Spartaan met een oranje hart SI Katwijker Martin van Leeuwen leert op de bank K( SPORT zaterdag 15 NOVEMBER 2003 I door Anton Died rich I katwijk - Martin van Leeuwen wordt volgende I week 22 jaar. De Katwijker is bezig aan zijn tweede seizoen bij Sparta. Vorig jaar startte hij 26 keer in de I basis, dit seizoen begint hij elke wedstrijd op de I bank. „Nu maak ik mee wat eigenlijk vorig seizoen I had moeten gebeuren." Van Leeuwen doet zijn verhaal in de plaats waar hij zich thuisvoelt: Katwijk. In een tent op de Bou levard, met uizicht op een grauwe zee en een grijze lucht. Hij snuift het op. „Waar ik ook ooit ga spe len, ik ben en blijf een Kattukker", zegt hij. Dus rijdt hij elke dag op en neer naar Rotterdam. Naar zijn club Sparta, de lijstaanvoerder in de eer ste divisie. Een hele verbetering ten opzichte van vorig seizoen, toen de net uit de hoogste afdeling gedegradeerde voetbalclub een moeilijk eerste jaar op het lagere niveau beleefde. „Het niveau van de groep ligt hoger dan vorig seizoen. Er zijn veel nieuwe jongens bij gekomen, spelers met erva ring", verklaart Van Leeuwen. .Achterin staat het nu als een huis. Ik speel niet, omdat het elftal goed draait. We hebben de minste doelpunten tegen van de hele eerste divisie. Dan is er geen reden om aan de achterhoede iets te veranderen." Van Leeu wen speelde vorig seizoen als vrije verdediger. Nu zien de trainers hem meer als rechtsback („Vol gens mij is dat inderdaad mijn ideale positie") en daar moet hij Davey de Fouw voor zich dulden. Pas drie jaar geleden debuteerde Van Leeuwen in de hoofdmacht van Katwijk. Bij die club speelde hij onder trainer Alfons Groenendijk, die weg moest vanwege de slechte resultaten en werd ver vangen door John Eelman. Groenendijk trad wel op als zaakwaarnemer van Van Leeuwen bij diens overgang naar Sparta. En even later kreeg de jonge Katwijker opnieuw met de Leiderdorper te maken: kelA Groenendijk keerde bij Sparta terug als assistent- trainer. „Volgende week heb ik weer een gesprek met Alfons, over hoe het nu gaat, wat hij ervan vindt en wat ik wil. Hij is nog steeds mijn zaak waarnemer. Dat hij ook mijn trainer is, bijt elkaar niet. Bij Katwijk kon hij de zaken al goed geschei den houden, zette hij me ook gewoon op de bank wanneer hij vond dat dat moest. Dat gebeurt hier ook. En hij is natuurlijk niet de hoofdtrainer." Naast Sparta had indertijd ook FC Utrecht belang stelling voor de jonge Katwijker. Van Leeuwen koos voor de Rotterdamse club, ook al ging het daar sportief niet zo best. Het was een keuze op gevoel. „Het mag dan een profclub zijn, hier heerst ook een familiesfeer. Iedereen kent iedereen, er is een hondstrouwe aanhang", zegt de Katwijker. „Bij de training staan altijd supporters te kijken. Het is prachtig om af en toe te praten met een paar van die oude mannetjes aan het hek, om hun ver halen over vroeger en over de gloriejaren van Spar ta te horen." Vanwege het 'familiegevoel' komt Van Leeuwen ook nog graag bij zijn oude club, wanneer het maar kan. „Natuurlijk is er wel ver schil. Bij Sparta blijf je niet, zoals bij Katwijk, na de wedstrijd nog even in de kantine hangen. Het is se rieuzer, dat is logisch. Maar tekenend is wel wat er gebeurde toen de vrouw van een van de directeu ren van Sparta was overleden. Van heinde en verre kwamen ex-spelers en voormalige trainers naar de begrafenis. Dat betekent wel wat. Sparta is een hechte club." De Katwijker maakte pas op relatief late leeftijd de overstap naar de profs. Van Leeuwen wilde eerst zijn opleiding afinaken. En hij hoefde ook niet zo nodig, hij had het bij Katwijk prima naar zijn zin. „Maar als Sparta dan een aanbod doet, dan moet je die kans grijpen. Het was misschien wel mijn laatste kans om de sprong te wagen. Ik ben blij dat die kans nog kwam. Nu is het afwachten hoe lang de reis duurt." In de jeugd bij Katwijk kreeg Van Leeuwen al te horen dat scouts van profclubs hem aan het volgen waren. „Dan denk je al bij jezelf: dat doen ze niet voor niks. Als je bij Katwijk speelt en je hoort over belangstelling van Sparta en Utrecht, dan weet je dat je tegen een bal kan trap pen." Hij voelt zich wel bevoorrecht dat juist hem de kans is geboden om het betaald voetbal in te stappen. „Ik ken jongens die vreselijk goed zijn, maar die die kans - nog - niet hebben gekregen. Je moet geluk hebben." Maar natuurlijk, voegt hij daar meteen aan toe, ligt het ook aan de speler zelf. Die moet mentaal goed in elkaar zitten. „Je moet het kunnen opbrengen om ook hard te blij ven werken als je een tijdje niet speelt." Dat is de situatie waar Van Leeuwen nu in zit. „Voetbal is een harde wereld", zegt hij nuchter. „De ene dag speel je goed, dan ben je alles. De vol gende dag ben je niks." De supporters steken dan hun kritiek ook niet onder stoelen of banken. „Te recht, vind ik. Zij steken er heel veel van hun geld in om elke keer te komen kijken. Wat zou voetbal zijn zonder supporters?" En dan zijn de fans van Sparta nog eens speciaal, zegt Van Leeuwen. „Zelfs bij een uitwedstrijd tegen VW, in Venlo, zit nog een vak vol met Spartanen. Mensen met een rood wit hart." Ook al is zijn eigen hart nog vooral Katwijks oranje, Van Leeuwen voelt zich thuis bij de Rotterdamse club. Maar hij beseft dat zijn carrière nog voor zich ligt, en dat hij waarschijnlijk niet altijd een speler van Sparta zal blijven. „Voor mij is het nu belang rijk om eerst weer een basisplaats te veroveren. Daarna kan ik pas verder kijken." Hij wil verder niet op de zaken vooruitlopen. „Natuurlijk wil ik door in het betaalde voetbal. Of dat bij Sparta is, moet de toekomst uitwijzen. Voor elk seizoen maakt de technische staf de keuze met welke spe- V.L.N.R. Spartaan Martin van Leeuwen op het strand van 'zijn' Katwijk. „Het is prachtig om af en toe te praten met een paar van die oude mannetjes aan het hek, om hun verha len over vroeger en over de gloriejaren van Sparta te horen." Foto: Dick Hogewoning Iers ze verder wil, en wie er niet meer nodig is." Van Leeuwens contract loopt volgend jaar af, hij heeft met Sparta nog niet over een eventuele ver lenging gepraat. „Dat is voetbal. Het is altijd de vraag of er een nieuw contract komt, of er mis schien een andere club belangstelling heeft. Maar ze zijn hier tevreden over me, ook al zit ik nu op de bank. Ik hoor goede berichten." Hij gaat dit jaar veel harder vooruit dan vorig sei zoen, vindt Van Leeuwen. Ook al speelde hij toen de meeste wedstrijden. „Wat er nu gebeurt, had ik vorig seizoen moeten meemaken. Toen stond er een heel onervaren groep. Nu zijn we een stuk constanter. Na een 3-0 overwinning verliezen we niet meteen de volgende wedstrijd, omdat we er te makkelijk over denken." Dat is vooral te danken aan de komst van nieuwe spelers. „Mensen als Da vid Nascimento en Frank Kooiman, de keeper die is teruggekeerd. Die kunnen iedereen op de juiste plaats zetten." Dit is, zegt Van Leeuwen, het moment waarop de spelers voor zichzelf moeten uitspreken dat ze bij de topdrie willen komen. „Het ligt alleen maar aan onszelf of we het halen of niet. We hebben zo'n sterke groep, dat wij ook beter in staat zijn om blessures of schorsingen op te vangen dan andere clubs in de eerste divisie." Daarom legt Van Leeu wen zich - voorlopig - neer bij een rol als invaller. Hij leert bij. En daarnaast kan hij voortbouwen op de kwaliteiten die hij al had. „Mijn kracht ligt in de duels, de bal afpakken. En dan inleveren aan de middenvelders. Zij zijn bij ons de creatieve, echt technische spelers. Iemand als Mendes da Silva, bijvoorbeeld. Het middenveld zorgt voor de aan valsopbouw, wij zorgen ervoor dat we de minst ge passeerde verdediging blijven." Hij praat als een profvoetballer over zijn werk. Zin- snedes als 'iedereen blijft goed in zijn taak voetbal len' om uit te leggen waarom het bij Sparta nu zo goed draait. Van Leeuwen is dan ook een serieuze jongen, die heel goed beseft waarmee hij bezig is. „Het is tegenwoordig mijn vak. Voetbal is nog steeds een grote hobby, maar ik verdien er mijn brood mee. Een heel goede boterham. Dat wil ik graag zo houden, dus ik moet het wel serieus als mijn werk zien." En daarnaast heeft hij voor zijn contract bij Sparta ook een negen-tot-vijfbaan ge had. Hij was assurantiebemiddelaar bij Z&Z. „Vrienden van mij staan elke dag van negen tot vijf met een kwast in hun handen op een ladder. Daar heb ik veel respect voor. Ik heb het geluk dat ik iets mag doen wat iedereen graag zou willen: van zijn hobby zijn beroep maken. Dat is iets waar ik niet te licht over mag denken." Martin van Leeuwen is een Katwijker in hart en nieren. „Een echte Kattuk-zeeër." Als hij bij Sparta de kleedkamer binnenloopt, hoort hij 'daar heb je die Katwijker ook weer'. „We worden toch be schouwd als een apart volkje. Dat is misschien ook wel zo. Ik zie het als iets positiefs. Veel stadsmen sen zijn volgens mij jaloers op iemand zoals ik, die uit zo'n hechte gemeenschap komt." Ook een gemeenschap die hecht aan het geloof. „Voor mij is dat ook belangrijk. Negen van de tien Rotterdammers gaan niet naar de kerk. Ik wel. Ik ben er trots op dat ik een Katwijker ben." Hij heeft onlangs een huis gekocht in zijn geboortedorp. Volgend jaar gaat hij trouwen met zijn vriendin Jeanine. „En dan gaan we het huis in." De twee kennen elkaar al vier jaar. „Ik hoop de rest van mijn leven met haar te delen." Voor hem dus geen soapster - zoals ploeggenoot Andrej Levtsjenko nu een relatie heeft met sterretje Victoria Koblenko. „Of Jeanine moet in GTST gaan spelen", zegt Van Leeuwen lachend. RANDJE BUITENSPEL Gewonnen van Cruijff, en dat kunnen er niet zo veel zeg gen, maar wel verloren van Ajax. Dat kan de beste overko men, maar toch, het zit me niet lekker dat de rechter van de week oordeelde dat er niet meer dan 3000 exemplaren van mijn Cruijff-boek mogen worden ver kocht. Ik zou te veel foto's heb ben gebruikt die de supporters vereniging van Ajax toebehoren. Guus de Jong, die in de jaren zestig, zeventigen tachtig de 126 foto's schoot die ik heb opgeno men in Johan Cruijff de Aja- cied', heeft zijn copyright aan de supportersvereniging verkivan- seld, vindt de recliter. Kwestie van interpreteren. Inderdaad heeft De Jong ooit een deal met die fanclub gesloten en een soort schuldbekentenis ondertekend, maar de rechter had dat papier tje wel eens tegen het licht mo gen houden, vind ik. Volgens mij hebben die boeven van Ajax de fotograaf zijn rechten afge- ld v.l.n.r: Wil van der Maden, Peter de Bruyn (trainer), Wim Failaux (teambegeleider) Aad Pleij, Pieter Corver, Kees Kloots, Eric-Jan Berendsen (aanvoerder), 'toemans, Wil Rijsdam, Jan Dreef, Dick Altink en Henk Goddijn (oprichter). Geknield v.l.n.r: Barry van Dooren, Richard Huisman, Albert Huisman, Gideon van Cees Ahsmann, Hans Görtz en Jan de Mul. Foto: Archief DIOK im< (lev stnjjtitel werd behaald in een nder hectische wedstrijd 1 de Delftse studenten. Het ebruari en dus koud. We en bouwzeilen en vier ttekanonnen gehuurd bij 'ouwmarkt om het veld be- baar te krijgen." dat nergens anders werd li etbald of gerugbyd kwam el publiek van verenigin- ils UVS, Lugdunum en We speelden toen nog in Meerpolder, op het oude [i van voetbalclub Docos. 0 drie jaar later is DIOK naar DIOK werd in 1981 voor het eerst kampioen van Nederland. Een unieke prestatie voor de toen nog kleine en relatief onbekende rugbyclub die pas negen jaar later weer werd herhaald. Ab Huisman, 46 jaar en su pervisor bij de Amerikaanse firma Moleculair Probes in Leiden, maakte deel uit van dat vijftiental. het huidige complex in de Mors verhuisd." „Tijdens de wedstrijd viel aan voerder Eric-Jan Berendsen ge blesseerd uit en wisselen mocht toen nog niet. Uiteindelijk won nen we met 24-13. De club be stond net tien jaar. Dat gaf het kampioenschap een extra tint je. We waren de enige burger- vereniging die de titel bij Mi nerva aan de Breestraat mocht vieren. Ik ben niet de enige die nog dronken wordt als ik daar aan terugdenk." „Het bijzondere aan het team was de mix tussen jong en oud; tussen ervaring en een gebrek daaraan. Berendsen en Van der Bom rugbyden nog niet zo lang, De Mul en Pleij waren nog erg jong, terwijl Rijsdam, Koe mans en Dreef de oudjes wer den genoemd." „In de voorafgaande seizoenen werden we klaargestoomd door de Franse coach William Melet die via zijn werk voor Estec bij DIOK terechtkwam. De van HRC afkomstige wereldtrainer Peter de Bruyn maakte het af. Het seizoen na het kampioen schap werden we tweede. Daar na stapte De Bruyn op en stop te een groot deel van het toen malige team. Ik werd door een knieblessure gedwongen om la ger te gaan spelen." „Een reünie hebben we niet nodig. De meeste spelers zijn echte Leidenaars die ik nog ge regeld bij de club ontmoet. Dat is anders voor het team dat la ter tien keer op rij kampioen van Nederland werd. Daar za ten heel wat importjongens bij. Ik kan me voorstellen dat zij over vijftien jaar elkaar weer eens willen zien." Het ging ongeveer zo. Begin 1998 verkoopt De Jong voor ruim anderhalve ton (in gul dens) bijna 3000 kleurenfoto's van Ajacieden aan de suppor tersvereniging. Zo'n vijftig piek per foto dus. Niet bepaald de hoofdprijs als je het mij vraagt. Een halfjaar later komt de ko per op de deal terug. Hij wil de rechten van het hele Ajax-oeu- vre van de fotograaf. Die zet zijn handtekening op een A4-tje met een in mijn ogen vage verkla ring in nogal krom Nederlands. De Jong doet afstand van alle 'kleurendiamateriaal', inclusief de 'zwervende' foto's, die hij 'over een periode van ongeveer 25 jaar' heeft gemaakt. Welke 25 jaar staat er niet bij. Guus is in 1955 begonnen met fotograferen en had er in 1998 dus 43 jaar opzitten. Hoe dan ook, in een kwart eeuw legt een bezig baasje als De Jong tienduizenden beel den vasten de rechten daarvan zijn een veelvoud waard van die 70.000 eurootjes die de suppor tersvereniging van Ajax heeft ge dokt. De grote vraag is natuurlijk waarom Guus zo stom is ge weest om maanden na de deal nog zijn rechten de deur uit te doen. Omdat hij van het gezeik De Jong voelde zich onder druk gezet door de opperhoofdjes van de roversbende af wilde zijn, vertelde hij me. De Jong voelde zich onder druk ge zet door de opperhoofdjes van de roversbende en gaf ze uitein delijk de krabbel waar ze op uit waren. Guus ging er van uit dat hij afstand deed van de rechten van de foto's die hij aan de sup portersvereniging had verkocht plus de rechten van zijn Ajax- foto's die in andere archieven waren verdwenen. Wat hij nog thuis had liggen, zou van hem blijven. Dacht hij. Maar de rechter oordeelde an ders. Die ziet in het A4-tje een eigendombewijs van de suppor tersvereniging. Toen de advoca ten van Cruijff en Ajax vorige week in kort geding om een ver bod op mijn boek vroegen, zei de rechter het jammer te vinden dat De Jong niet van de partij was. Maar Guus was helemaal niet gedaagd. Mijn uitgever, Ti- rion uit Baarn, stond in het be klaagdenbankje. Die heeft nu te horen gekregen dat er geen nieuwe boeken in de handel mogen komen. Het moet blijven bij de 3000 boeken die vorige week al in de winkels lagen. Ik vind het een merkwaardige uit spraak. Maar ja, ik heb nu een maal meer verstand van voetbal dan van juridische aangelegen heden. Dat geldt trouwens ook voor Jo han Cruijff. Die dacht de uitga ve te verijdelen van een fotoboek dat niet zijn zegen had gekre gen. Maar van inbreuk op Cruijffs portretrecht wilde de rechter niets weten. Een over winning voor mijn uitgever en vooralle andere uitgevers van kranten, bladen en boeken, dunkt me. Stel dat de rechter met Cruijff mee was gegaan. Dan zou iedere beroemdheid zich op zijn portretrecht kunnen beroepen zodra er ergens oude foto's van hem opduiken. Afijn, ik ga de geschiedenis in als de samensteller van het half verboden Cndjff-boek. Dat zal nu wel een collectoritem wor den. Het is in elk geval een fraai boek, al beweert Johan Derksen van Voetbal International het tegendeel. VI maakte van de week korte metten met 'Johan Cruijff de Ajacied'. Ik had niet anders verwacht, want hoofdre dacteur Derksen is één van Cruijffs journalistieke schoot honden. Zo'n vernietigende re censie kan ik best hebben, maar één ding pik ik nieQDe aantij ging dat Guus de jong mij het boek heeft laten maken om over de rug van Cruijff en diens lief dadigheidsinstelling grof geld te kunnen verdienen. Gelul. Derk sen, die zich helemaal scheel schnabbelt in ouwehoerpro- gramma's op televisie helemaal, zal het zich niet kunnen voor stellen, maar aan dit boek heb ben De Jong en ik voor ons ple zier gewerkt. We verdienen er geen cent aan. Ik herhaal: geen cent. Ik heb er zelfs vrije dagen voor opgenomen. Het was pure liefhebberij en dat is iets waar van die verzakelijkte bood schappenjongen van Johan Cruijff geen benul heeft. Jaap Visser Reageren? sportredactie.ld@hdc.nl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 23