed geworden. Dat maakt dat klanten behoefte hebben aan structuur, aan orde. Daarbij denken we niet meer in rokken, broeken of jurken, maar in momenten. Je wilt iets hebben voor een feest, of voor je vrije tijd, of je zoekt iets formeels voor het werk. Dat ben je bij ons in één keer klaar." Trekpleister Met jaarlijks 6,5 miljoen bezoekers is, aldus Ber ger, De Bijenkorf de grootste economische en toe ristische trekpleister van Amsterdam. Daar moe ten zowel de 'funshoppers' als de 'runshoppers' iets van hun gading vinden. En dat kan alleen als het aanbod zo compleet mogelijk is. „Amsterdam is ons vlaggenschip. Dat houdt in dat we hier alles wat we in huis hebben, laten zien. Dus van col berts van zeventig tot en met colberts van vijfhon derd euro." Dankzij moderne kassa's kunnen de artikelen veelal rechtstreeks uit het distributiecentrum in Woerden worden geleverd. Daardoor kwam veel ruimte beschikbaar die tot voor kort als opslag werd gebruikt. Berger: „Dat levert drieduizend vierkante meter op." „De boel opengooien, dat was al tien jaar een wens van me. De klant krijgt vanuit de ramen op de eerste verdieping uitzicht op het Beursplein, het Damrak, de Dam en het Rokin. Er komt een nieuw roltrappenhuis met lichtkap, waarmee je kunt doorrollen tot de vijfde etage." Het wegbreken van voormalige opslagruimte le verde de Chili Out-afdeling op de vijfde etage ex tra meters en de status van volwaardige etage op. Met de Kinky-kapper, een diskjockey op zaterdag, muziek en bewegende beelden boven de stellin gen is Chill Out nu het voorbeeld van wat Berger een 'belevingswereld' noemt. De onafgewerkte muren en ijzeren stellages lijken niet des Bijenkorfs, maar dat is precies de bedoe ling. „Dit is een wereld op zich. Een apart team van vier jonge mensen heeft dit ingericht. Oude ren hebben hier eigenlijk niets te zoeken." Directiekamer Achter de Chili Out-afdeling liggen, onder de nok van het gebouw, de kantoren. Bij de verbouwing werd een oude directiekamer ontdekt. Berger: „Die willen we in de oude staat terugbrengen en gebruiken als vergaderzaal. We hebben de lambri sering nog liggen." In januari werden al de eerste oude roltrappen 's nachts de winkel uit gereden, zo het Damrak op. Het installeren van de nieuwe roltrappen moet deze weken gebeuren. „De planning is krap, maar we vertrouwen er op dat het goed komt", zegt Berger. De nieuwe lichthal wordt na de zomer geopend. Nu is hij nog omhuld door een houten wand met hier en daar een kijkgat. Binnen verwijderen bouwvakkers op duizelingwekkende stellages de spiegels, die nog dateren uit de jaren zeventig. Berger: „Die spiegels worden vervangen door lichtgroen, licht doorlatend glas. Het licht achter die glazen platen kan, afhankelijk van de hoeveel heid daglicht en stemming, per etage gedimd worden. Dat wordt echt waanzinnig mooi." Als de nieuwe lichthal klaar is, schiet de verbou wing op. Toch zal het nog tot januari 2005 duren voor het werk is afgerond. Wat Berger betreft is De Bijenkorf Amsterdam dan weer klaar voor de toe komst. chthal van de Bijenkorf is ontdaan van zijn roltrappen iordt volledig verbouwd. Foto: GPD/Marco van Hal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 5