'Onze Maarten was een stille'
EXTRA
De Steen versus Het Paradijs
Stoel 23 in de Galgenwaard blijft voortaan leeg
In Paradisum
De Steen
Afscheidsbrief
i
Foto: United Photos De Boer/Poppe de Boer
Veel katholieken hebben bij uitvaarten de kerk niet meer nodig
door Jace van de Ven
Een katholieke uitvaartdienst is een eredienst. Dus
geen cd's en eigen teksten meer, zo heeft het bis
dom van Den Bosch onlangs gedecreteerd. Maar
dat willen de nabestaanden nu juist wél. Steeds va
ker klinkt 'De Steen' van Bram Vermeulen in plaats
van het 'In Paradisum'.
'Onze vader is dood. Kan er een mis gedaan wor
den? Naar de kerk ging hij nooit, maar hij geloof
de op zijn manier wel. Dus vinden we dat hij in de
kerk begraven moet worden.' Vele malen per jaar
bereiken pastoors dergelijke verzoeken. Meestal
kunnen cüe worden ingewilligd, maar de proble
men beginnen als de familie persoonlijke eisen
stelt die botsen met de vanuit Rome voorgeschre
ven liturgie. De familie wil bijvoorbeeld dat de
Vogeltjesdans' gedraaid wordt, omdat vader dat
altijd zo mooi had gevonden.
In het bisdom Den Bosch gaat dat niet meer op.
Daar kan een overledene in een rooms-katholieke
kerk tegenwoordig alleen nog een uitvaartdienst
volgens de regels van Rome krijgen. Bisschop
Hurkmans wil daarmee voorkomen dat een pries
ter die een uitvaartdienst leidt een soort van con
ferencier wordt die de voordrachten van familie
leden aankondigt. In die voordrachten wordt vaak
het verleden van de overledene bewierookt, ter
wijl het volgens de leer van de kerk gaat om het
heil dat Christus voor de mens bewerkstelligd
heeft. „We willen geen onpersoonlijke uitvaart
creëren, maar wel binnen de liturgie. In de bro
chure zijn mogelijkheden aangegeven", legt
woordvoerder M. Savelsbergh van het bisdom uit.
Die mogelijkheden in de onlangs rondgestuurde
bisschoppelijke brochure zijn: het aansteken van
kaarsen rond de baar door familieleden; het
plaatsen van een foto of voorwerp van de overle
dene op de kist; het samen met de priester uitzoe
ken van bijbelteksten; kerkelijke liederen en voor
beden en het uitspreken van een In Memoriam
aan het begin of eind van de viering. Ook mogen
familieleden de kist dragen en eventueel in het
graf laten zakken.
Nieuwe strengen
Savelsbergh: „De kerk is een sacrale en liturgische
ruimte. Alles wat daar binnen gebeurt is op God
gericht. Buiten de kerk is er ruimte voor een eigen
herdenkingsdienst met cd's, gedichten en toe
spraken. In de praktijk kan dit het beste plaats
vinden in het rouwcentrum bij de uitvaartonder
nemer of in het crematorium. Probleem is dat ve
len niet op de hoogte zijn van deze mogelijkhe
den. Het doel van het beleid is de mensen hier
op te wijzen."
Maar zo overzichtelijk blijkt dat niet te liggen. Er
bestaat discussie tussen rekkelijken en nieuwe
strengen. Die laatsten zijn de jongste lichting
priesters, opgeleid aan het Sint-Janscentrum in
Den Bosch. Zij vertegenwoordigen Rome. Niet
omdat ze dat zeggen, maar omdat de Paus er re
gelmatig op gewezen heeft dat elke mis volgens
regels van Rome gevierd moet worden en vanwe
ge het gewijde karakter dient te worden opgedra
gen door een priester.
De katholieke uitvaartdienst is een eredienst voor
God waarin het zielenheil van de overledene af
gesmeekt wordt. Dat begint al meteen bij de eer
ste zin: 'Heer geef hen de eeuwige rust en laat het
eeuwige licht hen beschijnen'. Er zit wel wat
bangmakerij over hel en verdoemenis in, maar
vooral in de vorm van gebeden om daaraan te
ontkomen. 'Bevrijd mij, Heer, van de eeuwige
dood op die angstwekkende dag', bidden de ge
lovigen. En de bijeenkomst wordt afgesloten met
een optimistisch perspectief. Als aan het eind de
kist de kerk wordt uitgedragen, gaan de achter-
blijvenden staan en zingen: „Mogen de engelen
je naar het Paradijs voeren."
Er zijn ook nog rekkelijken in het bisdom Den
Bosch. Behalve wat pastoors zijn dat vaak pasto
raal werkers, theologisch opgeleiden in de tijd
van DE voormalige bisschoppen Bekkers en
Bluijssen. Evenals pastoraal medewerkers (vrij
willigers) zijn zij actief bij begrafenissen.
Albert Megens is zo'n pastoraal medewerker. Hij
gaat voor bij avondwaken en incidenteel ook bij
uitvaarten. Hij zegt: „Ik vind dat mensen op hun
eigen wijze afscheid moeten kunnen nemen.
Daar moet je als kerk heel veel voor doen, zelfs al
moet je een paar principes overboord zetten, bij
voorbeeld als iemand op jonge leeftijd omgeko
men is in het verkeer. Dan moet je klasgenootjes
en vriendjes ruimte geven om op hun manier af
scheid te nemen. En mocht de kerk zich er niet
meer in herkennen, dan moet het maar buiten de
kerk, desnoods met medewerking van kerkelijke
functionarissen."
Emotioneel
Het belangrijkste bij uitvaarten is volgens Albert
Megens een goed contact met de nabestaanden.
„Familieleden van een overledene zijn vlak na de
dood van een dierbare emotioneel kwetsbaar en
makkelijk boos te krijgen. Je moet dan niet voor
het conflict kiezen, maar kijken hoe je hen kunt
helpen en steunen. De kerk moet ook de schapen
aan de kant van de kudde vooruit helpen."
Volgens Megens is veel persoonlijke inbreng mo
gelijk als een familie niet kiest voor een mis, maar
voor een woord- en gebedsdienst. Maar de offici
ële woordvoerder van het bisdom bestrijdt dat:
„Beide soort vieringen zijn officiële kerkelijke li
turgie. Het strikte beleid geldt ook voor een
woord- en gebedsdienst", aldus Savelsbergh.
Pastoraal werkers en medewerkers mogen van de
leiding van het bisdom zelfs geen uitvaarten
doen. Savelsbergh: „Het zijn geen gewijde bedie
naars, maar theologisch en pastoraal opgeleide
leken. Hun primaire taak ligt buiten de liturgie.
Overigens zijn de Nederlandse bisschoppen met
Rome in overleg om leken toch uitvaarten te laten
leiden in verband met het tekort aan priesters en
de vele uitvaarten als gevolg van de vergrijzing."
Volgens de bisschoppelijke woordvoerder is het
wel de bedoeling dat leken alleen uitvaartdiensten
mogen leiden 'in uitzonderingsgevallen', hetgeen
wil zeggen: als er geen priester of diaken beschik
baar is. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het
feit dat pastoraal werkers vaak tot de rekkelijken
behoren en de persoonlijke verantwoordelijkheid
van de gelovige propageren.
Veel vrijheid
Jack Snackers, oud-pastoor van de San Salvator-
kerk in Den Bosch, inmiddels 80, maar nog actief
als hij gevraagd wordt, is zo'n geestelijke die de
gelovigen veel vrijheid laat. Hij vindt dat je geen
details moet voorschrijven, zoals het bisdom
doet, maar er op moet toezien dat uitvaarten
waardige vieringen zijn. „Een cd met eigen mu
ziek kan daar prima in passen." En wat betreft het
centraal stellen van God. „God laat zich eren in
mensen. Dat deed Jezus ook."
Onlangs nog werd Snackers gevraagd een uitvaart
te doen in Sint-Michielsgestel. „De pastoor daar
zei tegen me: 'Dat kan wel, maar je gebruikt het
boekje uit de kerk of anders doe ik het.' Toen heb
ik met de familie afgesproken om een woord- en
gebedsdienst te doen. Ze waren heel tevreden en
de pastoor ook, want nu hoefde hij niet in te grij
pen."
Ook veel leken zijn die mening toegedaan en trek
ken hun conclusies. Dat wordt uitwijken naar een
ander bisdom of een priester vragen om in de au
la van het uitvaartcentrum een dienst te leiden, zo
redeneert menigeen. Is die oplossing zo eenvou
dig? Niet overal. Directeur A. Egberts van crema
torium Tilburg reageert streng: „Wij hebben een
afspraak dat er bij ons geen eucharistievieringen
of woord- en gebedsdiensten plaatsvinden. Daar
houden we ons aan."
Hij maakt wel steeds vaker mee dat mensen van
katholieken huize niet meer via de kerk worden
begraven, maar dat de nabestaanden met
overledene rechtstreeks naar het crematoiE
komen. Muziek die de nabestaanden zelf!
uitgekozen kan daar altijd worden gedraai1
plechtigheid wordt samengesteld door de
fenisondernemer en de familie. Dat lijkt di
komst. Zo verdringt 'De Steen', gezongen i1
Bram Vermeulen of Paul de Leeuw, in toei1
de mate het eeuwenoude 'In Paradisum'
uitvaartlied bij uitstek. In het 'In Paradisui
wordt de overledene toevertrouwd aan Go
de gelovigen putten daar troost uit. In 'De
wordt de overledene geëerd om wie hij wa
wat hij deed. Aan de nabestaanden de keu J
(Slothymne uit Gregoriaans requiem)
Vertaling:
Mogen de engelen je naar het Paradijs voer
de martelaren u bij aankomst ontvangen
en u begeleiden naar de heilige stad Jeruzal8
Dat de engelenkoren je in zich opnemen en 1
met de eens arme Lazarus de eeuwige rust
vinden.
In Paradisum deducant te angeli - in tuo ad
suscipiant te Martyres - et perducant te in
tem sanctam Jerusalem. - Chorus angelorui
§uscipiat et cum Lazaro - quondam pauperf
num habeas requiem. -
(Populair lied bij uitvaarten, geschreven ei
zongen door Bram Vermeulen, ook vertolk
Paul de Leeuw)
Ik heb een steen verlegd in een rivier op aa B
Het water gaat er anders dan voorheen D
stroom van een rivier hou je niet tegen Hl
vindt er altijd een weg omheen Misschiei
gevuld, door sneeuw en regen Neemt de
mijn kiezel met zich mee Om hem dan gl: 1
rond gesleten Te laten rusten in de luwte
zee Ik heb een steen verlegd, in een rivier
de Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergete 1
verde bewijs van mijn bestaan Omdat do j1
verleggen van die ene steen - De stroom n<
meer dezelfde weg zal gaan.
door Ard Schouten
en Hans Westervoorde
Na een zelfdoding rouwen nabe
staanden meestal in stilte. Maar
als honderden FC Utrecht-sup
porters afscheid nemen van hun
vriend is dat anders. Maarten
Kroon (26) - fanatiek FC Utrecht
supporter - besloot vlak voor
kerst dat hij niet meer verder
wilde. Voortaan blijft zijn stoel-
nummer 23 in de Utrechtse Gal
genwaard leeg. Zijn ouders over
Maartens keuze om bij hen weg
te gaan.
Ze willen drie kinderen, van wie
één adoptiekind. Die wens be
spreken Ed en Jeanne Kroon al
voor hun trouwen. Na de ge
boorte van Aron en Sander
volgt in januari 1978 een derde
kaartje waarop een gezinsuit
breiding staat. Er is een derde
zoon: 'Hij komt uit Indonesië
en we noemen hem Maarten',
schrijven de trotse adoptie-ou-
ders uit Loenen aan de Vecht.
Jeanne Kroon (56) herinnert
zich het ophalen van Maarten
op Schiphol nog goed: „Hij was
zeven maanden oud. Het was
ijskoud. We hebben hem hele
maal ingestopt. Ik trok z'n pakje
zo hoog op, dat z'n voetjes
bloot kwamen. Dat zag ik later
pas." Ed Kroon (58): „Toen hij
in Nederland kwam, was hij li
chamelijk behoorlijk achter.
Maar binnen zes weken zat
Maarten aan de Hollandse pot.
De achterstand liep hij snel in.
Hij was ook heel vroeg met lo
pen."
Maarten Kroon is het kind van
een ongehuwde Indonesische
moeder. Ed Kroon:Het maak
te ons niet uit wie we kregen.
Ach, idealisme...dat is zo'n
groot woord. Maarten werd di
rect in het gezin opgenomen.
Op straat werd naar hem geke
ken. Zo n donker kind, met
twee blonde broers. In Loenen
liep de hele straat uit toen hij
bij ons kwam. Ik geloof niet dat
hij daar veel last van heeft ge
had. Dat veranderde ook niet
toen we in 1982 in Nieuwegein
kwamen wonen. Bovendien, in
een stedelijke regio zijn mensen
meer gewénd aan andere huid
kleuren."
Het kind Maarten blijkt voor
niets of niemand bang. Ed
Kroon: „Toen Maarten kleuter
was, gingen we uit zwemmen.
Lopen we langs het diepe naar
het kleuterbad, springt hij in
eens in het diepe. Ik erachter
aan. Heb ik hem op de kant,
gaat-ie wéér! En duiken, tijdens
een vakantie in de Jura! Ze had
den de bovenste plank van de
duiktoren gesloten, zo hard
waaide het. Maar metershoog,
op de op één na hoogste plank,
stond-ie. Duwt zo'n klein don
ker mannetje de grotere Franse
knapen aan de kant."
Als tiener wil adoptiekind
Maarten weten waar hij van
daan komt, wie z'n biologische
ouders zijn. De Kroons sparen
om met z'n drieën naar Indo
nesië te gaan, op zoek. Maar het
voortraject levert al zoveel te
leurstelling op dat van de reis
wordt afgezien. Ed Kroon: „Alle
formulieren rond de adoptie
bleken vervalst. We hebben het
nog bij het tv-programma
Spoorloos geprobeerd. Maar
het werd afgewezen. Dat was,
achteraf gezien, denk ik, een
breekpunt in zijn leven. Ik ben
geen psycholoog, maar het
heeft hem erg geraakt.
'Ik ben niemand, ik ben niks,
met vervalste papieren', zei hij.
Ja wat zegje dan? Maarten, om
te beginnen heb je ons, wij
houden van je. Je schrikt er wel
van, je trekt het je natuurlijk
aan. Of we professionele hulp
moesten zoeken? Nee, dat hoef
de niet van hem. Maarten was
ook erg dapper."
Zoektocht
Het blijkt - zonder dat Ed en
Jeanne dat weten - de tweede
teleurstelling die Maarten moet
verwerken in de zoektocht naar
zijn biologische ouders. Want
hoezeer de vraagtekens over
zijn achtergrond hem bezig
houden, blijkt als hij zijn ouders
vertelt over een brief die hij al
Lieve pa, ma, Sander, Aron, fa
milie, Mario, vrienden.
Zonder jullie was ik
allang dood.
Zonder mijn familie
was ik niks.
Ik heb alles aan
jullie te danken.
Ik hou echt van jullie, het spijt
me zo maar ik ben
gewoon niet gelukkig.
Nogmaals het heeft nooit aan
iemand gelegen, behalve me
zelf, ik ben gewoon
moe van alles.
Lieve Meike, ik ben zo blij dat
ik jou nog gekend heb.
Je bent zo lief.
ledereen en iedereen die ik
niet genoemd heb, of verge
ten ben, vergeef me,
ooit, sorry.
Maarten.
jaren eerder schreef. Als jochie
van 9. Daarin vraagt hij een
adoptie-instantie antwoord te
geven op zijn vele vragen. Maar
een reactie bleef uit.
De jonge Maarten Kroon is in
middels bij VSV Vreeswijk ver
dienstelijk voetballer, vindt ook
een scout van PSV. De Eindho-
vense club adviseert de familie
om Maarten bij Elinkwijk te
stallen. Ed Kroon: „Ik ging
graag naar hem kijken. Het was
een middenvelder, met een
goede pass. En vreselijk hard,
hè? Hij kon uitdelen, maar ook
incasseren." Lachend: „Dan
kreeg-ie een schop, gaf geen
krimp maar je was er zeker van
dat zijn belager korte tijd later
ook gestrekt op het gras lag.
Hij zat hier in Nieuwegein op
de Havo, het Anna van Rijn.
Het werd hem op een gegeven
moment te zwaar. Drie keer
trainen en de school. Hij speel
de daarna nog twee jaar bij
Geinoord. Toen hij overging
naar de selectie van het eerste
elftal, stopte hij vrij abrupt."
Jeanne: „Waarom weten we ei
genlijk niet. Maarten was een
stille jongen. Je moest echt alles
uit hem trekken. Je kon maar af
en toe in zijn ziel kijken. Maar
dat was Maarten. Later hoorde
ik dat hij bij vrienden honderd
uit praatte. Dat verbaasde me.
Maar ja, het bleek dat hij bij
vrienden wel veel sprak, maar
weinig vertelde. Het waren
steeds dezelfde verhalen."
Voetbal, sport in het algemeen
trouwens, betekent veel voor
Maarten. Op zijn zestiende
wordt hij fanatiek aanhanger
van FC Utrecht. Dat het de FC
wordt, is niet zo vreemd. Z'n
ouders zitten in de business
club, hij lange tijd op de Bun-
nikside.
Ed Kroon: „Dat fanatieke von
den we niet altijd leuk, dat
spreekt vanzelf. Ik wil er niet
omheen draaien, hij deed ook
mee aan rellen. Maarten heeft
ooit een stadionverbod gehad.
Politie voor de deur, dat soort
dingen. Ik heb hem herhaalde
lijk toegesproken. Jongen, ge
bruik je hersens nou eens. Maar
op Maarten kon je niet lang
boos blijven. Je keek hem in de
ogen, hij accepteerde z'n straf,
maar ja, het was gebeurd..."
Kickboksen
Maarten geniet onder suppor
ters respect, is een soort leider.
„Ja, we zeiden hier wel eens: we
hebben twee Maartens. Onze
Maarten, de stille, en de FC
Utrecht-supporter. Voor de be
kerfinale tegen Feyenoord
huurde hij een bus. Had hij ge
regeld, maar die bus moest wel
meer zijn. Korte tijd later b
hij te zijn overleden. Of 'bij
weggegaan' zoals we veel li
zeggen." Ed: „Sindsdien is
alsof je van buitenaf naar ji
gen leven staat te kijken. D
dag ervoor had ik hem nog
zien. Doei, ik ga naar Amst
dam. Ik heb helemaal niks
merkt. Naderhand, ja, nad
hand, waren er wel signale
Jeanne: „Hij had zijn goud
en zijn konijntje aan vrieni
meegegeven, om te verzor
Maarten had gezegd: 'Ik gi
paar weken weg', 's Ochtei
om kwart over vijf heeft hi
een vriend gebeld met dei
dedeling dat hij knopen gt
doorhakken. Of hij naar M
ten toe moest komen? Nee
was niet nodig."
Ed Kroon: „Z'n computer
schoon. Hij heeft het nieti
een vlaag gedaan. Maartei
heeft er weken over naged
Uit zijn afscheidsbrief bief
hij moe was, het had geha
sprak iets uit van 'als jullie
niet waren geweest, dan w
het veel eerder gebeurd'. I
liefdevolle en troostende b
Net zoals de uitvaart, met
FC Utrecht-supporters."
Erehaag
Maarten wordt naar zijn 1<
rustplaats gebracht door 1
derden supporters, die, zv
gend, bengaals vuur afstel
en een erehaag vormen.
was een heel warme deke
Jongen, je hebt wat tewee
bracht, dachten we. Ik no
ze de Gouden in plaats va
Harde Kem."
Opnieuw stilte. Ed en Jeai
Kroon overdenken de laai
weken. Zo raar allemaal. 1
afscheidsbrief lezen ze pa
hij al enige tijd een nieuw
vriendin had. „Vreemd al
dan ineens als volslagen c
kenden tegenover elkaar 1
te staan. Vreselijk ook voc
meisje."
Zelfverwijten. Hadden ze 1
geweten waar hun Maartf
mee bezig was. Ed: „We v
zo graag weten hoe hij dii
ste minuten heeft beleefd
er precies in hem om ginj
Jeanne:,Ik had zo graag I
hem willen zijn. Al had hi
dan natuurlijk niet gedaa
Maar toch... ik vind het vi
lijk dat hij juist op dat mo
alleen was."
Ed Kroon: „Schuldig voel
ons niet. Al ga je je, achte
toch verwijten maken. Hi
terecht ook misschien. D
onomkeerbaar. We moet
zonder Maarten verder."
Jeanne Kroon: „Ik hoop
gelukkig is, daarboven."
nen, een afgetraind bekkie."
Maarten verliet vier jaar gele
den het ouderlijk huis. Hij gaat
in Utrecht wonen. Vriendinnen
heeft hij genoeg, maar voor een
langdurige vaste relatie ont
breekt de rust, constateren
Jeanne en Ed Kroon, die hem
wel regelmatig blijven zien. Ed:
„Hij kwam vaak aanwippen.
Niet lang, kwartiertje, colaatje
en weer weg. Als ik hier in
Nieuwegein een rijsttafel maak
te, rook hij dat in zijn flatje in
Overvecht, vermoed ik. Stond-
ie ineens voor de deur."
Maarten Kroon. Foto: GPD/Privéfoto
heel blijven. Hij heeft toen een I
speech gehouden.reken maar c
dat die bus er perfect uitzag 1
toen ze terugkwamen.c
Maarten gaat ook kickboksen. r
Jeanne Kroon: .Afschuwelijk
vond ik dat. Wat een rotsport! c
'Ja maar, mam, het is alleen
maar om te traineri, hoor'. Kij- r
ken deed ik nooit, ik was zó de 1
ring ingesprongen als hem iets c
werd aangedaan." I
Ed: „Hij ging toch wedstrijden
doen. Maarten was zo driest,
hij sloeg bijna iedereen knock
out. Eenmaal in de ring was-ie
niet meer de houden. Dat was
weer de andere Maarten. De
onze van thuis was de rust zel
ve. En hij stond voor andere
mensen klaar. Voor de een was
hij een grote broer, voor de an
der een soort tweede vader.
Dat is ons wel duidelijk gewor
den uit de vele reacties."
De volwassen Maarten werkt na
het afronden van de Meao eerst
bij de Rabobank. „Buitenlandse
valuta deed hij. Dat vond hij
vreselijk saai." Komt vervolgens
bij vader in het dakdekkersbe-
drijf: „Maarten op het dak, slo
pen... 'De Beul' noemden de
collega's hem. Dat lichamelijke
had-ie altijd al. Hij was vreselijk
ijdel. Zes dagen per week trai
Rijsttafelen
Van samen 'rijsttafelen' zal het
niet meer komen. In de nachte
lijke uren van 23 december
2003 schrijft Maarten Kroon
een afscheidsbrief. Het ligt aan
niemand, hij is gewoon niet ge
lukkig. Jeanne: „Maarten was
niet op zijn werk verschenen.
Dat gebeurde wel vaker, als hij
diep in slaap was. Ik ben naar
Utrecht gegaan, heb er op het
raam gebonsd, de bel ingedrukt
gehouden. De knip zat op de
deur, het licht brandde, hij
móest thuis zijn. Met zijn colle
ga Bert heb ik een raampje in
geslagen, zijn samen het huis
binnen gekropen."
Ze snikt, staart lang voor zich
uit. Ineens is ze weer terug op
die vreselijke ochtend van de
23ste december. „Maarten lag
tussen de tafel en de bank op
de grond. Ik dacht dat hij was
gevallen. Hij had een zwart ding
in zijn hand, ik dacht de af
standbediening. De televisie
stond aan. Hij lag daar, ademde
moeilijk. We hebben direct 112
gebeld. We werden naar buiten
geleid. Toen kwam een politie
agent met het pistool naar bui
ten. Heel vreemd, je wilt het
niet geloven. Je denkt nog aan
een misdrijf, ik had zijn af
scheidsbrief helemaal niet op
tafel zien liggen."
Daarna is alles in een roes ge
gaan. Ed Kroon arriveert later:
„In het ziekenhuis krijg je te
horen dat hij een scan onder
gaat. Dat geeft toch hoop. Maar
direct daarna werd ons verteld
dat we nergens op moesten re
kenen. 'Maarten heeft zich door
zijn slaap heengeschoten'.
Heeft-ie een donorcodicil, vroe
gen ze. Wisten we niet. Of wij
dan toestemming gaven, mocht
het mis gaan. We keken elkaar
aan en knikten tegelijkertijd.
We beseften... zelfs al zou hij
overleven, was er zoveel schade
aangericht. Hij zou een kas
plantje zijn geweest."
Jeanne Kroon: „Dat hij dat
nooit wilde wisten we wel.
Maarten zou onze Maarten niet