KUNST CULTUUR
De klare toon van Carlos Ward
Ex, de 'nieuwe eerste keus' van Boijmans
Dood van broertje deerde Vincent van Gogh niet
Twee meiden en de
behangwinkelblues
ots en folk
ilburg
>f Kafka
onden
pels in
joelen
jteres Ann
roverleden
ct<
R7
ID-tekenaar
rieden
Amerikaanse saxofonist staat tweemaal in de Leidse Burcht
ipos van
neron
Muzikale grollen van
Combattimento Consort
CJP krijgt een modern jasje
- In Nederland is een tot
onbekende brief van de
ische schrijver Franz Kaf-
{edoken. De auteur van
[meer de romans Der
p en Das Schloss schreef
Bf in het Tsjechisch in
teven jaar voor zijn dood.
B gericht aan Ruzena
iglova, een vriendin van
igste zuster Ottilie De
in Nederland te-
toen de Nederlandse sla-
lé van Santen hem be-
;n vijftig van de vorige
tocht. Van Santen (1917-
iseudoniem van Jan Mo-
irkte van 1945 tot 1951
:ho-Slowakije en promo-
daar op een proefschrift
fka.
'AM - In de Doelen in
lam vindt op 29 februari
ideÜjk Black Gospel Fes-
iats, georganiseerd door
ig Loender Events. Aan
le editie van het evene-
len acht gospelgroepen,
ide uit ruim honderd
jen zangeressen, mee.
i O Cap is de presentatie van
ïkshoptraject voor jonge
onder leiding van Joa-
(kiet.
iELES - De Amerikaanse
tapdanseres Ann Miller
n overleden aan de ge-
Lan longkanker. Ze werd
IMiller verwierf grote
pjjde jaren veertig door
er snelle tapdanspasjes,
500 per minuut. Ze
Ier meer te zien in de
•odklassiekers Kiss me
the Town en Easter
Miller werkte samen
Ier anderen Fred Astai-
Kelly, Ginger Rogers,
jnatra en The Marx Bro-
vrijdag 23 JANUARI 2004
ge Woodbridge. Foto: AP
vork - George Wood-
e, tekenaar van het satiri-
ijdschrift Mad, is deze
op 73-jarige leeftijd over-
aan emfyseem. De teke-
n van Woodbridge ston-
ijna vijftig jaar lang in vrij-
k nummer van Mad dat
1957 verscheen. Wood-
was geobsedeerd door
„Als wij hem een stuk
de Eerste Wereldoorlog ga-
ekende hij precies het ge
en de koppelriem die toen
;n gebruikt", zei Mad-re-
ur John Ficarra. Naast
illustreerde Woodbridge
-historische boekwer-
waaronder het driedelige
ican Military Equipage,
1872.
amsterdam/anp - Schilder Vin
cent Van Gogh leed niet aan
een schuldgevoel door de dood
van een ouder broertje. Van
Gogh-kenners hebben daar
vaak op gezinspeeld, maar uit
een nieuw ontdekte brief van
de kunstenaar concluderen
deskundigen van het Van Gogh
Museum in Amsterdam dat dat
niet zo is.
Voor het eerst sinds 1990 is er
een brief van Vincent van Gogh
is gevonden. Het schrijfsel werd
gisteren in het museum gepre-
senteerd. Een jaar voor de
schilder in 1853 werd geboren,
bracht zijn moeder een dood
geboren jongetje ter wereld, dat
ook de naam Vincent kreeg. In
de psychologie is het fenomeen
'replacement child' bekend,
wat inhoudt dat een later kind
zich slechts als vervanger van
het eerste beschouwt en daar
onder gebukt kan gaan. Bij Van
Gogh blijkt dat niet het geval.
De kenners kunnen dat alle
maal destilleren uit de pas ont
dekte brief. Die schreef Vincent
op 3 augustus 1877, toen hij lo
geerde bij familie in Amster
dam. Zijn broer Theo verbleef
in Den Haag bij kunsthandelaar
H. Tersteeg, waar Vincent ook
al eens had verbleven. Tersteeg
had in die periode net een
dochtertje verloren. Vincent
schreef hierover een opmerke
lijke condoleancebrief.
Zo stipt de latere schilder in het
schrijven aan, hoe zijn vader
destijds met de dood van het
oudere broertje omging. Omdat
Vincent dat feit slechts aanstipt,
concluderen de kenners dat hij
er niet echt meer mee zat.
Op het moment dat de kunste
naar de brief schrijft, bereidt hij
zich voor op een studie theolo
gie om predikant te worden. De
condoleancebrief is dan ook
doorspekt met bijbelcitaten.
Vincent verhaalt ook over zijn
ervaringen in Amsterdam (on
gebruikelijk in een condolean
cebrief) en sluit een brief bij
voor zijn broer Theo (eveneens
ongebruikelijk).
Het Van Gogh Museum weet
zeker dat de brief authentiek is,
omdat de bijgesloten brief aan
Theo al eerder opdook. Verder
kloppen het handschrift, de pa
piersoort en de inktverkleuring
en is de brief in bezit van een
persoon die hem via via direct
van de vrouw van Tersteeg
heeft gekregen. De eigenaar
heeft het schrijven voorlopig in
bruikleen aan het museum ge-
gegen.
Het museum is euforisch over
de vondst. „We hadden niet
verwacht dat er nog een Van
Gogh-brief aan het licht zou
komen", stelde directeur J.
Leighton donderdag. Het aantal
brieven van en aan de schilder
ligt op ongeveer negenhon
derd. Het museum bezit de
meeste daarvan. Over de gelde
lijke waarde van de nieuwe
brief wil het museum niets zeg
gen.
door Ken Vos
ig - In Tilburg begint op
uari Route 04, een festival
iuropese roots en folk.
jaar heette het evenement
iternational Folk Festival,
rogramma bestaat onder
uit optredens van Cobla la
pal uit Amsterdam, de Se-
flamencozanger Am-
lortés, de Finse Pohjo-
en eerbetoon aan Johnny
een Belgische avond en
laatste dag een kinder-
amma.
'ood - James Cameron
og dit jaar een grootscha-
ience fiction-film opne-
naar wil nog niet zeggen
e zal heten en wat het
ze onderwerp zal zijn. De
iur die met Titanic nog
de meest bezochte film al
en op zijn naam heeft
maakte de afgelopen zes
tsluitend onderwater-do-
itaires met de IMAX-the-
ds belangrijkste verto-
)lek. Deze week open-
Cameron in Hollywood,
)op van een speciale ver
van zijn oude hitfilm
nator 2, dat de speciale
n die werden gebruikt in
d Of The Rings-trilogie
m het verlangen hebben
om weer een speelfilm
zoetermeer - De Amerikaanse
saxofonist Carlos Ward (1940)
zou eigenlijk al eerder naar Lei
den komen, maar een spieraan-
doening heeft hem tot nu toe
gedwongen om langzaam zijn
techniek op het oude peil te
brengen. Aanleiding was de
dood van zijn vriend, de Zoeter-
meerse Coltrane-kenner Jan Ol-
denhof die in 20oioverleed. Nu
heeft Jazzpodium Hot House
hem eindelijk weten over te ha
len voor twee concerten. Morgen
is in de Burcht een trio-optreden
met Wilbert de Joode en Michael
Vatcher geprogrammeerd, ter
wijl zondagmiddag een solo-op
treden met enkele gastmusici in
de Lutherse Kerk gepland staat.
Ondanks zijn imposante carri
ère en brede ervaring is Ward
niet zo bekend bij het brede
pubhek. En dat terwijl hij toch
met John Coltrane speelde en
door Miles Davis voor zijn band
werd gevraagd. De meesten
zullen hem kennen als de alt
saxofonist en fluitist die de mu
ziek van de Zuid-Afrikaanse
pianist Abdullah Ibrahim net
dat beetje extra karakter gaf.
Die jarenlange samenwerking
bracht wel grote bekendheid
voor Ibrahim, maar Ward voelt
zich door hem nog altijd mis
kend. De saxofonist is dan ook
niet iemand die met alle geweld
op de voorgrond wil treden. Hij
is eerder een verlegen persoon
lijkheid die zich inzet voor de
'goede zaak', zoals hij zijn mu
ziek noemt.
Carlos Ward groeide op in Pa
nama en Seattle temidden van
muzikale familieleden en de ve
le platen van zijn vader. „Hij
had stapels platen van Duke El
lington, Count Basie, Louis Jor
dan, Woody Herman, maar ook
van zangeressen als Sarah
Vaughan en Jo Stafford. Vooral
Basie vond ik goed vanwege de
swing; Ellington kon ik pas later
waarderen toen ik hem live
zag."
In de jaren vijftig onstond er
een levendige muziekscène aan
de Amerikaanse westkust, met
veel gelegenheden waar blues,
rhythm blues- en jazzarties-
ten kunnen optreden. „Ik be
zocht ook regelmatig de plaat
selijke platenwinkel waar ik
eerst luisterde naar de West
Coast-jazz van Shelly Manne,
Harold Land en Leroy Vinnegar
op Contemporary. Een open
baring was het album'brüjant
Comers' van Thelonious Monk
met Sonny Rollins waarop
nieuwe improvisatiemogelijk
heden te horen waren."
Op high school speelde Ward,
zoals vele latere jazzmusici in
de States, in de schoolband.
Eerst klarinet. Pas later mocht
hij de altsax overnemen van
een schoolvriend die ermee
ophield. Ook speelde hij in rock
roll-bandjes. Na de high
school werkte hij even in de
bouw, maar 'tot je knieën in het
cement staan' is niets voor
hem. Hij besloot in het leger in
te gaan, waar je je onder redelij
ke omstandigheden verder in
de jazz mocht bekwamen. Voor
hij het wist belandde Carlos
Ward in Frankfurt.
Na zijn diensttijd blijft Ward
nog een jaartje in Europa han
gen en ontmoette, het is inmid
dels 1964, de nieuwe jonge
honden zoals trompettist Don
Cherry en drummer Sunny
Murray. De jazz raakte in een
stroomversnelling en al gauw
blijkt dat New York City 'the
place to be' is. Vanaf 1965
woonde Ward er en het was een
opwindende tijd. „Max Roach,
de drummer, deed wel modern,
maar wilde dat eigenlijk niet
spelen. Zo mocht ik een keer
met zijn band optreden en
stopte hij de band tijdens mijn
solo, omdat ik volgens hem te
veel van het schema afweek.
John Coltrane daarentegen Het
me tijdens een optreden van
hem meedoen en voelde met
een aan wat ik deed."
Er vonden in de tweede helft
van de jaren zestig in New York
allerlei experimenten plaats,
maar aan het eind van het de
cennium wordt het wel steeds
moeüijker om op te treden.
Rashied AH, de laatste drummer
van Coltrane, speelt een be
langrijke rol als organisator met
zijn 'loft', een grote zolder waar
vooruitstrevende improvisato
ren welkom zijn. In het begin
van de jaren zeventig sloot
Ward zich aan bij een funkband
die later B.T. Express zou gaan
heten en verschiHende hits
scoort, waarvan de bekendste
'Do It is. Toch bleef Ward de
avant-garde jazz trouw. Hij ont
ving een telefoontje van Miles
Davis of hij langs wilde komen.
.Achteraf vond ik het toch jam
mer dat ik er niet meteen ach
teraan ben gegaan, want nu
vraag ik me toch af hoe het ge
weest moet zijn om met zo'n
geest te werken.
Ward speelde tussen 1974 en
1992 in vele interessante bands,
van onder meer Don Cherry,
RosweU Rudd, Carla Bley, Cecil
Taylor, Ed BlackweU en Don
Pullen, maar hield zich toch
vaak op de achtergrond. In die
tijd viel Ward steeds meer op
door zijn strakke, heldere toon
die tegeUjk veel emotionele
diepgang verraadt. In 1980, tij-
theater recensie
Dick van Teylingen
Voorstelling: De ondraaglijke kutheid van
het bestaan van Ravon. Idee en spel:
Laura Rodenburg en Yvonne Henneken.
Regie: José Kuijpers. Gezien in het
LAKtheaterop 22 januari. Vanavond en
zaterdagavond herhaling
Hoe troosteloos en sneu is de
wereld van het behang. En dan
vooral van het behang met ab
stracte motieven, dat het in de
jaren zestig al niet verder ge
bracht zal hebben dan b-keus.
Laura Rodenburg en Yvonne
Henneken hebben heel wat van
die roUen treurbehang verza
meld, genoeg om hun eigen
winkeltje in te richten.
Tussen die decoratie van het
menseHjk tekort leven ze als
twee behangmiddenstanders
een leven dat het tegendeel van
groots en meeslepend is. Op de
brommer gaan ze naar de win
kel. Ze luisteren naar de radio.
Ze drinken koffie. Ze geven hun
klanten trouwhartig en prak
tisch advies. Ze doen mee aan
de dessertwedstrijd: van elk
leeggegeten potje yoghurt bel
len ze het geluksnummer dat
op de bodem staat door. Het
plingplong van de winkelbel is
de soundtrack van het avontuur
in hun leven. Vol verwachting
klopt hun hart, maar geen be
zoeker wordt ooit een klant.
Plingplong, daar gaan ze weer.
Dit leven zou zo eeuwig door
kunnen gaan, tot het onbe
staanbare plaatsgrijpt. „Gefeü-
citeerd, u hebt een VIP-arran-
gement naar Wonderland ge
wonnen", klinkt het. Maar de
winnares wil niet: te druk, niet
leuk, er moet iemand op de
winkel passen, en op de poes,
wat een rotprijs, ga jij maar. De
ander durft het uitstapje buiten
het behanggebeuren wel aan,
maar wordt daar even genade
loos als schlemiefig voor afge
straft.
Het leven is onrechtvaardig en
pakt altijd de verkeerde men
sen. De titel van de voorstelling
valt op, maar klopt niet. 'De on
draaglijke kutheid van het be
staan' klinkt naar verzet en
woede, terwijl de jonge vrou
wen berusten en hooguit Hchte
hoofdpijn krijgen van het ver
langen naar bescheiden rimpels
binnen hun bestaan.
Laura Rodenburg en Yvonne
Henneken hebben de ontroe
rende onbeduidendheid met
subtiele humor verbeeld. In
kleine choreografietjes bekijken
ze nieuw behang en roUen ze
roUen uit of op. Ze hebben nau-
weUjks tekst nodig, wat de sug
gestie van sleur versterkt. Pro
jecties (de timing kan nog pre
ciezer) laten iets zien van hun
innerfijk behang of helpen het
verhaal verteUen. Hun jurken
passen fantastisch bij hun han
del. Als de ene verkoopster een
leuke man aan de Ujn heeft die
zijn slaapkamer wil behangen,
raadt ze hem rood aan. „We
hebben geen rood behang",
zegt haar coUega snibbig. Later
is het er toch; de enige effen
strook, de enige die schuin figt,
de enige acceptabele kleur.
Rodenburg en Henneken zijn
theaterdocenten, maar maak
ten vorig jaar hun eerste voor
stelling, 'Almost dead girl wal
king'. Met 'De ondraagfijke en
zovoort' hebben ze verder gero
ken aan de magische ongewis
heid van theatermaker. Van
daag Leiden, morgen misschien
heel Nederland. Hup met de
meiden.
De saxofonist Carlos Ward: „De toon, of beter gezegd, de sound die bepaalt je persoonlijkheid in de mu
ziek." Foto: PR
dens een van de tournees met
'die andere persoon' in Génève
ontmoet hij zijn vrouw en
sindsdien verbleef hij elk jaar
enige maanden in Zwitserland.
„Voor de inspiratie moet ik
toch in New York zijn, omdat
de musici daar bereid zijn om
hun ideeën in je muziek te in
vesteren."
Pas in 1988 maakte hij zijn eer
ste plaat als bandleider. 'Lito'
wordt opgenomen tijdens het
North Sea Jazz Festival, dank zij
de oplettendheid van Jan 01-
denhof. Inmiddels heeft Carlos
Ward zijn eigen werk op drie
cd's van zijn eigen label, PeuU
Music, uitgebracht. In 1999,
waarschijnfijk omdat hij te veel
oefeningen doet (vrijwel de ge
hele dag) slaat het noodlot toe -
zijn vingers wülen niet meer.
Hij moet noodgedwongen heel
langzaam revafideren, mede
omdat hij niet verzekerd was.
„Ik heb het nu pas aangedurfd
om op de uitnodiging van Mar
tin Rohde van Hot House in te
gaan." Ward is nog niet hele
maal tevreden met zijn huidige
toon, want hij experimenteert
nog met aUerlei mondstukken.
„De toon, of beter gezegd, de
sound die bepaalt je persoon-
Hjkheid in de muziek."
utrecht/gpd - Het hing al een
tijdje in de lucht. Maar het ver
lossende woord kwam pas deze
week na afloop van de vergade
ring van burgemeester en wet
houders. De 46-jarige Sjarel Ex
vindt het een eer dat hij zich als
nieuwe directeur van Boijmans
mag aansluiten aan het iUustere
rijtje Dirk Hannema, Koert Eb-
binge Wubben, Wim Beeren,
Wim Crouwel en Chris Dercon.
„Ik vind dat geen kwafijke volg
orde."
Sjarel Ex is twee keer gevraagd
voor de functie als directeur
van het Boijmans. Eerst door de
adviescommissie, die hem sa
men met de Duitser Max Hol-
lein voordroeg aan het gemeen
tebestuur. Later werd hij door
het gemeentebestuur gepolst.
Op dat moment was Rotterdam
haar eerste troef al kwijt: de ge
meente Frankfurt hield HoUein
aan zijn contract waardoor hij
zich gedwongen voelde zijn
kandidatuur in te trekken. Ex
heeft niet de indruk dat hij zijn
benoeming te danken heeft aan
Ivo Opstelten, die hij kent uit de
tijd dat de WD'er nog burge
meester van Utrecht was. De
kunsthistoricus ervaart zijn be
noeming niet als tweede keus.
„Ik ben de nieuwe eerste keus.
De gemeente heeft zich goed
wülen oriënteren en daar is~
ftiets mis mee."
Sjarel Ex wil zich bij Boijmans gaan toeleggen op ondermeer het sur
realisme. Foto: GPD
Dat hij meteen is aangewezen,
heeft zijn onderhandelingsposi
tie aUeen maar verstevigd. Zijn
twee eisen -- geen Hjken in de
kast en het hoofddirecteur
schap - zijn volgens hem door
het coHege ingewilfigd. Hij
heèft de garantie gekregen dat
de financiële administratie van
Boijmans op orde is en dat als
er in de toekomst onverwachte
claims voortkomen uit de
nieuwbouw de gemeente zal
bijspringen. Een logische voor
waarde, vindt hij „Ik denk dat
iedere kandidaat deze eis had
gesteld. Elke huisvader wü zijn
zaakjes op orde hebben. Niet
dan?"
Hij wenst slechts één man aan
het roer. De functies van Der
con en Hugo Bongers, thans
zakefijk directeur, waren ne
vengeschikt. De eindverant-
woordeHjkheid komt vanaf 1 ju
ni bij Ex te Hggen. „Wel zo effi
ciënt."
Ex zou in Utrecht vooral naam
hebben gemaakt met zijn zake
lijke aanpak. Onder zijn bewind
zou het bezoekersaantal enorm
zijn toegenomen. „Ik weet niet
waai dat steeds terugkerend
verhaal vandaan komt. Het
Centraal Museum wordt jaar-
Ujks goedbezocht, tussen de
110.000 en 130.000 bezoekers.
Maar dat aantal is niet buiten
gewoon." Als geen ander zou
Ex bovendien sponsorgelden
en fondsen weten te genereren.
„Het Centraal Museum heeft
een laag budget voor het in
richten van tentoonsteUingen:
slechts 100.000 euro per jaar.
Om sommige programma's
mogefijk te maken, was meer
geld nodig. Dan kun je wel je
hand gaan ophouden bij de
overheid. Maar ik ben niet zo'n
type dat het raam openzet in de
hoop dat het geld vanzelf bin
nen waait."
Ex is vast van plan zich in het
Boijmans op de inhoud te gaan
richten. „De inhoudefijke kant
is de essentie van het museum:
het aankopen van kunst, wer
ken met de coUectie en doen
van wetenschappeHjk onder
zoek. Ik weet dat Boijmans een
zeer goed kennisinstituut is. De
conservatoren zijn zeer des
kundig. Ik zou daarom graag
zien dat er vanuit dit museum
meer gepubficeerd zou worden.
Nu de slechte periode is afge
rond, kan er voluit voor de in
houd worden gegaan."
De nieuwe directeur wü al wel
vast verklappen dat hij zich wü
gaan toeleggen op het surrealis
me, een kunstrichting die uit
gaat van het denkbeeld dat de
dingen niet zijn wat zij schij
nen, maar een bovenverstande-
Hjke betekenis hebben. „Het
Boijmans heeft een heel mooie
surreafistische coUectie. Die wü
ik graag onder de aandacht
gaan brengen. Voor 2005 staat
al een tentoonstelling over de
Spaanse schüder Dali gepland.
Daarna zou ik zelf graag een
tentoonsteüing van de surrea-
HstrtMax Ernst wülen maken."
muziek recensie
Lidy van der Spek
Combattimento Consort, concertmeester
Jan Willem de Vriend. 22/1
Stadsgehoorzaal, Leiden.
Heinrich Ignaz Franz Biber
wordt dit jaar herdacht. Drie
honderd jaar geleden stierf hij
in Salzburg als hofkapelmeester
van de aartsbisschop. Biber was
een virtuoos, zeer begenadigd
viofist. Als componist wist hij
de volksmuziek uit Bohemen
en de hofmuziek uit Wenen en
Salzburg origineel en uitermate
grilHg te verwerken. Zo kon hij
om speciale klankeffecten te
verkrijgen de viool ontstem
men, of Hever gezegd verstem
men; de zogeheten scordatura
techniek. Hij was even dol op
heftige akkoordpassages als op
vederlichte volksdeunen. Toch
gaf Biber zijn composities ook
massa en diepte. En wie kan dat
aües beter vertolken dan het
Combattimento Consort?
Concertmeester Jan Wülem de
Vriend onderhoudt de zaal met
grappige informatieve verhaal
tjes over de te spelen stukken,
en introduceert nog twee ande
re componisten, J.H. Schmelzer
en Henry Purcell, respectieve-
Hjk leermeester en tijdgenoot
van Biber. En ook nog een won-
derbaariijk verrassend werk,
opgediept uit een of andere
stoffige bibHotheek: 'Polnische
Sackpfeiffen'. Je zou zweren dat
hier een paar doedelzakken de
door adem aangedreven don
kere bourdon spelen, terwijl de
ze nasale, doorlopende grond
toon door het continuüm (con
trabas, ceüo, chitarrone en cla-
vecimbel) wordt geproduceerd.
Daar boven bmisen twee violen
met steeds totaal verschülende
thema's, psalmachtig, razend
jazzy, of lieflijk dolce. Ontzet
tend gek!
De Serenade a 5 'Roep van de
nachtwaker' zorgt ook voor een
grap. Serenade en epüoog om
lijsten vier dansen. In een van
die dansen, de Ciacona, wordt
door de vier (manlijke) conti-
nuospelers een nachtwakers-
Hed gezongen, in het geheel
niet zinnenstrelend, maar pu
beraal aandoeiüijk; begeleid
door twee maal twee pikant
pizzicato spelende violen.
Ook in Baüetto 'die Werber' de
ronselaars) kan het Combatti
mento Consort zijn creatieve
lusten botvieren, met in de bas
knaHende geweerschoten in
combinatie met het vrij beteu
terd klappende kistorgeltje.
Maar buiten deze muzikale
groüen om wordt er expressief
en bevlogen gemusiceerd.
Uit Bibers 'Sonata jucunda'
spat zijn Hefde voor volksmu
ziek. Boheemse, zigeuner- en
zelfs Turkse invloeden vechten
om voorrang, worden vol hu
mor en vuur in de strijd gewor
pen. De Vriends viool zingt
wenend als een waarachtig tzig-
ane. In een ander (mderdeel
janken en blaffen dtrstrijkers
als een stel jonge honden. Zin
derende tremolo's, doüe vro-
Hjkheid, intens en tintelend sa
menspel vagen de slepend, dra
matisch gespeelde inleiding ver
weg naar de achtergrond. Com
battimento Consort durft op al
le fronten de strijd aan.
den haag/gpd - Het Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) krijgt een
modem jasje. De organisatie wü af van het duffe imago van Vrij
Nederland-clubje' voor cultuurfreaks. In plaats van zich te laten
leiden door het aanbod uit de culturele sector, gaat CJP meer aan
dacht besteden aan muziek, film en reizen, omdat deze zaken nu
eenmaal bovenaan het verlangHjstje van jongeren staan.
De CJP-kortingspas die sinds 1961 bestaat werd voorheen vooral
ingezet om jongeren te verleiden van het bestaande cultureel aan
bod gebruik te maken. Met name theaters en musea probeerden
via CJP jonger pubüek naar hun zalen te trekken, onder het motto
'cultuur is goed voor je'.