Van uitbater Borrel tot tandarts Auw BNN-gevoel: vrijheid, blijheid 'Liever een 3 en een 9 dan twee keer een 6" Oprichter en voorzitter Bart de Graaff, die in 2002 overleed, is nog prominent aanwezig in het Hilversumse BNN-kantoor. Foto: GPD/Marco van Hal Vooropgesteld: naamgrappen zijn meestal niet leuk. Je kunt immers je naam niet kiezen. Die krijg je van je vader of - de laatste tijd in toenemende mate - van je moeder. Maar je beroep kies je zelf. En dat kan amusante combinaties opleveren. Er zijn honderden voorbeelden van te vinden. door Karin Gunderman Nomen est omen, de naam is een voorteken. Ouders denken diep na hoe ze hun spruit zul len noemen. Ze kiezen voor Beatrix (zij die ge luk brengt), Irene (vrede), Petrus (rots) of Justus (de rechtvaardige) in de hoop dat hun kind tij dens zijn leven deze belofte zal waarmaken. Met achternamen is het wat anders. Een keuze is er normaal gesproken niet. Je erft die door gaans van vader of moeder. Bijna tweehonderd jaar geleden kon je nog wel een achternaam kiezen. In de Napoleontische tijd, zo rond 1811, werd je in Nederland verplicht een geslachts naam te voeren en die te laten registreren. In de meer onder Franse invloed staande zuidelijke gewesten gebeurde dat al een paar jaar eerder. Velen voerden al een geslachtsnaam. Die ver wees bijvoorbeeld naar de stad of het dorp waar ze vandaan kwamen (van Delft, Van Loenen), een van hun eigenschappen (de Lange, De Zwart), hun beroep (De Boer, Bakker), de loca tie van het huis dat ze bewoonden (Van den Heuvel, Van Dijk) of de naam van hun vader of opa (Pieters, Jansz). Echt vast lagen die achter namen voor 1811 niet. De vader van Jan Pieters kon bijvoorbeeld Pieter Willems heten en diens vader Willem Everts. Maar zo rond 1811 werd iedereen geacht een achternaam te kiezen die van vader of moeder op kind werd doorgegeven. Niet zo vreemd dat sommigen hun reeds bestaande naam lieten vastleggen. Geen toeval dus dat je in vissersdor pen nog vishandelaren tegenkomt die Vis heten of een naam dragen die verwijst naar het pro duct dat ze verkopen (Baars, Steur, Snoek, Rog). Maar ook elders in het land kom je ze tegen. En ook dat hoeft geen toeval te zijn. Neem Wilma Graat van de gelijknamige vishan del in Nijmegen. Haar beroepskeuze was geen toeval, want ze is al de derde generatie die de winkel drijft. „Mijn opa is hier zo'n zeventig jaar geleden begonnen. Of het toeval was dat hij met de naam Graat een vishandel opende, weet ik niet", zegt ze. Echt last van de grappige com binatie heeft ze niet. „Soms denken de mensen dat het niet waar is dat ik zo heet, maar ik word er nooit mee geplaagd. Ach, de zaak gaat hier al zo ver terug, dat ze dat niet meer doen." Eigenlijk kennen we allemaal de voorbeelden wel: vliegenier Benno Baksteen, de weervrou wen Monique Somers en Diana Woei en direc teur Zoet van Klene's dropfabriek. Nog vrij vers in ons geheugen ligt het optreden van de bur gemeesters Van IJsseldijk, Maas en Zomerdijk die in 1995 werden geconfronteerd met water overlast in hun gemeenten in het Gelderse ri vierengebied. En als we verder terug gaan in de tijd komen we ingenieur Leeghwater tegen die het brein was achter grote inpolderingen. Het zijn maar enkele voorbeelden. Ze geven veelal enig vertrouwen in de kwaliteit die ze le veren in hun vak. Maar je moet wel erg over tuigd zijn dat je steengoed bent in je vak van ar chitect of makelaar als je familienaam Rothui zen is. Of Krot. En het getuigt van lef wanneer je met de achternaam De Boef of De Rover sollici- Ifprt hii lif nnlttie. Hel kan toeval zijn dal me~ neer Kerkhof in Den Haag zijn brood verdient als uitvaartondernemer. Voor zijn zoon, die meewerkt in het bedrijf, is dat wellicht niet het geval. Hij heeft trouwens een naamgenoot en collega in Tegelen. En een naamgenoot in Lei den, maar die is zelfmoorddeskundige. Er is een uitvaartondernemer die Leeflang heet en een collega De Dood heeft. En wat te denken van een tandarts Auw en dierenarts De Vloo? Ze be staan. Zoals ook verloskundige Ooievaar en uroloog Plasman bestaan. In de categorie hobby en vrijwilligerswerk: zou het toeval zijn dat mevrouw Aalmoes zich be zighield met voedseluitdeling aan bijstands moeders?; Dat meneer Blootma zich manifes teerde in de Naturistenvereniging Gelderland?; En meneer Wissel zijn vrije tijd besteedt aan modelspoorwegbouw? Ook in de horeca zijn er legio voorbeelden van grappige namen. Hans Borrel uit Zwolle bij voorbeeld is uitbater van een partyservice en voorman van de restauranthouders in zijn stad. „Het was geen toeval dat ik in de horeca kwam, maar een bewuste keuze toen ik 15 was", vertelt hij. Die keus had niks te maken met zijn achter naam. „Soms denken ze dat het een gekozen naam is voor mijn bedrijf, maar dat is niet zo. Sommigen spreken het uit als Borrèl, maar het is gewoon Borrel." Borrels kinderen hebben inmiddels ook de voordelen van de grappige combinatie naam- beroep ontdekt. „Mijn zoon zit in de horeca in Amsterdam en heeft zijn bedrijf de Borrelfa- briek genoemd. En zelf speel ik er ook een beet je mee. Ik heb een bedrijfje opgezet dat de Jon ge Borrel heet, voor kooklessen en zo." Zijn beroepsgroep heeft meer grappige combi naties: Fles, Bierhaalder, Brouwer, Kok, Moes pot, Van de Schepop, of Pan. Wellicht hebben ze ooit te maken gehad met de begeleidster van een alcoholproject, mevrouw Lazarus. En zo zijn er nog vele amusante combinaties te vin- den. oude Veronica. Wij zitten rechts van het midden, meer tegen Veronica aan." Maar als je ze vergelijkt met Veronica, laat dan alsjeblieft de blonde zonnebanktypes weg. En als ze VPRO zeggen, doelen ze op die van vroeger. Jeroen Pauw, BNN'er, over de VPRO van nu: „Zelfgenoeg zame onzin." Niet meer elk programma hoeft per se brutaal te zijn, vindt presentatrice Bridget Maasland. Volgens haar is BNN geëvolueerd. „Bart ging ramen ingooien en mensen wakker bellen, dat is echt bewust trappen omdat het in zijn karakter zat." De pro gramma's zijn volgens haar meer volwassen geworden ten opzichte van een paar jaar geleden. Niet bru taal alleen om brutaal te zijn, niet absurd om het absurde. „Maar af en toe is het wel zoeken. Ruuds Record Show vind ik bijvoorbeeld echt vre selijk. Hoe gekker hoe beter, dat idee. Waar gaat het over?" Creatieve kabouter De top van de omroep praat graag over de 'BNN-cultuur'. Die is vol gens hen losjes, informeel, met korte lijnen. Timmer: „Mijn deur staat al tijd open." Televisiedirecteur Maar ten van Dijk (sikje, hippe bril, door Bridget liefdevol omschreven als 'onze creatieve kabouter'): „Ze mo gen mij best een grote bek hebben." Er zou zelfs sprake zijn van een 'fa miliegevoel'. „Jammer dat de Tros die titel van familie al heeft ge claimd, want zo voelt het wel", zegt Bridget. Van Dijk komt met voorbeelden. „Laatst toen we op de radio de Ho mo 100 uitzonden, liepen ze hier al lemaal met een roze pruik op. Bij welke omroep zie je dat nou? En met de ledenwerfacties hielp iedereen mee." Die speciale cultuur, dat BNN-ge- voel, wordt door iedereen genoemd. Presentator Patrick Lodiers: „Toen ik voor het eerst bij BNN kwam, liep ik door het pand en dacht: fuck, wat is dit? Mijn sollicitatie was geen moei lijk gesprek met stropdassen, maar gewoon leuk. De rest heb ik met Maarten in de kroeg besproken. Toen ik mijn eerste redactievergade ring had, zat ik gelijk met drie lekke re wijven aan tafel!" Toch, echt rock 'n roll is er niet terug te vinden bij de jongerenomroep. Niemand komt met Rob Out-achtige anekdotes (Mister Veronica ontving een keer een sollicitante terwijl hij slechts gekleed was in broek en stropdas). Radio-eindredacteur Vik tor Terpstra, van onder meer BNN United, probeert: „Toen de uitzen ding een keer niet doorging vanwege Champions League, gingen we met z'n allen Monty Python-films kijken en pannenkoeken eten. We hebben niet veel gewerkt, wel veel gela chen." Bridget, grinnikend: „Pas hadden we nog een baby-boom. Driekwart van het pand was zwanger. Toen dacht ik ook: jees, waar gaat dit heen? Te levisieland is braaf geworden. We zijn een saaie generatie. Alleen bij Katja (Schuurman) denk ik wel eens: meid, wat heb je nou weer gedaan?" Ook in de leiding van de omroep zit ten geen figuren a la Rob Out. Tele visiedirecteur Van Dijk wil buiten werktijd liever niet gestoord worden; dan zit hij thuis met zijn gezin. Tim mer, die de plaats van de charismati sche Bart de Graaff heeft ingeno men, is een rustige, voorzichtige man. De voorzitter (35) heeft niet de symbolische rol van De Graaff over genomen, als brutaal boegbeeld. „Dat kan niet, ik ben niet grappig", zegt Timmer. Timmer leerde De Graaff kennen toen hij bij Veronica uitvoerend pro ducent werd van diens programma. Het plan om een eigen omroep te beginnen, ontsproot toen Veronica aankondigde het publieke bestel te verlaten. De Graaff en geestverwan ten zagen een kans om het 'jonge- rengat' op te vullen dat Veronica bij de publieke omroep achterliet. Tim mer was vanaf dat moment Barts tweede man. Over hun rolverdeling: „Ik heb altijd gezegd: Bart, jij bent de artiest. Maak je geen zorgen, alle for mele dingen hou ik bij je weg." De dood van De Graaff was voor Tim mer een grote persoonlijke ramp, maar in de praktijk veranderde er niet zoveel voor hem. „Bart was niet veel op kantoor; hij voerde geen functioneringsgesprekken en zo. Die dingen deed ik. Dat is niet veran derd." Snelheid Jeroen Pauw vindt de sfeer bij de omroep niet zo relevant. Wat BNN volgens Pauw vooral sterk maakt is de snelheid waarmee besluiten wor den genomen. „Bij de publieke om roep gaat het normaal gesproken wat langzaam, omdat het langs aller lei sub- en sous-chefjes moet. Toen ik gevraagd werd door BNN aarzelde ik, maar ik ben toch overtuigd ge raakt door de mogelijkheden die er zijn om programma's te maken. En Foto: GPD/Carlo ter Ellen BNN heeft zijn plek op de Nederlandse televisie veiliggesteld door 50.000 nieuwe leden bij elkaar te sprokkelen. Hoe gaat 'Bart's Neverending Network' er nu voor zorgen dat de programma's blijven scoren bij jongeren? 'Je moet voorkomen dat je een gezelschap krijgt dat elkaar op de schouders stompt en zegt: Weetje nog, vijfjaar geleden?' door Mischa de Bruijn Bridget Maasland en Katja Schuurman hielpen mee met de ledenwerfactie van BNN. Archieffoto: GPD/Martin Mooij ZATERDAG 19 11 0 I 24 JANUARI de snelle manier waarop dat gaat." Hoofd aankoop Hans Schwarz noemt de films waarin BNN heeft geparticipeerd als voorbeeld van daadkrachtig handelen: Costa!, Volle Maan, Van God Los, Phileine Zegt Sorry. „Films als Costa! en Volle Maan werden hiervoor nooit ge maakt, want die vonden geen plek bij de publieke omroep. Ook voor Van God Los waren ze jarenlang be zig om een financier te vinden, ter wijl dat natuurlijk een kwalitatief goede film is. Bij ons ging het heel makkelijk: het voorstel wordt gele zen, nog iemand ziet het en dan we ten we genoeg. We zijn een omroep van snelle beslissingen, niet van ein deloos vergaderen." De truc is volgens Van der Meulen om niet eerst een programma te be denken en daar een presentator bij te zoeken, maar andersom. „Wij hebben een presentator waar we in geloven, en daar ontwikkelen we een programma bij. We zijn personality driven. Daarom verzinnen we ook al onze formats zelf. Daarbij komt dat de presentatoren het simpelweg naar hun zin hebben bij BNN, weet hij. Bridget valt hem bij: „Je wordt heel vrijgelaten. Toen ik zei dat ik zelf wilde produceren, was dat geen probleem. Ze proberen je ook niet klein te houden. Daar word je vrolijker door, je krijgt meer energie. En ik word er heel loyaal van." Er dreigt wel een ge vaar voor de jonge or ganisatie. Het publiek bestel ligt onder vuur; er gaan steeds meer stemmen op de omroe pen met elkaar te laten fuseren, al dan niet per net. Gerard Timmer wil niet te veel vooruitlo pen op een dergelijk scenario. Maar als het gebeurt, hoopt hij dat het kind niet met het badwater wordt wegge gooid. In dat geval ziet hij wel wat in een ka naal waarop alle jonge renprogramma's van de publieke omroep worden gebundeld. Onder de vlag én lei ding van BNN. Maar voor de voorzitter is voorlopig de grootste dreiging dat BNN door groei en het verstrijken van de tijd wordt als de andere omroepen: bureaucratisch, met de bijbehorende managers en tussenmanagers. Jeroen Pauw: „Je merkt nu al dat het steeds meer een organisatie wordt die zich richt op het schema van het publieke bestel. Hoofd dit, hoofd dat, plaatsvervan gend hoofd zo. Neem BNN op Radio 1. Ik zou zorgen dat het wat brutaler wordt. Nu is het vooral agendawerk. Je moet je geen zorgen maken over wat de zendercoördinator ervan vindt, maar er tegenin durven gaan. Of er zit te weinig talent, dat kan ook natuurlijk." Volgens Pauw moet BNN ervoor wa ken Veronica achterna te gaan, de omroep waaruit BNN is voortgeko men. Veronica teert nog op een oud imago, met even oude namen. „Eerst was het Veronica-gevoel: je bent jong en je wilt wat. Nu zie je overal posters in de stad hangen met Adam Curry en Jeroen van Irikel. Je moet voorkomen dat je een gezel schap krijgt dat elkaar op de schou ders stompt en zegt: 'Weet je nog, vijf jaar geleden?'." Directeur Gerard Timmer: „Ik ben niet grappig, zoals Bart." Archieffoto: ANP Als je BNN bezoekt, stap je inderdaad een andere sfeer binnen dan bij de meeste Hilversumse omroepen. Waar de kantoren van andere omroepen vaak in niets verschillen met een door snee bedrijfspand, is het interieur van BNN opvallend. Op een bank bij de receptie zit een etalagepop. Over al ligt knalrood tapijt. Plafonds zijn uitbundig gedecoreerd, met sombr ero's bijvoorbeeld en kleurige bh's. Uit de inrichting spreekt het beeld dat BNN zorgvuldig heeft opge bouwd: wij zijn anders, jonger, bru taler. Het imago dat de omroep heeft te danken aan oprichter en voorzit ter Bart de Graaff, die in 2002 over leed. Veel BNN'ers spreken van 'ge dachtegoed' of 'de geest van Bart', al vindt hun nieuwe voorzitter, Gerard Timmer, het enge termen. Hij zegt het op een andere manier, namelijk dat Bart 'in zijn systeem zit'. „Ik vond Bart een durfal. Alles wat hij deed, was altijd groot. Bij BNN moet je groot denken." Ap van der Meu len, 'creative manager': „Ik hoor het Bart nog zeggen: jongens niet te mainstream, niet te veilig. Liever een 3 en een 9 dan twee keer een 6." Wat voor omroep is BNN? Gerard Timmer steekt twee vuisten in de lucht. „Dit is de VPRO, en dat is het £4*ShA/V0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 5