f'>.- V/Hrre c F*r R.i.F? Graffiti-expert Jos Frissen spoort daders op door middel van unieke databank ZATERDAG 6 DECEMBER 2003 Baboon en Evil, Carve en Junk, ze willen maar één ding: hun naam zo vaak mogelijk op een treinwagon. Want naamsbekendheid, daar draait het om in de wereld van graffiti. Zo vaak mogelijkje tag zetten bij je mooiste pieces. Een speciale eenheid van de spoorwegpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), onder leiding van graffiti-expert Jos Frissen maakt slim gebruik van deze ijdelheid in de steeds harder wordende strijd tegen de zelfverklaarde kunstenaars. Een unieke databank linkt daders aan tags. door Rivka Groenier Jos Frissen speurt in de databank. Dankzij de landelijke registratie en harde aanpak van daders is het aantal vierkante nieters graffiti op treinen het eerste kwartaal van dit jaar fors gedaald. Foto's: Ton Kastermans Jacht op de 'Kings' Jos Frissen geldt in Nederland als de absolute top op het gebied van graffitibestrijding. Hij is de kat in het kat-en-muisspel. Gevreesd en gehaat, maar ook een bedenkelijke muze voor 'grafiteurs' zoals hij de graffiti spuiters noemt. Frissen zag zijn afbeelding al meerdere keren terug op pieces. Achter zijn bureau hangt het meest sprekende voorbeeld in een lijstje: een cartoon van Frissen, het poppetje uitgerust met een enorme pe nis. Ingelijst of niet, graffiti is geen kunst, zegt Frissen stellig. De immense verzameling plaatjes van pieces in zijn com puterbestand is ook geen kunstcollectie. Natuurlijk, de stukken zijn soms heel erg knap gemaakt, zeker als je be denkt onder welke omstandigheden, in het pikkedonker op een rangeerterrein met de altijd aanwezige dreiging om betrapt te worden. Maar de volgekladde treinwagons bezorgen reizigers een gevoel van onveiligheid en de Ne derlandse Spoorwegen handenvol werk. Daarom is de strijd ertegen geen kinderspel maar pure criminaliteitsbestrijding. Hard tegen hard, waarbij de spoorwegpolitie steeds zwaardere middelen inzet en droomt van toestemming om de daders niet langer op basis van artikel 141 te vervolgen (openlijke geweldple ging) maar met artikel 140, het veel zwaarder wegende 'deelname aan een criminele organisatie'. Inleven De kans dat deze toestemming er komt is vooralsnog klein. En bovendien, is dat niet wat overdreven? Het gaat immers om verf. Frissen vindt van niet. ,,Het gaat om heel grote belangen en serieuze misdrijven." Volgens hem is het een kwestie van inleven. „Stel je hebt een mooie middenklasse-auto gekocht en iemand spuit in het holst van de nacht een prachtig piece met vier kleu ren op de motorkap. Dan ben je toch niet blij. Neem dan Hans van Weel te gaan. Dan heb je een crew." Tientallen crews lopen er rond in Nederland. Frissen: „Je hebt crews van twee personen maar ook crews van hon derd. Zodra je bent aangesloten bij zo'n bende begin je weer onderaan als Toy. Dat is het laagste van het laagste. Bovenaan staat de King, een spuiter die ontzettend veel maakt en heel erg goed is. Een Toy maakt zelf geen stuk ken maar mag de pieces van de King helpen inkleuren. „Puur om spuitervaring op te doen, om te groeien." Ho ren bij een crew is horen bij een goed georganiseerde ge meenschap. Ze hebben een eigen kledinglijn, een eigen postorderbedrijf en sites op het internet waarop je het hele NS-materieel op schaal kunt vinden. „Op die ma nier kunnen ze thuis oefenen en passen en meten voor dat ze op pad gaan." De crews lijken niet te stuiten, graffiti zijn onverminderd populair, maar de cijfers bewijzen dat de Frissen-aanpak wel werkt. Dit jaar is in het eerste kwartaal een 'signifi cante' daling van het aantal vierkante meters graffiti te zien. Frissen: „Een kwart minder dan het eerste kwartaal van vorig jaar." Eenmaal voor de rechter lijken de daders vooralsnog kansloos. Frissen trots: „Van alle zaken die wij gedraaid hebben, is er nog nooit een op vrijspraak uitgekomen." de NS. Eén treinstel, één enkele bak van de NS kost 500.000 euro." Dat is nog even iets anders dan een mid- denklassertje. Het paradepaardje van Frissen is de databank die hij twee jaar geleden in het leven riep. Deze databank buit de geldingsdrang van graffitispuiters uit in hun nadeel. De tags waarmee de verfspuiters hun stukken onderte kenen, vormen keihard bewijsmateriaal in een steeds verbetener strijd van de spoorwegpolitie tegen de ver vuilers. Frissen begon met zijn zes man sterke team in Utrecht twee jaar geleden met het opzetten van deze da tabank. Als basis gebruikte hij het gangbare computer programma Edison, dat onder meer wordt gebruikt in de strijd tegen kinderporno. „Ik stond op het punt om naar Australië te gaan om daar een systeem te bekijken, toen ik door een collega op Edison werd gewezen. Daar moet iets van te maken zijn, wist ik meteen. Ik ben met een blanco versie aan de slag gegaan en het werkte." De graffitiversie van de databank bevat inmiddels 3.600 'feiten', wat zoveel betekent als 3.600 foto's van pieces, inclusief tag, plaats en omvang van de schade. Ook houdt het programma bij of de schade wel of niet te ver halen valt op de dader en of deze heeft bekend. De studie van een gefotografeerde piece, die Frissen en zijn collega's van de NS laijgen, maar ook vaak zelf van het internet plukken (graffitispuiters maken dankbaar en zeer professioneel gebruik van het www), is een zeer se cuur werkje. De tags worden daarom alleen maar door de vakspecialist zelf gelezen en benoemd. „Niet iedereen leest hetzelfde. Als het fout gaat, raakt het hele systeem in de war. Als ik een tag verkeerd lees, doe ik dat conse quent fout, waardoor het in ieder geval wel in het sys teem is terug te vinden." Ook het bombersblad, lijfblad van de graffitispuiters, is vakliteratuur voor het politie team. „Moeilijk te lezen tags worden daar in uitgelegd, heel handig." Als een graffitispuiter op heterdaad wordt betrapt, kijken de bestrijders meteen in de databank. Frissen: „In één oogopslag is duidelijk wat we van die persoon hebben." Als daar genoeg bewijsmateriaal uit rolt, volgt meestal een huiszoeking, waarbij soms honderden spuitbussen worden gevonden. En als de speurders echt een goede dag hebben ook een blackbook, de portfolio vol pieces die de meeste professionele spuiters bijhouden, waarde vol bewijsmateriaal. vierkante meter. De schade loopt daardoor per geval al gauw in de tienduizenden euro's, soms zelfs in de ton nen. Frissen: „Als het lukt, verhaalt de NS de vaak torenhoge kosten." Medelijden heeft hij zelden. „Graffitispuiters zijn over het algemeen oudere jongeren. Ze zijn meestal goed opgeleid, op de universiteit of op het grafisch ly ceum. Ze hebben daardoor vaak een goede baan, waar door ze goed te plukken zijn." Frissen kan de meest gangbare loopbaan en de drijfver en van de grafittispuiters inmiddels wel dromen. „De spuiters werken bijna altijd 's nachts op een emplace ment, in het donker tussen de slapende treinen. Door de hoge pakkans staan ze stijf van de adrenaline, een enor me rush. Als je treinen bespuit, tel je pas mee." Maar de weg daar naartoe is lang, weet de specialist. „Je loop baan begint meestal in de eigen woonwijk. Iemand die net begint, spuit zijn naam een paar honderd keer op de muren, alleen maar om naamsbekend heid te krijgen. Zodra je enige bekend heid hebt, zoekje con- Miljoenen Dankzij de databank is het aantal schoongemaakte vier kante meters inmiddels verdubbeld, tot 100.000 vierkan te meter trein per jaar. Voor een graffitispuiter geldt: hoe langer de versierde trein rondrijdt, hoe meer status dit oplevert. Voor de bestrijders geldt: hoe sneller de trein schoon is, hoe beter. Frissen: „Het streven is om de trein niet te laten rijden en binnen 48 uur schoon te hebben." Dit schoonmaken gebeurt op 26 plaatsen in Nederland en kost de NS jaarlijks ettelijke miljoenen. Hoewel Frissen en de zijnen zich noodgedwongen alleen op serieus volgespoten treinen concentreren („Meer zou niet te behappen zijn") en niet op muurtjes en verkeers borden, is er vanuit het hele land belangstelling voor de aanpak. „Steeds vaker krijg ik uit diverse regio's het ver zoek om een presentatie te geven. En regelmatig belan den er foto's op mijn bureau met het verzoek of ik er een dader bij kan vinden." Voorlopig blijft zijn dienst waarschijnlijk de enige in zijn soort, denkt Frissen. „Binnen de regiopolitie heeft graffi ti geen prioriteit en ze hebben de software niet in huis. Maar een gemeente of een politieregio die met het pro bleem worstelt, zou het systeem heel gemakkelijk zelf kunnen oppakken, denkt hij. „Als je zorgt dat mensen de foto's maken en alles wordt geregistreerd, ben je al een heel eind." Een beetje hulp aan de basis, zou zijn strijd tegen de Kings, aan het andere eind van het graffiti-uni- versum in ieder geval een stuk gemakkelijker maken. Als je ze vroeg pakt, smoor je het in de kiem." De klos Wie gepakt wordt en te plukken valt, is zwaar de klos. Voor het spuitvandalisme staat een boete van veertig eu ro per bevlekte vierkante meter. En volgend jaar wordt het bedrag zelfs opgetrokken naar honderd euro per

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 5