I I 9 9 De Stekelenburgs deden bijna alles hetzelfde 'We hadden niet het idee dat we elkaar ooit nog izouden tegenkomen' 'Hij trad graag op de voorgrond, ik ben liever op de achtergrond' ZATERDAG 3 JANUARI tm L( Jan Stekelenburg. Foto: GPD/Roland de Bruin Hetzelfde gezicht, ezelfde stem, dezelfde gebaren. Jan tekelenburg (62), oud- iresentator van Studio ort, lijkt in bijna alles op zijn eeneiige reelingbroer Johan, de burgemeester van iurg en oud-voorzitter van de FNV, die op 22 iptembe overleed aan kanker. Een week later 'loor hij nog een broer. e 1 A/at is de zin hiervan?" ;xibé door Dick Hofland Als ik Johan wilde bellen, was hij vaak in gesprek, om dat hij mij op hetzelfde mo ment wilde bellen. Het is drie keer voorgekomen dat we op dezelfde dag naar de kapper gin gen. Als je opnamen van tv-program- ma's terugziet waarin we samen hebben gezeten, dan doen we bijna alles hetzelf de. We kijken op dezelfde manier, we reageren op dezelfde manier, we maken zelfs exact dezelfde bewegingen met on ze handen als we iets duidelijk willen maken. Je gelooft je ogen niet als je dat ziet, zó lijken we op elkaar. Als we gewild hadden, hadden we daar flink misbruik van kunnen maken. We hebben ooit overwogen om een keer op 1 mei, de Dag van de Arbeid, ieder naar een ande re bijeenkomst te gaan om de media in verwarring te brengen. Hebben we toch maar van af gezien. Mensen schrikken nu soms als ze me zien, omdat ze denken dat ze Johan zien. Ik begrijp dat wel. Bij de herdenkings dienst stond ik naast Johans vrouw He- leen, en als je de foto daarvan ziet, is het net of de Johan van twee jaar geleden daar staat. Ik vertoon me liever nog zo weinig mogelijk in Tilburg, uit piëteit, maar verder heb ik er geen problemen mee als mensen even van de kaart zijn, als ze me aanspreken om me te condole ren of als ze vragen hoe het gaat. Dat overkomt me nog geregeld, in het win kelcentrum of zoals pas nog bij de ben zinepomp. Dan zegt iemand: 'Sorry, ik durfde het in het begin niet, maar ik wil u alsnog zeggen dat ik het allemaal heel erg vind'. Ik heb nog nooit zoveel post gehad, van wildvreemden en Van men sen met wie ik heel vroeger een kort contact heb gehad. Dat verbaast me nog het meest: dat Johans dood zoveel emo ties heeft losgemaakt, dat hij na zijn dood in het hele land zó bejubeld is. Ik wist niet dat hij zó geliefd was. Johan wekte blijkbaar vertrouwen bij een groot deel van de bevolking: mensen hadden het gevoel dat je iets aan hem kon overlaten. Hij bewoog zich ook heel gemakkelijk in alle geledingen van de samenleving. Of hij nou met leden van een raad van be stuur sprak of met mensen in een ach terstandswijk, hij was altijd geïnteres seerd, speelde nooit een rol, was altijd zichzelf. Als hij iets beloofde, waren het nooit lozë woorden. Dat bleek ook weer tij dens een indrukwek kende herdenkingsbij eenkomst van ge- meentepersoneel en eerder bij de bijzonde re zitting van de Til- burgse gemeenteraad: Johan had geen gehei me agenda, hij speelde geen toneel, deed zich niet mooier voor dan hij was en deed zaken ook nooit mooier voorkomen dan ze waren. Johan was populair, hij kon met ieder een overweg. Als een protestant van bo ven de rivieren had hij in Tilburg binnen de kortste keren helemaal de smaak van carnaval te pakken. Niet gemaakt, omdat het moest, maar omdat hij er van ge noot, omdat hij zich er in thuis voelde. Hij heeft zelfs nog een carnavalsplaatje gemaakt. Ik ben meer iemand van de achtergrond, maar Johan trad graag op de voorgrond, hield van de camera en wist precies hoe hij er mee om moest gaan. Het burgemeesterschap was hem op het lijf geschreven. Hij wilde overal bij zijn, van de schuttersvereniging tot Willem II, van de pater die zich over de daklozen ontfermde tot de hoogste baas van een multinational. Met alles en ie dereen had hij contact en hij genoot daarvan. Als sociaal bewogen mens kon hij in die functie elke dag wel op een of andere manier zijn ei kwijt. Dat had hij van onze vader, van wie hij heel veel hield. Die man was ook een echte socialist en dat woord betekent van oorsprong bondge noot. Onze vader was altijd heel erg be zig met zijn omgeving en niet met eigen belang. Johan had precies hetzelfde. Dat hebben mensen haarfijn aangevoeld. Daardoor is die hype na zijn dood ont staan, want dat was het toch, het was echt groot nieuws. Dat zoveel mensen verdrietig zijn over zijn dood, komt volgens mij ook door de manier waarop hij met zijn ziekte is om gegaan. Als hij niets meer van zich had laten horen, zou het vermoedelijk an ders zijn geweest. Maar hij heeft alles openlijk verteld en laten zien. Ik dacht nog wel eens: 'Johan, moet dat nou alle maal?', maar hij ontieende er kracht aan en is voor anderen een voorbeeld ge weest. Hij heeft geprobeerd te vechten. Hij heeft nog maanden gefunctioneerd, al was hij wel sneller moe. Wat wil je, in ja nuari dit jaar werd geconstateerd dat hij slokdarmkanker had. Die slokdarm is er meteen uitgehaald en hij heeft toen een buismaag gekregen, waardoor zijn maag hoger kwam te zitten en in feite als nieu we slokdarm functioneerde. Daardoor voelde hij zijn eten altijd heel nadrukke lijk zitten. Dat is geen feest, maar hij kon er goed mee leven. Na die operatie is hij weer aan het werk gegaan. De doktoren zeiden dat het pro bleem was opgelost en dat hij 'schoon' was; er waren geen kankercellen meer in zijn lichaam achtergebleven. Johan, en ik ook, hadden in die periode echt het gevoel dat het weer goed zou gaan. Maar niet al te lang daarna bleken er toch weer uitzaaiingen te zijn. Ook in zijn le ver, en dat is echt een rótplek. Vanaf dat moment heeft hij zijn ziekte voor de bui tenwereld mooier voorgesteld dan het was. Hij liep wel te stralen met die kale kop, maar hij had meer problemen dan hij liet zien. Hij verschool zich niet, hij kwam overal. En hij bleef toch optimis tisch. Dat herken ik wel. Johan en ik denken dat we veel zaken kunnen veran deren, wij zijn doorzetters.... goh, ik spreek nog in de tegenwoordige tijd. Er was ook nog steeds hoop, ook bij de doktoren, omdat de eerste serie chemo- kuren goed aansloegen. In januari, fe bruari hebben we het samen wel even tjes over de dood gehad, maar later meer. Zijn criterium, dat ook het mijne is: Het leven heeft alleen zin als het menswaardig is. Dat je je bewust bent om nog voor iets te leven. Vanaf eind au gustus is hij heel snel achteruit gegaan. Hij kreeg zware pijnstillers, steeds grote re hoeveelheden morfine, maar op den duur hielp helemaal niets meer. Hij was compleet van de kaart, maar als er men sen op bezoek kwamen, pepte hij zich helemaal op, nam het leven met ze door en gaf die mensen kracht. Het bezoek vertrok altijd opgewekt. Dat vind ik nog steeds heel opmerkelijk. Ze kwamen voor hem, maar hij was er volledig voor de ander. De laatste week voor zijn dood heeft hij ontzéttend veel pijn gehad. De artsen zeiden dat er niets aan te doen was en dat de pijn ook niet minder zou worden. Met zijn vrouw, zijn twee zoons 'Met Rinnooy Kan heeft hij aan de wieg gestaan van het poldermodel' Archieffoto: Kippa en twee artsen heeft hij besloten dat het afgelopen moest zijn. Dat was zaterdag; maandag zou er door actieve euthanasie een einde aan zijn leven komen, zou hij verlost worden van die pijn. Zondagmiddag ben ik nog bij hem ge weest. We hebben veel gepraat. Het was heel onwezenlijk dat we alletwee wisten dat Johan er maandagmiddag niet meer zou zijn. Johan zei: 'Jan, je hebt geen tweelingbroertje meer'. In het begin was ik verdrietig, heb ge rouwd om zijn dood, maar op een gege ven moment word je toch weer opge slokt door het dagelijks leven, door de familie, door je kinderen en kleinkinde ren, door je werk. Daardoor denk ik niet meer elke ochtend als ik opsta: 'Johan is dood'. Ik word er vooral mee geconfronteerd omdat ik zo op hem lijk. Interviews doe ik ook heel weinig en eerlijk gezegd heb ik er weinig behoefte aan. Ik overleg al tijd met Johans vrouw en zijn oudste zoon. Heieen zegt dan: 'Joh, ze kunnen niet genoeg over Johan schrijven'. Ik maak me niet zoveel zorgen om mijzelf, maar vooral om Heieen. Haar verdriet is onmeetbaar. Johans kinderen zijn rond de dertig en leiden hun eigen leven. He- leen was Johans tweede vrouw en zij hebben samen geen kinderen. Johan en Heieen waren altijd samen, gingen hele maal in elkaar op. Ze hielden intens van elkaar, maar ze waren ook maatjes. He- leen leidde het leven van een burge meestersvrouw, dus veel bijeenkomsten, veel contacten. Een druk bezet, sociaal leven. Dat is allemaal weggevallen. He- leen is echt in één klap alles kwijtge raakt, terwijl ze amper vijftig is. Ze is ge lukkig heel sterk en heeft een groot ge voel voor humor, waardoor ze uiteinde lijk toch een weg zal vinden. Ik ben alleen maar boos, vooral bóós. Nog steeds. Waarom móet dit? Hier heeft niemand, helemaal niemand iets aan. Wat is de zin hiervan? Als je gelovig bent, zie je misschien nog iets van een bedoeling, maar ik zie dat niet. Als ie mand dood is, is-ie dood. Ik geloof niet in een hiernamaals. Johan en ik hebben ook tijdens onze laatste gesprekken niet het idee gehad dat we elkaar ooit nog er gens zullen tegen komen. Ik had er veel voor over gehad om samen met hém ze ventig te worden. Als je dan 70 bent, vind je vermoedelijk 80 een mooie leef tijd. Maar 61... Dan zit je nog middenin het leven, zeker iemand als Johan. Hij had het idee dat hij de hele wereld nog aan kon, dat er nog heel veel moest ge beuren, dat hij nog heel veel kon berei ken. Zijn werk was ook zijn hobby, hij had nog zóveel ideeën. Hij zat nog maar net in de Eerste Kamer voor de PvdA en hij had een belangrijke rol kunnen spe len als boegbeeld voor de partij om weer een grote volkspartij te worden. Hij is eventjes in beeld geweest voor een mi nisterspost, maar ik vond dat hij dat niet moest doen. Veel te riskant, voor je het weet ben je afgebrand. Het is er gelukkig nooit van gekomen. Ook niet van een leiderschap bij de PvdA, hoewel het voor de hand lag dat Kok niet Melkert maar Johan als zijn opvolger had gekozen. Johan was de man van het volk, Melkert niet. Als hij in beeld was gekomen, denk ik dat hij het toch niet had gedaan. Hij was net burgemeester van Tilburg, hij genoot daar van en zei dat hij het niet kon maken om er weer snel weg te gaan. Dat vond hij erg ongeloofwaardig. lohan had geen blinde ambitie, hij heeft nooit echt vooraan gestaan om in de landelijke politiek iets te gaan doen, hij zag dat niet per definitie als een hoger doel. Dat heeft hem zeker in Tilburg extra popu lair gemaakt. Maar als Iemand in die tijd Fortuyn had aangekund, dan was Johan het. Hij kon kritiek incasseren, ook per soonlijke kritiek, en reageerde altijd open en eerlijk. „Fortuyn slaagde er in om zijn opponenten boos, narrig en op gefokt te krijgen. Als je daar op in ging, ging je voor de bijl. Johan had dat voor treffelijk kunnen pareren. Hij heeft ge leerd geduldig te zijn, rustig te blijven. Daarin verschil ik van hem. Ik kan heel erg uitvallen, ongenuanceerd soms. Jo han bleef altijd kalm, beheerst, wat ab soluut niet wil zeggen dat hij een doetje was. Hij liet absoluut niet over zich lo pen. Het is wel grappig gegaan met Johan en mij. In het begin was ik de bekende Ste kelenburg, omdat ik nadrukkelijk met mijn hoofd op tv was, voor Studio Sport. Johan was toen nog gewoon een FNV- mannetje. In de loop der jaren is dat omgedraaid. Ik ben meer naar de ach tergrond gegaan, ik doe nu vooral eind redactie en Johan is in die periode lang zaam maar zeker bekend geworden. Hij heeft als voorzitter van de FNV die bond heel snel uit het moeras getrokken en met Rinnooy Kan van de werkgevers heeft hij aan de wieg gestaan van het poldermodel. Dat had ook te maken met zijn karakter: op een eerlijke, open en hartelijke manier proberen samen tot iets te komen. Wij komen uit een gezin van negen kin deren. Johan en ik zijn in 1941 geboren, in Tienhoven. Ik ben ongeveer een kwar tier na Johan geboren, maar volgens mij heb ik daar niets aan overgehouden. Voor onze verjaardag kregen we een stuiver om een zuurbal bij Jamin te ko pen. Ik herinner me niet zoveel meer van onze verjaardagen, ik weet alleen nog goed dat we een hoepel kregen toen we een jaar of zeven, acht werden. Dat was een enorm cadeau. We hebben ook nog een zusje, Jannie, die ook op 31 ok tober is geboren, maar wel zes jaar later. We kwamen eigenlijk nooit op eikaars verjaardag, de hele familie komt nu vaak op 6 januari bij elkaar, op de verjaardag van mijn oudste zus. Dan vieren we zo'n beetje alles tegelijk. Ik had ook nog een broer Wim, die na Johan en mij kwam en die een tijd gele den een zware hersenhloeding heeft ge kregen waardoor hij niet meer van deze wereld was. Hij herkende je nog wel, maar veel meer ook niet. Hij kwam nooit er gens, maar heeft wel het opgebaar de lichaam van Johan gezien. Zes dagen later was hij zelf dood. Na sectie bleek dat hij uiteindelijk ook aan kanker is overleden. Ik ben daar niet bang door geworden, twee broers aan kanker verloren. Ik heb ook geen schuldgevoel: waarom zij wel en ik niet. Nee, zo zit ik niet in elkaar, ik ben een optimistisch mens. De dood van Johan en Wim vind ik bovenal on rechtvaardig en onnodig. Al heb ik geen enkele twijfel dat in elk geval Johan vond dat hij in een situatie terecht was geko men waarin geen normaal mens het meer kan opbrengen om verder te leven. Hij had alle reden om naar het leven te verlangen, maar hij kón niet meer. Na zijn dood en na zijn uitvaart ben ik bang geweest dat er minder mensen naar het afscheid van Wim zouden gaan dan an ders. Gelukkig was iedereen daar ook weer, familie, vrienden en kennissen. Dat was een enorme opluch ting voor me.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2004 | | pagina 3