ontzettend op
je bek gaan'
'Je kunt telkens
ii-,
Biografie
Regisseur
Ben Sombogaart
met dubbel gevoel
naar Hollywood
ZATERDAGS
Als hij filmt, weet hij: kijk, ik
besta! Regisseur Ben
Sombogaart (1947) won met
films als 'Mijn vader woont
in Rio', 'Het zakmes' en
'Abeltje' Gouden Kalveren,
internationale filmprijzen en
een Emmy Award, de
prestigieuze Amerikaanse
televisieprijs. Zondagnacht
maakt hij met De Tweeling
kans op een Oscar. „Het
verrast me zelf dat ik het
heel leuk vind."
door Marjolijn de Cocq
Hij beweegt driftig met zijn han
den als hij naar woorden zoekt.
Wrijft in zijn ogen, door zijn
stoppelbaard. Speelt met de voorwerpen
die hij, onbewust tastend, op zijn werk
tafel aantreft. Roert de bodem uit kop
pen koffie. Regisseur Ben Sombogaart
houdt er niet van het feestvarken te zijn,
hij is niet de leukste op partijtjes. „Om
dat ik dan niet de goede rol heb. Maar
als ik een film maak, en daar sta voor het
front van de troepen, heb ik er geen last
van. Dan weet ik: kijk, ik besta."
Feestvarken is hij nu toch, op weg naar
Hollywood om daar hopelijk toch maar
wel die Oscar in ontvangst te nemen
voor zijn speelfilm 'De tweeling'. Hij
heeft dan nu ook maar een smoking ge
kocht in de Amsterdamse P.C. Hooft-
straat, grijnst hij. Volgens zijn producent
kon Sombogaarts oude pak uit een maf
fe tweedehands winkel - in de zak vond
hij nog een Oost-Duits garderobenum
mertje - écht niet meer. „Je mag er niet
underdressed heen."
Hij grijnst nog meer als
hij vertelt over de 250 li
mousines die de gasten
straks bij de rode loper
van het Kodak Theater
aan Hollywood Boulevard
afzetten. Over de verkla
ring die hij nu al heeft
moeten ondertekenen. Wat hij, als hij
wint, allemaal niet mag doen met zijn
Oscar en dat die bezit blijft van de Aca
demy Award. Over de strijd om extra
kaartjes. Met liefde had hij het zijne weg
gegeven aan een van de acteurs.
Het is een dubbel gevoel. Alsjeblieft, lie
ver niet, had hij nog even gedacht op de
dag dat de nominaties bekend werden.
Liever lekker aan de gang met Pluk Van
De Petteflet, de nieuwe Annie M.G.
Schmidt-film die dit jaar moet uitko
men. Aan de andere kant: de eer is
waanzinnig. Een Oscar is een soort
sprookje, zó ver weg datje er ei
genlijk alleen maar grapjes
over kunt maken. Zo
van: die Emmy is bin
nen, nou nog een Os
car. Dus hij laat het
nu allemaal maar
gebeuren. „Ik vind
het toch heel leuk.
Het verrast me zelf
dat ik het heel leuk
vind."
Het was Herman,
verantwoordelijk
voor de montage
van De Tweeling,
die een absoluut geloof had in de film.
De relatie met je editor, zegt Som
bogaart, is wel de meest intieme die je
als regisseur hebt. Die ziet al je fouten en
falen, die ziet ook al het materiaal dat'
niet goed is. Herman riep: 'Het is zó
mooi, het is zó goed, de beste film die je""
ooit gemaakt hebt!'
„Ik geloofde hem voor geen meter. Ik
dacht: die jongen beschermt mij. Ik heb
me heel lang verzet tegen wat ik zijn op
portunisme noemde. Hij voelde dat het
goed was." Zelf raakte hij pas later over
tuigd. „Een première is natuurlijk hel.
Dat is een vreemd circus waarbij tiie-
mand zegt wat-ie echt denkt of vindt of
voelt. Daarna is pas de uitbetaling, als jé
merkt dat het publiek wordt geraakt."
S<hrikbeeld
Altijd, bij ieder project, heeft Som
bogaart de grootste twijfels in de aan
loop. Mensen die keihard bezig zijn vier
miljoen euro bij elkaar te
ploeteren - en dat moet
hij straks allemaal gaan
waarmaken. Daar kan hij
wakker van liggen, maan
denlang, ongenietbaar
zijn. Ook met 'De tweè-
ling' heeft hij gedacht: niet aan begin-
nen. „Er zijn voortdurend momenten
dat ik denk: is het eigenlijk wel al die
moeite waard? Als het maar niet heel ou
bollig wordt. Het zijn altijd van die
schrikbeelden: als het maar niet... als het
maarniet..."
Pas op het moment dat het repeteren,
het draaien begint, gaat de film leven.
Elke keer valt het resultaat toch ook wel
weer mee. „Het is allemaal erg vermoei
end. Je kunt elke keer ontzettend op je
bek gaan. Je moet die hele machine met
je meekrijgen. Het is echt een grote
strijd."
Soms denkt hij: ik ga iets rustigs
doen. Alleen nog maar lesgeven.
„Het blijft toch wel heel leuk om
een mooi verhaal te vertellen.
En die spanning... Kennelijk
moet ik altijd iets bewijzen.
Anders begin je er niet aan.
Bewijzen dat hij bestaat, dat
moet hij. Omdat hij als jon-'
getje zo vaak het gevoel had
dat hij met bestond. „Ik liep
vaak in mijn eentje op straat te
fantaseren dat ik interviews zóu
geven. Ik wilde iets te vertellen
hebben. Belangrijk zijn."
Het heeft er mee te maken dat hij
ter wereld kwam op de plaats van
iemand anders. Zijn ou
ders hadden vóór
hem een doch:
ter- gehad. Zé
overleed op
Ben Sombogaart wijst bij de première van Abeltje (november 1998) de jonge filmsterren Rickey van Gastel (Abeltje) en Soroya Smith
(Laura) de we^.
haar.zévqntiende, net na de Tweede We
reldoorlog, aan tbc. „Ze waren met z'n
drietjes uit de hongerwinter gekomen en
dan gaat je kiftd dood. Dan houdt het le
ven op - vóór mijn moeder in ieder ge
val. Op-recept van de dokter hebben ze
toeftmij gekregen. Wantje kunt toch
een nieuwe maken?"
Hij moest, dénkt Sombogaart, een beetje
gaan lijken op dat dode meisje, in de
ogen. van zijn ouders zo'n ideaal kind.
Hij ging altijd mee naar de begraafplaats,
haar portretten hingen oyeral - als puber
stak hij er wel eens zijn tong naar uit, zo
van: mens, sodemieter toch op! „Je zusje
dit; je zusje zo. Ze wilden graag dingen
van haar in.rnij terugzien - maar ik was
heel anders."
Lang niet zo söciaal .als dat zusje dat
heel getapt was, op dê korfbalvereni
ging'zat en bij kampvuren met gita
ren. „Altijd groepjes. Altijd leuk. Net
nis mijft vader eigenlijk, dat was ook
zo'n man die floreerde als het allemaal
hartstikke gezellig was - middelpunt in
het sociale leven? En dat ben ik gewoon
riiet."
Waaniinnig
Zijn moeder was veel rustiger,
bedachtzaam en, denkt hij, vaak
ongeluklqg - met altijd dat ver
driet over dat overleden kind. Zijn
vaderwilde dat zijn zoon het ver
der zoü schoppen dan zijn eenvou
dige kantoorbaan, iets zou gaan
doen wat hij leuk vond. Ze zijn nu
ruim twintig jaar dood, maar die Os
car-nominatie zóu voor zijn vader
écht waanzinnig zijn geweest. Als er
eén filmpje van zijn zoon op televisie
kwam,.was zijn commentaar steevast: 'Je
naam staat wel heel klein op de titelrol'.
„Ik denk nu welrman, dit had je moeten
rilèemaken; Hij had het
^•oud^warengek 'Op TCCept V3n
-op-herii.-,',Maar ze be- 1 j 1 L. UU over de twee zusjes t(
handelden me niet zoals uG UOKlGT uGDDGn gen het decor van de
"ik was. Ze' erkenden"niet Tweede Wereldoorlog.
wie ik \va$.n Het werd 70 rnjj PGkfGPGlV Duitse omroepen, dis-
het thema van zijn films: J O O tributeurs: geen interes-
eenzame kinderen naar
Toen ik naar die boot ging, zag ik de pijn
in haar ogen: nou gaat er weer één weg."
Eigenlijk wilde hij 'revolutionaire' tv
gaan maken. Voor de IKON portretteer
de hij kinderen in Israël en Libanon,
volgde vluchtelingengezinnen, de kin
derhulpverlening. Een documentaire die
hij zou maken over jeugdbendes resul
teerde in de gedramatiseerde tv-serie
'Allemaal tuig', waarin kinderen speel
den die niet zo ver van die wereld
afstonden. Hij bleef daarna met kinde
ren werken - voelde zich verbonden.
'De tweeling' is alleen tussen aanha
lingstekens zijn 'eerste film voor volwas
senen', zijn andere films zijn geen kin
derfilms. „Ze gaan over de manier waar
op volwassenen kinderen behandelen.
Als ze alleen door kinderen gezien wa
ren, zouden het mislukte projecten zijn
geweest."
Fiets terug
Zeggen dat 'De tweeling' de beste film is
die hij ooit gemaakt heeft, kan hij niet.
Dat zou hij raar vinden tegenover die
andere films. Het is nooit de beste. Hij
streeft ook niet de perfecte film na, ziet
later altijd dingen die minder zijn dan ze
hadden kunnen zijn.
„Niet dat ik daar treurig naar zit te kijken
of zo, helemaal niet. Je hebt filmmakers
die erg lijden omdat het nooit is wat ze
willen. Als.je zo lang aan een film hebt
gewerkt en dan alleen maar de haren uit
je hoofd trekt omdat je denkt: dit is mis
lukt en dat is waardeloos - dat is niks. Als
ik alleen maar rond zou lopen van: goh,
het ene is nog beter dan het andere... dat
is ook onzin."
'De tweeling' werd vorig jaar geweigerd
voor het filmfestival van Berlijn. Ze vin
den het niks, was natuurlijk weer het
eerste dat bij hem opkwam. Een Duitse
co-producent was ook
al niet te vinden ge
weest voor het verhaal
gelukt'. Dat 'De tweeling' als een onver
valste tearjerker zou uitpakken - de om
schrijving komt van zijn producent - had
hij niet verwacht.
„Het is een hele schok als je ervaart dat
de mensen zo aangedaan zijn. Natuurlijk
speel je er wel mee. Ik ben er niet zo mee
bezig dat ik zeg: hier de muziek nog wat
harder, en die close-up nog wat langer.
Je vertelt een verhaal zoals je het zelf
mooi vindt. Dat is wat ik doe."
Foto: GPD/Harmen de Jong
wie niet wordt geluisterd. Het meisje uit
'Mijn vader woont In Rio' dat zo"naar
haar vader verlangt; het Jongetje dat een
plotseling verhuisd vriendje zijn mes
niét kan teruggeven in 'Het zakmes';
•Lotte inJ De tweeling' die het gemis van
haar tweelingzusje móet wegstoppen.
r.Ik denk dat ik me daarin herkende. Je
kunt kinderen nog zo vertroetelen, maar
je moet ook op zoek gaan naar wie ze
zijn. Ik-maak met 'mijn zóóns ook voort
durend fóutën, ben soms veel te dwin
gend. Je bent je als ouder vaak veel te
weinig bewust van de machtdie je
hebt,": v
Zijn schóöltijd heeft hij echt gehaat. Hij
bleef een'paar keer zitten, moest van de
hbs terug naar de mulo. en schaamde
zich daarvoor. Heel ver weggestopt heeft
hij nog dé verhaaltjes-diehij in zijn klei-
ne rotkarftertje schreef op een oude Un-
dèrwood-schrijfm'achinë. Lekker fanta-
sereh in zijn eigen wereldje. Het ging
verder dan dat. Hij werd ook een ontzet-
tende leugenaar, verzon van alles om
zidh belangrijker vooftte doen dan hij
was. Om te compenseren, denkt hij -
Want goed voetballéh kon hij óók al niet.
Ras pp de filmacademie dacht hij: hier
hoor ik thuis, dit is mijn wereld. Toen
hield het liegen op, Hij had ontdekt dat
hij visueel was ingesteld, ging van films
houden. Met ftnïlo kon hij niet bij de
Filmacademie terécht; hij moest eerst
naar het avondlyceum voor een diplo
ma. Nooit iemand dié naar dat papiertje
gevraagd-heeft, moppert hij.
Tqch was het achteraf wijze raad, want
hij was zestien en moest eerst maar eens
wat levenservaring opdoen. Al mislukte
zijn eerste poging om uit huis te gaan
meteen. Hij ging op een boot wonen,
maar het .vroor dat het kraakte. „Mijn
moeder vond het heerlijk toen ik terug
kwam,-ze stond'elke morgéft met van al-
les en nog wat aan mijn Voeteneinde.
Oud zeer, was de slotsom. Ach, Som
bogaart is zelf zoon van een man die bij
iedere Duitser riep: 'Geef me mijn fiets
terug!' Hij had als kind van '47 een aan
geboren hekel aan Duits en zette tot zijn
dertigste nooit een voet in Duitsland.
„Zelfs als ik naar Italië moest, reed ik
om."
Nadat meer dan twintig landen voor wa
ren gegaan, werd de film uiteindelijk ook
door Duitsland gekocht. Vlak daarna
kwam de Oscar-nominatie. Na al zijn
twijfels heeft Sombogaart nu ook zijn
bevestiging, 'dat het kennelijk toch wel is
Geboren: 8 augustus 1947 in Amster
dam, woont'samen met Loes, kinde
ren: Kevin en Boris
(tweeling, 16), Yoeri (31).
Freelance regisseur, studeerde in 1973
af aan de Nederlandse Film en Televi
sie Academie. Maakt sinds 1981 televi
sieseries en speelfilms. Emmy Award
en een Gouden Kalf voor 'Het zakmes',
Gouden Kalf voor 'Abeltje'. Gouden
Kalf en Oscar-nominatie voor 'De
tweeling'.
Speelfilms: 'Mijn vader woont in Rio'
(eerste prijs Filmfestival Berlijn, prijs
Nederlandse Filmkritiek); 'Het zakmes'
(Gouden Kalf, Cinekid Award, Emmy
Award); 'De jongen die niet meer
praatte' (Unicef Prijs), Grand Prix Can
nes junior); Abeltje (Rembrandt voor
beste Nederlandse film, Gouden Kalf,
Prix du Public Montréal); De tweeling
(Gouden Kalf, Oscar-nominatie).
In voorbereiding: 'Pluk van de pette
flet' (naar Annie M.G. Schmidt, 2004),
'Kruistocht In spijkerboek' (naar Thea
Beekman, 2005). Televsie o.a.: Allemaal
tuig, Achterwerk in de kast, Mus, De
aanklacht, Wet Waan, Ibbeltje.
Scene uit de De Tweeling, met Nadja Uhl (boven) en Thekla Reuten. Foto: ANP