'Ik zet een schaar in je rug' Leraren steeds vaker slachtoffer van fysiek geweld ZATERDAG 17 JANUARI 2004 Achtergrond Steeds meer voorstanders van bouwen in groene hart Ernstige pesterijen, waarbij sprake is van fysiek geweld, komen op scholen steeds vaker voor. Uit een recente enquête van de Algemene Onderwijsbond blijkt dat een kwart van de scholen in het voortgezet onderwijs agressie en geweld verdoezelt uit angst hun goede naam te verliezen. Leraren die het slachtoffer worden, voelen zich aan hun lot overgelaten. „Niemand vroeg hoe ik me voelde. Had ik soms eerst zes weken ziek moeten worden?" door Mayke Calis De baksteen vliegt om tien over zeven 's ochtends door het keukenraam naar binnen. Misschien is het iemand van school, denkt lerares Ria Vermeer als ze van de schrik is bekomen, maar ze heeft met niemand ruzie. Op aan dringen van haar man laat ze bevei ligd glas in het keukenraam zetten. Een dikke maand later schrikt ze vroeg wakker van een bons. Haar bovenburen zien een jongen weg rennen. Vermeer loopt naar buiten en ziet voor haar keukenraam een stoeptegel liggen en in de goot een brandende molotovcocktail. „Die heb ik opgepakt en uitgeblazen, heel kalm." Vermeer zit in haar woonka mer, voor het eerst sinds weken met haar rug naar het bewuste raam. De krassen van de stoeptegel zijn nog zichtbaar op de ruit. Na het uitblazen van de molotov cocktail belt Vermeer de politie. Ze vraagt om extra beveiliging, maai- die kan de politie vanwege capaciteits gebrek niet geven; dezelfde avond is er een belangrijke voetbalwedstrijd. Na de kalmte komt de angst. Ze be seft dat ze aan een moordaanslag is ontsnapt. Die nacht slaapt ze slecht. Van elk geluid schrikt ze wakker. Als ze de volgende ochtend naar buiten kijkt, staat haar auto er vreemd bij. n van het Terra College in Den Haag arriveren bij de school voor de herdenking van de moord op adjunct-direc- isvan Wieren. Foto: ANP/Robin Utrecht Twee banden zijn lek gestoken. Nu is ze volkomen over haar toeren. Ze voelt zich machteloos en bedreigd. „Ik weet niet wat ik over me afroep." Er moet iets gebeuren. Ze belt school en zegt zeker te weten dat het een leerling is. „Mijn man en ik ken nen niemand anders die zoiets kan doen." School is niet overtuigd. Het is nog nooit eerder gebeurd en leer lingen doen zoiets toch niet? Die week sneuvelt er een schoolruit en de glaszetter vindt een molotovcock tail in de struiken. Nu is school wél overtuigd, helemaal als diezelfde week de auto van een andere vrou welijke lerares in vlammen opgaat. „Het klinkt misschien vreemd, maar ik was een beetje opgelucht. De aan slagen waren tenminste niet alleen voor mij bedoeld", zegt Vermeer. Twee daders worden gepakt; allebei 14 jaar. Het zijn spijbelaars die eer der proefwerken uit een lokaal heb ben gestolen. De directie drukt Ver meer op het hart het voorval niet naar buiten te brengen. Slechte naam Geweld tegen leraren: scholen pra ten er liever niet over. Laat staan dat zij de 'incidenten' aan de grote klok hangen. Directies zijn bang voor een slechte naam. Een school die als ge welddadig te boek staat, krijgt mis schien minder nieuwe leerlingen en dus minder inkomsten. Nergens wordt centraal geregistreerd hoe vaak leraren het slachtoffer zijn van geweld en bedreigingen. Alleen de onderwijsbond CNV weet te melden dat het aantal meldingen de afgelo pen vijfjaar is toegenomen. De Alge mene Onderwijsbond (AOB) kan dat niet bevestigen, maar vindt wel dat scholen veel te weinig doen om ge weld te voorkomen. De meeste scholen hebben geen be leid voor het geval een leerling een leraar bedreigt, bevestigt Nico van Kessel, van het Instituut voor Toege paste Sociologie (ITS), die vorig jaar onderzoek deed naar agressie op scholen. „Als je beleid maakt, geef je toe dat je een probleem hebt, en dat doen scholen liever niet." Het ge volg: bedreigde leraren worden in de steek gelaten. Veel leraren die slachtoffer worden van geweld, zijn ontevreden over de manier waarop de school ermee om gaat. Zo vindt Vermeer bijvoorbeeld dat de directie haar niet serieus heeft genomen. „School hield de boot af, en ik zat met mijn angst alleen thuis." Henk Visser, een 53-jarige leraar handvaardigheid uit Nijmegen, werd ook met een kluitje in het riet ge stuurd toen hij zijn directie vertelde dat hij telefonisch was bedreigd door de pooier van zijn leerling. De pooier vond dat de Visser zich niet met de leerling moest bemoeien en dreigde in het weekend 'even langs te komen'. De schooldirectie vond dat Visser zich 'niet druk' moest ma ken, dat het 'loze dreigementen' wa ren en dat die 'heus niet worden uit gevoerd'. Peter van der Zon, leraar grafische techniek op een school in Amster dam, werd drie jaar geleden door een leerling het ziekenhuis ingesla gen en hield daar een hersenschud ding en een liesbreuk aan over. Nie mand van de schoolleiding kwam hem opzoeken. Toen hij was her steld en weer les ging geven, ontdek te hij dat de leerling op een andere locatie van dezelfde school weer was aangenomen. Een 'managementbe- slissing', kreeg Van der Zon te horen. Schoppen Ook voor lerares Hetty Lodewijks toonde de schoolleiding nauwelijks belangstelling, nadat zij door een leerling was aangevallen. In de sta tionsrestauratie van haar woon plaats vertelt zij haar verhaal. Ze dacht dat ze het voorval van vier jaar geleden had verwerkt, maar als ze erover vertelt, wordt ze toch weer bang dat de leerling wraak neemt. Eigenlijk wil ze de gebeurtenis op school niet opnieuw oprakelen. Haar verhaal begint bij Paula, een leerling uit de tweede klas van het vmbo. Ongemotiveerd en lusteloos zit het meisje in de klas. Ze haalt de ene onvoldoende na de andere. Ze kan erg lastig zijn, hoort Hetty Lode wijks van andere leraren. „Ik zet een schaar in je rug", had ze al tegen een van de docenten geroepen. Lode wijks probeert het haar niet al te las tig te maken. Daardoor heeft ze wei nig problemen met Paula. Foto: GPD/Frank Jansen Tijdens de rapportvergadering hoort ze dat het meisje ademhalingsmoei lijkheden heeft. Op een vrijdagmid dag, als Lodewijks al met de les is begonnen, komt Paula de klas bin nenstormen. Ze kon het lokaal niet vinden, zegt ze. Met haar jas nog aan gaat ze zitten. Lodewijks zegt niks en gaat door met de les. „Maghet raam open?", gilt ze. „Trek eerst je jas maar uit", zegt Lodewijks beslist. „Ik heb hyperventilatie en het is hier be nauwd." Ze loopt de klas uit en smijt de deur achter zich dicht. Lodewijks heeft nog maar net de les hervat of Paula staat alweer in de klas. Door het dolle heen. „Niet ik moet weg, maar jij moet weg", schreeuwt ze met opgeheven vinger. Ze is klein en draagt grote plateauzolen. Lodewijks lacht, eerst verbaasd, daarna van de zenuwen. „Doe niet zo gek, meid, ga gewoon zitten," probeert ze. Paula loopt op haar af en begint haar te schoppen en te stompen. Lo dewijks weert zich af met haar ar men. Ze probeert Paula te kalmeren door rustig tegen haar te praten. In een flits vraagt ze zich af waarom niemand iets doet. Met het trappen de kind achter zich aan, ziet ze kans het lokaal te verlaten. Op de gang schuifelt ze op de tast, zich met één hand afwerend, naar het lokaal van een collega. Die ziet haar worsteling, pakt het meisje vast en brengt haar naar de afdelingscoördinator. Lode wijks gaat terug naar haar lokaal. De leerlingen zijn overstuur. Ze be spreekt het voorval met de klas. Sommigen vinden dat Lodewijks haar een dreun had moeten geven. Dan staat de afdelingscoördinator voor de deur. Hij vraagt of het meisje terug in de les mag. Absoluut niet, antwoordt Lodewijks verbijsterd. La ter biedt de man zijn excuses aan. Hij had het even niet in de gaten. De directie besluit het meisje te schorsen en de politie in te schake len. Lodewijks wil geen aangifte doen omdat ze vindt dat Paula hulp in plaats van een strafblad nodig heeft. De maandag erop verschijnt Lodewijks weer op school. Die zaak wordt afgehandeld en daarmee is de kous af. Eén collega vraagt recht streeks hoe het met haar gaat, daar na niemand meer. Ook de directie niet. „Dat heeft me nog het meest aangrepen," zegt Lodewijks. „Had ik soms eerst zes weken ziek moeten worden?" „De directie moet een slachtoffer van geweld in de watten leggen", vindt docent grafische techniek Pe ter van der Zon. Maar dat doen di recties niet. Vaak stellen zij zich niet eens achter het slachtoffer op. „Soms legt de directie zelfs de schuld bij de leraren", zegt ITS-on- derzoeker Van Kessel. „Ze hebben het er zelf naar gemaakt, vinden ze. Andere docenten hebben er immers geen last van." Dat directies geen maatregelen tref fen is zeer ernstig, vindt Van Kessel. Docenten die het overkomt, vinden vaak zelf al dat ze hebben gefaald. Zo'n reactie van de directie bevestigt dat alleen maar. „Je wordt geacht or de te houden", zegt een leraar. „Aan een docent die door een leerling wordt geslagen, kleeft het beeld dat hij zijn werk niet aankan. Hoe onte recht dat ook is." Remmen weigeren Dat de directie het ook wel eens goed doet, blijkt uit het verhaal van een lerares Engels uit Lelystad. Toen zij in februari 1999 's ochtends met haar auto naar school wilde rijden, weigerden de remmen. Gelukkig was ze nog niet op de snelweg aangeko men. De remleidingen waren door gesneden, vertelde de garagehouder haar later. De dag nadat ze haar auto uit de garage had opgehaald, ge beurde het opnieuw. Weer 's och tends vroeg. Ze vermoedde dat het een leerling met een krantenwijk was. Vijf keer in totaal werden haar remmen vernield en elke keer op hetzelfde tijdstip. De politie slaagde er niet in de dader te pakken. Pas toen een lid van de schoolleiding met een collega in alle vroegte bij de auto ging posten, konden zij de vijf tienjarige leerling in de kraag grij pen. Diens eerste reactie: „Mag ik wel mijn krantenwijk afinaken?" De leerling bleek in haar mentorklas te zitten. „Zo'n sukkeltje met een bril letje, altijd heel stil in de klas." Hij was de laatste van wie zij verwachtte dat hij tot zoiets in staat was. Sinds dien vraagt zij zich geregeld af wie ze eigenlijk voor zich heeft zitten in de klas. Een gevoel dat Ria Vermeer en Hetty Lodewijks herkennen. Ook hun daders waren tamelijk kalm en nooit extreem vervelend in de les. „Blijkbaar moet het eerst escaleren voordat de school iets doet", zegt Lodewijks. Soms vragen leraren zich af of zij wel zijn opgewassen tegen de psychische en sociale problema tiek van leerlingen. Wat er met die kinderen allemaal niet aan de hand is, verzuchten ze. De één is hyperac tief, de ander gebruikt drugs, de vol gende wordt thuis verwaarloosd of is met de politie in aanraking geweest. Door de onderwijsvernieuwingen van de laatste jaren bevolken steeds meer kinderen met gedrags- en leer problemen de gewone scholen. Van docenten wordt verwacht dat ze daarmee kunnen omgaan. Leraar Henk Visser: „Ik ben opgeleid voor tekenen en handvaardigheid, maar ik voel me soms net een maatschap pelijk werker." Onlangs werd hij voor de ogen van de leerlingen be dreigd door een 'moeilijke'leerling. Na herhaalde waarschuwingen en een portie strafwerk stuurde hij de leerling de klas uit. Die weigerde te vertrekken. Zittend achter zijn bu reau zag Visser de jongen op zich af komen. Hij boog zich over hem heen, zette zijn handen op het bu reau en zei: „Wie denk je wel dat je bent? Wacht jij maar, ik pak je nog wel." Visser stond resoluut op en werkte de jongen de klas uit. Geen vertrouwen Wie geweld wil aanpakken, moet ook laten zien dat dreigen, schelden en spijbelen niet kan, zegt Adri Bleeker, oud-directeur van het Cal- vijn College in Amsterdam-West. Aan geweld tegen leraren gaat een scala van incidenten vooraf. Toen hij begon op het Calvijn merkte hij dat docenten onderling wel spraken over scheldpartijen en geweld, maar het door een gebrek aan vertrouwen niet aan de directie vertelden. Do centen hadden het gevoel dat er toch niets met hun klachten gedaan werd. Tegen één docent zeiden de leerlingen iedere morgen: 'hé boe renlul, ben je daar weer?', maar die docent deed dat af als een grap. Bleeker, tevens oud- directeur van een jeugdgevangenis, liet bij zijn aantreden alle docenten inclusief het ondersteund personeel een trai ning doen 'omgaan met agressie'. Hij stelde zero tolerance in op school en drukte het personeel op het hart iedere opmerking éte niet door de beugel kon te melran bij de directie. Die ondernam onmiddellijk actie. ,,Als een leerling een Surinaamse le raar voor 'baviaan' uitmaakte, liet ik de ouders op school komen, en ver volgens moest die leerling in hun bijzijn herhalen wat hij had gezegd. Toen was het snel afgelopen." Als een leerling geweld had gebruikt te gen een leraar, werd de politie direct naar school gehaald om hem te ar resteren. Dat hielp ook. Scholen moeten niet bang zijn dat openheid over geweld hun reputatie aantast, vindt Bleeker, inmiddels di recteur van een grafische school in Utrecht. „Gooi het op straat en laat zien wat je doet om het geweld aan te pakken." (De namen van Ria Vermeer, Paula, Hetty Lodewijks en Henk Visser zijn om redenen van privacy gefingeerd). v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 1