'Onze Maarten was een stille' EXTRA De Steen versus Het Paradijs Stoel 23 in de Galgenwaard blijft voortaan leeg In Paradisum De Steen Afscheidsbrief i Foto: United Photos De Boer/Poppe de Boer Veel katholieken hebben bij uitvaarten de kerk niet meer nodig door Jace van de Ven Een katholieke uitvaartdienst is een eredienst. Dus geen cd's en eigen teksten meer, zo heeft het bis dom van Den Bosch onlangs gedecreteerd. Maar dat willen de nabestaanden nu juist wél. Steeds va ker klinkt 'De Steen' van Bram Vermeulen in plaats van het 'In Paradisum'. 'Onze vader is dood. Kan er een mis gedaan wor den? Naar de kerk ging hij nooit, maar hij geloof de op zijn manier wel. Dus vinden we dat hij in de kerk begraven moet worden.' Vele malen per jaar bereiken pastoors dergelijke verzoeken. Meestal kunnen cüe worden ingewilligd, maar de proble men beginnen als de familie persoonlijke eisen stelt die botsen met de vanuit Rome voorgeschre ven liturgie. De familie wil bijvoorbeeld dat de Vogeltjesdans' gedraaid wordt, omdat vader dat altijd zo mooi had gevonden. In het bisdom Den Bosch gaat dat niet meer op. Daar kan een overledene in een rooms-katholieke kerk tegenwoordig alleen nog een uitvaartdienst volgens de regels van Rome krijgen. Bisschop Hurkmans wil daarmee voorkomen dat een pries ter die een uitvaartdienst leidt een soort van con ferencier wordt die de voordrachten van familie leden aankondigt. In die voordrachten wordt vaak het verleden van de overledene bewierookt, ter wijl het volgens de leer van de kerk gaat om het heil dat Christus voor de mens bewerkstelligd heeft. „We willen geen onpersoonlijke uitvaart creëren, maar wel binnen de liturgie. In de bro chure zijn mogelijkheden aangegeven", legt woordvoerder M. Savelsbergh van het bisdom uit. Die mogelijkheden in de onlangs rondgestuurde bisschoppelijke brochure zijn: het aansteken van kaarsen rond de baar door familieleden; het plaatsen van een foto of voorwerp van de overle dene op de kist; het samen met de priester uitzoe ken van bijbelteksten; kerkelijke liederen en voor beden en het uitspreken van een In Memoriam aan het begin of eind van de viering. Ook mogen familieleden de kist dragen en eventueel in het graf laten zakken. Nieuwe strengen Savelsbergh: „De kerk is een sacrale en liturgische ruimte. Alles wat daar binnen gebeurt is op God gericht. Buiten de kerk is er ruimte voor een eigen herdenkingsdienst met cd's, gedichten en toe spraken. In de praktijk kan dit het beste plaats vinden in het rouwcentrum bij de uitvaartonder nemer of in het crematorium. Probleem is dat ve len niet op de hoogte zijn van deze mogelijkhe den. Het doel van het beleid is de mensen hier op te wijzen." Maar zo overzichtelijk blijkt dat niet te liggen. Er bestaat discussie tussen rekkelijken en nieuwe strengen. Die laatsten zijn de jongste lichting priesters, opgeleid aan het Sint-Janscentrum in Den Bosch. Zij vertegenwoordigen Rome. Niet omdat ze dat zeggen, maar omdat de Paus er re gelmatig op gewezen heeft dat elke mis volgens regels van Rome gevierd moet worden en vanwe ge het gewijde karakter dient te worden opgedra gen door een priester. De katholieke uitvaartdienst is een eredienst voor God waarin het zielenheil van de overledene af gesmeekt wordt. Dat begint al meteen bij de eer ste zin: 'Heer geef hen de eeuwige rust en laat het eeuwige licht hen beschijnen'. Er zit wel wat bangmakerij over hel en verdoemenis in, maar vooral in de vorm van gebeden om daaraan te ontkomen. 'Bevrijd mij, Heer, van de eeuwige dood op die angstwekkende dag', bidden de ge lovigen. En de bijeenkomst wordt afgesloten met een optimistisch perspectief. Als aan het eind de kist de kerk wordt uitgedragen, gaan de achter- blijvenden staan en zingen: „Mogen de engelen je naar het Paradijs voeren." Er zijn ook nog rekkelijken in het bisdom Den Bosch. Behalve wat pastoors zijn dat vaak pasto raal werkers, theologisch opgeleiden in de tijd van DE voormalige bisschoppen Bekkers en Bluijssen. Evenals pastoraal medewerkers (vrij willigers) zijn zij actief bij begrafenissen. Albert Megens is zo'n pastoraal medewerker. Hij gaat voor bij avondwaken en incidenteel ook bij uitvaarten. Hij zegt: „Ik vind dat mensen op hun eigen wijze afscheid moeten kunnen nemen. Daar moet je als kerk heel veel voor doen, zelfs al moet je een paar principes overboord zetten, bij voorbeeld als iemand op jonge leeftijd omgeko men is in het verkeer. Dan moet je klasgenootjes en vriendjes ruimte geven om op hun manier af scheid te nemen. En mocht de kerk zich er niet meer in herkennen, dan moet het maar buiten de kerk, desnoods met medewerking van kerkelijke functionarissen." Emotioneel Het belangrijkste bij uitvaarten is volgens Albert Megens een goed contact met de nabestaanden. „Familieleden van een overledene zijn vlak na de dood van een dierbare emotioneel kwetsbaar en makkelijk boos te krijgen. Je moet dan niet voor het conflict kiezen, maar kijken hoe je hen kunt helpen en steunen. De kerk moet ook de schapen aan de kant van de kudde vooruit helpen." Volgens Megens is veel persoonlijke inbreng mo gelijk als een familie niet kiest voor een mis, maar voor een woord- en gebedsdienst. Maar de offici ële woordvoerder van het bisdom bestrijdt dat: „Beide soort vieringen zijn officiële kerkelijke li turgie. Het strikte beleid geldt ook voor een woord- en gebedsdienst", aldus Savelsbergh. Pastoraal werkers en medewerkers mogen van de leiding van het bisdom zelfs geen uitvaarten doen. Savelsbergh: „Het zijn geen gewijde bedie naars, maar theologisch en pastoraal opgeleide leken. Hun primaire taak ligt buiten de liturgie. Overigens zijn de Nederlandse bisschoppen met Rome in overleg om leken toch uitvaarten te laten leiden in verband met het tekort aan priesters en de vele uitvaarten als gevolg van de vergrijzing." Volgens de bisschoppelijke woordvoerder is het wel de bedoeling dat leken alleen uitvaartdiensten mogen leiden 'in uitzonderingsgevallen', hetgeen wil zeggen: als er geen priester of diaken beschik baar is. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat pastoraal werkers vaak tot de rekkelijken behoren en de persoonlijke verantwoordelijkheid van de gelovige propageren. Veel vrijheid Jack Snackers, oud-pastoor van de San Salvator- kerk in Den Bosch, inmiddels 80, maar nog actief als hij gevraagd wordt, is zo'n geestelijke die de gelovigen veel vrijheid laat. Hij vindt dat je geen details moet voorschrijven, zoals het bisdom doet, maar er op moet toezien dat uitvaarten waardige vieringen zijn. „Een cd met eigen mu ziek kan daar prima in passen." En wat betreft het centraal stellen van God. „God laat zich eren in mensen. Dat deed Jezus ook." Onlangs nog werd Snackers gevraagd een uitvaart te doen in Sint-Michielsgestel. „De pastoor daar zei tegen me: 'Dat kan wel, maar je gebruikt het boekje uit de kerk of anders doe ik het.' Toen heb ik met de familie afgesproken om een woord- en gebedsdienst te doen. Ze waren heel tevreden en de pastoor ook, want nu hoefde hij niet in te grij pen." Ook veel leken zijn die mening toegedaan en trek ken hun conclusies. Dat wordt uitwijken naar een ander bisdom of een priester vragen om in de au la van het uitvaartcentrum een dienst te leiden, zo redeneert menigeen. Is die oplossing zo eenvou dig? Niet overal. Directeur A. Egberts van crema torium Tilburg reageert streng: „Wij hebben een afspraak dat er bij ons geen eucharistievieringen of woord- en gebedsdiensten plaatsvinden. Daar houden we ons aan." Hij maakt wel steeds vaker mee dat mensen van katholieken huize niet meer via de kerk worden begraven, maar dat de nabestaanden met overledene rechtstreeks naar het crematoiE komen. Muziek die de nabestaanden zelf! uitgekozen kan daar altijd worden gedraai1 plechtigheid wordt samengesteld door de fenisondernemer en de familie. Dat lijkt di komst. Zo verdringt 'De Steen', gezongen i1 Bram Vermeulen of Paul de Leeuw, in toei1 de mate het eeuwenoude 'In Paradisum' uitvaartlied bij uitstek. In het 'In Paradisui wordt de overledene toevertrouwd aan Go de gelovigen putten daar troost uit. In 'De wordt de overledene geëerd om wie hij wa wat hij deed. Aan de nabestaanden de keu J (Slothymne uit Gregoriaans requiem) Vertaling: Mogen de engelen je naar het Paradijs voer de martelaren u bij aankomst ontvangen en u begeleiden naar de heilige stad Jeruzal8 Dat de engelenkoren je in zich opnemen en 1 met de eens arme Lazarus de eeuwige rust vinden. In Paradisum deducant te angeli - in tuo ad suscipiant te Martyres - et perducant te in tem sanctam Jerusalem. - Chorus angelorui §uscipiat et cum Lazaro - quondam pauperf num habeas requiem. - (Populair lied bij uitvaarten, geschreven ei zongen door Bram Vermeulen, ook vertolk Paul de Leeuw) Ik heb een steen verlegd in een rivier op aa B Het water gaat er anders dan voorheen D stroom van een rivier hou je niet tegen Hl vindt er altijd een weg omheen Misschiei gevuld, door sneeuw en regen Neemt de mijn kiezel met zich mee Om hem dan gl: 1 rond gesleten Te laten rusten in de luwte zee Ik heb een steen verlegd, in een rivier de Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergete 1 verde bewijs van mijn bestaan Omdat do j1 verleggen van die ene steen - De stroom n< meer dezelfde weg zal gaan. door Ard Schouten en Hans Westervoorde Na een zelfdoding rouwen nabe staanden meestal in stilte. Maar als honderden FC Utrecht-sup porters afscheid nemen van hun vriend is dat anders. Maarten Kroon (26) - fanatiek FC Utrecht supporter - besloot vlak voor kerst dat hij niet meer verder wilde. Voortaan blijft zijn stoel- nummer 23 in de Utrechtse Gal genwaard leeg. Zijn ouders over Maartens keuze om bij hen weg te gaan. Ze willen drie kinderen, van wie één adoptiekind. Die wens be spreken Ed en Jeanne Kroon al voor hun trouwen. Na de ge boorte van Aron en Sander volgt in januari 1978 een derde kaartje waarop een gezinsuit breiding staat. Er is een derde zoon: 'Hij komt uit Indonesië en we noemen hem Maarten', schrijven de trotse adoptie-ou- ders uit Loenen aan de Vecht. Jeanne Kroon (56) herinnert zich het ophalen van Maarten op Schiphol nog goed: „Hij was zeven maanden oud. Het was ijskoud. We hebben hem hele maal ingestopt. Ik trok z'n pakje zo hoog op, dat z'n voetjes bloot kwamen. Dat zag ik later pas." Ed Kroon (58): „Toen hij in Nederland kwam, was hij li chamelijk behoorlijk achter. Maar binnen zes weken zat Maarten aan de Hollandse pot. De achterstand liep hij snel in. Hij was ook heel vroeg met lo pen." Maarten Kroon is het kind van een ongehuwde Indonesische moeder. Ed Kroon:Het maak te ons niet uit wie we kregen. Ach, idealisme...dat is zo'n groot woord. Maarten werd di rect in het gezin opgenomen. Op straat werd naar hem geke ken. Zo n donker kind, met twee blonde broers. In Loenen liep de hele straat uit toen hij bij ons kwam. Ik geloof niet dat hij daar veel last van heeft ge had. Dat veranderde ook niet toen we in 1982 in Nieuwegein kwamen wonen. Bovendien, in een stedelijke regio zijn mensen meer gewénd aan andere huid kleuren." Het kind Maarten blijkt voor niets of niemand bang. Ed Kroon: „Toen Maarten kleuter was, gingen we uit zwemmen. Lopen we langs het diepe naar het kleuterbad, springt hij in eens in het diepe. Ik erachter aan. Heb ik hem op de kant, gaat-ie wéér! En duiken, tijdens een vakantie in de Jura! Ze had den de bovenste plank van de duiktoren gesloten, zo hard waaide het. Maar metershoog, op de op één na hoogste plank, stond-ie. Duwt zo'n klein don ker mannetje de grotere Franse knapen aan de kant." Als tiener wil adoptiekind Maarten weten waar hij van daan komt, wie z'n biologische ouders zijn. De Kroons sparen om met z'n drieën naar Indo nesië te gaan, op zoek. Maar het voortraject levert al zoveel te leurstelling op dat van de reis wordt afgezien. Ed Kroon: „Alle formulieren rond de adoptie bleken vervalst. We hebben het nog bij het tv-programma Spoorloos geprobeerd. Maar het werd afgewezen. Dat was, achteraf gezien, denk ik, een breekpunt in zijn leven. Ik ben geen psycholoog, maar het heeft hem erg geraakt. 'Ik ben niemand, ik ben niks, met vervalste papieren', zei hij. Ja wat zegje dan? Maarten, om te beginnen heb je ons, wij houden van je. Je schrikt er wel van, je trekt het je natuurlijk aan. Of we professionele hulp moesten zoeken? Nee, dat hoef de niet van hem. Maarten was ook erg dapper." Zoektocht Het blijkt - zonder dat Ed en Jeanne dat weten - de tweede teleurstelling die Maarten moet verwerken in de zoektocht naar zijn biologische ouders. Want hoezeer de vraagtekens over zijn achtergrond hem bezig houden, blijkt als hij zijn ouders vertelt over een brief die hij al Lieve pa, ma, Sander, Aron, fa milie, Mario, vrienden. Zonder jullie was ik allang dood. Zonder mijn familie was ik niks. Ik heb alles aan jullie te danken. Ik hou echt van jullie, het spijt me zo maar ik ben gewoon niet gelukkig. Nogmaals het heeft nooit aan iemand gelegen, behalve me zelf, ik ben gewoon moe van alles. Lieve Meike, ik ben zo blij dat ik jou nog gekend heb. Je bent zo lief. ledereen en iedereen die ik niet genoemd heb, of verge ten ben, vergeef me, ooit, sorry. Maarten. jaren eerder schreef. Als jochie van 9. Daarin vraagt hij een adoptie-instantie antwoord te geven op zijn vele vragen. Maar een reactie bleef uit. De jonge Maarten Kroon is in middels bij VSV Vreeswijk ver dienstelijk voetballer, vindt ook een scout van PSV. De Eindho- vense club adviseert de familie om Maarten bij Elinkwijk te stallen. Ed Kroon: „Ik ging graag naar hem kijken. Het was een middenvelder, met een goede pass. En vreselijk hard, hè? Hij kon uitdelen, maar ook incasseren." Lachend: „Dan kreeg-ie een schop, gaf geen krimp maar je was er zeker van dat zijn belager korte tijd later ook gestrekt op het gras lag. Hij zat hier in Nieuwegein op de Havo, het Anna van Rijn. Het werd hem op een gegeven moment te zwaar. Drie keer trainen en de school. Hij speel de daarna nog twee jaar bij Geinoord. Toen hij overging naar de selectie van het eerste elftal, stopte hij vrij abrupt." Jeanne: „Waarom weten we ei genlijk niet. Maarten was een stille jongen. Je moest echt alles uit hem trekken. Je kon maar af en toe in zijn ziel kijken. Maar dat was Maarten. Later hoorde ik dat hij bij vrienden honderd uit praatte. Dat verbaasde me. Maar ja, het bleek dat hij bij vrienden wel veel sprak, maar weinig vertelde. Het waren steeds dezelfde verhalen." Voetbal, sport in het algemeen trouwens, betekent veel voor Maarten. Op zijn zestiende wordt hij fanatiek aanhanger van FC Utrecht. Dat het de FC wordt, is niet zo vreemd. Z'n ouders zitten in de business club, hij lange tijd op de Bun- nikside. Ed Kroon: „Dat fanatieke von den we niet altijd leuk, dat spreekt vanzelf. Ik wil er niet omheen draaien, hij deed ook mee aan rellen. Maarten heeft ooit een stadionverbod gehad. Politie voor de deur, dat soort dingen. Ik heb hem herhaalde lijk toegesproken. Jongen, ge bruik je hersens nou eens. Maar op Maarten kon je niet lang boos blijven. Je keek hem in de ogen, hij accepteerde z'n straf, maar ja, het was gebeurd..." Kickboksen Maarten geniet onder suppor ters respect, is een soort leider. „Ja, we zeiden hier wel eens: we hebben twee Maartens. Onze Maarten, de stille, en de FC Utrecht-supporter. Voor de be kerfinale tegen Feyenoord huurde hij een bus. Had hij ge regeld, maar die bus moest wel meer zijn. Korte tijd later b hij te zijn overleden. Of 'bij weggegaan' zoals we veel li zeggen." Ed: „Sindsdien is alsof je van buitenaf naar ji gen leven staat te kijken. D dag ervoor had ik hem nog zien. Doei, ik ga naar Amst dam. Ik heb helemaal niks merkt. Naderhand, ja, nad hand, waren er wel signale Jeanne: „Hij had zijn goud en zijn konijntje aan vrieni meegegeven, om te verzor Maarten had gezegd: 'Ik gi paar weken weg', 's Ochtei om kwart over vijf heeft hi een vriend gebeld met dei dedeling dat hij knopen gt doorhakken. Of hij naar M ten toe moest komen? Nee was niet nodig." Ed Kroon: „Z'n computer schoon. Hij heeft het nieti een vlaag gedaan. Maartei heeft er weken over naged Uit zijn afscheidsbrief bief hij moe was, het had geha sprak iets uit van 'als jullie niet waren geweest, dan w het veel eerder gebeurd'. I liefdevolle en troostende b Net zoals de uitvaart, met FC Utrecht-supporters." Erehaag Maarten wordt naar zijn 1< rustplaats gebracht door 1 derden supporters, die, zv gend, bengaals vuur afstel en een erehaag vormen. was een heel warme deke Jongen, je hebt wat tewee bracht, dachten we. Ik no ze de Gouden in plaats va Harde Kem." Opnieuw stilte. Ed en Jeai Kroon overdenken de laai weken. Zo raar allemaal. 1 afscheidsbrief lezen ze pa hij al enige tijd een nieuw vriendin had. „Vreemd al dan ineens als volslagen c kenden tegenover elkaar 1 te staan. Vreselijk ook voc meisje." Zelfverwijten. Hadden ze 1 geweten waar hun Maartf mee bezig was. Ed: „We v zo graag weten hoe hij dii ste minuten heeft beleefd er precies in hem om ginj Jeanne:,Ik had zo graag I hem willen zijn. Al had hi dan natuurlijk niet gedaa Maar toch... ik vind het vi lijk dat hij juist op dat mo alleen was." Ed Kroon: „Schuldig voel ons niet. Al ga je je, achte toch verwijten maken. Hi terecht ook misschien. D onomkeerbaar. We moet zonder Maarten verder." Jeanne Kroon: „Ik hoop gelukkig is, daarboven." nen, een afgetraind bekkie." Maarten verliet vier jaar gele den het ouderlijk huis. Hij gaat in Utrecht wonen. Vriendinnen heeft hij genoeg, maar voor een langdurige vaste relatie ont breekt de rust, constateren Jeanne en Ed Kroon, die hem wel regelmatig blijven zien. Ed: „Hij kwam vaak aanwippen. Niet lang, kwartiertje, colaatje en weer weg. Als ik hier in Nieuwegein een rijsttafel maak te, rook hij dat in zijn flatje in Overvecht, vermoed ik. Stond- ie ineens voor de deur." Maarten Kroon. Foto: GPD/Privéfoto heel blijven. Hij heeft toen een I speech gehouden.reken maar c dat die bus er perfect uitzag 1 toen ze terugkwamen.c Maarten gaat ook kickboksen. r Jeanne Kroon: .Afschuwelijk vond ik dat. Wat een rotsport! c 'Ja maar, mam, het is alleen maar om te traineri, hoor'. Kij- r ken deed ik nooit, ik was zó de 1 ring ingesprongen als hem iets c werd aangedaan." I Ed: „Hij ging toch wedstrijden doen. Maarten was zo driest, hij sloeg bijna iedereen knock out. Eenmaal in de ring was-ie niet meer de houden. Dat was weer de andere Maarten. De onze van thuis was de rust zel ve. En hij stond voor andere mensen klaar. Voor de een was hij een grote broer, voor de an der een soort tweede vader. Dat is ons wel duidelijk gewor den uit de vele reacties." De volwassen Maarten werkt na het afronden van de Meao eerst bij de Rabobank. „Buitenlandse valuta deed hij. Dat vond hij vreselijk saai." Komt vervolgens bij vader in het dakdekkersbe- drijf: „Maarten op het dak, slo pen... 'De Beul' noemden de collega's hem. Dat lichamelijke had-ie altijd al. Hij was vreselijk ijdel. Zes dagen per week trai Rijsttafelen Van samen 'rijsttafelen' zal het niet meer komen. In de nachte lijke uren van 23 december 2003 schrijft Maarten Kroon een afscheidsbrief. Het ligt aan niemand, hij is gewoon niet ge lukkig. Jeanne: „Maarten was niet op zijn werk verschenen. Dat gebeurde wel vaker, als hij diep in slaap was. Ik ben naar Utrecht gegaan, heb er op het raam gebonsd, de bel ingedrukt gehouden. De knip zat op de deur, het licht brandde, hij móest thuis zijn. Met zijn colle ga Bert heb ik een raampje in geslagen, zijn samen het huis binnen gekropen." Ze snikt, staart lang voor zich uit. Ineens is ze weer terug op die vreselijke ochtend van de 23ste december. „Maarten lag tussen de tafel en de bank op de grond. Ik dacht dat hij was gevallen. Hij had een zwart ding in zijn hand, ik dacht de af standbediening. De televisie stond aan. Hij lag daar, ademde moeilijk. We hebben direct 112 gebeld. We werden naar buiten geleid. Toen kwam een politie agent met het pistool naar bui ten. Heel vreemd, je wilt het niet geloven. Je denkt nog aan een misdrijf, ik had zijn af scheidsbrief helemaal niet op tafel zien liggen." Daarna is alles in een roes ge gaan. Ed Kroon arriveert later: „In het ziekenhuis krijg je te horen dat hij een scan onder gaat. Dat geeft toch hoop. Maar direct daarna werd ons verteld dat we nergens op moesten re kenen. 'Maarten heeft zich door zijn slaap heengeschoten'. Heeft-ie een donorcodicil, vroe gen ze. Wisten we niet. Of wij dan toestemming gaven, mocht het mis gaan. We keken elkaar aan en knikten tegelijkertijd. We beseften... zelfs al zou hij overleven, was er zoveel schade aangericht. Hij zou een kas plantje zijn geweest." Jeanne Kroon: „Dat hij dat nooit wilde wisten we wel. Maarten zou onze Maarten niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 6