KUNST CULTUUR
Zwevend naakt in atrium van Alphens stadhuis
'Homerus zal altijd een raadsel blijven' Marianne
ografe die de
ijlden voor de
is verwijderde
'Sub rosa' blijft te veel een experiment Sint of duivel, consumeren of handelen?
zaterdag 13 DECEMBER 2003
sbourne.
|p/Damian Dovarganes
in concert
lyOsbourne
(dam - Het optreden van
jarige Britse rockveteraan
Jsboume, op 17 januari
w, gaat op die datum
jior. Osbourne heeft
Hag een ongeluk gehad
fjhij ernstig gewond
Kaarten voor het con-
17 januari blijven ge-
;eldig voor de nieuwe da-
nl
ionale Popquiz
Je Burcht
■-Jan van der Plas pre-
At morgen in sociëteit De
voor de vijfde maal de
lie popquiz. De inschrij-
feat open vanaf 14.00 uur.
i.30 uur vuurt Van der
üoha) zijn vragen af. Er
like prijzen te verdienen
toegang is gratis.
door Theo de With
alphen aan den rijn - Nieuwsgierige amb
tenaren staan op de loopbrug die hoog door
de hal van het Alphense stadhuis loopt. „Van
bovenaf hebben we het beste zicht. Jammer
voor de bezoekers beneden. Leuk voor ons",
zegt een medewerker tegen zijn collega. Ze
hebben het over het kunstwerk 'Daedalus'
dat kunstenaar Gerhard Lentink in het
atrium van het stadhuis heeft opgebouwd.
Op een hoogte van circa veertien meter
hangt zijn creatie aan het plafond. En hij
heeft nog wel hoogtevrees.
Daedalus is een vrij onbekende figuur uit
de Griekse mythologie. Zijn zoon Icarus ge
niet meer bekendheid. Hij ontsnapte uit
een labyrinth, waarin hij was opgesloten,
met vleugels van vogelveren. Overmoedig
geworden vloog hij in de richting van de
zon. Door de hitte smolt de was tussen de
veren en stortte Icarus in zee. Vader Dae
dalus was slimmer. Niet alleen bedacht hij
deze ontsnappingspoging en bouwde hij
de vleugels, maar hij bracht het er wél le
vend van af. „En dus dacht ik aan hem toen
ik de opdracht kreeg een beeld te ontwer
pen voor dit gebouw", vertelt Lentink. „Het
is een lichte en transparante ruimte en dat
heb ik vertaald naar zweven en vliegen. Bo
vendien was Daedalus niet alleen bevlogen,
maar ook vindingrijk. Eigenschappen die
een goed gemeentebestuur ook moet heb
ben."
De kunstenaar uit Dordrecht kreeg aanvan
kelijk opdracht een portret van koningin
Beatrix te vervaardigen. Hij voelde er niets
voor een braaf portret voor de raadszaal te
maken, maar wilde een beeld van de ko
ningin opbouwen uit fragmenten. „Dat had
ik in het atrium willen hangen", zegt hij.
„Maar het gemeentebestuur vond dat te
dominant, bang dat het stadhuis een soort
Centre Beatrix zou worden, zoals het Centre
Pompidou in Parijs. Het idee van iets zwe-
vends sprak wel aan, dus kreeg ik de vrije
hand om een ander hangend kunstwerk te
maken."
Het werd dus Daedalus, een naakte manfi
guur met vleugels. Het beeld is vier meter
lang en de spanwijdte van de vleugels be
draagt 6.80 meter. Bijzonder is ook dat het
kunstwerk bestaat uit 289 blokjes hout. Ze
hangen aan doorzichtige draden. Van dit
zogeheten perlondraad is 5,5 kilometer ge
bruikt. Collega Gertjan Evenhuis uit Vlis-
singen heeft voor Lentink geposeerd in zijn
atelier. „Het is moeilijk om een vliegend
mens te maken. Daarom heb ik Gertjan in
een tuigje gehangen en omhoog gehesen.
Ik heb van alle kanten foto's gemaakt, want
ik kon hem natuurlijk geen uren laten han
gen. Bovendien is een hangend mens toch
weer anders dan een vliegend mens. Toch
heb ik geprobeerd het beeld de suggestie
van vliegen mee te geven."
Evenhuis heeft geholpen alle blokjes water
pas en op de juiste afstand van elkaar te
hangen. Het beeld moet dit weekeinde vol
tooid zijn, want de EO gebruikt het atrium
aanstaande maandag voor opnamen van
een praatprogramma. Gaat de christelijke
omroep geen aanstoot nemen aan een
naakte man boven de hoofden van haar
gasten? Lentink: „Dat denk ik niet. De
kunstgeschiedenis is vergeven van naakten,
ook in kerkelijke kunst. Ik heb over dit as
pect wel gesproken met het gemeentebe
stuur, maar zelfs de wethouder van Chris
tenunie had er geen probleem mee."
Ondanks zijn hoogtevrees legt Gerhard Lentink op grote hoogte de laatste hand aan zijn zwevende
kunstwerk voor het atrium van het glazen stadhuis in Alphen. Foto: Henk Bouwman
van voorpagina
Eva Besnyö moest een
•euw geleden stoppen
iograferen, omdat haar
jaar in de steek lieten,
poroorlogse werk, dat als
jeste werd beschouwd,
(een in de jaren zeventig
collectieve bewustzijn,
a de laatste fase van haar
intving de in Hongarije
In fotografe, die gisteren
Karige leeftijd overleed in
Spier Huis in Laren,
|vele eerbewijzen. Ze
in Berlijn de prestigieu-
Salomon Prijs 1999, er
leen expositie in het Ste-
yluseum en er verscheen
inografie over haar leven
k, Begin dit jaar was Be
werk nog te zien op de
ie De Kerncollectie in
ografiemuseum Amster-
OAM).
igrafe werd op 29 april
Boedapest geboren als
Ir van een welgestelde
jurist. Ze kreeg een be
nde opvoeding en bloei-
t eigen zeggen pas op
eenmaal door de stra-
de Hongaarse hoofd-
|>n zwerven met een ca
de hand.
jomers ging ze met haar
op vakantie naar het Ba-
ïeer in Hongarije, waar
r beroemde foto van het
ierjongetje maakte dat
fijn cello op zijn rug over
|g sjouwt.
nuisde naar Berlijn, waar
(verhouding kreeg met
jernhout, zoon van de
ires Charley Toorop die
Ihet Noord-Hollandse
omringde met een
inkring van progressieve
inaars, schrijvers en int el
len. Gevoegd bij het op-
ïde antisemitisme dat
jsnyö's werk als fotograaf
(te beïnvloeden (het pers-
iNeofot wilde haar foto's
il hebben, maar zonder
(vermelding), leidde dat
ir besluit naai' Nederland
luizen.
ji voelde zich meteen
p Nederland en bouwde
iflorerende praktijk op als
kuur- en portretfoto
pok leverde ze geregeld
aan dag- en weekbladen,
pireerd door de experi-
|n in kleur, vorm, tech-
ti materiaal op de in 1919
chte Duitse kunstschool
us, hanteerde ze in de ja-
jrtig haar camera vanuit
ruikelijke, vaak hoge en
nale standpunten. In
{natie met haar gebruik
verworvenheden van de
g|e Fotografie, de bewe-
fjjie vanaf het midden van
jen twintig brak met de
Totografie en ijverde voor
tikeüjk' gebruik van de ca-
jleidde dat tot helder ge
keerde foto's die nog
fan visuele zeggingskracht
jn verloren.
pdden moesten voor de
pndaan", vatte Besnyö
ijzondere pioniersarbeid
fjaren dertig bondig sa-
pen ze in 1991 een expo-
[eeg in het Joods Histo-
fluseum. Na het grote
5 van haar reportagewerk
Ihitectuurfotografie in de
fertig, trok ze eind jaren
on begin jaren zeventig
tig veel publieke aandacht
jaar foto's van de acties
vrouwenbeweging. Ken-
Ïven haar vooroorlogse
liter altijd als haar beste
nven.
Cees Goekoops bescheiden bijdrage aan de ontsluiering van een geheim Weber
do or Ad van Kaam
ieiden - Zeventien jaar geleden
nam de reis van Cees Coekoop
een aanvang. De toenmalige
burgemeester van Leiden zocht
en vond - naar eigen zeggen - It
haca, een tot dan toe ongedefi
nieerde plaats uit het Griekse
epos de odyssee. Zijn bevindin
gen legde hij vast in een boek,
dat zowaar wat deining veroor
zaakte aan de vloedlijn van de
ï?e.d«r klassieken. Aangemoe
digd hierdoor en verder gedre
ven door zijn passie voor alles
wat met de Griekse oudheid te
maken heeft, wierp hij zich na
zijn pensionering met volle over
gave op de dichter achter het
verhaal - Homerus zelf.
Over die persoon en over diens
indrukwekkende werk is on
noemelijk veel geschreven en
gepubliceerd. Alleen de Bijbel is
vaker geïnterpreteerd. Toch
meent Goekoop met zijn twee
de boek niet alleen een bijdrage
aan deze eeuwigdurende dis
cussie te hebben geleverd. Ster
ker nog, hij beweert ook een
nieuw gezichtspunt te hebben
ontdekt. Al blijft Homerus een
raadsel, hoor."
Dat Homerus heeft bestaan
staat voor Cees Goekoop ais
een paal boven water. Logisch
anders schrijf je daar ook geen
boek over, zou je zeggen. Maar
zo simpel ligt het niet. Al eeu
wenlang woedt er een feUe con
troverse op wetenschappelijk
en semi-wetenschappelijk ni
veau of Homerus überhaupt
heeft geleefd. En of de Odyssee
en de Ilias - de omzwervingen
van Odysseus en het drama
over de Trojaanse oorlog - ook
aan hem toegeschreven mogen
worden Van de man ontbreekt
nmnehjk elk spoor. We weten
niet wanneer hij is geboren, wie
zijn ouders waren, hoe hij
woonde en werkte en waar hi
is begraven. We weten hoege
naamd niets van hem
Een mysterie dus, dat tot op de
dag van vandaag voor tiendui
zenden speculaties-en analyses
heeft gezorgd, maar nimmer is
opgelost. Stond er een, zij het
onzichtbare, signatuur onder
de twee meest indrukwekkende
vertellingen van de Oudheid?
ut gaat het hier, zoals anderen
betogen, om een compilatie
van losse mythen, sagen en
mondelinge vertelsels, die pas
in een veel later stadium zijn
aaneen gesmeed tot deze twee
omvangrijke drama's? Iedereen
die een theorie heeft, staat het
vrij om die in de openbaarheid
te brengen. Het is ditmaal de
beurt aan Cees Goekoop om
zijn vinger op te steken.
Of zijn bevindingen door de ge
leerden echt serieus worden ge
nomen, betwijfelt de hobbywe
tenschapper Goekoop oven-
eens. In de inleiding van zijn
boek Homerus - een raadsel
stelt hij dat deze uitgave met de
pretentie heeft een doorwrocht
wetenschappelijk werk te zijn
met talloze voetnoten, maar
een boek voor de geïnteresseer-
de lezer. u
„Echt belangrijk is het niet. Het
staat iedereen vrij, vermits er
enige kennis en ervaring in het
spel is, om zijn mening te venti
leren. Wat ik beweer, daar sta ik
achter. Ik ken mijn klassieken
en ik heb de afgelopen decen
nia flink wat tijd gestoken in
mijn omzwervingen door wat ik
noem het Homerische land
schap. Ia, je zou het ook best
kunnen duiden als een reis
boek. Dat mag gerust, er zitten
ook zestig foto's van mijn hand
in. Symbolisch gezien is het
daarnaast een zoektocht naar
Homerus zelf. Ik ga niet mee
met de filologen die zijn perso
nage ontkennen. Ik geloof net
als prof. Ruijgh dat Homerus
ooit een man was van vlees en
bloed. Die met twee benen
midden in het landschap stond
dat hij optekende. Als een land
schapsschilder. Een impressio
nist. Met mooie penseelstre-
Goekoop voert oude argumen
ten als overlevering en taal aan
die pleiten voor een en dezelfde
schrijver van de Ilias en de
Odysee en voegt zelf nog een
nieuwe bevinding toe om dat te
staven. „Ik heb door de hele
Ilias heen 250 vergelijkingen ge
vonden over gevechten, de om
geving, het gezinsleven, de
scheepsbouw, de jacht en ga zo
maar door. Allemaal op dezelf
de manier geformuleerd. We
praten hier over een omvang
rijk werk hoor, Zóu je het willen
opvoeren als een toneelstuk
dan heb je zeven dagdelen no
dig. Ja, het gaat over Shake-
speariaanse begrippen. En om
dat je die vergelijkingen en for
mules overal terugziet, kan dat
mijns inziens maar van éen
scribent zijn."
Homerus heeft dus bestaan,
nemen we aan. Maar hoe ziet
Cees Goekoop de man dan rn
levende lijve voor zich? „Ik zie
Homerus als een jonge man die
rond 800 voor Christus van de
machthebbers opdracht kreeg
om een epos te componeren
over de Trojaanse oorlog. Een
gebeurtenis die 300 jaar daar
voor plaatsvond. Als schrijver
Cees Goekoop: „Homerus was een man die met twee benen midden in het landschap stond dat hij opte
kende. Als een landschapsschilder. Een impressionist. Foto: Hielco Kuipers
ga je zoeken, dunkt me. Je gaat
op pad om zelf te zien of je die
puinhopen van die verwoeste
stad kunt visualiseren. Daarbij
beschrijf je het landschap. In
zijn geval een pastoraal land
schap met boeren, vee, kolonis
ten, bergen daarachter en de
zee ervoor. Met havens waar je
oude verhalen en overleverin
gen optekent van zeelieden.
Homerus was beslist geen stu
deerkamergeleerde. Hij is zelf
gaan reizen, gaan zwerven. En
zo tot zijn bevindingen geko
men. Ik ben hem daarin ge
volgd. En heb me zo een beeld
gevormd van wie hij was, wat
hij deed en waar hij is ge
weest."
Maar wat is nu het meuwe ge-
zichtspunt dat hij heeft ont
dekt? „Ha!", roept hij. „Lees het
laatste hoofdstuk over het land
der Phaiaken. Dat volk der
Phaiaken is net zo mysterieus
als Homerus zelf. Hun land
werd door de befaamde arche
oloog Schliemann gesitueerd
op het eiland Corfu. Maar dat
kan niet. Homerus beschrijft
een stad met twee havens met
aan beide kanten zee. Dat moet
dus een schiereiland zijn. Ut
een landtong. Hij heeft het over
bergen, over een nvter De
schrijver Herodotus schreef
eeuwen later dat in Phokaia in
het noorden de beste zeevaar
ders ter wereld woonden. Pho
kaia, Phaiaken. Hoor je! Ik ben
er redelijk zeker van dat dat
volk, waar daarna nooit meer
iets van is vernomen, een hctiet
volk was. Het heeft nooit be
staan. Het speelde een rol in de
sleutelroman van Homerus die
de Phaiaken situeerde in de
omgeving waar hij zelf woonde.
Het land waar hij over uitkeek.
Het land der Phaiaken is dus
het Homerische land zelf. Gesi
tueerd ergens ten noorden van
Smyrna, in Klein-Azie. AUe be
schrijvingen van het landschap
wijzen volgens mij in die rich
ting. Het zijn overigens ook de
zelfde Phaiaken die Homerus
na zijn omzwervingen tenslotte
naar Ithaca brengen. Smyrna
waar Homerus woonde en Itha
ca waar Odysseus belandde. Ik
heb die plaatsen getraceerd.
Voor mij is de cirkel rond.'
Goekoop noemt het zijn be-
scheiden bijdrage aan de ont
sluiering van een geheim, de
oplossing van het raadsel
Homenis. Die, volgens de over-
levering, toch blind zou zijn ge
weest? Hoe zit het dan met zijn
landschap, dat hij zo mooi
schilderde en waarop je zulke
aardige theorieën kunt loslaten?
„Hij is pas op latere leeftijd
blind geworden. Hij heeft het
gezien, hij woonde er midden-
fri. Ik denk dat hij later aan an
deren zijn dichtregels heeft ge
dicteerd. Maar nogmaals, hele
maal zeker is het niet Zolang
zijn grafsteen met opschrift niet
is gevonden, zal Homerus altijd
een raadsel blijven."
•Homerus - een raadsel'. Uit
geverij Conserve, Schoorl.
Prijs €22,50-
Op 21 januari houdt Cees Goe
koop een lezing bij boekhan
del Kooyker, Breestraat 93,
Leiden, 20.00 uur. Toegang
gratis
concert recensie
Wijnand Zeiistra
Voorstelling: 'Live in concert II' door
Marianne Weber en band. Gezien: 12/12,
Stadsgehoorzaal Leiden.
Ruim voor aanvang is de zaal al
gevuld. Luid schallen de instru
mentale versies van de hits van
Marianne Weber, de nieuwe
koningin van het levenslied. En
zoals het een koningin betaamt,
krijgt ze tijdens haar optreden
talrijke geschenken aangebo
den: van bosjes bloemen tot en
met complete kerstpakketten.
Marianne Weber in Leiden. Het
programma wordt aangekon
digd als een concerttour. Alle
gelegenheid dus om stevig uit
te pakken. „Ik kom nu eens niet
voor een optreden van een half
uurtje, ik blijf een hele avond",
aldus de zangeres die het haar
fans graag naar de zin wil ma
ken. Marianne Weber verovert
levensliedminnend Leiden dan
ook met het grootste gemak -
de dolenthousiaste zaal geeft
zich immers direct gewonnen.
Het duurt dus ook niet lang, of
alle fans gaan staan, zingen
mee uit volle borst, deinen
zwierig mee op elke driekwarts
maat, zwaaien met speciale
sfeerlampjes of lopen polonaise
door het gangpad. Dit pro
gramma mag dan een concert
heten, het is vooral op de eerste
plaats een feestavondje.
In dat sfeertje van de feest
avond valt ook de vakanties-
ketch, waarmee de zangeres na
de pauze optreedt. Het is een
aanleiding om oude hits op het
repertoire te nemen. Natuurlijk
ontbreekt hier 'Mexiconiet,
het succesnummer van haar
grote voorbeeld: de Zangeres
zonder Naam. Ook haar vaste
producer, tekstschrijver en lid
van het achtergrondkoor Emile
Hartkamp laat zich niet onbe
tuigd in imitaties van Iwan Re-
brof en Demis Roussos.
Naast vele 'covers' wordt de
hoofdschotel gevormd door
haar eigen repertoire. Van In
de sterren staat geschreven',
'Morgen wordt het anders', 'Jou
vergeet ik niet' tot de 'Sneeuw
witte vredesduif en nog heel
veel andere nummers. Daarbij
zingt het publiek bijna elk lied
van begin tot het eind woord
voor woord mee. Eén keer kan
dat niet, omdat het lied nog on
bekend is. Het is namelijk een
primeurtje van haar nieuwe cd
die waarschijnlijk begin maart
zal uitkomen. En die hele uit
bundige zaal blijkt dan ineens
aandachtig te kunnen luisteren.
theater recensie
Maarten Baanders
Voorstelling: 'Sub rosa' door Rogie
Company. Gezien: 12/12 LAKtheater
Leiden. Aldaar nog te zien: 13/12.
Groot zijn de filmbeelden van
dansers, die met de choreograaf
overleggen, over hun ervarin
gen vertellen en bewegingen
oefenen. Klein zijn de dansers
die door een spleet in het film
doek de werkelijkheid van het
theater betreden. Ze lopen als
eenlingen rond, zoekend, intro
vert en maken aanzetten tot be
wegingen die later een langere
adem krijgen. 'Sub rosa' is een
voorstelling die gaat over het
maakproces dat aan de voor
stelling voorafgaat. Filmbeel
den en dans roepen de span
ning op tussen de lange voor
bereidingstijd en de vijf kwar
tier dans waarin al dat werk re
sulteert. Om er een eerlijke
voorstelling van te maken,
bouwde choreograaf Piet Rogie
een experiment in. Hij werkte
met twee dansers en twee dan
seressen en kwam in een laat
stadium met een vijfde danse
res. Hoe reageerden ze op el
kaar?
Het is een interessant uitgangs
punt met een sympathiek resul
taat en fraaie bewegingspassa
ges, maar het laat te veel het ge
voel achter dat je getuige bent
geweest van een experiment.
Op de film vertellen dansers en
choreograaf over zelfontplooi
ing, het zoeken naar choreogra
fische lijnen en de vijfde danse
res. De beelden zijn interessant,
maar hebben het karakter van
een .documentaire. Daardoor
klikt het niet tussen film en
dans. Ze zitten elkaar in de weg.
Het conflict met de vijfde dan
seres krijgt onvoldoende
scherpte. In de choreografie zie
je de eerste vier worstelen met
onderling vertrouwen. Duetten
vallen uit elkaar. Als de vijfde
danseres komt, is er te weinig
groepssfeer ontstaan, waar zij
haar plaats in moet veroveren.
En het blijft bij fragmentarische
één-op-één confrontaties met
de nieuwkomer.
Wel verloopt het experiment
eerlijk. De dansers uiten hun
onzekerheid over de bedoelin
gen van de choreograaf en de
opzet van de komst van een on
bekende vijfde. Als originele af
sluiting krijgt het publiek een
dvd mee, waarop de voorstel
ling zich thuis, in het persoon
lijke leven van de toeschouwer,
voortzet.
theater recensie
Dick van Teylingen
'Sympathy for the devil' van het Noord
Nederlands Toneel. Tekst: Koos Terpstra.
Regie: Matthijs Rümke. Met Veerle van
Overloop, Waldemar Torenstra, Mads
Wittermans, Eva Damen en anderen.
Piano: Fred Oldenburg en Jeroen van
Veen. Gezien op 12 december in de
Leidse Schouwburg.
Sinterklaas en de duivel gaan
een weddenschap aan. De sint
staat in dit geval voor het con
sumeren en de morele onver
schilligheid, de duivel voor het
handelen en de vrije keuze. Hé,
doet dat niet in de verte denken
aan het verhaal van Faust? In
derdaad. Koos Terpstra schreef
een nieuwe versie van het ver
haal, Matthijs Rümke regisseert
het bij het Noord-Nederlands
Toneel.
De spelers leggen de situatie
vooraf helder uit: ze vertellen
de Faust in drie minuten (in ko
mische tableaux met stripbal
lonnetjes) en dat het hier om
toneel gaat: onecht en toch
echt. Brecht dus. Daar krijg je
helaas dan wel het nadrukkelij
ke Brecht-toontje bij cadeau,
van Wij Spélen Tónéél. Conny
Stuart anno 2003. Een musical-
begin, teletubbies, Ronald Mac-
Donald, duivels, engelen, een
brallerige Faust die zijn roes
uitslaapt, een echte en een ge
kloonde Greetje, twee pistolen
in de rollen van normen en
waarden, Don Quichotte die
het opneemt tegen de reclame
(Sancho Panza heeft zijn idea
len al geruild voor een Opel As-
tra), zetten de toon: de moder
ne mens moet in een onover
zichtelijke tijd van overvloed
zijn houding bepalen tegenover
amusement, junkfood, instant
bevrediging en het Pim-For-
tuyngevoel. Idealen zijn uit de
mode, door alle impulsen van
buiten wordt nadenken een
schaars goed.
'Sympathy for the devil' is geen
schrijnende aanklacht gewor
den en geen hilarische revue,
maar heeft van allebei iets.
Faust blijft een nogal plat per
sonage, de tijdgeest had intrige
render behandeld kunnen wor
den, maar de voorstelling geeft
toch stof tot nadenken.
Het spel is op een paar uitzon
deringen na (vooral Veerle van
Overloop) niet geweldig, maar
redelijk komisch, en de presen
tatie is aantrekkelijk, al gaat na
de helft de vaart er een beetje
uit. Het eind is dan wel weer
sterk. Faust blijft als een ver
wend jongetje op het toneel zit
ten en een van de duivels kon
digt aan dat we nu nog tien mi
nuten Stravinsky krijgen, dus
wie niet van muziek houdt:
wegwezen.
Het amusement is voorbij, kun
je het opbrengen om tien mi
nuten serieus te luisteren naar
twee pianisten die met succes
hun stinkende best doen om
geniale muziek (de Sucre du
printemps in de versie voor
twee vleugels) zo goed mogelijk
te spelen? En zo ja, waarom doe
je dat dan? Uit snobistische
overwegingen? Uit fatsoen?
Omdat je de muziek zo mooi
vindt? Omdat je ervoor betaald
hebt? Kijk, dat zijn nou de keu
zes waar je als moderne thea
terconsument voor staat.