'Na Dokkum werden ze vijanden' Kranige dwerg onder Britse vleugels De ondergang van een vermaard doktersgeslacht Herman van Veen is ook om te lezen Geschiedenis van het Nederlandse krijgsbedrijf Herman 1 van veen Opzij, opzij, opzij O m f, Beeldend verslag van de Elfstedentocht van 1954 klBMBMT ffi KcU 1815, Napoleon is bijna de nekslag toegebracht. Een batterij Nederlandse rijdende artillerie komt in actie in de beslissende fase van de opjbij Waterloo. Illustratie uit besproken boek. q geschiedenis recensie Ronald Frisart 'Met man en macht. De militaire geschiedenis van Nederland 1550-2000' doorJ.R. Bruijn en C.B. Wels (red.). Uitgeverij Balans. Prijs: €35,00 Nederland stond onlangs nogal ver steld van het voorstel om (delen van) de veiligheid in Bloemendaal te pri vatiseren. In de 17de eeuw zou zo iets minder opzien hebben gebaard. Het complete leger was toen in han den van particulieren. De Republiek der Verenigde Neder landen had in de Gouden Eeuw de organisatorische middelen niet om de legervorming geheel in eigen hand te nemen. De Raad van State sloot daarom contracten met parti culiere financiers. Die solliciteurs- militair schakelden op hun beurt re gimentscommandanten in die de eenheden op de been brachten die samen het Staatse leger vormden. Dat werkte goed, behalve als bij een acute dreiging halsoverkop troepen moesten worden gerecruteerd. Ook daarvoor was echter een oplossing: van bevriende staten werden hele eenheden gehuurd. Dergelijke opmerkelijke details val len te lezen in het overzichtswerk Met man en macht, dat de Neder landse militaire geschiedenis tussen 1550 en 2000 beschrijft. De uitgever rept over 'het standaardwerk voor de komende jaren', maar daarop valt wel iets af te dingen. Prijzenswaardig is dat het de samen stellers is gelukt de auteurs te vereni gen op het uitgangspunt dat het krijgsbedrijf nooit autonoom kan worden beschreven: 'Militaire con cepties zijn altijd het product ge weest van omgevingsfactoren.' Des ondanks lopen de dertien bijdragen van geleerde specialisten kwalitatief nogal uiteen. Zo zijn de eerste twee hoofdstukken, over de Tachtigjarige Oorlog, weinig bevlogen opsommin gen, waaruit moeilijk grote lijnen vallen te destilleren. Daartegenover staan echter bijdra gen waarin het goed is gelukt behal ve feiten ook inzicht te verschaffen. Het hoofdstuk bijvoorbeeld waarin Westerling-biograaf Jaap de Moor de landstrijdkrachten in Indië be schrijft, of de beschouwingen van Jan Willem Brouwer, Ine Megens en Christ Klep over de periode sinds 1949. De 463 pagina's tellende bundel rit selt overigens van de boeiende de tails. Zo is het erg aardig dat de tra ditionele mythe enigszins wordt doorgeprikt doordat Willem van Oranje wordt betiteld als 'een soort warlord' en de operaties van Alva - die een bloedspoor trok langs steden als Naarden, Haarlem en Leiden - als 'politionele acties'. En terecht wordt een streep gezet door het 'feit' dat Karei Doorman zich in 1942 op de Japanse marine stortte met de uit roep: „Ik val aan, volg mij". Vast staat wel dat de Republiek en later Nederland soms verbluffende militaire prestaties hebben geleverd. Met drie miljoen inwoners wist de Republiek opmerkelijk grote legers in het veld te brengen, in 1607 tegen Spanje al ruim 51.000 man, rond 1690 tegen de Engelsen zelfs 100.000. Voor een klein land is het ook niet niks een tijd lang een voorname con kleinkunst recensie Hans Visser 'Opzij, opzij, opzij', Nederlandse liedteksten uit het repertoire van Herman van Veen. Onder redactie van Kick van der Veer en Jaap Bakker. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar. Prijs: €29,50 (inclusief cd). Toch een beetje jammer dat Herman van Veen voor lopig nog niet van plan is om te stoppen met zingen. De bundel Opzij, opzij, opzij, zal daarom nu al, bij het verschijnen, gedateerd zijn. maar verder is er alle reden om dolblij te zijn met dit boek dat alle teksten be vat die hij tot dusver in het theater en op platen en cd's heeft gezongen. Het is een bonte verzameling, bijeen gehouden door de poëtische inslag waar Herman van Veen altijd voor heeft gekozen, een lichte vorm van grote dichtkunst. En dat is heerlijk lezen, een paar honderd pagina's lang. Achter elke lach schuilt wel een traan, achter en traan gloort wel een glimlach. En altijd is er troost. Net als in het echte leven. Van schrijnende schoonheid is bij voorbeeld Blauwe plekken van de Duitser Kunze, treffend vertaald door Hanneke Holzhaus: 'Als een hond heb ik staan janken naar de sikkel van de maan om de hemel te bedanken dat jij mij hebt wegge daan'. Maar het leeuwendeel is toch afkomstig van hemzelf en zijn hofleveranciers Rob Chrispijn en de sinds kort betreurde Willem Wilmink. Over hem gaat ook het door Herman Finkers geschre ven en door Herman van Veen op muziek gezette Uit de tijd gekomen. Het staat op een cd met daarop vier splinternieuwe nummers: 'Lieve dode dichter, in je kistje onder glas nu je uit je pijn bent zie ik je pij nen pas'. Heel veel verzen zijn voorzien van een toelichting door zowel de diverse schrijvers als de redacteuren Kick van der Veer en Jaap Bakker. En dat levert vaak fascinerende achtergronden op. Ze vertellen over de herkomst van een vertaling, de eventueel verschillende versies en de persoonlijke inspiratie die tot zo'n lied leidde. Zo verhaalt Wilmink over de 'Exenman' dat hij altijd een ex aan de telefoon krijgt als hij Herman probeert op te bellen. Iemand die dan zegt 'dat Herman hier allang niet meer woont'. Heel aardig zijn ook de toelichtin gen van Herman zelf. Zijn verkla ring bij Alsof het avond is, een ver haal over prostitutie, levert zowat een mini-novelle op. De teksten staan niet in chronologische, maar in alfabetische volgorde. Het nadeel daarvan is dat niet al lezend de ontwikkeling in het re pertoire is terug te vinden. Wel valt op hoe kleurrijk dat werk is. Bovendien is elk lied nu lekker snel op te zoeken. ZATERDAG 6 DECEMBER 2003 ER BIJ CD Willem Melchior treedt in de voetsporen van Thomas Rosenboom tinentale macht te zijn, op zeker mo ment zelfs 's werelds leidende zee macht, en heel lang in het Verre Oosten de machthebber in een rijk dat oneindig veel grotei was dan de zompige rivierdelta aan de Noord zee. Dat Nederland machtig is geweest, was echter vaak vooral te danken aan strategische overwegingen van anderen. Uit Met man en macht valt te concluderen dat het kleine vader land zijn positie vaak vooral dankte aan de Engelsen. In Europa kon de Republiek een ferme deun meebla- zen dankzij de Engelse paraplu, en het waren ook de Britten die maak ten dat Nederland zich niet vertilde aan het reusachtige Indische avon tuur. Veertig jaar nadat Londen zich in 1902 gedwongen had gezien Japan min of meer de vrije hand in het Ver re Oosten te geven, was dat avontuur voorbij. Een breekpunt was ook 1989, toen de val van de Berlijnse Muur het ein de van de Koude Oorlog markeerde. Sindsdien is voor het Nederlandse krijgsbedrijf veel veranderd. Er is ste vig bezuinigd en tegenwoordig fun geert de krijgsmacht vooral als expe ditionaire vredesmacht. Christ Klep concludeert: 'Niet eerder in de ge schiedenis stond de krijgsmacht zo ver af van haar 'organieke' taak: de verdediging van het vaderland en zijn bondgenoten.' Het einde van de Koude Oorlog bracht ook de afschaf fing (formeel: opschorting) van de dienstplicht. Klep: 'Steeds minder Nederlanders kennen de militaire organisatie uit eigen ervaring. In dit opzicht althans zijn we terug bij de krijgsmacht uit de tijd van de Repu bliek.' In het oeuvre van Willem Melchior komt zijn thematiek steeds duidelijker naar voren. Aanvankelijk waren het de begeerten en de zinnelijke lusten die zijn mooie jongens wilden verwe zenlijken, desnoods tot in de dood. In De onhuwbaren (2000) ontdekken de personages dat als ze zich willen ver liezen in iets dat groter is dan zijzelf, dit botst met hun streven naar onaf hankelijkheid. Melchiors nieuwe, be dwelmende roman De dokters Andrian brengt dat allemaal samen. roman recensie Wim Vogel 'De dokters Andrian' door Willem Melchior. Uitgeverij Atlas. Prijs: €16,50. Willem Melchior draagt de roman op aan Ineke Melchior-Weterman, ongetwijfeld zijn oma. Meestal heb ben wij als lezer weinig te maken met die opdrachten, maar hier ligt het toch anders. In De dokters Andri an beschrijft de auteur drie genera ties dokters van wie de laatste, een gevierd gynaecoloog van het voor malige Diaconessenhuis in Haarlem, door zijn publicaties over onder an dere de walvisvaart, verlucht met ei gen tekeningen, alles weg heeft van de beroemde dr AMelchior. En juist omdat die medisch specialist van zijn geslacht vol geneesheren tegelijk de beroemdste en de laatste was, is zijn geschiedenis een even fraaie als tragische metafoor van Melchiors thematiek: de opkomst en de onver mijdelijke ondergang van al ons stre ven. Een andere constante in Melchiors proza is zijn opvallende stijl: lange alinea's, vol ingewikkelde bijzinnen en archaïsmen. Een stijl die je be dwelmt, je als een cocon inkapselt zodat ontsnappen steeds moeilijker wordt en je allengs maar meegaat in de paginalange mijmeringen en her senspinsels. Zijn personages mogen een actief en druk leven leiden, veel wezenlijker zijn hun overpeinzingen waarin ze zichzelf en hun omgeving analyseren en evalueren. Geen ro man dus vol actie, feitelijk gebeurt er ontzettend weinig en is ook deze historische en sterk psychologise rende familieroman een demonstra tie van de definitieve stilstand waar al ons handelen tenslotte toe leidt. In drie hoofdstukken beschrijft Mel chior drie generaties uit de Andrian- clan. Van eenvoudige blok- en boommakers uit Spaarndam, weten ze zich op te werken tot gynaecoloog en psychiater. Maar dwars door de opgaande lijn heen worden al snel de eerste oorzaken zichtbaar van stilstand en ondergang. Een kinderloze nazaat, dus zonder toekomst, tracht dat tij te keren door genealogisch onderzoek. Hij poogt het verleden van de familie te ver lengen en in kaart te brengen maar ervaart dat het verleden in sche mering en mist verloren gaat. En op de laatste bladzijden wordt ook de toekomst van de familie definitief ondermijnd door de dood die al veel eerder zicht baar werd. Zo tastbaar is de dood dat de laat ste dokter Andri an in zijn huis aan de Haarlemse Vest niets anders overblijft dan Wimmie, zijn zwak begaafde zoon waarmee de levenstrap van de dokters Andrian voltooid lijkt. In zijn beschrij vingen van de ou de ambachten en met zijn archaïse rende stijl lijkt Melchior wel wat op Thomas Ro senboom. Bij de laatste roepen de personages het onheil vooral over zichzelf af door geestelijke blindheid en grenzeloze ambitie. Bij Melchior doen zelfs die twee factoren er nau welijks toe: tegen de onvolkomenhe den van het leven valt niet te vech ten. Wat overblijft is je dan maar te ver zoenen met de dood 'die overal waar hij keek door het leven scheen heen te schemeren, onzichtbaar maar niettemin zichtbaar aanwezig als een geraamte dat, zoals de pagina's van de geslachtslijst eens temeer be vestigden, elk moment in zijn grim mige, van elke hoop verstoken naaktheid van onder het vlees te voorschijn kon treden.' Willem Melchior De dokters Andrian non-fictie recensie Aly Knol 'Een koude oorlog; de Elfstedentocht 1954' door Dirk Vellenga. Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs: €16,95. 'Moeder de vrouw' breide niet alleen mutsen en truien, maar ook broeken. In Nederland stonden welgeteld 2800 televisietoestellen. Ida de Leeuw-van Rees leerde met haar radioprogramma Met naald en schaar de dames knippen en naaien. Kinderen kregen 's avonds een lepel levertraan om aan te sterken en Sicco Mansholt, de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie ning, vond dat er naast de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ook iets dergelijks op het gebied van de land bouw moest worden opgezet. Tegen dat de cor werd voor woensdag 3 februari 1954 de negen de officiële Elfstedentocht uitgeschreven. De laatste tocht was in 1947 gehouden en had bij veel hardrij ders een ranzige smaak in de mond achter gelaten. Er waren beschuldigingen ge uit van 'opleggen' en 'laten zuigen', wat zo veel wil zeggen dat er schaatsers waren geweest die door derden waren ge holpen. Er was zelfs be toogd dat sommige rijders zich een stukje van de route per auto hadden laten ver voeren. Er werden toprij- ders gediskwalificeerd, an deren kregen geen prijs uit gereikt. Alle reden dus om bij de eerstvolgende gele genheid in 1954 'wraak te nemen'. En zo geschiedde Aankomst van de schaatsers in Dokkum. Archieffoto uiteindelijk dus niet. 'De Elfstedentocht van 1954 is nooit voltooid', stelt journalist-schrijver Dirk Vellenga in het voorwoord van zijn zo juist verschenen boek Een koude oor log; de Elfstedentocht 1954. 'Het avon tuur van 3 februari is nog steeds niet af gerond. Laten we gewoon opnieuw be ginnen.' Dat doet Vellenga met verve. Ingebed in levendige beschrijvingen van het sobere leven in de vroege jaren vijftig van de vorige eeuw laat hij de 138 deelnemers aan het wedstrijdgedeelte opnieuw hun nerveuze nacht voor het begin van de tocht beleven, de valpar tijen al voor de start op het Van Harinx- makanaal in Leeuwarden en tijdens de eerste stikdonkere uren op weg naar Sneek, Ijlst en Sloten, het verlies van kostbare etenszakjes met rozijnen en studentenhaver, de felle strijd die zich uiteindelijk zou ontwikkelen tussen de zes mannen van de kopgroep. 'Ze waren tot Dokkum vrienden ge weest, strijdmakkers die in de eerste plaats wilden afrekenen met de gevaar lijkste concurrenten. Maar nu keken ze met heel andere ogen naar elkaar. Ze zochten naar aanwijzingen in eikaars blikken, in de manier waarop ze de ar men op hun rug legden, hun ademha ling, het snuiven en hoesten. De laatste slag moest slim gespeeld worden, dat wisten ze alle zes. Een beetje bluffen, even treiteren, doen alsof je erdoor zat. Na Dokkum werden ze vijanden', zoals Vellenga het beeldend beschrijft. Sommigen van hen zouden na Dokkum nog jarenlang vijanden blijven, want er ging iets verschrikkelijk mis enkele honderden meters voor de finish, toen de Noorderbrug in Leeuwarden moest worden genomen en de wedstrijd ont aardde in 'een wilde loterij'. Jeen van den Berg, onderwijzer uit het Friese Nijbeets, werd winnaar in een record tijd van zeven uur en vijfendertig minu ten (1954 was de snelste Elfstedentocht tot dan toe), maar hij heeft nog jaren lang nachtmerries gehad over die laat ste meters en enkele van zijn medestrij ders konden het tien, twintig jaar later nog steeds niet verkroppen dat zij net naast de overwinning hadden gegre pen. Vellenga heeft voor zijn boek gesproken met tientallen 'overlevenden' en nabe staanden van de deelnemers van toen, hij kreeg bovendien toegang tot de pas onlangs vrijgegeven archieven van de Elfstedenvereniging en zocht radioco ryfeeën van destijds op. Zoals de onge lukkige Dick van Bommel, die de pri meur zou hebben om als eerste 'live' vanaf een motor met zijspan verslag te doen van de Elfstedentocht: 'Die zend mast brak al vroeg af. Ik wist niet of ik in de uitzending was en begon maar te praten. Ik kwekte maar raak, tot er een seintje kwam uit de wagen: 'We hebben alleen maar een soort geloei gehoord'.' TOP - 10 1. (1) J.K. Rowling, Harry Potter en de orde van de feniks De Harmonie, 21,50 2. (2) J.K. Rowling, Harry Potter en de orde van de feniks De Harmonie, 26,50 3. (3) Youp van 't Hek, liegangst Thomas Rap, 7,50 4. (5) Daphne Deckers, Opwaartse drukte Tirion, 9,98 5. (4) Nicci French. Verlies Flamingo Noire, 5,- 6. (6) Baantjer. De Cock en geen excuus De Fontein, 9,98 votMpnoorc 7. (8) Snoecks 2004 Scriptum, 12,50 8. (9) Nicci French. De verborgen glimlach Anthos, 18,90 9. (7) Hanneke Groenteman. Doorzakken bij Jamln Thomas Rap, €15,- 10. (-) Mart Smeets, Sterren LI. Veen, €11,95 Bron; CPNB/De Bestseller 60 Harry rules. Op nummer een en twee in de top tien respectievelijk de paperback en de gebonden versie van de nieuwe Potter Enige nieuwe binnenkomer is Mart Smeets die in Sterren zijn ontmoe tingen met belangrijke mensen van bin nen en buiten de sportwereld heeft ge bundeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 7