Kaal of kapsel, kiest u maar!
Het karma van Erica Terpstra
Wat doe ik tegen haarverlies?
Je haar wordt dunner en de eerste open
plekjes op de schedel komen tevoorschijn.
Vroeger wist je wat je te wachten stond,
maar tegenwoordig kun je met medicijnen
kaalheid voorkomen. Alleen moeten nog
heel wat medici daarvan worden overtuigd.
door Will Gerritsen
Pieter van Buren woont in de
IJmond, is 22 jaar en beschikt over
een vrijwel volledige haardos. Lijkt
de normaalste zaak ter wereld, ware
het niet dat hij nu eigenlijk kaal zou
zijn geweest. „Ik begon op mijn zes
tiende kaal te worden. Dat vond ik
op die leeftijd niet zo geweldig. Nou
ja, behoorlijk klote.''
Hij kwam bij de Zwijndrecht.se huid
specialist Ids Boersma terecht die
zijn schedel met speciale apparatuur
fotografeerde en hem het haargroei-
medicijn Propecia voorschreef. De
scholier moest elke dag een pilletje
gaan slikken. Pieten „Na een half
jaar werd het opeens een stuk beter
en daama verbeterde het nog meer.
Er vielen geen haren meer uit en
mijn dunne haren werden dikker.
Boersma: „Toen deze jongen zestien
jaar was, had hij nergens meer zin
in. Nu gaat hij zijn studie biochemie
in de VS afronden.
De dermatoloog blikt even terug op
zijn eigen jonge jaren. Net als bij Pie
ter speelde zich in zijn schedelbe
groeiing een ware kaalslag af. Boers
ma: „De dermatoloog die ik daar
over raadpleegde, vertelde me dat ik
ermee moest leren leven. 'Je bent
toch nog gezond', zei hij. Ik kon me
daar niet bij neerleggen, zeker niet in
het Beatles-tijdperk. Ik zette een
pruik op mijn kop."
Maar met de komst van Propecia is
alles anders geworden. Toen Boers
ma in een onderzoek naar de werk
zaamheid van het medicijn gunstige
resultaten zag, is hij het ook gaan
slikken. Hij weet het nu zeker: „Erfe
lijke kaalheid is tegenwoordig geen
noodlot meer, maar een keuze. Je
kunt ervoor kiezen om niet kaal te
worden."
Maar niet iedereen is hiervan door
drongen. Zelfs medici zijn niet altijd
goed op de hoogte van de recente
ontwikkelingen. Onlangs nog heeft
Boersma in een nascholingscursus
in Maastricht zijn vakbroeders en
zusters bijgespijkerd over therapieën
met medicamenten tegen kaalheid.
Speciale aanleiding is de toelating
van Propecia in Nederland in mei dit
jaar. „De meeste artsen weten na
tuurlijk wel dat er tegenwoordig
middelen tegen kaalheid zijn, maar
ze hebben er geen ervaring mee. Ze
beschikken ook niet over speciale
computergestuurde foto-apparatuur
waarmee ze de haardichtheid kun
nen vaststellen."
Dergelijke apparaten zijn van we
zenlijk belang, zo heeft Boersma er
varen. „Je kunt dan iets zeggen over
welke verwachtingen de patient van
de therapie mag koesteren. Ook kun
je na een tijdje de resultaten laten
zien. Negentig procent van je patiën
ten gelooft anders niet dat het mid
del helpt. Het punt is immers dat de
therapie heel geleidelijk werkt. Pas
na drie maanden merk je dat er min
der haren in je doucheputje zitten,
na zes maanden zegt iemand in je
naaste omgeving dat hét zichtbaar
verbetert en na een jaar maakt de
buurvrouw een opmerking. Pas na
twee jaar heb je het maximale eind
resultaat. Beter wordt het daama
niet meer."
Het werkzame stofje finasteride, het
hoofdbestanddeel van Propecia,
stond aanvankelijk bloot aan kritiek.
Zo zou het de zin in seks, het libido,
bij een klein percentage gebruikers
verminderen. Boersma: „Artsen die
Propecia niet voorschrijven, ver
schuilen zich achter deze vermeen
de bijwerking."
De meeste artsen schrijven Propecia
uit voorzorg niet aan vrouwen voor,
vanwege de gevolgen bij zwanger
schap: de genitaliën van een onge
boren jongetje komen niet tot ont
wikkeling. Voor Boersma is dat nog
geen reden om het middel aan vrou
wen te ontzeggen. Lachend: „Ik geef
het middel aan mijn moeder. Weet
je, vijftien procent van de vrouwen
die de menopauze nog niet heeft be
reikt, is kalend. Na de menopauze
komt daar nog eens 25 procent bij.
Welnu, ik heb twee jaar geleden een
conferentie bijgewoond van topspe
cialisten op het gebied van haar. Ze
schreven allen Propecia aan vrou
wen voor."
Tegenwoordig kun je met medicijnen kaalheid voorkomen. Foto: GPD/Phil Nijhuis
Medicamenten tegen erfelijke kaalheid werken wel, maar kunnen geen wonderen verrichten. Boersma: „Hoe eerder je erbij
bent, hoe beter. Waar niks meer zit, is het einde verhaal." Van het middel Propecia (met het stofje finasteride) is de effectiviteit
afgelopen jaren afdoende bewezen. Volgens het vakblad Dermatology Times voorkomt of vertraagt het middel het kalen bij
negentig procent van de mannen, terwijl bij tweederde van de mannen opnieuw haar gaat groeien.
Het middel is sinds enkele maanden in Nederland - alleen op voorschrift van een arts - verkrijgbaar. Maar wie mooi wil zijn,
moet pijn lijden, althans in de portemonnee. Zorgverzekeraars vergoeden het middel niet, zodat de gebruiker zelf voor de kos
ten opdraait. Dit in de wetenschap dat hij levenslang dagelijks een pilletje van circa 1,60 euro moet slikken. Stopt hij, dan gaan
de kostbaar aangekweekte haren weer langzaam uitvallen. Vaak wordt nog meer effect bereikt door Propecia te combineren
met haargroeilotion Regaine (met het werkzame bestanddeel minoxidil).Ook voor dit middel geldt: hoe sneller je na langdurig
ongewoon haarverlies erbij bent, hoe beter. Middelen die het haarverlies vertragen zijn Maxilene en Aminexil.
ZATERDAG
29 NOVEMBER
2003
n va|
aihe was in haar eentje goed
.aal voor vier kamerzetels en
volgens Frits Bolkestein
*si. zou ze in Tanzania wel
za vijftig koeien waard zijn.
'I)c Na 26 jaar verliet Erica
[sZl< Terpstra (60) de politiek.
vari De eerste vrouwelijke
Heporzitter van NOC'NSF wil
enljok sportief ogen en is aan
Ié" de slag gegaan met een
personal trainer.
ar „Persoonlijk vind ik
'iJ'ïl overgewicht geen
interessant onderwerp."
tste
tr
n. Ii
te
:c3
g8^ door Monique de Knegt
J e sjouwt haar zware lijf en glundert.
Erica Terpstra heeft de zittende
mÊÊM macht een poepje laten ruiken. „Zo
wordt dat door sommigen uitgelegd, ja",
zegt ze diplomatiek. Het bestuur van de
sportfederatie wilde graag Ruud Vreeman,
burgemeester van Zaandam, als voorzitter,
maar de leden kozen in meerderheid voor
'Terp'. „In het begin zeiden mensen tegen
mij: 'Waar begin je aan, dat lukt je nooit, die
verkiezing is helemaal voorgekookt'. Maar in
gesprekken met verschillende bonden voel
de ik dat er veel in beweging was. Mensen
willen echt zeggenschap hebben over wat er
gaat gebeuren en keren zich af van de oude
bestuurscultuur van bedisselen. Persoonlijk
ben ik ook groot voorstander van echte ver
kiezingen."
Terpstra kreeg opnieuw de meeste stem
men, zoals dat ook al gebeurde in 1994 toen
ze driehonderdduizend voorkeurstemmen
kreeg bij de verkiezingen voor de Tweede
Kamer. „Ik denk dat mensen in mij herken
nen dat ik fair play probeer te spelen. Ze
heeft lang geaarzeld of ze haar geliefde ka
merwerk zou inruilen voor die andere liefde,
de sport. „Het Binnenhof is m'n tweede
thuis. Ik sta hier te boek als de hardste wer
ker. Een sjouwer, iemand die mensen op
zoekt en van binnenuit wil zien wat er echt
aan de hand is. Het is best emotioneel om te
vertrekken. Bij de laatste verkiezingen heb
ben 185.000 mensen mij hun vertrouwen ge
geven. Dat leg je niet zomaar naast je neer.
Maar dit was een kans die nooit meer voor
bij komt. Ik hoopte dat mensen daar begrip
voor zouden hebben. En dat is ook zo. Ik
heb naar één mail gehad van iemand die
zich afvroeg hoe dat nu moet met die
185.000 voorkeurstemmen. En verder... je
weet niet wat er is gebeurd! Mijn computer
is absoluut gecrasht. Ik kreeg meer dan dui
zend mails per dag en postzakken vol felici
taties. De allerliefste was van een meneer die
mij belde en zei: u kent mij niet, maar ik ben
zó blij, het is net alsof u even m'n zusje
bent."
Dichtbij zijn. Of in elk geval lijken, dat is
haar kracht. „Ik heb gemerkt dat als je open
heid geeft, je ook openheid terugkrijgt. Maar
dat is tegelijkertijd ook mijn zwakte. Mis
schien dat ik wel te veel uitga van het posi
tieve van mensen. En dat wil ik ook niet ver
anderen. Argwaan is mij vreemd. Ik stoot lie
ver m'n neus dan dat ik een muur van arg
waan opbouw."
Meditatie
Haar enthousiasme is oprecht, menen
vriend en 'vijand'. Ze is niet altijd zo; er zijn
maar weinig mensen die haar stille kant
zien. Terpstra woont al jaren alleen. Elke dag
begint ze met meditatie. In een bijna lege
kamer, waar rijstpapier het zonlicht zeeft,
zegt ze een kwartiertje haar mantra's. „Ik
mediteer al vanaf m'n studententijd. Het is
een tweede natuur geworden. Als ik het niet
doe, ben ik onrustig. Dan mis ik wat. Medi
tatie maakt me weerbaarder voor invloeden
van buitenaf, ik kan er beter door relativeren
en het bevordert m'n concentratie."
Ze knijpt de ogen dichter en zoekt de pas
sende woorden. „Ik leef bewuster. Nam ik
vroeger veel als vanzelfsprekend aan, nu ver
wonder en bewonder ik. Er zijn mensen die
echt tegenslag na tegenslag hebben, mensen
waarbij het leven echt tegenzit. Zij hebben
een zware last te dragen en kunnen dat door
heel veel levensmoed. Ik realiseer me dat ik
aan'de goede kant van de streep sta, al ben
ik niet zonder verdriet. Mijn scheiding is een
zware last, het dieptepunt in mijn leven.
Hoewel we als goede vrienden uit elkaar zijn
gegaan (ze betrokken twee huizen naast el
kaar en maakten op zolder een doorgang
voor de jongens, red.) voelt het toch als een
amputatie.
Stilstaan bij bijzondere momenten is iets dat
ik van thuis heb meegekregen. Ik was een
vrolijk kind dat dansend door het leven ging.
Een vriendinnetje van mij was katholiek en
ging regelmatig naar de kerk. Ik was daar wel
jaloers op en zei tegen mijn vader: mijn
vriendin gaat naar de kerk en dankt God als
ze gelukkig is, maar ik kan dat niet. En toen
zei mijn vader: als je je zo gelukkig voelt,
probeer je geluk die dag dan door te geven
aan een ander. Die wijze les heb ik in m'n
oren geknoopt."
Erica Terpstra vond zichzelf in het boed
dhisme. Ze studeerde Chinese taal en cul
tuur (sinologie) in Leiden, bracht tien dagen
zwijgend door in een Japans klooster en
heette de Dalai Lama tot twee keer welkom
in de Tweede Kamer. Haar belangstelling
voor de Oosterse cultuur komt volgens haar
voort uit een vorig leven. „Dat kan bijna niet
anders."
Dik
Ze was een couveusekindje dat op 10-jarige
leeftijd nog altijd zo mager was dat de dokter
haar adviseerde maar eens te gaan zwem
men. Ze haalde de wereldtop en verdiende
olympische medailles. Maar sinds twintig
jaar doet de voormalige zwemster hoege
naamd niets meer aan sport. Als staatssecre
taris heeft ze nog een fitnessclubje opgezet
voor de vrouwen in het paarse kabinet. Eens
in de week werkten de dames zich in het
zweet. „Dan merk je weer hoe samenbin
dend sport kan werken."
Het was een uitstapje in een zittend bestaan.
Maar daar komt verandering in.Als voorzit
ter moet ik ook sportief ogen, dus ik heb het
sporten weer opgepakt. Ik word ook stram
mer voel ik, minder lenig. De reserves van
mijn sportverleden zijn op. Ik ben weer gaan
fietsen, aquajoggen, ik ga iets doen met een
personal trainer en ga eindelijk leren golfen.
En ik moet zeggen, nu ik weer bezig ben: het
is zó lekker om fysiek moe te zijn en te zwe
ten. Wat een sufferd dat ik niet eerder weer
wat ben gaan doen. Maar het vraagt ook eni
ge discipline. Ik heb mijn drukke baan als
kamerlid ook als excuus gebruikt om niets te
doen. Zeg maar gemakzucht."
Overgewicht is een volksziekte. Het is net zo
ongezond als roken. Dikke mensen hebben
meer risico op suikerziekte, hart- en vaat
ziekten en tal van gewrichtsklachten. Eén op
de zeven kinderen is te zwaar. Er zijn al kin
deren met ouderdomssuiker. En de voorzit
ter van NOC'NSF, voormalig staatssecretaris
van volksgezondheid, vindt overgewicht
geen interessant onderwerp? „Ik kamp zelf
niet met m'n overgewicht. Ik ben laatst nog
getest en ben - afkloppen - helemaal gezond.
Persoonlijk vind ik mijn overgewicht niet in
teressant, maar een weinig bewegende sa
menleving is dat natuurlijk wel. Ik pleit dan
ook voor veel meer lichamelijke oefening op
basisscholen: vijf tot zes uur sport in de
week door vakleerkrachten. In Groningen
zijn ze heel goed bezig kinderen een cultuur
van sport mee te geven."
Ze heeft een hele verlanglijst als het gaat om
de verbetering van sport in Nederland. En
ze sluit niet uit dat op termijn weer Olympi
sche Spelen in Nederland zullen worden ge
organiseerd ('een droom') en wil zich inzet
ten voor de aansluiting van het leger ongeor
ganiseerde sporters met clubs.
Erica Terpstra verliet de politiek om de eerste vrouwelijke voorzitter van het NOC'NSF te worden. Foto: GPD/Phil Nijhuis