Portret van Leiden-Noord
REST At R A mt
Gezellige volksbuurt of achterstandswijk?
Leiden-Noord is vaak negatief in het nieuws. Vanwege de
overlast van junks en vernielingen door jongeren willen
sommigen er liever vandaag dan morgen weg. Onlangs nog
werd bekend dat twee groepen jongeren bewoners bedrei
gen en intimideren. Er zijn maar weinig mensen die daar
hardop iets over durven te zeggen. Maar Leiden-Noord
wordt ook gezien als een gezellige volksbuurt, een wijk
waar mensen graag wonen omdat de huizen er nog betaal
baar zijn. Bewoners aan het woord. Over 'de Cazastrook van
Leiden', 'poldermodel-Marokkanen' en patateters.
tekst: Paul de Tombe en Rody van der Pols
foto's: Hielco Kuipers
ZATERDAG
7 FEBRUARI
2004
ER
BIJ
Hannie Saribas (42), woont met haar Turkse echtge
noot en kinderen in de Margrietstraat.
„Ik ben geboren en getogen in De Kooi. En ik ga hier
nooit meer weg. Ze zullen me in mijn kissie uit dit huis
moeten slepen. Ik heb twee jaar in de Munnikenstraat in
de Zeeheldenbuurt gewoond, maar daar had ik het niet
naar mijn zin. De sfeer daar is heel anders. Net alsof je er
niet 'tussenkomt'. Het is wat dat betreft toch een ander
slag mensen.
Toen ik de kans kreeg om hier weer te gaan wonen, heb
ik het meteen gedaan. Hier praten de mensen tenminste
met elkaar. Er wonen allemaal jonge gezinnen in de
straat, van alle nationaliteiten. Door de kinderen - 21 in
totaal - hebben we veel contact, 's Zomers zit iedereen
buiten. Dan kun je de hele dag door koffiedrinken als je
wilt. Eerst bij deze buuf, dan weer bij die. Of neem zo'n
EK of WK voetbal. Tv's naar buiten, hartstikke leuk.
Maar ondanks de leuke kanten mogen er wel een paar
zaken veranderen. Je moet alles op slot houden, want er
wordt hier vaak ingebroken. Ook hebben we af en toe
overlast van zwervers en junks. Vooral bij de 'poort', het
paadje langs de achtertuinen, 's Ochtends vinden we
daar de spuiten soms terug. Als mijn kinderen 's avonds
thuiskomen, moeten ze hun fiets in de voortuin zetten.
Ze mogen van mij niet achterom. Hoewel ik moet zeg
gen dat het nu wel veel beter is dan vroeger. De politie
rijdt ook vaker door de straat. Soms doet het me wel pijn
dat er vaak zo negatief over onze wijk wordt gesproken."
Johan Olivier (39), eigenaar van snackbar Hendo in de
Marnixstraat.
„Dit is een heel gezellige volksbuurt, met de beste klan
ten van Leiden. Iedereen uit de omgeving komt hier wel
een paar keer in de week binnenlopen. Het is een ach
terstandswijk, met veel mensen die van een uitkering le
ven. Dat zijn patateters, dus heb ik hier veel vaste klan
ten. Die poffen wel eens, maar de rekening wordt altijd
netjes betaald.
De sfeer wordt de laatste tijd wel agressiever. Vooral in
de zomermaanden. De junks uit het Huygpark spreken
hier af en dan wordt er veel gedeald en gestolen. Verder
verpaupert de wijk nogal, omdat er veel oude huizen
staan die straks plat gaan. De bewoners zijn nu al aan
het verhuizen en de jeugd verhuist mee. We hebben hier
dan ook nog maar weinig last van hanggroepjongeren
waar sprake van was in sommige van die straten, die
trouwens ook broeinesten waren van wietplantages. Tja,
je moet toch wat als je een uitkering hebt en krap zit.
Maar hoe krap de mensen ook zitten, het blijft hier wel
gezellig. De mensen kennen elkaar en komen bij elkaar
over de vloer. Het zijn de junks die voor overlast zorgen.
Je kunt niks onbeheerd laten staan. En als bejaarde kun
je 's avonds laat ook maar beter niet alleen over straat
gaan. Je kunt hier ook niet alleen in de zaak staan. Je
moet constant opletten omdat de vlam zomaar in de
pan kan slaan. Met zulke situaties moet je kunnen om
gaan, maar dat kunnen we."
Mary Snik (44), werkt als oudercontactpersoon op ba
sisschool De Viersprong. Woont met haar man en kin
deren in de Driftstraat.
„Ik woon hier al mijn hele leven en ik moet zeggen: het
is hier de laatste jaren flink aan het verpauperen. Er staat
veel te veel rommel op straat. Hoe dat komt? Geen flauw
idee. Blijkbaar zijn de mensen makkelijker geworden.
Vaak wordt de schuld aan de gemeente gegeven. Maar
daar ben ik het niet mee eens. De reinigingsdienst doet
erg zijn best. Misschien komt het ook door de wijkcon-
tainers. Daardoor is het nu wel veel makkelijker om je
rotzooi op straat te dumpen.
Ook vind ik het erg jammer dat hier zoveel buurtwinkel-
tjes zijn verdwenen. Vooral voor oude mensen, van wie
er veel in deze wijk wonen, is dat erg vervelend. Toch
zou ik niet weg willen. Ik ben verknocht aan De Kooi.
Het is een echte volkswijk. Er zijn altijd mensen op wie je
kunt terugvallen. Mijn buurman verhuisde naar een
nieuwbouwwijk in Leiderdorp. Die kreeg daar last met
hangjongeren. Daar stond hij er alleen voor, terwijl de
bewoners elkaar hier op dat soort zaken aanspreken.
Soms merk ik wel dat er wat frictie is tussen de nieuwe
en oude bewoners. Veel van de jonge stellen die hier ko
men wonen, hebben helemaal geen tijd om op straat
een praatje te maken. Die mensen moeten hard werken
om de hypotheek op te brengen. Ik heb een buurvrouw
van tachtig. Zij heeft er wel moeite mee, dat er minder
sociaal contact is. En meer oude bewoners, vermoed ik
Frank Provoost (29), journalist. Woont met zijn vrien
din en zoontje in de Mauritsstraat
„Twee jaar geleden waren we met spoed op zoek naar
een huis. We wilden graag in een oud huis wonen, maar
het moest wel betaalbaar zijn. Dan kom je in dit soort
wijkjes terecht. Met de makelaar hebben we ook nog bij
huizen in De Waard en Tuinstadwijk gekeken. Maar dit
was het meteen. Die glas-in-loodramen, die houten tus
sendeuren in de woonkamer, erg mooi.
We hebben dus vooral voor het huis gekozen, niet voor
de wijk. Hoewel het hier goed wonen is. Lekker levendig
en dicht bij het centrum. Je fietst zo de stad in. Overlast
hebben we niet. Ja, de slagerij op de hoek is een beetje
de hangout. Daar is nog wel eens wat lawaai. Maar niet
zo dat het vervelend is. Wat dat betreft scheelt het mis
schien dat we hiervoor bij het Zuiderpark in Den Haag
hebben gewoond. Daar hoorde je echt iedere avond ge
schreeuw en sirenes op straat.
Misschien is het elders in de wijk anders hoor. Ik heb
wel het gevoel dat deze straat een soort 'grens' vormt.
Dat zie je met kerst heel duidelijk. Hier zijn misschien
vijf voorgevels verlicht, maar één straat verderop is het
echt madness, daar verandert het in één grote lichtstad.
Verderop wonen de echte Frans Bauer-liefhebbers, zeg
maar. Niet dat daar iets mis mee is. Zelf draai ik het liefst
hardrock, wat niet veel hoogstaander is, ha, ha, ha. Het
is in ieder geval een levendige buurt. Dat is altijd beter
dan zo'n Vinex-wijk. Dat is net een soort woonfabriek."
Abdelhaq Jermoumi (28), Marokkaan. Woont met zijn
vrouw bij zijn ouders aan de Willem de Zivijgerlaatu
Werkt bij een antiquariaat, stiuleert rechten, is jeugd
leider bij voetbalvereniging Roodenburg.
„Er wordt vaak een te negatief beeld geschetst van Lei
den-Noord. Er gebeurt wel eens wat, maar vergeleken
met andere steden, is dat weinig. Ik woon al sinds 1977
in die buurt, ik voel me volkomen veilig. Ook mijn Ne
derlandse buurman heeft niet het idee dat hij in de 'Ga-
zastrook van Leiden' leeft, zoals de hoven langs de Wil
lem de Zwijgerlaan wel worden genoemd, omdat er veel
Marokkanen wonen.
Dat stoort me verschrikkelijk, zoals ook het machtsver
toon van de politie me stoort. Als er iets aan de hand is,
komen ze hier met vijf wagens binnen rijden. Nergens
voor nodig vaak. Vroeger waren het de Turken die het
hadden gedaan, nu de Marokkanen. Er zal ook best wel
eens wat met ze aan de hand zijn, maar het valt wel
mee. Hier wonen echt 'poldermodel-Marokkaantjes'.
Daar zitten de ratjes tussen die je overal vindt. Die ver
oorzaken soms problemen, maar daarbij is wel een ver
schil tussen overlast en veiligheid. Wie de veiligheid in
gevaar brengt, moet worden aangepakt. Duidelijk, strak
en eenlijnig, met gevoel voor de individuele achter
grond. Want je moet ze zeker niet over één kam scheren.
Dat gebeurt nu wel.
Ik zou beginnen met een betere spreiding van allochto
nen over de stad en van het basketbalveldje in de Mar
nixstraat een voetbalpleintje maken. Met geluiddempen
de wanden en verlichting in de tijd dat jongeren voor
problemen kunnen zorgen. In de beeldvorming zijn dat
altijd de allochtonen. En er is niemand die dat tegen
spreekt, omdat er geen goede'politici zijn die de alloch
tonen vertegenwoordigen."
Henk Nieuwenburg (71), woont met zijn vrouw in de
Beatrixstraat, boven de winkelruimte waar hij voor
heen een drogisterij had
„Dit is volgens mij de meest zere plek van Noord. In de
ruim 45 jaar dat ik hier nu woon, heb ik de sfeer totaal
zien veranderen. Van een arbeidersbuurt is dit een straat
geworden, waar de stemming compleet anti-Hollands is.
Negen van de dertien zaken zijn van buitenlanders. Er
zijn alleen al drie islamitische slagerijen. Het zijn beste
mensen die er in staan, ik heb totaal geen last van ze. Ze
werken keihard en ze voorzien in een behoefte. Maar
drie?
Wat me ook verbaast, is dat ze in die slagerijen de pak
ken waspoeder zomaar in de etalage kunnen zetten.
Maar ja, er zijn wel meer dingen waarover ik me verwon
der. Over het theehuis achter de Turkse kapsalon, dat er
officieel niet mag zijn. Over de openingstijden van het
Turkse restaurantje, waar om half vier 's nachts mensen
nog iets komen halen.
Relatief gezien hoor je weinig over incidenten in Noord,
maar er gebeurt van alles. Er wordt gedeald, er is sprake
van vandalisme, van illegale bewoning door buitenlan
ders en van verpaupering. Veel van die mensen gooien
niks weg. Dat is hun mentaliteit. Hun geloof en hun
overtuiging wil ik ze niet afnemen, daar heb ik respect
voor. Maar dat respect mogen ze ook best voor ons to
nen door zich een beetje aan te passen.
Ze rijden hier met brommers op de stoep, parkeren hun
auto midden op de weg. We hebben het zelf in de hand
gewerkt. We zijn veel te coulant geweest, we zeggen er
niks meer van en we pakken niks meer aan.
Natuurlijk, die mensen zijn er en natuurlijk moeten ze
blijven. Maar je mag ze ook best duidelijk maken dat de
maat vol is."
Azzeden Dahhane (39), Marokkaan. Eigenaar van een
viswinkel op de Steenstraat Woont met zijn vrouw en
vier kinderen in de JavastraaL
„Ik ben in 1975 met mijn moeder naar Nederland geko
men. Ik was toen negen jaar. Ons gezin - mijn vader
werkte hier al - kreeg een woning in De Kooi toegewe
zen. Sindsdien ben ik hier blijven wonen. En ik moet
zeggen: deze buurt gaat alleen maar achteruit. Allereerst
is er weinig onderhoud. Kijk naar de Kooilaan. Daar zit
ten de gaten in het asfalt. En dat is al jaren zo. Maar veel
erger is dat deze wijk in een getto dreigt te veranderen.
In de jaren tachtig zijn er hele hordes Nederlanders naar
de Stevenswijk gevlucht, die toen net afgebouwd was.
Sindsdien druppelt het hier leeg. Voor iedere Nederlan
der die vertrekt, komt een buitenlands gezin in de plaats.
En dat is een slechte zaak. Dit is toch een multiculturele
samenleving? Maar als er straks helemaal geen Neder
landers meer in De Kooi wonen, is dit geen multicultu
rele wijk meer. En hoe moet het dan met de integratie?
Als een Marokkaan alleen maar Nederlandse buren
heeft, gaat dat vanzelf. Dan moet hij zijn buren wel met
'goedemorgen' begroeten. Maar als hij uitsluitend tus
sen Marokkanen woont, waarom zou hij dan nog Neder
lands leren?
De gemeente moet daarom voor veel meer goedkope
woningen zorgen, verspreid over de hele stad. Buiten
landers kiezen niet bewust voor Noord. Nee, ze wonen
hier omdat je nergens anders een huurwoning van 300,
350 euro vindt. Wat dat betreft valt de gemeente wel het
een en ander te verwijten. Ze had deze problemen al
lang kunnen zien aankomen. In de jaren tachtig speelde
hetzelfde in de Horsten in Slaaghwijk. Dat was toen een
rotbuurt. Daar is ingegrepen. Dat moet hier ook gebeu-
Ingeborg Westerhof (40). Kooihof. Getrouwd, tu<ee stief
dochters, dochter van 13, twee zoons van 16 en 8.
„Vorige week was ik bijna zo ver dat ik een Marokkaans
ventje aanpakte. Dat jochie was een paar turven hoog en
dat was zó brutaal... Als het mijn eigen kind was geweest,
had het een pak slaag gekregen. Bij een ander kind doe
ik dat niet, want daar zijn de ouders verantwoordelijk
voor. Als je het wel doet, krijg je onmiddellijk het etiket
opgeplakt dat je discrimineert. Maar het was voor mij
wel de druppel. Ik ben het zat.
Ik woon hier nu tweeënhalf jaar en dat is drie jaar te
lang. Met het huis is niks mis en met de volwassenen in
de buurt ook niet. Naast me woont een Syriër, een we-
reldvent. En van de Somaliërs en de Marokkanen die
verderop wonen heb ik ook totaal geen last. Nee, de
sfeer wordt volledig verziekt door de jeugd. Door Neder
landse jongeren en vooral door allochtone jongeren. Die
hebben totaal geen respect en als je er wat van zegt of al
leen maar kijkt, discrimineer je.
Dat het zo erg was, heb ik nooit geweten. In de Stevens
hof waar ik heb gewoond, waren de jongeren ook verve
lend en als je daar een been breekt, laten ze je liggen.
Hier niet, maar je wordt hier wel veel vaker geconfron
teerd met incidenten. Rond een paar Brazilianen, rond
junks die zich ophouden in het Kooipark en in de poort
jes in de wijk, en rond een kleine groep allochtone jon
geren die denkt dat ze alles kan zeggen. Je gaat er vanzelf
van generaliseren.
Ik durf mijn kinderen niet eens meer om een boodschap
te sturen. Vroeger dacht ik als ze buiten gingen spelen:
als ze maar niks uitvreten. Nu denk ik: als ze maar niks
overkomt. Natuurlijk zijn zij ook wel eens brutaal, maar
dat accepteer ik niet. Niet van mijn eigen kinderen en
niet van andere kinderen.