Uitgesproken,
'Als kind las
ik al boeken
over Gandhi
en de oorlog'
Biografie
ga zelf maar eens in zo'n wijk wonen die ver
paupert'. Ja, als je het zelf goed hebt, is het
inderdaad makkelijker om te roepen dat het
niet klopt, dat mensen niet mogen oordelen.
Toch ga ik heel erg steigeren als ik merk dat
het wij-gevoel gaat opspelen. Dan moetje
oppassen. Wij en zij. Héél eng. Ik begrijp het
misschien wel dat mensen in wijken met
veel allochtonen om zich heen op een gege
ven moment gaan roepen dat er maar een
hek om de stad moet, maar ik blijf het echt
belachelijk vinden dat het zo oneerlijk ver
deeld is. Ik vind het totaal niet vanzelfspre
kend dat wij meer recht van spreken hebben
dan anderen. Tó-taal niet.
Op het toneel kan ik daar hele platte dingen
over zeggen, kan ik het enorm aanzetten.
Maar er is een groot verschil tussen Claudia
privé en Claudia aan het werk. Op het podi
um maak ik statements die doorbakken zijn
van ironie, bereplat en vet. Hoe vetter ik het
breng, hoe ironischer. Hoe ironischer, hoe
duidelijker dat ik het niet meen. Ik ben wel
uitgesproken, maar niet dóm. Op de radio
heb ik mezelf wel eens een derderangs
deejay genoemd. Dat is overdreven,, weet ik
ook wel, dus een vorm van ironie, want de
sfeer bij 3FM is nu eenmaal relativerender
dan bij de andere popzenders.
Bij de VARA heb ik de plek overgenomen van
Henk Westbroek en dat vond ik in het begin
wel een druk. Hij deed het geweldig, er werd
bijzonder goed naar zijn programma geluis
terd en ik heb hem als zanger hoog zitten. Ik
doe het nu drie maanden. Die druk is onder
hand wel verdwenen, maar ik denk echt niet
dat ik net zo goed ben, hoor. Ik probeer wel
een beetje respectvol met zijn erfenis om te
gaan.
Je merkt: in het gewone leven ben ik nogal
voorzichtig, genuanceerd. Dat beschouwen
mensen dan snel als slapte, maar dat vind ik
nou juist niet. Je kunt wel stelling nemen,
maar ik houd niet zo van oordelen. Daarom
maak ik een programma, dan kan ik het an
ders zeggen. Ik zal het mijn hele leven blij
ven doen, ongeacht of het succes heeft, ook
al willen ze me straks alleen nog in cultureel
centrum De Drollenvanger hebben. Jeetje,
dat klinkt ontzettend suf zeg. Maar ja, een
schilder maakt een schilderij omdat hij het
niet anders kan zeggen. Of hij er succes mee
heeft of niet, hij wil en kan zich alleen op die
manier uiten.
Als ik iets in twee regels zou kunnen zeggen,
dan zou ik dat wel in twee regels doen. Maar
zo eenvoudig is het niet. In een programma
wel. Dan ga ik twee keer drie kwartier los.
Keten. Having a ball. En dan zeg ik ook nog
een heleboel. Ik ben niet bang voor publiek
en ik merk dat ik er wél bij vaar dat ik mo
menteel drie dingen tegelijk doe: radio, tele
visie en theater. Het één beïnvloedt het an
der. Door mijn theaterervaring ben ik niet
Soms weet Claudia de Breij (28)
even niet of ze nou in Drachten
of Rijswijk staat. Het introverte
meisje is een extraverte vrouw
geworden die sinds een paar
maanden alles doet waarvan ze
droomde: theater, radio (3FM)
en tv (VARA-Laat). „Ik leid nu
heel erg een ikke-ikke-bestaan."
door Dick Hofland
Als kind dacht ik altijd dat grote
mensen per definitie goed en lief
waren. Je ouders waren lief, Sinter-
J klaas, heel oud, was nog liever en
God was oneindig lief. Politici wa
ren heel belangrijke mensen, dus die moes
ten ook wel heel lief zijn. Nu denk je: Als er
één sooit mensen is dat juist niet deugt, dan
zijn het wel politici. Op mijn zevende, acht
ste zag ik de film All the president's men,
waarin Nixon steeds zei dat-ie geen boef
was. Ik geloofde dat, want grote mensen
spraken altijd de waarheid. Bleek aan het
eind dat die Nixon wél een boef was. Ik ben
toen echt een tijd van de leg geweest. Mijn
hele wereldbeeld stond in één keer op z'n
kop.
Ik hoor ome Humbert - bij ons heet iedereen
oom - nog zeggen met dat zware Surinaam
se accent van 'm: 'Oeweet je, meisje, jij kan-
nie tegen onrecht'. Had-ie goed gezien. Nie
mand kan tegen onrecht, maar ik heb er in
derdaad wel heel veel last van. Na de moord
op Fortuyn ben ik daar ook weer eens achter
gekomen. Ik ben toen ontzettend geschrok
ken van de massa die naar het Binnenhof
trok. En dat gedoe met al die küt-waxine-
lichtjes! Ik was aan het werk op het media
park en daar heerste een enorme anti-me-
diastemming, de sfeer van: 'Jullie hebben
het gedaan!'. Ik had altijd gedacht dat je met
iedereen redelijk kon pra
ten, maar dat valt tegen. Ik
ben erg geschrokken van
dat dierlijke. De gebeurte
nis, de moord op Fortuyn,
is een. incidentjAMaar dat
||Mrag Vah'dietnensen
niet. Zögëdr&gen ze zich in
zo'n periode.
De wereld is nu eenmaal
niet zo mooi als je denkt.
Dat weet je, maar als het waar blijkt, is het
toch weer een schok, een hele heftige per
soonlijke teleurstelling. Een val uit het para
dijs. Voor iedereen komt uiteindelijk dat mo
ment. Als je ouders gaan scheiden, als je opa
sterft, je hamster, als je voor het eerst beel
den van Auschwitz ziet. Je opa dood... je rea
liseert je dat je die nooit meer kunt aanra
ken, dat-ie nooit meer verhalen vertelt.
Auschwitz... als je probeert te bedenken dat
iemand een systeem heeft bedacht om men
sen te vermoorden: dan moeten we kampen
hebben, gas... Miljoenen mensen heel syste
matisch doden, daar kun je toch niet bij?
Toch zit het in iedereen, ook in mij, en daar
ben ik wel eens bang voor. De Tweede We
reldoorlog is geen ongelukje geweest. Was
dat maar zo. Ik was een jaar of zestien toen
ik in de bibliotheek een krant zag met foto's
van uitgemergelde mannen achter prikkel
draad. In de Balkan. Ik dacht: 'Huh? Waar
om is niemand daar naar toe?!
Je móet ook uit het paradijs vallen, anders
kun je niet leren nadenken. Dan blijf je een
foetus, die niets anders kan dan eten, poe
pen en slapen. Je móet wakker worden/je
móet zien dat het niet allemaal is zoals je
dacht, zoals je hoopte dat het was. Daardoor
leer je namelijk dat er ook wat te genieten
valt in het leven. Ik kan ontzettend genieten.
Een zomerdag met vrienden op een terrasje
met drankjes; én zon, én vrienden, én drank
jes, mooier kan het niet. Ik kan genieten,
omdat ik heel bewust leef. Omdat ik besef
dat het leven aan de ene kant een 'gore hel'
is en aan de andere kant een feest. Dat heeft
heel veel met mijn karakter en mijn opvoe
ding te maken. Gooi mijn moeder en mijn
vader in een blender en je krijgt zo iemand.
Mijn ouders hadden altijd veel visite. Het
was thuis een vrolijke boel. Op mijn verjaar
dag kwamen er niet een paar kinderen, maar
de héle klas, of ik het wilde of niet. Voor kin
deren van zeer christelijken huize die geen
Sinterklaas mochten vieren kreeg ik altijd
van mijn moeder een briefje in mijn schoen
waarop stond: 'De groeten van Sinterklaas,
ook voor die en die'.
Mijn ouders zijn van de babyboom-genera
tie en dat zijn ouders die zich over het alge
meen behoorlijk inleven in hun kinderen.
Mijn ouders hebben mij en mijn vier jaar
oudere broer altijd het gevoel gegeven dat
wij tweeën het belangrijkst zijn in hun leven
zijn. Dat betekent niet dat we één grote blije
EO-familie zijn, maar dat er ondanks ruzies
en soms heftige meningsverschillen een gi
gantisch fundament is. Onze ouders zijn van
een zeer betrokken generatie, betrokken bij
hun kinderen en betrokken bij de maat
schappij. Ik denk dat ik daardoor zo bewust
leef.
Nou ben ik eigenlijk altijd al een beetje oud
geweest hoor. Als kind las ik boeken over
Gandhi en de Tweede Wereldoorlog. En veel
van Godfried Bomans. Mijn moeder zei wel
eens: 'Zou je niet eens aan Annie M.G.
Schmidt beginnen?'. Ik ben nooit heel erg
een kind-kind geweest. Ik was een stil meis
je, heel introvert, ik leefde in mijn eigen we
reld. Ik las en schreef, onder meer voor de
schoolkrant. Tot ik op mijn zestiende mee
deed in een musical van mijn school. Op een
gegeven moment was iedereen zijn tekst
kwijt. Ik kon als enige uit mijn rol stappen en
improviseren. Ik had een lollige rol, ik speel
de een hasjhond, een soort Koos Koets van
Kees van Kooten. Ik riep: 'Do Ifeel confusion
on the stage?' Die zaal lachen. Daar ben ik op
doorgegaan. Op dat moment wist ik: Dit is
wat ik wil.
Ik was fan van Herman van Veen en Ramses
Shaffy. Zoiets wilde ik ook, maar of het er in
zit weet je helemaal niet. Mijn kick was dat
ik op dat toneel in een 'split second' wist wat
ik moest doen. Dat hele snelle moment tus
sen nadenken en beslissen. Of beter: Niet
nadenken maar doen. Kijk naar Rafaël van
der Vaart met dat hak-doelpunt tegen Fey-
erióord. Daar heeft hij niet eërst over nage
dacht. Het was een instinctmatige reactie, in
die split second was het van: hup, op de hak.
Dat is het geheugen van je lichaam. Op het
podium doe je dat ook. Je dóet het al voor
dat je denkt: 'Is dit eigenlijk wel een goed
idee?'. Dat is nog steeds mijn kracht.
De truc is om geen truc te hebben. Je moet
zo veel mogelijk jezelf zijn. Anders wordt het
gemaakt, bedacht; sta je, voor je het weet, ie
mand na te doen. Het moet authentiek zijn.
Dat kan door te improviseren, wat ik heel
veel doe, maar het kan ook door tijdens een
liedje te denken: Laat ik nog eens denken
aan het moment dat ik het schreef. Daar
door zing je het tóch net even anders, eerlij
ker, echter. Mijn vorm is vrij klassiek, liedjes
en grappen met af en toe een type. Toen ik
begon, was het de tijd van het zap-cabaret.
De Vliegende Panters, dat soort. Wat ik doe
is ogenschijnlijk theatraler, traditioneler en
dat was niet zo in. Maar ik ben helemaal niet
zo traditioneel. Mijn liedjes zijn bijna pop
muziek en mijn grappen meer stand-up co
medy dan conference.
Ik moet het ook allemaal zelf schrijven, om
dat ik het wil en omdat er dan ook minder
gevaar is dat het op iemand anders lijkt. Ik
maak gewoon wat ik wil maken. Omdat ik
vind dat het gezegd en gezongen moet wor
den. Ik zou het geen engagement noemen,
Claudia de Breij presenteert, afwisselend met Dolf Jansen, VARA-Laat. Foto: VARA
dat is iets van twintig, dertig jaar geleden.
Dat bestaat niet meer. Het is meer globaal-
engagement, kijken naar de wereld om je
heen, niet vrijblijvend maar ook niet meteen
een standpunt innemen. Als mensen zich la
ter nog een bepaalde zin herinneren, ben ik
tevreden.
Het gaat mij om onrecht in al haar verschij
ningsvormen. Bijvoorbeeld dat ik niet wil ac
cepteren dat ik hier meetel omdat ik hier
ben geboren en een ander pas serieus wordt
genomen als zijn leven in zijn eigen land ge
vaar loopt. Als je in de laadruimte van een
vliegtuig klimt met de kans datje doodvriest
of als je je dagenlang op elkaar gepakt in een
vrachtwagen verstopt, waar halen wij dan
het recht vandaan om die mensen economi
sche vluchtelingen te noemen?
Dan kun je makkelijk zeggen: 'Hou je bek en
Geboren: 1975 in Utrecht
1995-1997: Propedeuse Algemene Letteren aan de
Rijksuniversiteit Utrecht
1996-1998: Stadsomroep Utrecht, Radio West, Radio M
1998-2002: Deejay bij BNN, Radio 1
2002: Première theaterprogramma
'De Wilde Frisheid' (jan. 2004 op tv)
2003-heden: Radio 3FM met het programma
'Claudia d'r op'
(opvolger van Henk Westbroek)
2003-heden: VARA-Laat, afwisselend met Dolf Jansen
Heden: Try-outs nieuwe theaterprogramma:
'Claudia Zuigt'
Foto: GPD/Bop Mulder
ZATERDAG
IB DECEMBER
2003
bang voor publiek, niet bang om te improvi
seren en daarom ook niet bang om deejay te
zijn en om VARA-Laat te presenteren. Ter
wijl echt ledereen die aan dat tv-programma
werkt, véél meer tv-ervaring heeft: dan ik. Te
gelijk merk ik dat ik door de ervaring die ik
daar opdoe ook weer lekkerder, meer ont
spannen op toneel sta.
Ik leef op cüt moment een 'Ir» Hpf" (JPWOIIP
beetje als een groot kind. Ik ,M 1 ,ct 5CVV^"*-
leid heel erg een ikke-ikke- i- 1 1
bestaan, ik op de radio, ik leVeil DC tl IK
op tv, ik in het theater. Dat
moet je niet verwarren met VOOTZjchtlS
egoïstisch. Ik ben nu een- O'
maal een ambiüeus baasje. ianroorr|'
Wat je echt wilt bereiken, gvZllUcJi iLct-IU
kun je bereiken. Nou ja, wel
reëel blijven natuurlijk. Zo zou ik ook wel
een duet willen zingen met Barbara Strei
sand en dan sterven. Maar als je talent hebt
en heel hard werkt, kun je een eind komen.
Ik heb het echt niet in de schoot geworpen
gekregen. Ik ben een ontzettende luie don
der, daarom werk ik zo hard. Soms weet ik 's
avonds bij een optreden even niet of ik nou
in Drachten of in Rijswijk sta, maar ik zeg
niet voor niets al acht jaar op Ou
dejaarsavond dat dit is wat ik wil
doen. Dit jaar zal ik dat met een
iets grotere glimlach zeggen. Al
mijn kinderdromen komen uit."