Van
Vliegende Huisvrouw tot Gouden Dame
FANNY BLANKERS-KOEN
Feiten Fanny op een rij:
Fanny's roem leeft ook na haar dood voort
Naam: Francina Elsje (Fanny) Blankers-Koen.
Geboren: 26 april 1918 in Baarn.
Deelname Olympische Spelen:
1936 (Berlijn) - 4x100 m: 5e (48,8 seconden),
hoogspringen: 6e (1,55 m).
1948(Londen)-100m: le(11,9), 200m: le
(24.4), 80 m horden: le (11,2), 4x100 m: le
(47.5).
1952 (Helsinki) -100 m: niet gestart in halve fina
les, 80 m h: uitgevallen in halve finales.
1960 (Rome), 1964 (Tokio), 1968 (Mexico-Stad) -
Ploegleidster Nederlandse vrouwen.
NK (1936-1955): 58 titels (13 x 100 m, 12x200
m, 11 x 80 m h, 10 x hoog, 9 x ver, 2 x kogelstoten,
1 x vijfkamp).
EK: 5 goud (1946 - 80 m h, 4 x 100 m, 1950 -
100m, 200m, 80 m h), 2 brons (1938 -100 m,
200 m).
Wereldrecords: 21.
Eretitels: Ridder in de Orde van Oranje Nassau
(1949), Beste atlete in de olympische geschiedenis
(1982, New York), toekenning Olympic Order
(1989), internationale atlete van de 20e eeuw
(1999, Monte Carlo).
Bijnamen: Vliegende huisvrouw, Flying Dutchmam.
Goud! Fanny wint in 1948 in Londen goud op de 100 meter, de 200
meter, de 80 meter horden (foto) en de 4x100 meter estafette. Foto
boven: Fanny in 1998 thuis in Hoofddorp bij de prijzenkast.
Foto's: ANP en United Photos De Boer
Kenners van de moeder der
sporten hadden Fanny
Blankers-Koen, bijgenaamd
De Vliegende Huisvrouw,
als atlete afgeschreven.
Wat mocht er verwacht
worden van een
dertigjarige moeder van
twee kinderen op de
Olympische Spelen van
1948 in Londen? De
zogeheten insiders kregen
het flink ingepeperd in het
Wembley Stadion, waar ze
vier maal goud haalde.
Eeuwige roem verwierf ze
tot haar eigen verbazing en
die zal na haar overlijden
niet wegsterven. Fanny's
naam leeft onverminderd
voort.
door Gerard van Putten
Tot en met het aanbreken van de grote finale
van haar leven is de zaterdagnacht overleden
Fanny Blankers-Koen publiek bezit gebleven.
Een halve eeuw na haar viervoudige goldrush
in het Londense Wembley Stadion tijdens de
Olympische Spelen van 1948 gleden nog ge
regeld schriftelijke verzoeken voor een hand
tekening bij haar in de brievenbus. Met naar
verbijstering neigende verbazing las de ooit
zo succesvolle atlete de namen en adressen
van de afzenders. Post vanuit alle hoeken van
de aardglobe. Ze zette altijd haar krabbel op
een papier of op een foto. Maar dat het en
thousiasme zo vele decennia na dato nog met
haar fans op de loop ging, kon mevrouw
Blankers nooit goed doorgronden. Lopen,
daar behaalde ze vroeger kampioenschappen
mee. Maar zou er in haar nadagen ergens een
wedstrijd in relativeren zijn georganiseerd, zij
had ongetwijfeld met grote voorsprong de ti
tel in de wacht gesleept. Tijdens een vraagge
sprek dat een deputatie van dit dagblad Fan
ny Blankers-Koen ter gelegenheid van haar
tachtigste verjaardag afnam, liet de Hoofd-
dorpse zich ijselijk nuchter ontvallen dat het
eigenlijk allemaal niks was, wat ze als actieve
loopbaan presteerde. „Want", zo sprak ze,
zonder een spier te vertrekken, „wat heb ik er
nou helemaal voor getraind!?"
Nee, dan haar tijdgenoot Jesse Owens, de
zwarte Amerikaanse sprinter en verspringer
die tijdens de genazificeerde Olympische
Spelen van Berlijn in 1936 driemaal goud
haalde voor de vertoornde ogen van Adolf
Hitler. Dat was in haar perceptie pas een at
leet! Naar Owens, haar grote voorbeeld naar
eigen zeggen, keek Fanny Blankers-Koen vele
jaren na het trekken van haar ultieme sprint
nog op. In Berlijn was ze als prille atlete, die
geheel in de geest van Pierre de Coubertin
deelnemen belangrijker had gevonden dan
winnen, op Jesse Owens afgestapt om stame
lend een handtekening te vragen. In Mexico,
32 jaar later, kwamen de twee elkaar weer te
gen. Fanny Blankers zei wie ze was, waarop
Owens broodnuchter repliceerde: „Joh, alsof
ik dat niet weet. Jij hebt vier medailles ge
haald in Londen."
Het was alsof ze werd opgetild, na de woor
den van haar vroegere idool. Dat eeuwige ge-
relativeer van haar prestaties had niets van
doen met een pose. Ze zette domweg haar
trainingsarbeid af tegen de vele uren die he
dendaagse atleten op de.sintelbanen door
brachten. En kon niet anders dan conclude
ren dat ze er eigenlijk 'maar weinig' voor had
gedaan. Blaséheid was Fanny Blankers-Koen
vreemd. Eigenlijk was Fanny Blankers-Koen
te Hollands, te 'doe maar gewoon dan doe je
al gek genoeg' om haar eigen verdiensten als
atlete echt naar waarde te schatten. Vermoe
delijk had ze daar niet eens de tijd voor als
loopster, want tussen de trainingen en wed
strijden door moesten er ook nog twee op
groeiende kinderen opgevoed worden.
Kleine Jan was net een jaar oud, toen ze in
1943 het wereldrecord hoogspringen op 1.71
meter bracht. Aan dat hoogspringrecord
kleefde nog het mooie verhaal dat Blankers-
Koen weliswaar een begenadigd springtalent
was, maar dat hoogtevrees Fanny ook tegen
hield de lat hoger te laten leggen dan 1.65
meter. Daar werd door coach Jan, haar echt
genoot, het volgende op gevonden: hij gaf
haar telkens lagere hoogten aan dan de wer
kelijkheid aangaf. Op het moment dat ze
meende de 1.63 meter te hebben overwon
nen, bleek het in werkelijkheid om een re
cordhoogte van 1.71 meter te zijn gegaan.
Nog jaren daarna heeft Fanny Blankers-Koen
wederhelft Jan quasi-boos verweten dat hij
haar naar een record te hebben gelogen. In
derdaad, het speelde zich allemaal af in be
zettingstijd. Alsof er niets anders was om je
druk over te maken, lijkt een voor de hand
liggende gedachte. „De sport zag je als een
welkome afleiding in die ellendige tijd. Maar
eind 1943 ben ik gestopt. Er was niet genoeg
te eten, waardoor de lust om te trainen ver
dween."
Fanny Blankers-Koen. Het zou de alleszeg
gende titel kunnen zijn van het tot ver na
haar dood tot de verbeelding sprekende le
vensverhaal van een atlete die eeuwige roem
vergaarde. Als Vliegende Huisvrouw', die
zich kroonde tot 'Koningin van de Spelen van
Londen' en die ver na beëindiging van haar
loopbaan nog werd gedecoreerd met de ereti
tel 'Atlete van de Eeuw'.
Na de bevrijding was ze als vanouds twee
keer per week gaan trainen op de sintelbaan
aan het Amsterdamse Olympiaplein, onder
leiding van haar echtgenoot Jan. Bepaald
complimenteus was deze trainer niet voor
zijn echtgenote. Veel later zei Fanny Blan
kers-Koen daar het volgende over: „Ik had
longen als blaasbalgen en liep voor mijn ge
voel ook redelijk, maar mijn man zei altijd: 'Je
start als een jarige bok'.
Was het iets anders met haar gelopen, ze zou
zich wellicht hebben onderscheiden als een
van Neerlands talentvolste zwemsters. Of als
turnster. Als zesjarige wilde ze 'op' de.plaatse-
lijke turnclub. Maar Fanny was eigenlijk te
jong, dus besloot ze schalks met haar leeftijd
te smokkelen. De spring in het veld die nooit
hekjes opendeed maar erover sprong, zag tot
haar genoegen dat er bij de turnclub ook veel
aan hardlopen werd gedaan. Sportieve aanleg
zat bij Fanny in de genen, zo veel was al vroeg
duidelijk. Zwemmen als een waterrat kon ze.
Maar vader Koen was van mening was dat de
combinatie hardlopen-zwemmen zich niet
goed verdroeg, zodat zijn enige dochter in
een gezin dat vier jongens telde voor de keuze
kwam te staan. Tot op hoge leeftijd heeft ze
trouwens gezwommen en flinke afstanden
gewandeld. Want het lijf moest wel in bewe
ging blijven.
Het meisje uit de polder, dat op 26 april 1918
in Baam ter wereld kwam, heeft alom haar
naam gevestigd. In eigen woonplaats Hoofd
dorp werd ze geregeld tot op hoge leeftijd
door passanten op straat staande gehouden.
'Bent u soms Fanny Blankers-Koen?' Gevat
wilde zij dan wel eens antwoorden: 'Ik ben al
tijd Fanny Blankers-Koen'. En dan zag ze er
absoluut niet tegenop om wildvreemden
vriendelijk te woord te staan, als ze werd aan
gesproken op haar verleden van loopwonder.
Vermoedelijk is Blankers-Koen er ook onge
wild verantwoordelijk voor geweest dat de
over zijn woorden struikelende radioverslag
gever Peter Knegjens plotsklaps een be
roemdheid werd, omdat zij vlekkeloos de
horden op de sintelbaan nam. Ter opfrissing
van het geheugen of ter kennisneming: Fanny
Blankers-Koen haalde in Londen goud op de
100 meter, de 200 meter, de 80 meter horden
en de 4x100 meter estafette. En dat terwijl ze
als dertigjarige bepaald niet met hooggestem
de verwachtingen de oversteek naar de Engel
se hoofdstad had gemaakt. In een interview
dat medio april 1998 is gepubliceerd vanwege
haar 80ste verjaardag, zei ze er het volgende
van: „Voorafgaande aan de Spelen had ik nog
Op 21 november 1999 werd Fanny Blankers-Koen uitgeroepen tot de beste vrouwelijke atleet van
de eeuw. Samen met Carl Lewis, de beste mannelijke atleet, werd ze gehuldigd in Monte Carlo.
Foto: EPA
een wedstrijd gelopen op de sintelbaan van
Te Werve in Rijswijk. Nou, het wilde helemaal
niet. Journalisten schreven dat ik uit vorm
was. Zelf redeneerde ik: misschien dat ik in
Londen een finaleplaats haal. Maar daar
dacht Jack Crump, reporter van het Engelse
maandblad World Sport, heel anders over.
Fanny Blankers-Koen, ach nee, die was veel
te oud met haar dertig jaar. Ik werd dus ei
genlijk compleet afgeschreven. Naderhand
ben ik die Crump nog eens tegengekomen.
'Nou en?', riep ik naar hem. Zei die: 'Meid, ik
heb me vergist. Later is hij een van mijn
grootste vrienden geworden."
De Britse atlete Sylvia Cheeseman kon haar
ogen niet geloven, toen ze de Vliegende Huis
vrouw over de baan zag gaan. Wellicht inge
geven door jaloezie omdat ze voor eigen volk
was uitgeschakeld in de halve finale van de
200 meter, liet Cheeseman zich deze woorden
ontvallen: „Haar stijl was voor verbetering
vatbaar. Maar daar tegenover stond haar
kracht. Fanny was zo sterk, dat wij onszelf wel
eens afvroegen: is dit wel een vrouw? Maar ja,
ze had twee kinderen. Ze moest dus wel een
vrouwzijn."
Fanny Blankers-Koen heeft trouwens de an
dere leden van de 4x100 meter-estafetteploeg
op 7 augustus 1948 behoorlijk in de rats laten
zitten. Mevrouw Blankers-Koen moest zo no
dig een regenjas in the city kopen. Ze was in
geen velden of wegen te zien, toen de andere
drie atletes reeds aan het inlopen was. Maar
Fanny was toch nog op tijd en liet zich vervol
gens gelden als de locomotief van het kwar
tet.
Teruggekeerd in haar toenmalige woonplaats
Amsterdam viel haar op 12 augustus 1948 een
grootse ontvangst ten deel. Ze keek haar ogen
uit naar de menigte. „Het leek wel een gek
kenhuis."
Van het gemeentebestuur ontving zij een
fiets, zo'n naoorlogse stalen ros met terug
traprem, waar geen versnelling op zat. Fanny
Blankers-Koen was er nog blij mee ook. Nee,
het cadeau heeft ze niet bewaard voor het na
geslacht. Op is op, versleten versleten voorbij
voorbij. Zeker als de trappers er bijna afval
len. Het afstoffen van al die bekers en medail
les begon haai- op zekere dag ook tegen te
staan, dus hup, weg ermee. Alleen de vier
gouden olympische medailles heeft ze be
waard, in een bankkluis.
In de serie 'Geschiedenis van de Sport', ver
schenen in het Leidsch Dagblad haalde oud-
joumalist en voormalig archivaris van NOC
*NSF Ruud Paauw op 24 februari j.l. op een
voorval op, waarbij Fanny Blankers-Koen was
betrokken. Een jaar of twee na Londen kreeg
ze de concurrentie te duchten van de zeer
struise Foekje Dillema uit Burum. Op de
Olympische Dag van 1950 in het Olympisch
Stadion in Amsterdam haalde Dillema ljp
Nederlands record omlaag naar 24.1 sefn
den. De KNAU achtte de Friezin in eersial:
stantie goed genoeg om haar te selecteö 1
voor de atletiekinterland tegen FrankrijBe
Carcassone. Maar op het perron van Utn
Centraal werd haar door atletiekofficialt
verstaan gegeven dat ze uit de ploeg waAn
wijderd. Huilend aanvaardde Dillema dai
thuisreis naar Burum. Gesuggereerd is,jaa
brek aan sekstesten in die tijd, dat de Fine
hardloopster niet voor de volle honderoer;
cent vrouw was. In Friesland, zo wees n
tikel van enkele jaren geleden uit, wordiit
altijd vermoed dat er 'vuil spel' door Jait 1
kers en KNAU-secretaris Jo Moerman iaie
speeld om Fanny Blankers te verlosseniilc
een concurrente. Hoe bizar deze theoris 1
moge klinken, vast staat dat Fanny's tijaaa
te Puck van Duyne-Brouwer (zilver in F la
ki op de Olympische Spelen van 1952) ivo
achter wel het een en ander bij kon vodin
len:Als je Fanny ging bedreigen op denc
moest je oppassen. Jan Blankers heeft gde
beerd ook mij weg te krijgen. Toen ik g< v<
werd op de tweehonderd meter, heeft B j
nooit meer tegen mij gelopen.
Wat er ook van zij: de Vliegende Huisvrr
voelde zich in 1952 fysiek en geestelijk |ig(
geval nog goed genoeg voor nog een gdwi
ten tijde van de Spelen van Helsinki. Hg 1
kwam er niet van, ook al achtte ze zich sir
eigen zeggen beter in vorm dan vier jaa
der in Londen. „Ik had helaas zo veel 1«
een steenpuist tussen mijn benen, dat
niet ging. Daarbij was ik nog ongesteld
als was ik dat vier jaar eerder in Londei
Fanny Blankers-Koen liep in 1953 haarlvi
loopnummer. Ze kreeg last van haar krj n
Nog even is ze aan kogelstoten gaan d(
maar dat vond ze bij nader inzien een
nummer'.
Nog jaren na de finale van haar atletiel
baan viel haar de ene na de andere on<a<
scheiding ten deel. Nadat ze in 1948 w; 11
noemd tot Ridder in de Orde van Oran
sau, volgde in 1994 haar bevordering to
cier in de Orde van Oranje Nassau. De
meente Haarlemmermeer riep Blankei
in 1999 uit tot ereburgeres. Ten stadhuf
derging ze de huldiging, alsof ze voor 1 F®
eerst werd geëerd.
„Heb ik gewonnen, is het echt?", riep c1
81-jarige Fanny Blankers-Koen in Mor j®*
lo uit, toen ze op 21 november 1999 tij
een gala van de Internationale Atletiek1
ratie (LAAF) werd uitgeroepen tot Atlet
de Eeuw. Waarna ze zich zichtbaar ver n'
over alle aandacht. „Zelf dacht ik: wie
mij nou nog. Mijn resultaten zijn imm
de tijd, die hebben afgedaan. Ik was ei
overtuigd dat een jonger iemand zou
gekozen. Dat ik dit op mijn oude dag r W
mag meemaken."
Ze was tot dit weekeind publiek bezit. nl
woonplaats Hoofddorp is bijna dertig
een Fanny Blankers-Koen Sporthal. In t8
draagt een sportpark haar naam, terwF'
Hengelo jaarlijks in het Fanny Blanker
Stadion de Fanny Blankers-Koen Gam18
den gelopen. Genoeg eerbetoon? Geer i®
van. Nu ze niet meer onder ons is, zou A
le Nederlandse gemeentebesturen ziel?®
plicht moeten voelen een Fanny Blanl ïe
Koenstraat in te ruimen in het lokale si-
plan. Terstond, in hetzelfde ijltempo vj
mee zij eertijds vier maar olympisch g<
haalde. Ere wie ere toekomt.
Fanny werd in 1999 benoemd tot ereburger van Haarlemmermeer, de gemeente waar ze woont. Hier
staat ze temidden van jonge sporters van de atletiekvereniging AVH en de gymnastiekvereniging Pax uit
Hoofddorp. Foto: United Photos De Boer
Op 10 augustus 1948 keerde Fanny terug in Hoek
plakken. Foto: Spaarnestad Fotoarchief
van Holland met de vier in Londen gewonnen g<