KUNST CULTUUR De klare toon van Carlos Ward Ex, de 'nieuwe eerste keus' van Boijmans Dood van broertje deerde Vincent van Gogh niet Twee meiden en de behangwinkelblues ots en folk ilburg >f Kafka onden pels in joelen jteres Ann roverleden ct< R7 ID-tekenaar rieden Amerikaanse saxofonist staat tweemaal in de Leidse Burcht ipos van neron Muzikale grollen van Combattimento Consort CJP krijgt een modern jasje - In Nederland is een tot onbekende brief van de ische schrijver Franz Kaf- {edoken. De auteur van [meer de romans Der p en Das Schloss schreef Bf in het Tsjechisch in teven jaar voor zijn dood. B gericht aan Ruzena iglova, een vriendin van igste zuster Ottilie De in Nederland te- toen de Nederlandse sla- lé van Santen hem be- ;n vijftig van de vorige tocht. Van Santen (1917- iseudoniem van Jan Mo- irkte van 1945 tot 1951 :ho-Slowakije en promo- daar op een proefschrift fka. 'AM - In de Doelen in lam vindt op 29 februari ideÜjk Black Gospel Fes- iats, georganiseerd door ig Loender Events. Aan le editie van het evene- len acht gospelgroepen, ide uit ruim honderd jen zangeressen, mee. i O Cap is de presentatie van ïkshoptraject voor jonge onder leiding van Joa- (kiet. iELES - De Amerikaanse tapdanseres Ann Miller n overleden aan de ge- Lan longkanker. Ze werd IMiller verwierf grote pjjde jaren veertig door er snelle tapdanspasjes, 500 per minuut. Ze Ier meer te zien in de •odklassiekers Kiss me the Town en Easter Miller werkte samen Ier anderen Fred Astai- Kelly, Ginger Rogers, jnatra en The Marx Bro- vrijdag 23 JANUARI 2004 ge Woodbridge. Foto: AP vork - George Wood- e, tekenaar van het satiri- ijdschrift Mad, is deze op 73-jarige leeftijd over- aan emfyseem. De teke- n van Woodbridge ston- ijna vijftig jaar lang in vrij- k nummer van Mad dat 1957 verscheen. Wood- was geobsedeerd door „Als wij hem een stuk de Eerste Wereldoorlog ga- ekende hij precies het ge en de koppelriem die toen ;n gebruikt", zei Mad-re- ur John Ficarra. Naast illustreerde Woodbridge -historische boekwer- waaronder het driedelige ican Military Equipage, 1872. amsterdam/anp - Schilder Vin cent Van Gogh leed niet aan een schuldgevoel door de dood van een ouder broertje. Van Gogh-kenners hebben daar vaak op gezinspeeld, maar uit een nieuw ontdekte brief van de kunstenaar concluderen deskundigen van het Van Gogh Museum in Amsterdam dat dat niet zo is. Voor het eerst sinds 1990 is er een brief van Vincent van Gogh is gevonden. Het schrijfsel werd gisteren in het museum gepre- senteerd. Een jaar voor de schilder in 1853 werd geboren, bracht zijn moeder een dood geboren jongetje ter wereld, dat ook de naam Vincent kreeg. In de psychologie is het fenomeen 'replacement child' bekend, wat inhoudt dat een later kind zich slechts als vervanger van het eerste beschouwt en daar onder gebukt kan gaan. Bij Van Gogh blijkt dat niet het geval. De kenners kunnen dat alle maal destilleren uit de pas ont dekte brief. Die schreef Vincent op 3 augustus 1877, toen hij lo geerde bij familie in Amster dam. Zijn broer Theo verbleef in Den Haag bij kunsthandelaar H. Tersteeg, waar Vincent ook al eens had verbleven. Tersteeg had in die periode net een dochtertje verloren. Vincent schreef hierover een opmerke lijke condoleancebrief. Zo stipt de latere schilder in het schrijven aan, hoe zijn vader destijds met de dood van het oudere broertje omging. Omdat Vincent dat feit slechts aanstipt, concluderen de kenners dat hij er niet echt meer mee zat. Op het moment dat de kunste naar de brief schrijft, bereidt hij zich voor op een studie theolo gie om predikant te worden. De condoleancebrief is dan ook doorspekt met bijbelcitaten. Vincent verhaalt ook over zijn ervaringen in Amsterdam (on gebruikelijk in een condolean cebrief) en sluit een brief bij voor zijn broer Theo (eveneens ongebruikelijk). Het Van Gogh Museum weet zeker dat de brief authentiek is, omdat de bijgesloten brief aan Theo al eerder opdook. Verder kloppen het handschrift, de pa piersoort en de inktverkleuring en is de brief in bezit van een persoon die hem via via direct van de vrouw van Tersteeg heeft gekregen. De eigenaar heeft het schrijven voorlopig in bruikleen aan het museum ge- gegen. Het museum is euforisch over de vondst. „We hadden niet verwacht dat er nog een Van Gogh-brief aan het licht zou komen", stelde directeur J. Leighton donderdag. Het aantal brieven van en aan de schilder ligt op ongeveer negenhon derd. Het museum bezit de meeste daarvan. Over de gelde lijke waarde van de nieuwe brief wil het museum niets zeg gen. door Ken Vos ig - In Tilburg begint op uari Route 04, een festival iuropese roots en folk. jaar heette het evenement iternational Folk Festival, rogramma bestaat onder uit optredens van Cobla la pal uit Amsterdam, de Se- flamencozanger Am- lortés, de Finse Pohjo- en eerbetoon aan Johnny een Belgische avond en laatste dag een kinder- amma. 'ood - James Cameron og dit jaar een grootscha- ience fiction-film opne- naar wil nog niet zeggen e zal heten en wat het ze onderwerp zal zijn. De iur die met Titanic nog de meest bezochte film al en op zijn naam heeft maakte de afgelopen zes tsluitend onderwater-do- itaires met de IMAX-the- ds belangrijkste verto- )lek. Deze week open- Cameron in Hollywood, )op van een speciale ver van zijn oude hitfilm nator 2, dat de speciale n die werden gebruikt in d Of The Rings-trilogie m het verlangen hebben om weer een speelfilm zoetermeer - De Amerikaanse saxofonist Carlos Ward (1940) zou eigenlijk al eerder naar Lei den komen, maar een spieraan- doening heeft hem tot nu toe gedwongen om langzaam zijn techniek op het oude peil te brengen. Aanleiding was de dood van zijn vriend, de Zoeter- meerse Coltrane-kenner Jan Ol- denhof die in 20oioverleed. Nu heeft Jazzpodium Hot House hem eindelijk weten over te ha len voor twee concerten. Morgen is in de Burcht een trio-optreden met Wilbert de Joode en Michael Vatcher geprogrammeerd, ter wijl zondagmiddag een solo-op treden met enkele gastmusici in de Lutherse Kerk gepland staat. Ondanks zijn imposante carri ère en brede ervaring is Ward niet zo bekend bij het brede pubhek. En dat terwijl hij toch met John Coltrane speelde en door Miles Davis voor zijn band werd gevraagd. De meesten zullen hem kennen als de alt saxofonist en fluitist die de mu ziek van de Zuid-Afrikaanse pianist Abdullah Ibrahim net dat beetje extra karakter gaf. Die jarenlange samenwerking bracht wel grote bekendheid voor Ibrahim, maar Ward voelt zich door hem nog altijd mis kend. De saxofonist is dan ook niet iemand die met alle geweld op de voorgrond wil treden. Hij is eerder een verlegen persoon lijkheid die zich inzet voor de 'goede zaak', zoals hij zijn mu ziek noemt. Carlos Ward groeide op in Pa nama en Seattle temidden van muzikale familieleden en de ve le platen van zijn vader. „Hij had stapels platen van Duke El lington, Count Basie, Louis Jor dan, Woody Herman, maar ook van zangeressen als Sarah Vaughan en Jo Stafford. Vooral Basie vond ik goed vanwege de swing; Ellington kon ik pas later waarderen toen ik hem live zag." In de jaren vijftig onstond er een levendige muziekscène aan de Amerikaanse westkust, met veel gelegenheden waar blues, rhythm blues- en jazzarties- ten kunnen optreden. „Ik be zocht ook regelmatig de plaat selijke platenwinkel waar ik eerst luisterde naar de West Coast-jazz van Shelly Manne, Harold Land en Leroy Vinnegar op Contemporary. Een open baring was het album'brüjant Comers' van Thelonious Monk met Sonny Rollins waarop nieuwe improvisatiemogelijk heden te horen waren." Op high school speelde Ward, zoals vele latere jazzmusici in de States, in de schoolband. Eerst klarinet. Pas later mocht hij de altsax overnemen van een schoolvriend die ermee ophield. Ook speelde hij in rock roll-bandjes. Na de high school werkte hij even in de bouw, maar 'tot je knieën in het cement staan' is niets voor hem. Hij besloot in het leger in te gaan, waar je je onder redelij ke omstandigheden verder in de jazz mocht bekwamen. Voor hij het wist belandde Carlos Ward in Frankfurt. Na zijn diensttijd blijft Ward nog een jaartje in Europa han gen en ontmoette, het is inmid dels 1964, de nieuwe jonge honden zoals trompettist Don Cherry en drummer Sunny Murray. De jazz raakte in een stroomversnelling en al gauw blijkt dat New York City 'the place to be' is. Vanaf 1965 woonde Ward er en het was een opwindende tijd. „Max Roach, de drummer, deed wel modern, maar wilde dat eigenlijk niet spelen. Zo mocht ik een keer met zijn band optreden en stopte hij de band tijdens mijn solo, omdat ik volgens hem te veel van het schema afweek. John Coltrane daarentegen Het me tijdens een optreden van hem meedoen en voelde met een aan wat ik deed." Er vonden in de tweede helft van de jaren zestig in New York allerlei experimenten plaats, maar aan het eind van het de cennium wordt het wel steeds moeüijker om op te treden. Rashied AH, de laatste drummer van Coltrane, speelt een be langrijke rol als organisator met zijn 'loft', een grote zolder waar vooruitstrevende improvisato ren welkom zijn. In het begin van de jaren zeventig sloot Ward zich aan bij een funkband die later B.T. Express zou gaan heten en verschiHende hits scoort, waarvan de bekendste 'Do It is. Toch bleef Ward de avant-garde jazz trouw. Hij ont ving een telefoontje van Miles Davis of hij langs wilde komen. .Achteraf vond ik het toch jam mer dat ik er niet meteen ach teraan ben gegaan, want nu vraag ik me toch af hoe het ge weest moet zijn om met zo'n geest te werken. Ward speelde tussen 1974 en 1992 in vele interessante bands, van onder meer Don Cherry, RosweU Rudd, Carla Bley, Cecil Taylor, Ed BlackweU en Don Pullen, maar hield zich toch vaak op de achtergrond. In die tijd viel Ward steeds meer op door zijn strakke, heldere toon die tegeUjk veel emotionele diepgang verraadt. In 1980, tij- theater recensie Dick van Teylingen Voorstelling: De ondraaglijke kutheid van het bestaan van Ravon. Idee en spel: Laura Rodenburg en Yvonne Henneken. Regie: José Kuijpers. Gezien in het LAKtheaterop 22 januari. Vanavond en zaterdagavond herhaling Hoe troosteloos en sneu is de wereld van het behang. En dan vooral van het behang met ab stracte motieven, dat het in de jaren zestig al niet verder ge bracht zal hebben dan b-keus. Laura Rodenburg en Yvonne Henneken hebben heel wat van die roUen treurbehang verza meld, genoeg om hun eigen winkeltje in te richten. Tussen die decoratie van het menseHjk tekort leven ze als twee behangmiddenstanders een leven dat het tegendeel van groots en meeslepend is. Op de brommer gaan ze naar de win kel. Ze luisteren naar de radio. Ze drinken koffie. Ze geven hun klanten trouwhartig en prak tisch advies. Ze doen mee aan de dessertwedstrijd: van elk leeggegeten potje yoghurt bel len ze het geluksnummer dat op de bodem staat door. Het plingplong van de winkelbel is de soundtrack van het avontuur in hun leven. Vol verwachting klopt hun hart, maar geen be zoeker wordt ooit een klant. Plingplong, daar gaan ze weer. Dit leven zou zo eeuwig door kunnen gaan, tot het onbe staanbare plaatsgrijpt. „Gefeü- citeerd, u hebt een VIP-arran- gement naar Wonderland ge wonnen", klinkt het. Maar de winnares wil niet: te druk, niet leuk, er moet iemand op de winkel passen, en op de poes, wat een rotprijs, ga jij maar. De ander durft het uitstapje buiten het behanggebeuren wel aan, maar wordt daar even genade loos als schlemiefig voor afge straft. Het leven is onrechtvaardig en pakt altijd de verkeerde men sen. De titel van de voorstelling valt op, maar klopt niet. 'De on draaglijke kutheid van het be staan' klinkt naar verzet en woede, terwijl de jonge vrou wen berusten en hooguit Hchte hoofdpijn krijgen van het ver langen naar bescheiden rimpels binnen hun bestaan. Laura Rodenburg en Yvonne Henneken hebben de ontroe rende onbeduidendheid met subtiele humor verbeeld. In kleine choreografietjes bekijken ze nieuw behang en roUen ze roUen uit of op. Ze hebben nau- weUjks tekst nodig, wat de sug gestie van sleur versterkt. Pro jecties (de timing kan nog pre ciezer) laten iets zien van hun innerfijk behang of helpen het verhaal verteUen. Hun jurken passen fantastisch bij hun han del. Als de ene verkoopster een leuke man aan de Ujn heeft die zijn slaapkamer wil behangen, raadt ze hem rood aan. „We hebben geen rood behang", zegt haar coUega snibbig. Later is het er toch; de enige effen strook, de enige die schuin figt, de enige acceptabele kleur. Rodenburg en Henneken zijn theaterdocenten, maar maak ten vorig jaar hun eerste voor stelling, 'Almost dead girl wal king'. Met 'De ondraagfijke en zovoort' hebben ze verder gero ken aan de magische ongewis heid van theatermaker. Van daag Leiden, morgen misschien heel Nederland. Hup met de meiden. De saxofonist Carlos Ward: „De toon, of beter gezegd, de sound die bepaalt je persoonlijkheid in de mu ziek." Foto: PR dens een van de tournees met 'die andere persoon' in Génève ontmoet hij zijn vrouw en sindsdien verbleef hij elk jaar enige maanden in Zwitserland. „Voor de inspiratie moet ik toch in New York zijn, omdat de musici daar bereid zijn om hun ideeën in je muziek te in vesteren." Pas in 1988 maakte hij zijn eer ste plaat als bandleider. 'Lito' wordt opgenomen tijdens het North Sea Jazz Festival, dank zij de oplettendheid van Jan 01- denhof. Inmiddels heeft Carlos Ward zijn eigen werk op drie cd's van zijn eigen label, PeuU Music, uitgebracht. In 1999, waarschijnfijk omdat hij te veel oefeningen doet (vrijwel de ge hele dag) slaat het noodlot toe - zijn vingers wülen niet meer. Hij moet noodgedwongen heel langzaam revafideren, mede omdat hij niet verzekerd was. „Ik heb het nu pas aangedurfd om op de uitnodiging van Mar tin Rohde van Hot House in te gaan." Ward is nog niet hele maal tevreden met zijn huidige toon, want hij experimenteert nog met aUerlei mondstukken. „De toon, of beter gezegd, de sound die bepaalt je persoon- Hjkheid in de muziek." utrecht/gpd - Het hing al een tijdje in de lucht. Maar het ver lossende woord kwam pas deze week na afloop van de vergade ring van burgemeester en wet houders. De 46-jarige Sjarel Ex vindt het een eer dat hij zich als nieuwe directeur van Boijmans mag aansluiten aan het iUustere rijtje Dirk Hannema, Koert Eb- binge Wubben, Wim Beeren, Wim Crouwel en Chris Dercon. „Ik vind dat geen kwafijke volg orde." Sjarel Ex is twee keer gevraagd voor de functie als directeur van het Boijmans. Eerst door de adviescommissie, die hem sa men met de Duitser Max Hol- lein voordroeg aan het gemeen tebestuur. Later werd hij door het gemeentebestuur gepolst. Op dat moment was Rotterdam haar eerste troef al kwijt: de ge meente Frankfurt hield HoUein aan zijn contract waardoor hij zich gedwongen voelde zijn kandidatuur in te trekken. Ex heeft niet de indruk dat hij zijn benoeming te danken heeft aan Ivo Opstelten, die hij kent uit de tijd dat de WD'er nog burge meester van Utrecht was. De kunsthistoricus ervaart zijn be noeming niet als tweede keus. „Ik ben de nieuwe eerste keus. De gemeente heeft zich goed wülen oriënteren en daar is~ ftiets mis mee." Sjarel Ex wil zich bij Boijmans gaan toeleggen op ondermeer het sur realisme. Foto: GPD Dat hij meteen is aangewezen, heeft zijn onderhandelingsposi tie aUeen maar verstevigd. Zijn twee eisen -- geen Hjken in de kast en het hoofddirecteur schap - zijn volgens hem door het coHege ingewilfigd. Hij heèft de garantie gekregen dat de financiële administratie van Boijmans op orde is en dat als er in de toekomst onverwachte claims voortkomen uit de nieuwbouw de gemeente zal bijspringen. Een logische voor waarde, vindt hij „Ik denk dat iedere kandidaat deze eis had gesteld. Elke huisvader wü zijn zaakjes op orde hebben. Niet dan?" Hij wenst slechts één man aan het roer. De functies van Der con en Hugo Bongers, thans zakefijk directeur, waren ne vengeschikt. De eindverant- woordeHjkheid komt vanaf 1 ju ni bij Ex te Hggen. „Wel zo effi ciënt." Ex zou in Utrecht vooral naam hebben gemaakt met zijn zake lijke aanpak. Onder zijn bewind zou het bezoekersaantal enorm zijn toegenomen. „Ik weet niet waai dat steeds terugkerend verhaal vandaan komt. Het Centraal Museum wordt jaar- Ujks goedbezocht, tussen de 110.000 en 130.000 bezoekers. Maar dat aantal is niet buiten gewoon." Als geen ander zou Ex bovendien sponsorgelden en fondsen weten te genereren. „Het Centraal Museum heeft een laag budget voor het in richten van tentoonsteUingen: slechts 100.000 euro per jaar. Om sommige programma's mogefijk te maken, was meer geld nodig. Dan kun je wel je hand gaan ophouden bij de overheid. Maar ik ben niet zo'n type dat het raam openzet in de hoop dat het geld vanzelf bin nen waait." Ex is vast van plan zich in het Boijmans op de inhoud te gaan richten. „De inhoudefijke kant is de essentie van het museum: het aankopen van kunst, wer ken met de coUectie en doen van wetenschappeHjk onder zoek. Ik weet dat Boijmans een zeer goed kennisinstituut is. De conservatoren zijn zeer des kundig. Ik zou daarom graag zien dat er vanuit dit museum meer gepubficeerd zou worden. Nu de slechte periode is afge rond, kan er voluit voor de in houd worden gegaan." De nieuwe directeur wü al wel vast verklappen dat hij zich wü gaan toeleggen op het surrealis me, een kunstrichting die uit gaat van het denkbeeld dat de dingen niet zijn wat zij schij nen, maar een bovenverstande- Hjke betekenis hebben. „Het Boijmans heeft een heel mooie surreafistische coUectie. Die wü ik graag onder de aandacht gaan brengen. Voor 2005 staat al een tentoonstelling over de Spaanse schüder Dali gepland. Daarna zou ik zelf graag een tentoonsteüing van de surrea- HstrtMax Ernst wülen maken." muziek recensie Lidy van der Spek Combattimento Consort, concertmeester Jan Willem de Vriend. 22/1 Stadsgehoorzaal, Leiden. Heinrich Ignaz Franz Biber wordt dit jaar herdacht. Drie honderd jaar geleden stierf hij in Salzburg als hofkapelmeester van de aartsbisschop. Biber was een virtuoos, zeer begenadigd viofist. Als componist wist hij de volksmuziek uit Bohemen en de hofmuziek uit Wenen en Salzburg origineel en uitermate grilHg te verwerken. Zo kon hij om speciale klankeffecten te verkrijgen de viool ontstem men, of Hever gezegd verstem men; de zogeheten scordatura techniek. Hij was even dol op heftige akkoordpassages als op vederlichte volksdeunen. Toch gaf Biber zijn composities ook massa en diepte. En wie kan dat aües beter vertolken dan het Combattimento Consort? Concertmeester Jan Wülem de Vriend onderhoudt de zaal met grappige informatieve verhaal tjes over de te spelen stukken, en introduceert nog twee ande re componisten, J.H. Schmelzer en Henry Purcell, respectieve- Hjk leermeester en tijdgenoot van Biber. En ook nog een won- derbaariijk verrassend werk, opgediept uit een of andere stoffige bibHotheek: 'Polnische Sackpfeiffen'. Je zou zweren dat hier een paar doedelzakken de door adem aangedreven don kere bourdon spelen, terwijl de ze nasale, doorlopende grond toon door het continuüm (con trabas, ceüo, chitarrone en cla- vecimbel) wordt geproduceerd. Daar boven bmisen twee violen met steeds totaal verschülende thema's, psalmachtig, razend jazzy, of lieflijk dolce. Ontzet tend gek! De Serenade a 5 'Roep van de nachtwaker' zorgt ook voor een grap. Serenade en epüoog om lijsten vier dansen. In een van die dansen, de Ciacona, wordt door de vier (manlijke) conti- nuospelers een nachtwakers- Hed gezongen, in het geheel niet zinnenstrelend, maar pu beraal aandoeiüijk; begeleid door twee maal twee pikant pizzicato spelende violen. Ook in Baüetto 'die Werber' de ronselaars) kan het Combatti mento Consort zijn creatieve lusten botvieren, met in de bas knaHende geweerschoten in combinatie met het vrij beteu terd klappende kistorgeltje. Maar buiten deze muzikale groüen om wordt er expressief en bevlogen gemusiceerd. Uit Bibers 'Sonata jucunda' spat zijn Hefde voor volksmu ziek. Boheemse, zigeuner- en zelfs Turkse invloeden vechten om voorrang, worden vol hu mor en vuur in de strijd gewor pen. De Vriends viool zingt wenend als een waarachtig tzig- ane. In een ander (mderdeel janken en blaffen dtrstrijkers als een stel jonge honden. Zin derende tremolo's, doüe vro- Hjkheid, intens en tintelend sa menspel vagen de slepend, dra matisch gespeelde inleiding ver weg naar de achtergrond. Com battimento Consort durft op al le fronten de strijd aan. den haag/gpd - Het Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) krijgt een modem jasje. De organisatie wü af van het duffe imago van Vrij Nederland-clubje' voor cultuurfreaks. In plaats van zich te laten leiden door het aanbod uit de culturele sector, gaat CJP meer aan dacht besteden aan muziek, film en reizen, omdat deze zaken nu eenmaal bovenaan het verlangHjstje van jongeren staan. De CJP-kortingspas die sinds 1961 bestaat werd voorheen vooral ingezet om jongeren te verleiden van het bestaande cultureel aan bod gebruik te maken. Met name theaters en musea probeerden via CJP jonger pubüek naar hun zalen te trekken, onder het motto 'cultuur is goed voor je'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 19