Ooit wordt de Posbankmoord opgelost Rl fJill Rechercheurs kunnen na duizenden uren onderzoek zaak niet loslaten yl jc ZATERDAC 3 JANUARI 2004 In januari van dit jaar wordt het Achterhoekse dorpje Drempt opgeschrikt door de gruwelijke dood van hardloper Alex Wiegmink (44). Vermoord op de Rhedense Posbank, verbrand gevonden in zijn auto in het Brabantse Erp. Duizenden uren steekt de recherche in het onderzoek. Zonder resultaat. Na negen maanden wordt het dossier gesloten. Op papier. In de hoofden van de twee leiders van het rechercheteam gaat het onderzoek door. Ze kunnen de zaak niet loslaten. „Ik zoek nog elke dag naar de oplossing." door Eelko Wester en Ellen Willems Ze hebben beiden alweer een nieuwe klus, een nieuw onder zoek dat eigenlijk al hun aan dacht vraagt. Maar de twee rechercheurs zijn er niet altijd volledig met hun hoofd bij. Ze willen wel, maar künnen het niet. Het kleinste politiebericht, een opmer king, een gedachte is voldoende om on middellijk weer te denken aan de zaak, die voor een groot deel hun leven in 2003 heeft bepaald: de gruwelijke moord op de 44-jarige Dremptse hardloper Alex Wiegmink. „Ik kan de zaak niet parkeren, het is niet opgelost. Ik zit nu op een andere zaak, maar ik ben eerlijk gezegd nog elke dag met Wiegmink bezig. Als ik hoor over een autobrand, wil ik de details weten. Nu ben ik er dagelijks mee bezig, dat wordt wekelijks, dan maandelijks. Maar het blijft in mijn hoofd. Het dossier gaat op de plank. Maar stof zal er niet op ko men. Ik pak de papieren nog geregeld. Dat zal zo blijven. Ooit wordt de zaak opgelost." Het is een zin die de twee rechercheurs die de leiding hebben over het onder zoek naar de Posbankmoord, nog vaak zullen herhalen. Een overtuiging die sterk leeft bij het tweetal, dat anoniem wil blijven, vanaf maandag 20 januari 2003. De dag waarop Alex Wiegmink gaat hardlopen in het natuurgebied op de Posbank bij Rheden. Zoals zo vaak. Hij heeft de hardloopspullen meegeno men naar zijn schilderklus in Arnhem. Vanuit zijn werk gaat hij direct door voor zijn vaste ronde en dan snel naar huis waar vrouw Greet met de kinderen met het eten wacht. Dit keer blijft de plek van Alex aan de eettafel echter leeg. Bij de politie rinkelen de alarmbellen dan al volop. Aanleiding is een fietser die omstreeks vier uur 's middags op de Rhedense Posbank bij de parkeerplaats aan de Burgemeester Bloemersweg iets verdachts ziet. Hij fietst in eerste instan tie door, is bang. Hij herpakt zich en belt de meldkamer van de politie Gelder land-Midden, zo vertelt Alex' broer Peter Wiegmink op basis van gesprekken met de politie. Ruzie Uit getuigenverklaringen komt naar vo ren dat zich die maandag tussen vier uur en half vijf (ongeveer een half uur of drie kwartier voor de moord) op de Posbank drie mannen ruzie hadden. De centralist stuurt een surveillancewa gen. De agenten rapporteren dat ze de situatie niet vertrouwen. Wiegmink, zijn auto en de dader(s) zijn dan al weg uit het natuurgebied. Aan het begin van de avond slaat Greet Wiegmink alarm. Bij de politie Gelder land-Noord geeft ze Alex Wiegmink op als vermist. Het was toen al duidelijk dat het niet zo maar om een vermissing ging. Direct wordt het gebied rond de parkeerplaats afgezet. Een groot aantal rechercheurs begint een zoektocht. Een opsporingsbericht gaat uit voor de sta tioncar van Wiegmink. Na acht uur krijgt de meldkamer van de politie in Brabant een melding van een brand in het buitengebied van Erp, een dorp tussen Den Bosch en Helmond. Bij aankomst blijkt het om een hevig bran dende auto te gaan. Wanneer de brand is geblust, vinden de brandweermensen de verkoolde resten van een persoon achter in de stationwagen. De centralisten van de drie meldkamers hebben de link gelegd. Het kenteken van de wagen was de schakel. Het was nog niet bewezen, maar wel hoogstwaar schijnlijk dat de verbrande man de ver miste Wiegmink is. Nog dezelfde avond besluit de korpsleiding tot het oprichten van een recherchebijstandsteam. Bij het ochtendgloren dinsdag 21 januari gaan de rechercheurs aan de slag. Zo'n team wordt alleen ingezet bij zware de licten, zoals doodslag of moord, waarvan de toedracht onduidelijk is. Bij Wieg mink is geen twijfel of er een team moet worden geformeerd. De zaak schokt de politie en krijgt de hoogste prioriteit. Om negen uur start de eerste briefing van het Bloemersteam, genoemd naar de weg op de Posbank waarvan de politie zeker is dat Wiegmink er is vermoord. De gedrevenheid bij de twintig recher cheurs om aan de zaak te beginnen, is groot. „Bij zo'n zaak sta je meteen op scherp. Iedereen eigenlijk. Het is ook mooi zo'n zaak te doen. Zonder morren draaien mensen werkweken van zeven dagen, zestien uur per dag." De briefing gaat via een strak protocol. Alleen de teamleiding krijgt alle informa tie. „Daderinformatie hebben de overige leden van het team niet. Nu nog niet. Pas als de zaak is opgelost en een ver dachte voor de rechter staat, worden de anderen volledig ingelicht. Niet eerder. Het is beter om niet alles te weten. Re chercheurs moeten zo blanco mogelijk blijven. Dat voorkomt bijvoorbeeld dat ze in een verhoor in een bepaalde rich ting sturen waardoor informatie on bruikbaar wordt." Het team draait onmiddellijk op volle kracht. Minutieus onderzoeken de re chercheurs dinsdagochtend het gebied aan de Bloemersweg en het bospad in Erp. De eerste dagen geven de meeste informatie. Qua sporen, maar ook qua getuigen. „Die weten 24 uur na de moord meer dan drie maanden later. Dus is het zaak ze zo snel mogelijk op te sporen." Slecht nieuws Dinsdagavond wordt de vrees bewaar heid. Een arts stelt aan de hand van ge- bitsgegevens vast dat de verbrande man inderdaad Alex Wiegmink is. De recher che heeft vervolgens de taak deze vrese lijke boodschap over de brengen aan Alex' vrouw en kinderen. „Bij elk RBT wordt een koppel van rechercheurs aan gewezen om de contacten met de fami lie te onderhouden. De politie had de vrouw eerder al ingelicht dat er mogelijk iets ergs was gebeurd. Het was hun taak die dinsdagavond het slechte nieuws te melden. Dat is vreselijk." Maar de moeilijkste klus moet dan nog komen. Terwijl de familie rouwt, wordt het hele sociale leven van Wiegmink in kaart gebracht. Wie zijn zijn vrienden, zijn familieleden, zijn vijanden? Ook zijn vrouw wordt ondervraagd. „Dat is vrese lijk lastig. Als mens begrijp je ook wel dat ze tijd van rouw moet hebben. Maar wij moeten ook ons werk doen. Veel moor den vinden plaats in de relationele sfeer. Alle opties moeten opengehouden wor den." In één enkele richting denken, is gevaar lijk. „Tunnelen wordt beschouwd als één van de grootste fouten bij het re chercheren. Wanneer je maar één kant op denkt, bestaat de kans dat je na twee maanden tot de conclusie komt dat het de verkeerde kant is. Dan moetje op nieuw beginnen. Het is onze taak daar voor te waken." Op maandag 27 januari om vier uur vindt er een passantenonderzoek plaats op de Posbank. Het Bloemersteam heeft dan een tropenweek achter de rug. Het team is inmiddels uitgebreid naar 34 mensen, maar het onderzoeken van tips, trekken aan losse eindjes, horen van ge tuigen, overleggen en brainstormen kost veel tijd. Heel veel tijd. De dagschotel in de politiekantine aan de Arnhemse Beekstraat is vaak het diner. Thuis wor den ze weinig gesignaleerd. „De Arbo- regels worden geregeld met voeten ge treden.''' Dezelfde avond vraagt de recherche in het televisieprogramma Opsporing Ver zocht aandacht voor de zaak. Wie heeft de donkergroene Opel Omega stationcar maandag zien rijden? Opvallend aan de wagen zijn de kanodragers op het dak. „We hebben driemaal aandacht ge vraagd in het televisieprogramma. Dat heeft ons ruim driehonderd tips opgele verd. Dat is uitzonderlijk veel. Het tekent de maatschappelijke impact die de moord heeft gehad. Mensen belden met bruikbare tips, maar ook om ons succes te wensen. Ook collega's dachten met ons mee. 'Heb je daaraan gedacht?', vroegen ze dan in de gang. Misschien wel twintig keer. Maar het is mooi dat ze betrokken zijn." Op de eerste uitzending reageren meer dan honderd mensen. De gouden tip zit w. Wi V&4,I De politie zoekt op de Posbank naar aanwijzingen voor de moord op Alex Wiegmink. Archieffoto: GPD/Hans Broekhuizen Archieffoto: GPD/Jan Wamelink er niet bij. Onverminderd wordt er door gewerkt. Mobiel telefoonverkeer tussen de Posbank en Erp, beelden van benzi nestations langs de route van Rheden naar Brabant, de uitgebrande auto. Alles wordt uitgekamd. Wiegminks hele leven wordt nagetrokken. De politie weet alles van hem vanaf dat hij een kind is. Alles is nagetrokken. De recherche kan zich niet voorstellen dat een bekende van Alex er iets mee te maken heeft. Die hebben ze allemaal gesproken en doorgelicht. Raadsel Na enkele weken vergeefs speuren doet Peter Wiegmink op 10 februari namens de familie zijn verhaal in een uitzending van Opsporing Verzocht. Door zijn ver driet te laten zien, kunnen mensen mis schien toch de moeite nemen te bellen. Het kan mensen over de drempel du wen. Het Bloemersteam kan wel een ex tra steuntje gebruiken. Wederom komen er genoeg tips om te rechercheren, maar een oplossing blijft uit. Ondertussen is het motief voor de moord nog steeds een raadsel. De re cherche houdt er rekening mee dat Wiegmink op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. Een conclusie die ze nog steeds overeind houdt. „Het beeld dat een onschuldige man op zo'n gruwelijke wijze is vermoord, maakt dat je intenser met de zaak bezig bent. Niet dat een leven van een crimineel minder waard is, maar de moord op een on schuldig man grijpt je ook als politieman meer aan. Wij zijn ook maar mensen." Een goede vader, een harde werker, een sportman in hart en nieren. Het beeld van Alex Wiegmink wordt neergezet als dat van een onbesproken, onschuldig man. Tot 24 april. De politie zegt opeens dat Wiegmink mogelijk is afgeperst en bedreigd vanwege iets wat zich in zijn verleden heeft afgespeeld. Vanuit welke hoek de dreiging afkomstig is, weet de politie niet. Als korte tijd later de politie meldt dat de vermoedens over chantage ongegrond blijken te zijn, is de ontzet ting bij familie en vrienden groot. Hoe kon de politie zo kwaadspreken over hun Alex? „Laten we voorop stellen dat de geruchten over de chantage heel serieus waren. We kregen er alleen geen vinger achter. Voor we er mee naar bui ten zijn getreden, hebben we dit echter uitgebreid besproken met zijn weduwe. Hoewel ze het heel moeilijk vond, heeft ze toch toestemming gegeven. Had ze dat niet gedaan, dan hadden we het zeer waarschijnlijk niet naar buiten ge bracht." Het gewenste schokeffect blijft uit. De recherche geeft de strijd echter niet op. Ondanks een gebrek aan slaap waardoor het fysiek zwaar is, zien ze altijd nog wel een spoor dat hen gemotiveerd houdt door te gaan. Niettemin, zo bekennen de rechercheurs, hebben ook zij momenten gehad dat ze in een dip zaten. „Dat gaat met golfbewegingen. Na een paar weken heb je soms al het idee: dit wordt zwaar. Een paar dagen later kan de sfeer zo om slaan. Voor een doorbraak hebben we nooit gestaan. Wel zijn er momenten ge weest dat ik op het puntje van mijn stoel zat. Maar dan liep het weer op niets uit." In de vergetelheid In de lange hete zomer verdwijnt de Pos bankmoord wat in de vergetelheid. In de media, die landelijk pagina's hebben ge wijd aan de schokkende zaak, wordt het stil. Het is het Bloemersteam dat in sep tember van 2003, zo'n acht maanden na de moord, het stilzwijgen doorbreekt. In Opsporing Verzocht toont de recherche behalve een muts die is gevonden, twee compositiefoto's plus zes signalemen ten. De ene compositiefoto is van een van de ruziemakende mannen op de Posbank. De andere is van een man die is gezien in de auto van Wiegmink. Ge tuigen hebben de signalementen maan den geleden al doorgegeven, zo wordt duidelijk. De ontsteltenis is groot. Waar om heeft de politie zo lang gewacht met die signalementen openbaar te maken? „Je kunt niet altijd meteen naar buiten met getuigenverklaringen. Het kan an dere getuigen beïnvloeden, waardoor die verklaringen niet meer bruikbaar zijn. Het is elke keer weer afwegen, brainstormen, informatie vergelijken. Waarom we toen pas naar buiten zijn gekomen, mogen we niet vertellen. We mogen niet inhoudelijk op de zaak in gaan. Maar neem van mij aan: daar had den we een goede reden voor. We zullen heus fouten hebben gemaakt, maar ik weet wel dat we ons altijd tot het uiterste hebben ingezet om de juiste beslissin gen te nemen." De rechercheurs bestrijden dat het pre senteren van de compositiefoto's een al- les-of-niets-poging was. Ook al wordt het Bloemersteam een maand later, op 1 oktober, flink ingekrompen. Vier weken later trekt de korpsleiding definitief de stekker eruit. De moord is niet opgelost. Een bericht dat het politiekorps Gelder land-Midden slechts zelden naar buiten hoeft te brengen. In de laatste vier jaar is in 19 van de 21 moord- of doodslagza- ken een verdachte voor de rechter ge bracht. „Gelukkig wel, want we houden hier een zeer onbevredigend, teleurstel lend gevoel aan over." Toch vinden de rechercheurs de beslis sing van de korpsleiding om het onder zoek stop te zetten terecht. „Negen maanden is een heel lange tijd voor een moordonderzoek. Die krijg je bijna nooit. Maar wat ons betreft waren we nog een jaar doorgegaan. Altijd zijn er eindjes waar je achteraan kunt. Je kunt de zaak niet afsluiten. We hopen nog steeds op dat ene telefoontje met die gouden tip, waardoor we weer aan de slag kunnen. Deze zaak moet worden opgelost."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 4