SPORT
Theo de Rooy: van chef naar gezagvoerde;
'Eigen jeugd eerst
is hier het credo'
f»
tl
'Die welopgevoede jongen, zoals ik altijd word gezien, heeft zich gewoon staande kunnen houden in de jungle' "•al1
dinsdag 24 FEBRUARI 2(9
Olj
ren
I-C
laat!
poe
Jeidi
b he
|dda
Twente-vedette Boschker is bij Ajax een van de velen
door Leon ten Voorde
Amsterdam - De voormalige ve
dette van FC Twente is bij Ajax
opgeslokt door de anonimiteit.
Sander Boschker: soms is hij der
de keeper, af en toe tweede
doelman, maar nooit is hij num
mer één: „Ik zou het heel erg
vinden als ik bij Ajax weg zou
gaan zonder dat ik een wedstrijd
heb gespeeld."
Zie hem lopen in die machtige
wereld die Ajax heet. Zal het
ooit wennen? Sander Boschker,
doodgewoon kind van de Ach
terhoek, is in Amsterdam op de
catwalk van het internationale
voetbal beland. En dat is - met
alle respect - toch iets anders
dan een relatief rustig bestaan
bij FC Twente.Ajax is glitter
en glamour. Als je ziet wat hier
soms rondloopt... Leuk om een
keer mee te maken, maar na
een paar keer heb je al die ster
ren ook wel gezien. Ik ben veel
te nuchter om me gek te laten
maken."
Boschker mag dan nu het aure
ool van een Ajacied met zich
meedragen, er gaat voor hem
nog altijd niets boven Lichten
voorde, de plaats in Twente
waar hij werd geboren en ook
voor eeuwig zal blijven wonen.
„Ik heb in Amsterdam wel een
appartement, maar ik slaap
daar hoogstens twee keer in de
week. Amsterdam is leuk om
een keertje te winkelen, maar
verder heb ik niets met de stad.
Ik ben sowieso geen stadsmens.
Wat moet ik hier in mijn eentje
in zo'n groot appartement
doen? Ik rijd liever elke dag te
rug naar Twente, zodat ik mijn
vrouw en kinderen kan zien."
Het klinkt raar voor een speler
die nooit speelt, maar de over
gang van Twente naar Ajax is
hem meegevallen. Natuurlijk:
bij Twente kent hij iedereen, is
het allemaal iets gemoedelijker
en gaan de spelers na de wed
strijd niet meteen naar huis.
Maar verder valt er eigenlijk
niet zoveel te klagen over het ri
ante bestaan bij de recordkam
pioen.
Nomale jongens
„Ik had altijd het idee dat ze
hier verschrikkelijk arrogant
zouden zijn, maar na twee da
gen heb ik dat beeld al moeten
bijstellen. Het zijn allemaal heel
normale jongens die goed met
elkaar omgaan. Het enige waar
ik nog altijd niet aan gewend
ben, is de leeftijd van de meeste
spelers. Ik kijk soms bewust om
me heen in de kleedkamer en
dan denk ik echt: waar ben ik?
Zit ik bij een jeugdelftal, of zo?"
Het klinkt paradoxaal, maar nu
hij in de herfst van zijn loop
baan eindelijk bij een topclub is
beland, beweegt hij zich ano
niemer dan ooit door de voet
balwereld. Ja, hij wordt nog
steeds herkend door handteke
ningenjagers. Maar de man die
in Enschede stijlvol van paal
naar paal dook, zweeft in Am
sterdam louter van bank naar
tribune. De vedette van Twente
is bij Ajax een van de velen. „Of
ik de schijnwerpers mis? Soms
wel, soms niet. Ik mis het spe
len, maar de wereld er om heen
niet. Ik ben niet zo gek op al die
aandacht."
Spijt van zijn overgang zegt hij
niet te hebben. „Nee! Absoluut
niet. Bij Twente reed ik soms
nog wel eens met tegenzin naar
de training, maar bij Ajax is dat
nog nooit gebeurd." Zijn ont
kenning rolt met overtuiging uit
de mond. „Na al die jaren
Twente wilde ik gewoon een
keer wat anders. En bij Ajax
kreeg ik de gelegenheid om
eens in de keuken van een top
club te kijken. Ik hoor overal
dat ik voor het geld heb geko
zen, maar dat is onzin. Bij
Twente verdiende ik bruto
meer dan nu bij Ajax. Ik vond
dat ik destijds niet op een goe
de manier ben behandeld door
Twente. De onderhandelingen
verliepen ontzettend stroef en
daar heb ik mijn conclusies uit
getrokken. Wat ik dan wel
waardeer is dat de mensen bij
Ajax-doelman Sander Boschker in hartje Mokum: .Amsterdam is leuk om een keertje te winkelen, maar verder heb ik niets met de stad. Ik
ben sowieso geen stadsmens. Wat moet ik hier in mijn eentje in zo'n groot appartement?" Foto: GPD/Marcel Israel
Twènte later hebben toegege
ven dat ze het niet helemaal
goed hebben gedaan."
Boschker ging naar Ajax in de
wetenschap dat Bogdan Lobont
de nummer een was voor trai
ner Ronald Koeman. Voor de
plek op de bank moest hij het
maar gaan uitvechten met
Maarten Stekelenburg. „Die
strijd durfde ik wel aan, maar in
de voorbereiding raakte ik ge
blesseerd aan mijn knie. En dat
is het slechtste wat je kan over
komen als je bij een nieuwe
club bent gekomen", zegt
Boschker.
Later toen hij fit werd, wisselde
Koeman het voortdurend af.
Dan zat Boschker twee duels op
de bank, dan weer ging de
beurt naar Stekelenburg. Hij
wist van te voren dat het zo zou
kunnen lopen, maar het blijft
lastig om het te accepteren als
je altijd ongenaakbaar bent ge
weest. „Elke keer als ik niet bij
de eerste achttien zit, ben ik
enorm gepikeerd", geeft Bosch
ker toe. „De spelers en de trai
ners weten dan ook dat ze de
eerste twintig minuten van de
training niet tegen me moeten
zeuren, want dan ontplof ik."
Het probleem is dat spelen in
Jong Ajax geen optie is voor een
33-jarige. „Ik heb dit seizoen
nog maar zeven wedstrijden ge
speeld. En van die zeven duels
waren er drie tegen Excelsior 2.
Ik zeg ook wel eens geksche
rend dat ik alleen nog maar te
gen Excelsior word opgesteld."
Voetballend beter
Toen Lobont in de winter ge
blesseerd raakte, leek Boschker
heel even uit de schaduw te tre
den. Vooral ook omdat hij in
sommige vriendschappelijke
duels meer klemvast was dan
zijn concurrent. Maar Koeman
koos voor Stekelenburg. „Ja,
Stekelenburg wordt van alle
kanten gepusht. Ik weet ook
niet hoe dat komt. Ik ben er
niet blij mee, maar ze zijn hier
nogal gek op spelers uit de ei
gen opleiding. Eigen jeugd
eerst, dat is het credo."
„Ik denk dat het niveauverschil
tussen Lobont, Stekelenburg en
mij vrij gering is. Wat zij op mij
voorhebben is dat ze voetbal
lend beter zijn. Zij trappen net
zo makkelijk met rechts als
links een bal weg. Bij Ajax ver
wachten ze dat je elke bal die je
nodig. We moeten wel vF1
ken herverdelen. Je moefoe
niet te veel administratie
laten doen. Dat verweet! U
vroeger wel eens. Maar <j
komt goed uit. We hebbl©
cob Bergsma er nu bij al
man. Hij is voor de inteij"^
externe informatie."
m b<
Opvolgers ee
De Rooy zal ook op zoel{van
ten naar opvolgers voor|.nu,
kende topcoureurs van iH1
Wie draagt de vlag na Dl
Boogerd en Den Bakkerf'^1
staan er klaar om zich te®. eij
wikkelen tot echte winnj. e
„Ik zie ze nog niet in de p
rondrijden of ze moeten
nog aandienen. Daarorr|Y13
tegen de jonge renners:
teer van hun aanwezighi "O
Dekker en Boogerd zijn i,p T
renners. Om hen op te v
heel moeilijk. De impuls
zij geven, zie ik een andc er*f
niet doen. Bram de Grotf" 1
goed, Karsten Kroon zet,
schien de stap, dat hij ei
nvec
speelt bij de finish van
beeld de Ronde van Vla£
ren."
Maar tevreden was De
niet. „Wat me wel zorge|
de, was de moeite die d<
renners hadden om bij d
aan te sluiten. Daar spreè pi
veel over. Is de begeleidr
goed, missen we talentef
kunt een jungle laten on
waaruit dan ooit de best
bovendrijven, of je biedt
model aan waarin ze zi<
wikkelen tot de stap gei
kan worden. Ik kijk steei
ke renners het heilige vi
ben. Ze moeten van het
houden, moeten er veel
weten, moeten er dag eif
mee bezig zijn."
..una
e.®!ï
Ü]T
Praten
„Ik weet dat Boogerd en
nu al nerveus zijn. Boog
deze week alweer voorir
wel eens tegen de jonge
ners: elke dag dat je niet
Boogerd, Den Bakker of pi I
hebt gepraat, is een verli
dag. Probeer elke dag iel
tlse
aar
ialk
zo'n topper op te steken
en de andere ploegleidej
jonge renners wat extra
leiden. Eens extra het pa
te verkennen met een reu
een gesprek voeren, eror
meren dat zo'n jonge col
geen kans onbenut moepon
Elke keer als ze een rugrin f1
opspelden, hebben ze e^c
kans."
„Ik waarschuw ze geen
in allerlei bijzaken te ster"!1
Dan gaat het fout. Ik ken
ners die voor de vierde
verhuizen, steeds als ze P
krijgen. Ligt hij op de m3
tafel, wordt hij door zijnl -
gebeld over de kleur varfCl
gels in de badkamer.L
tie S]
ekw
terugkrijgt makkelijk ven
Ik ben voetballend voorj
gaan, omdat ik nu met b
voetballers werk. Het k'
tnaar daarom ben ik bij
de training ook een sti
ger dan bij Twente. Bij 1
ontplofte ik nog wel een
wat misging, bij Ajax ho^
veel minder vaak kwaadL
ken." p
Door de blessure van Lo£ger
hoort Boschker voorlopi^|v
tot de kem, maar wat als
Roemeen binnenkort wa
is? Dan lijkt zijn lot weeiï©i
noodlot te worden, de tij^p
„Ik heb daar ook al overr
dacht en ik zou het versq. ju
lijk vinden. Want als je oksjjs,
tribune zit, hoor je nerg^ze
Boschker heeft nog een ^oej
tract voor anderhalf jaarsj V(
Ajax en één ding weet hijgCj1.
zeker: hij wil zijn loopba^
afsluiten als reserve of tögrst.
klant. „De kans dat ik nu^
tract volgend jaar verlenL no
klein. Ik wil spelend afsq^e(js
nemen. Of dat in de ere-n(je^
ste divisie is, maakt me
Als het maar in de buurtgg^
want ik wil niet meer ve^a
zen- nivi
Ooit droomde hij van de
desliga, of de Premier Le
het is er nooit van gekoriCn
Boschker heeft zich er
dels bij neergelegd. „Je if™
keeper ook geluk hebber. gt.
hij. Zoals Rein van Duijrij-)0I!
bijvoorbeeld. Die was in,rs u
land een doorsnee keeptoor
maar kreeg de kans bij Mvar(
chum en groeide in Dui^er
uit tot een held. „Nee, ik^ent
Nederland niets mindert^
Van Duijnhoven. Beter
Wat was er gebeurd als iLje
geleden voor PSV had
Dan was ik misschien w^in(
keeper van PSV geweest i
Waterreus. Maar ik moefo
eerlijk zijn: de topclubs
teiU,
ter nooit meer bij me teiimg(
komen, dan ben je blijktL str
niet goed genoeg."
door Gijs Eijsink
holten - Van renner werd hij
ploegleider en van ploegleider
werd Theo de Rooy onlangs vrij
wel geruisloos directeur van de
Rabo-wielerploeg. Het verraste
hem, maar verbaasd was hij niet.
„Ik was in mijn loopbaan vaak op
het juiste moment op de juiste
plek."
De buurman op het Erve
Broekhuis in Holten, die niets
van wielrennen weet, was het al
opgevallen. Er is iets veranderd
in het leven van Theo de Rooy.
De auto met de schreeuwende
plakplaatjes erop was ineens
weg. De rijdende reclamezuil
die jaren lang de oprit 'sierde',
is sinds anderhalve maand ver
vangen door een grijze 'burger-
auto'. De Rooy zelf vindt het
prima. „Ik vond het een prach
tige auto, maar ik rijd liever
anoniem rond."
Hij genoot van zijn renner
schap, is trots op zijn werk als
ploegleider, maar loopt niet te
koop met zijn status. Voor de
schuifpui in de woonkamer
staat een plastiek van de beeld
houwer Tim van der Laan met
als titel 'fotofinish'. Het is het
enige object dat wijst op een
bewoner die 'iets' heeft met
wielrennen. Tussen een fraaie
fotocollage aan de muur bij
voorbeeld, zit dus geen enkele
opname van zijn verleden als
renner of ploegleider. Het ge
zin, vrouw Marian en de kinde
ren vormen het thema van de
foto's. „Die momenten zijn veel
leuker en dierbaarder. Ach, die
carrière als renner is zo lang ge
leden. Er is hier al genoeg wiel
rennen in huis."
De koers bepaalde zijn leven.
„In mijn slaapkamer stond 23
jaar lang standaard mijn koffer
klaar. Dan kwam ik thuis,
moest snel even heel veel rege
len, telefoneren, faxen, e-mai-
len en nam een paar dagen la
ter de koffer met schone kleren
weer mee naar de volgende
klus. Dat is onvermijdelijk als je
ploegleider bent. Dat ben je
overdag, 's avonds en tijdens de
vakantie. Altijd moet je bereik
baar zijn."
Als hij drie boeketjes rode rozen
zou mogen weggeven, hoeft hij
niet lang na te denken aan wie.
Aan mijn moeder, mijn
schoonmoeder; maar de eerste
gaat naar Marian. Ik zou ze ei
genlijk alle drie aan haar willen
geven. Ze heeft tijdens mijn
carrière als ploegleider zoveel
moeten opknappen, omdat ik
er niet was. Ze had haar partti
me baan, maar was 's middags
om drie uur altijd thuis als de
kinderen uit school kwamen.
Zonder sterke vrouw naast me
had ik het niet gedaan. Toen ik
voor het eerst een aanbieding
Zijn renners zwerven uit over de hele wereld, maar voor Theo de Rooy (inzet) is het gejakker voorbij. Na een carrière als renner (14 jaar) en
ploegleider (9 jaar) is hij nu algemeen-directeur van de Rabobank wielerploeg. Foto's: Reuters en GPD/Dinand Buisman
van Peter Post kreeg ploegleider
te worden, heeft juist Marian
mij gestimuleerd. Ik zei: Je weet
wat er op je afkomt. Zij zei: Ja,
maar jij krijgt zo'n kans maar
één keer."
Hogerop
Het visitekaartje van Theo de
Rooy is dus gewijzigd. Alge
meen-directeur Rabobank wie
lerploeg, staat erop. Van ser
geant-majoor naar generaal,
van chef naar gezagvoerder.
Geen stickers meer op de auto,
geen openstaande koffer op de
slaapkamervloer, geen gejakker
achter de renners aan, geen we
ken achtereen hotel in, hotel
uit.
„De overgang naar deze functie
is betrekkelijk geruisloos verlo
pen. Toen Jan Raas mij op 5 de
cember vertelde dat hij stopte,
rolde ik van mijn stoel af. Er
zong daarvoor wel iets rond.
We hadden als ploegleiders al
eens tegen elkaar gezegd dat er
iets broeide. Jan zei ook dat ik
het moest overnemen. Dat leek
hem het beste. En ik wist even
later dat ik 'ja' moest zeggen. Ik
was er aan toe. Maar niet als
tussenpaus. Stel dat ik de lijnen
had moeten uitzetten en een
half jaar later was er een ander
gekomen. Dat had voor onrust
gezorgd. Een geruisloze voort
zetting is het meest logisch. Dat
wist ik. Nu dit op mijn weg
komt, is het een uitdaging. De
dagen worden nu anders inge
vuld, verandering is vaak
goed."
Raas moest niet zomaar weg. Er
was kritiek, maar dat de resulta
ten vorig seizoen tegenvielen,
moet toch ook De Rooy en de
andere ploegleiders aangewre
ven worden. „Zeker, maar aan
kritiek zit vaak onredelijkheid.
We werden afgerekend op de
Tour de France. Maar we had
den de pech dat we op de eer
ste dag bijna een kwart van de
ploeg verloren. Onze kopman
Leipheimer brak zijn zitbeen. In
de Ronde van Spanje was hij
nog lang niet optimaal, maar
werd daar wel als ongeschikt
neergezet. Stel dat op het EK
Voetbal in de eerste wedstrijd
een belangrijke speler uitvalt en
Dick Advocaat moet het hele
toernooi met tien man spelen.
Absurd. Maar wij mogen geen
vervangers opstellen. Ik miste
bijna het hele jaar Erik Dekker
en Maarten den Bakker. Dus
kijk ik door die kritiek heen,
omdat die niet terecht was. Het
is kritiek van mensen die niet
verder kijken dan hun neus
lang is. Maar wat er is gebeurd
tussen Jan Raas en de Rabo
bank, is iets tussen Jan Raas en
de Rabobank. Ik stap eruit, zei
hij, want er is een fundamen
teel conflict. Ikzelf was daarbij
niet betrokken en heb ook niet
aan zijn stoelpoten gezaagd
toen er iets broeide. Dus nam ik
met een gerust hart de leiding
over."
Eerst was hij renner, daarna
ploegleider. Hij fietste onder
Godefroot, reed vervolgens
twaalf jaar bij Peter Post en
staat sinds oktober '95 bij de
Rabobank op de loonlijst. Drie
werkgevers. De Rooy blijkt een
loyale man te zijn. „Ik ben in
mijn uitingen, gedrag en keuze
van de mensen om me heen
heel consequent. Dat heb ik
steeds gehad. Ik ben er altijd in
geslaagd om door mensen of
organisatoren gevraagd te wor
den, waarin ik het zag zitten."
Welopgevoed
„Ik ben dus altijd op het juiste
moment op de juiste plek ge
weest, maak dus blijkbaar de
juiste keuzes. En ik ben heel
loyaal. Ik hou ervan met de
mensen met wie ik werk een
vertrouwensrelatie op te bou
wen. De onderlinge waardering
heb ik ook nodig. Dat zit onder
huids. Het wielrennen is een
harde wereld? Nee dus, dat
hoeft dus niet. Ik zit er nog
steeds middenin. Die correcte,
welopgevoede jongen, zoals ik
altijd word gezien, heeft zich
gewoon staande kunnen hou
den in de jungle. Wel ben ik re
soluter geworden. Dat moet
ook wel. Ik heb minder tijd om
renners en voor
de sponsor. Ie
mand die voor
de andere
ploegleiders ac
ceptabel is, ie
mand die res
pect heeft. Toen
viel de naam
Breukink. Frans
Maassen polste
hem. Of hij eens
wilde praten.
Dat wilde hij.
We dachten dat
hij zich bij de
NOS zo happy
voelde dat hij
dit niet zou wil
len, maar toen
hij wel wilde
praten, wist ik
dat ik hem over
de streep zou
trekken."
„Hij was er zelf
ook aan toe, zei
hij. Ik wist dus
dat hij gemoti
veerd was. Hij
weet als geen
ander hoe je
moet trainen, hoe je een renner
voorbereidt op een tijdrit of een
bergetappe. Hij past er goed bij.
Een dictator die overal aan
over dingen na te denken."
Sinds anderhalve maand is De
Rooy officieel de grote baas van
een wereldberoemde wieler
ploeg. Wat gaat er allemaal ver
anderen? „Grote baas? Ik moet
verantwoording afleggen aan
het bestuur. Eigen baas ben ik
niet, maar wel autonoom. Ik
voel eigenlijk geen groot ver
schil met vroeger. Ik heb mezelf
altijd verantwoordelijk gevoeld.
Ik moest in de Tour ook belang
rijke beslissingen nemen en
vragen beantwoorden. Ik sta nu
wat minder in de belangstel
ling, maar moet meer mensen
aansturen. We hebben tachtig
arbeidscontracten, twee ploe
gen met renners en begeleiders.
Ik zal wat meer afstand nemen,
maar blijf volop betrokken en
voeling houden met hen. We
hebben nooit een sterk hiërar
chische organisatie gehad. Raas
was daar de man niet naar, ik
ben dat ook niet. Ik overleg
graag, een plan moet door de
groep gedragen worden en niet
van bovenaf worden opgedron
gen. Ik stel me graag kwetsbaar
op, maar zal wel beslissingen
nemen."
Breukink
Zijn opvolger als ploegleider
heet Erik Breukink. Die was
toprenner, werd commentator
bij de NOS en is nu ineens eer
ste ploegleider bij Rabo. „We
hadden wat gesprekken bij de
bank. Het besef groeide dat we
een goede, ster
ke en betrouw
bare persoon
lijkheid moesten
hebben. Voor de