Waar komen de bomen vandaan? Groot, groter, grootst Echt of kunst? Vrijgezellen hebben geen kerstboom Pas op! Giftig! Aankoop en verzorging Brand!? Het tweede leven van de kerstboom Denneboom stond vroeger buiten op het plein De top 5 van kerstbomen ziet er als volgt uit: DC 631 Hanneke Pouw toont de zilverspar. Echt grote kerstbomen zijn altijd fijnsparren. In de vrije na tuur kunnen fijnsparren wel zestig meter hoog worden. Bo vendien zijn de andere bomen in enorme formaten nauwé- lijks meer te betalen. Bomen die hoger dan acht meter worden maar heel zelden verkocht. Toon van Doorn van Houthandel van Doorn uit Soest: „Een boom van acht meter past nog in een bedrijfshal of in een kerk. Hij is nog op een beetje normale manier te vervoeren en je kunt hem met drie man nog opzetten, zon der al te veel risico op takbreuk." Toon van Doorn haalt dergelijk grote bomen vaak uit Neder land zelf, waar ze op de Veluwe in een bosperceel de ruimte en de tijd hebben gehad. Anderen handelaren halen ze bij voorbeeld uit de Ardennen. De meeste deskundigen zijn van mening dat echte bomen beter voor het milieu zijn dan kunstkerstbomen. Kerstbomen komen uit kwekerijen die gespecia liseerd zijn in dit type bomen en worden pas na een jaar of tien gekapt. Het zijn ideale zuurstofle veranciers. Bovendien is het een bron van in komsten in marginale heuvelachtige of bergach tige gebieden. De meeste kunstkerstbomen worden geïmpor teerd uit China, Thailand en Vietnam. Ze zijn ge maakt van kunststof. Een belangrijk voordeel van kunstbomen is dat ze redelijk brandveilig zijn en uiteindelijk beduidend goedkoper in gebruik. Waar zijn de tijden dat een kerstboom gewoon een kerstboom was? Kwekers zijn steeds op zoek naar andere variëteiten, en de winkels staan vol met grote, kleine, groene, blauwe bomen met korte, lange, stompe en scherpe naalden. Drie deskundigen geven hun commentaar: Martien van der Meer, die jaarlijks de inkoop regelt voor de populaire kerstbomenstand van Scouting Olav in Naarden, Toon van Doorn die in zijn Soester houthandel jaarlijks een grote kerstbomenmarkt organiseert en Sander van Putten van Intratuin Hilversum. door Willemien Schenkeveld aan Connely met de Nordmann en, die aan een snelle opmars bezig Foto's: Ton Kastermans Een gezaagde kerstboom hoort 'vers' te zijn. De oogst moet in november plaatsvinden, het liefst als de boom nog een vorstperiode heeft meege maakt. Er mogen geen naalden afvallen wan neer de boom wordt geschud. Hoe beter de (ge wone) kerstboom wordt verzorgd, hoe minder kans op naalduitval. Laat hem eerst een dagje acclimatiseren in de schuur, en zet hem niet bij de verwarming. Een kerstboom is een boom in winterrust. De warme kamer betekent toch al een aanslag op het gestel. Zaag bij een boom zonder kluit circa 3 cm van de onderkant van de stam. Hierdoor kan hij het water beter opne men. Geef een opgepotte kerstboom de eerste dag een paar liter water en verder ongeveer een liter per dag. Sparrenaalden bevatten een vluchtige olie, met als hoofdbestanddeel terpeen. Honden en katten kunnen het gif binnenkrijgen wanneer ze aan de taliën kauwen, van het water drinken waar de stam in staat of wan neer naalden terechtkomen in hun drink- of etensbak De belangrijkste verschijnselen zijn braken en diarree en verlammingsverschijnselen die zelfs tot de dood kunnen leiden. Zet ook nooit het hok van een cavia of konijn onder de kerstboom. Thomas Miltenburg laat een blauwspar zien aan de fotograaf. Kerstbomen zijn heel brand baar, vooral wanneer ze be ginnen uit te uitdrogen. De brandweer heeft daarom de volgende tips: 1$ Koop een boom die niet te groot is voor de kamer. M Plaats de boom niet in een vluchtroute, zodat in sluiting wordt voorko men. M Zet de boom stevig neer, ergens waar hij niet om ver gelopen kan worden. M Een boom die water krijgt is veel veiliger dan een af gezaagde boom op hou ten kruis. Immers, hoe droger, hoe brandgevaar lijker. M Gebruik nooit echte kaarsjes en het liefst elek trische kaarsjes met een KEMA-keur. M Doe de verlichting uit als bij het weggaan of gaan slapen. Uitdoen is niet een lampje losdraaien maar de stekker uit het stopcontact halen. ZATERDAG 13 DECEMBER 2003 ER BIJ De traditionele kerstboom komt uit Ne- derland, de Belgische Ardennen of Duits land. De Europese fijnspar doet het na- melijk ook goed in gematigde streken, en vanzelfsprekend haalt een handelaar zijn bomen het liefst dicht bij huis. Het kost circa acht jaar om een kerstboom van twee meter hoog te kweken. Ook blauwsparren komen soms uit Ne derland. De overige kerstboomsoorten zijn steevast import. Het is in Nederland te warm om ze met succes te kweken: ze zouden te hard groeien, terwijl mensen een korte, volle boom op prijs stellen. De Nordmann komt meestal uit Dene marken of Polen, al worden in verband met de enorme vraag tegenwoordig ook percelen in de Ardennen aangeplant. De ze boom groeit langzamer dan de fijns par. Hoe noordelijker de locatie, hoe Het is goed even na te denken voor dat een kerstboom met kluit gekocht wordt met de bedoeling die later in de tuin te zetten. Vaak is dit een slecht idee. Een gewone fijnspar kan namelijk wel vijftig meter hoog worden, een Nordmann en een blauwspar zo'n twintig meter, en omorica's halen al gauw tien meter. Alleen het mini- kerstboompje Conica blijft klein: on geveer 3,5 meter. Kerstbomen met kluit overleven de overgang van de warme huiskamer naar de tuin zelden. Ze maken alleen kans als ze zorgvuldig zijn gekweekt met het oog op een lang leven. Dat wil zeggen dat de bomen rond de wortel om de een of twee jaar zijn af gestoken om zo een compact en ste vig wortelgestel te ontwikkelen. De meeste bomen worden echter als kerstboom voor eenmalig gebruik gekweekt. Een van de weinige soorten die een goede kans van slagen heeft is de Pi- cea Omorica, mits hij niet groter is dan een meter. De meeste kans maakt de boom als hij kort binnen heeft gestaan, veel water heeft gekre gen en heeft kunnen acclimatiseren. De eerste kerstbomen stonden niet bij de mensen thuis, maar buiten op het plein. Mogelijk gaat dit gebruik al terug tot voor Christus, maar in elk ge val bestond dit gebruik in zeventiende-eeuw^ Duitsland. Een tekst uit die tijd vertelt bijvoor beeld over een kerstboom op het plein die met appelen en oblieën werd behangen. Met Drieko ningen kwamen de kinderen aan de boom schud den. De eerste kerstboom binnenshuis is bekend uit Straatsburg. In 1605 werd hier geschreven over de gewoonte om met Kerstmis een dennen boom in de kamer op te richten en die vol te han gen met veelkleurige rozen van papier, appelen, oblieën en vergulde ornamenten. Deze Zuid- Duitse gewoonte maakte vanaf het einde van de achttiende eeuw opmars onder de rijken van Eu ropa. Zo tuigde in 1841 in Engeland als eerste Prins Albert, de echtgenoot van Koningin Victo ria, een grote dennenboom op. Al snel volgde de Engelse adel en later ook de gewone burgers. De afgelopen eeuw heeft de kerstboom zich over de hele wereld verspreid. In 1999 kocht 45 procent van de ruim 3 miljoen Nederland se huishoudens een kerstboom. Ongeveer 1,1 miljoen huis houdens hadden dus geen boom in huis. In de meeste ge vallen ging het om eenpersoonshuishoudens. Er worden steeds duurdere bomen gekocht, zoals blauw sparren en de Nordmann-spar. De boom met kluit wint ter rein: in 1999 had 64 procent van de verkochte bomen een kluit of pot. Zeven procent van de verkochte bomen was een kunst boom. Ruim eenderde van de bomen werd bij een tuincentrum ge kocht, zeventien procent bij een handelaar op straat en zes- tien procent bij de kweker. De Boom ador Appel heeft de Fraseri, een nieuweling onder de kerstbomen, rz'n neus. stina Ebid heeft haar handen vol deze traditionele fijnspar, waar de koper een relatief voordelige boom in huis heeft. van kruis tot piek Fijnspar (picea abies) De gewone, traditionele kerstboom is goedkoper dan welke andere kerstboom dan ook. Maar het is niet voor niets dat kwekers op zoek zijn gegaan naar een alternatief, want een fijnspar heeft nu eenmaal van nature de eigenschap dat hij oudere naalden snel laat vallen, zeker als hij uitdroogt. Houthandel Van Doorn: „Wij verwachten dat de mensen dit jaar gezien de economische omstan digheden op de goedkoopste kerstbomen zullen vallen. De traditionele boom dus. Andere bomen kosten al gauw het dubbele, of meer." Intratuin Hilversum: „Bij ons is het - krap aan - nog altijd de meest verkochte boom. Maar hij ver liest steeds meer terrein. Om de naalduitval tegen te gaan, kopen veel mensen 'm met kluit. En dan is het prijsverschil met een duurdere boom al weer wat minder." Zilverspar (picea omorika) Een tikje duurder dan de gewone boom, maar iets sierlijker van vorm. Hij heeft bovendien opvallend elegante naaldjes: donkergroen van boven, blauw/wit aan de onderkant. Eh net als bij alle andere 'ongewone' kerstbomen vallen de naalden er niet snel af. Interessant aan deze boom is ver der dat dit een van de weinige kerstboomtypes is die kans maken op een tweede leven in de achter tuin. Dit is een van de boompjes die ook populair zijn in klein model, net als bijvoorbeeld ook de Conica of de Koreana. Intratuin Hilversum: „Hij heet eigenlijk Servische spar, maar na een paar jaar oorlog kon dat niet meer. Dus nu heet hij meestal Zilverspar." Blauwspar (picea pungens 'glauca') De blauwspar heeft een mooie gelijkmatige vorm, stevige takken vol naalden en maalrt al met al een robuuste indruk. De laatste jaren neemt zijn po pulariteit af. Want weliswaar vallen de naalden niet uit, ze zijn wel stevig en scherp en prikken behoorlijk. De boom heeft in principe een mooie blauwe kleur, maar er komen nogal wat kleurver schillen voor. Houthandel Van Doorn:„Vroeger waren ze wel vijf keer zo duur als een gewone kerstboom, maar er zijn er steeds meer aangeplant en dus is de prijs flink gedaald." Scouting Olav: „Er zijn mensen die zweren bij een blauwspar, maar ze worden steeds minder ver kocht. Voor kwekers is het trouwens een lastige boom om goed in vorm te krijgen." Intratuin Hilversum: „Behoorlijk op z'n retour." Nordmann Den (abies nordmanniana) Waar de blauwspar keldert, piekt de Nordmann Den. Hij vormt zelfs een grote bedreiging voor de gewone kerstboom. De grootste troef van deze re gelmatig gevormde boom zijn zijn naalden: ste vig, heel vasthoudend en stomp! Intratuin Hil versum: „De Nordmann is enorm in opkomst Hij maakt bij ons nu al 35 procent van het totaal uit, nummer twee na de gewone kerstboom dus." Een paar jaar geleden was het een dure boom, maar dit jaar is hij bij ons nog maar anderhalf keer zo duur als een gewone boom," Scouting Olav: „Bij kwekers is de Nordmann ook populair: hij groeit gemakkelijk in een mooie vorm." Abies fraseri Een nieuweling op de Nederlandse markt: deze boom is dit jaar voor het eerst te koop. Het resul taat van de grote zoektocht van kwekers naar de ideale kerstboom. Misschien is dit wel de boom van de toekomst. De Fraseri lijkt sterk op de Nordmann-boom, met dezelfde stevige, stompe naalden. Voor kwekers is het voordeel dat hij sneller groeit. Scouting Olav: „Het is een experimentele kweek met zaden uit Canada. Er is nog geen handels naam van. Wij zijn er altijd snel bij om nieuwe soorten te introduceren, dus we hebben deze ook direct in het assortiment opgenomen." De ene kerstboom is de andere niet, en dat is voor al in close-up goed te zien. De Zilverspar (links) heeft dunne naaldjes, van onderen zijn ze licht blauw. De Nordmann (midden) heeft stevige stom pe naaldjes. En de Nobilis (rechts) heeft met zijn lange, licht krullende naalden wel het meest weelderige kerstgroen. Deze boom is zo prijzig, dat er meestal alleen losse takken van worden ver kocht. Ze geuren zacht naar een mengeling van den en sinaasappel. langzamer de groei. Martien van der Meer van Scouting Olav: „Sommige kwe kers zeggen dat dat een mooiere boom oplevert. Maar of dat waar is? Als mijn boom er twaalf jaar over deed om te groeien in plaats van tien jaar, zou ik dat ook zeggen. Kortom, ik weet niet of dat waar is." Overigens is de Nordmann oor spronkelijk een exotisch wezen: de boom werd in 1837 op de Kaukasus ontdekt door de Finse botanist Alexander Von Nordmann. Nog steeds komen de zaden uit Georgië. Ook de andere bomen hebben een verre oorsprong. De Zilverspar is afkomstig uit Joegoslavië, de Conica is een Canadees dwergsparretje. Al deze boomtypes wor den voor de kerstboomhandel gekweekt in bijvooorbeeld Ierland, Denemarken en Polen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 5