Het weer als groeimarkt Pas op voor foute mannen! Commerciële bureaus gaan zonnige toekomst tegemoet Veel vrouwen lijden onder hun relatie Al jaren komt het weer in Nederland niet meer van de overheid. Commerciële weerbureaus kopen gegevens van de overheid en verkopen voorspellingen aan publiek en bedrijfsleven. In de toekomst zal die informatie steeds specifieker worden. „Wij vertellen Heineken niet meer dat het 28 graden wordt, maar hoeveel hectoliter bier ze zullen afzetten." door Rob Vermeulen Foto: GPD/Martin Kers Eh n dan nu de weersver- wachting, verzorgd door UKÊ het KNMI in De Bilt'. Tienduizenden keren moeten deze woorden in het verleden over de ra dio hebben geklonken. Zoals veel van zulke radioclichés was het wel beschouwd een zinloze zin: wie an ders dan het KNMI in De Bilt zou de weersverwachting kunnen verzor gen? Wie anders, dat weten we in middels. Al sinds jaren is het weer in Nederland niet meer vanzelfspre kend van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, zoals dat in 1854 was opgericht door prof. C.H.D. Buys Ballot. Eind 1997 begon het overheidsagentschap met het af stoten van commerciële activiteiten en in 1998 werden die definitief on dergebracht bij BV Weerbureau HWS (Holland Weer Services) in Soest. Tegelijk kwam er een Wet op het KNMI, ter vervanging van het Koninklijk Besluit waarop tot dan toe de Nederlandse weersvoorspel ling was gestoeld. Voor het KNMI bleven de niet-commerciële taken over: fungeren als nationaal kennis instituut, het doen van wetenschap pelijk onderzoek en het verzamelen van gegevens. Met voor de zekerheid nog een paar kritieke taken op het gebied van de veiligheid: waarschu wingen voor gevaarlijk weer, en het verzorgen van de weerberichtgeving voor de luchtvaart. Maar 1998 was niet de start van het commerciële weer in ons land. Die had al jaren eerder plaatsgehad, in 1986, met de oprichting van het eer ste weerbedrijf. Meteo Consult was een initiatief van de meteoroloog Harry Often, destijds werkzaam bij het KNMI, bekend als televisie-weer man en tot op de dag van vandaag directeur van het Wageningse be drijf. Ver voordat de privatiserings- gedachten bij de overheid postvat ten, zag hij al de commerciële moge lijkheden van het weer. Reders, leve ranciers van brandstoffen, de bouw sector: overal in het land waren 'ge bruikers' voor wie een toegespitste weersverwachting in geldwaarde was uit te drukken. Keetje ,,De eerste gedachten aan een weer bedrijf bracht ik mee uit de Verenig de Staten", vertelt Otten in het smet teloze bedrijfsgebouw vlakbij de plek waar hij ooit met Meteo Consult be gon. Een maquette van het schamele keetje uit de beginjaren prijkt in zijn vensterbank. ,,In dat hok hebben we die eerste, zware jaren doorgebracht. Het was een goed idee, maar makke lijk ging het zeker niet", zegt hij. „Klanten hadden we wel. Het pro bleem was aan de gegevehs te ko men, de meteorologische data. Bij het verzamelen daarvan kom je niet om de overheden heen en dat moet je ook niet willen, want het is een grootschalig en grensoverschrijdend proces. Maar die gegevens werden, en worden in zekere mate nog steeds, door de overheid sterk be schermd." In de VS had hij dat wel anders ge zien. „Daar worden die gegevens ook door de overheid verzameld, maar dan worden ze tegen minimale kosten verstrekt aan wie ze hebben wil. In Europa is er nog altijd het uit gangspunt dat de gegevens van de overheid zijn en blijven, er moet dik voor worden betaald. Dat scheelt nogal wat in hoe de markt zich ont wikkelt: in Amerika gaat er tien keer zoveel om in de weerbusiness als in Europa, met een vergelijkbare hoe veelheid inwoners." In de eerste jaren hadden Otten en zijn mensen al meteen veel te maken met een onwennige en moeizaam meewerkende overheid. Het ging niet alleen om die kostbare weerge gevens, ook over wat Meteo Consult daarmee wel en niet kon doen. „Er was van alles dat niet mocht. Geen teletekst, geen 06-nummers, geen publieke omroep. Zelfs weersvoor spellingen leveren aan de offshore industrie gaf problemen omdat de Mijnwet zich daar tegen zou verzet ten. Al die beperkingen zijn geleide lijk afgepeld, maar het is een hele strijd geweest. De werkgroep-Cohen en minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat hebben daar een voor ons belangrijke rol in gespeeld." Hetzelfde besluit om het KNMI te 'zuiveren' van commerciële activitei ten lag ten grondslag aan HWS, dat zich in 1998 van het instituut af splitste met medeneming van 32 personeelsleden én van de klanten. Daarbij waren de NOS en De Tele graaf als grootste media en Shell en de NAM als industriële afnemers. Ook Rijkswaterstaat en andere weg- beheerders gingen met HWS mee voor de gladheidsbestrijding, en 0900-8003 als directe lijn met het publiek. In dat klantenbestand hebben zich sindsdien heel wat veranderingen voorgedaan. „We zijn zeker ge groeid", aldus algemeen directeur Jan Dekker. „Er zijn lokale en regio nale omroepen bijgekomen, daar zit veel beweging in. Verder hebben we heel wat aan productontwikkeling gedaan, vooral weersverwachtingen op maat, voor de bouw bijvoorbeeld. En voor energiebedrijven, die in de zelfde periode ook los kwamen van de overheid. Voor hen is het steeds belangrijker geworden om inkoop en productie nauwkeurig te kunnen voorspellen." Aanvankelijk waren de aandelen van HWS in handen van de overheid, maar inmiddels is het bedrijf geheel geprivatiseerd en eigendom van het Japanse Weathernews Inc. (WNI), het grootste weerbedrijf ter wereld. Dat heeft vestigingen in alle wereld delen en is bij ons in de buurt verder vertegenwoordigd in België, Duits land en Groot-Brittannië. Het me diabedrijf Reuters en de internet- multinational Yahoo zijn er mede eigenaren van. De bronnen van het weer zijn voor de commerciële weerbedrijven gro tendeels dezelfde. „Je hebt twee din gen nodig: waarnemingen en mo dellen", zegt Dekker. „Als het om waarnemingen gaat, kom je altijd bij de nationale meteorologische insti tuten terecht die over de hele wereld samenwerken om gegevens te verza melen. Keuze heb je wel in het ge bruik van modellen, zeg maar de weercomputers die met de waame- mingsgegevens aan de slag gaan om daar een voorspelling uit te bereke nen. Voor modellen kun je op ver schillende plekken terecht, meestal in de Verenigde Staten. Daar zijn ze gewoon goedkoper, omdat men re deneert dat ze al met belastinggeld zijn betaald en dat er dus niet nog een keer op verdiend hoeft te wor den." In Europa wordt die redenering niet gevolgd, en dat is waar voor zowel Dekker als voor zijn Meteo Consult collega Otten de pijn zit. „De natio nale instituten worden hier be schermd", legt de HWS-directeur uit. Met het KNMI valt het nog wel mee, maar op Europese schaal is het van de gekke: er wordt overal veel belastinggeld gestopt in modellen, die vervolgens niemand gebruikt. En om daar iets aan te veranderen, zal er ook op Europees niveau iets moe ten gebeuren. Zodra het alleen maar in één of twee landen verandert, kunnen HWS en Meteo Consult er wel mee ophouden." Beide weerdirecteuren zijn het er over eens dat het Nederlandse weer- instituut in deze situatie de slechtste nog niet is. Dekker: „Het KNMI pro beert goed mee te denken". Ook in de visie van Harry Otten heeft het KNMI blijvend bestaansrecht. „Het KNMI moet er absoluut zijn. Als in stituut dat staat voor de meteorolo gische infrastructuur, het meteoro logisch onderzoek, de internationale contacten. Daar moeten wij als Ne derlanders bereid zijn en blijven geld in te stoppen. In hoeyerre het KNMI daarnaast een operationele taak en een grote weerkamer moet hebben, kan best nog eens kritisch worden bezien." Meetauto Weer verkopen heeft Meteo Consult intussen geen windeieren gelegd. „Ik heb er nooit rijk van willen worden", zegt Otten, maar wel heeft hij inmid dels een bedrijf met 130 werknemers en belangen in Duitsland, België, Spanje, Zweden en sinds kort ook de Verenigde Staten. Waren het in het begin vooral de opkomende com merciële omroepen waar Meteo Consult zijn weer aan kwijt kon, hoe langer hoe meer van de omzet komt nu uit de 'professionele sector': be drijven die specifieke weersvoorspel lingen nodig hebben voor hun acti viteiten. „In die sector hebben we veel pro ductontwikkeling gedaan en daar zijn we nog steeds mee bezig", aldus Harry Otten. „Dat gaat van een eigen meetauto voor gladheidsverwachtin gen tot een compleet scheepvaart- routeringssysteem, SPOS, dat we sa men met Shell ontwikkeld hebben. Dat houdt rekening met stroming, wind en golven en daarnaast met al le eigenschappen van het schip. Op die manier kun je aan boord heel nauwkeurig uitrekenen wat de opti male route van een schip over de oceaan is. Maersk, een van de groot ste rederijen ter wereld, rust inmid dels al z'n schepen ermee uit." Ook HWS ziet de toekomst in pro ductontwikkeling om nieuwe mark ten aan te boren. Daarbij zal de klant steeds specifiekere dingen kunnen verwachten, waarbij de weersvoor spelling delen van het eigen proces in de voorspelling gaat meenemen. Jan Dekker: „Dan vertellen we Hei neken niet dat het de komende da gen 28 graden wordt, maar hoeveel hectoliter bier ze zullen afzetten. Een kwestie van logische stappen aan elkaar knopen. Ik denk dat daar onze toekomst ligt." De weerbureaus kunnen bovendien na februari 2005 profiteren van nieu we Europese regelgeving, waardoor actuele radarbeelden waarvoor nu nog betaald moet worden, in princi pe vrij beschikbaar zijn. Harry Otten: „Ik heb er nooit rijk van willen worden." Archieffoto: GPD/Hans de Bruijn Er zijn mannen met wie je als vrouw maar beter geen relatie kunt aangaan. Want ze zijn allesbehalve goede partners. Ze maken hun vrouw zielsongelukkig door bijvoorbeeld vreemd te gaan, haar te slaan, dagenlang te zwijgen of buitengewoon jaloers te zijn. Zelf neemt hij geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn gedrag. Psychologe Carolien Roodvoets: „Het zijn foute mannen, die onbewust bang zijn voor vrouwen." Ze schreef er een boek over. door Tanja Olyslager In haar praktijk krijgt Carolien Rood voets, psychologe, relatietherapeute en seksuologe, veel vrouwen over de vloer die lijden onder hun relatie. „Ze zijn ontzettend ongelukkig met hun man. Hun echtgenoot is meest al zeer onbetrouwbaar en niet in staat tot een wederkerige, respect en liefdevolle relatie." Foute man nen melden zich zelden uit zichzelf bij een therapeut, meent Roodvoets. „Maar hun vrouwen des te vaker." Om deze vrouwen een handje te hel pen heeft zij een boek geschreven dat sinds kort in de boekhandel ligt: 'Het monsterverbond' heet het, met als ondertitel 'De aantrekkingskracht van foute mannen'.Haar boek begint dan ook met de beschrijving van het minst foute type, de man met bin dingsproblemen. Roodvoets: „In fei te bestaat een relatie met dit soort kerels uit aantrekken en afstoten. De eerste drie maanden is hij vreselijk verliefd. Maar na drie maanden ver liest hij zijn interesse in die vrouw en is opeens verdwenen. Voorgoed of voor een tijdje. Het komt vaak voor dat zo'n man een paar weken later doodleuk weer bij zijn vriendin op de stoep staat met de mededeling dat hij met haar verder wil en dat hij een paar weken later opnieuw ver trekt." Bij sommige vrouwen zal een man met bindingsproblemen geen enkele kans maken, maar helaas zijn er ge noeg die telkens weer opnieuw met hem beginnen, in de hoop dat hij nu wel zal blijven. Maar dat doet hij vrijwel nooit. De jaloerse en bezitterige man lijkt het tegenovergestelde van een man met bindingsangst. „De hele dag is hij obsessief met zijn vrouw bezig. Hij wil precies weten wat ze de hele dag doet en wie ze spreekt. In eerste instantie voelt een relatie met een ja loerse man heel veilig aan. Hij lijkt overbezorgd omdat hij haar verschil lende keren per dag belt, haar naar haar werk brengt en weer ophaalt. Maar in werkelijkheid wil hij elke minuut van de dag controle over haar. Hij gaat al haar gangen na en wil het liefst ook bepalen wat ze wel en vooral wat ze niet moet doen. Hij claimt haar in gezelschap en zodra er een andere man bij haar in de buurt is, is hij er heel snel ook. Vaak is hij ook gewelddadig. O wee als zijn vrouw iets doet wat hij niet wil, dan is het hek van de dam. Het leven met een afstandelijke man valt ook bepaald niet mee. „Hij heeft weinig inlevingsgevoelens en èmo- ties. Zijn vrouw denkt vaak dat hij autistisch is of contactgestoord en soms is dat ook zo. Op zich zijn het geen beroerde kerels, ze hebben al leen niet zo veel met mensen. Ze vinden het wel prettig dat ze een vrouw hebben, maar dat had ook net zo goed een hond kunnen zijn. Want ze houden niet van praten en kunnen prima alleen zijn. Maar hun vrouw lijdt'eronder, vooral als hij da genlang zwijgt." Naast de afstandelijke man, be schrijft Carolien Roodvoets in het zelfde hoofdstuk de dwangmatige man. „Ze lijken wel op elkaar. Een dwangmatige man heeft ook weinig inlevingsvermogen en is niet flexibel. Dit type kan de hele buurt terrorise ren. Hij houdt bijvoorbeeld in de ga ten hoe de auto's in de straat gepar keerd staan en als dat niet naar zijn zin is, zegt hij er wat van. Hij spreekt schande over iedereen. Alles moet gaan zoals hij dat wil, ook thuis na tuurlijk. Zijn gezin haalt vaak opge lucht adem als hij naar zijn werk is." De partner van de seksueel perverse echtgenoot slaakt ook vaak een zucht van verlichting als hij de deur uit is. Deze man is in zijn hoofd voortdurend met seks bezig. Hij wil meerdere keren per dag met zijn vrouw vrijen en wil zij niet, dan dramt hij net zo lang door of neemt haar desnoods tegen haar zin. Wan neer je als vrouw zo'n oversekste man hebt, kun je flink last van hem hebben. Omdat deze man enorm dwingend kan zijn, geeft ze vaak toe aan zijn lusten. Met als resultaat dat ze ernstig getraumatiseerd wordt. Ze schaamt zich kapot, voelt zich meestal schuldig en durft haar ver haal aan niemand te vertellen." De gewelddadige man maakt waar schijnlijk nog de meeste slachtoffers. Over het algemeen heeft hij twee ge zichten. Hij is aardig en vriendelijk tot er iets onbenulligs voorvalt. Dan verandert hij plotseling in een ge vaarlijke en ontoerekeningsvatbare gek. Hij is woedend, schreeuwt en mishandelt zijn vrouwen en/of kin deren. Daarna komt hij weer tot be daren, maar negeert en ontkent wat er gebeurd is. Hij zegt dat zijn agres sie de schuld Van zijn vrouw is. Of hij troost haar liefdevol en heeft spijt. Daarna is hij weer een tijdje de liefste man die zij zich maar kan wensen. Tot het moment dat hij op nieuw ontploft van boosheid." Wie een relatie met een verslaafde man heeft, heeft hem nooit alleen. „Waar je ook gaat, zijn verslaving is er ook. En die verslaving, vaak aan drugs of alcohol, is zo'n obsessie voor hem dat hij die belangrijker vindt dan wat dan ook. Mannen die bijvoorbeeld structureel te veel drin ken, kunnen vaak niet meer normaal functioneren. Ze liggen een groot deel van de dag voor pampus op de bank en voeren verder niets meer uit." Aan de nareist en de psycho paat wijdt Carolien Roodvoets het laatste hoofdstuk over foute man nen. „De narcistische man is een ij- dele man, maar ook een praatjesma ker, een opschepper en een bluffer. De psychopaat is de meest foute man die er bestaat. Roodvoets: „Hij is de beroerdste partner die je kunt bedenken. Hij is een duivel in bon bonverpakking. Want vaak is hij een charmante, aantrekkelijke man om te zien, maar verder deugt hij voor geen meter. De psychopaat liegt en bedriegt en heeft geen centje mede lijden met zijn vrouw. Hij wil haar kapotmaken om van haar te profite ren en haar uit te buiten. Bij een psychopaat knaagt niets, hij voelt namelijk niets. Daarom zijn psy chopaten ook vaak verkrachters, moordenaars of zware criminelen zonder dat hun vrouw dat weet." Hoe slecht een man ook kan zijn, hij is zo gemaakt, meent Roodvoets. „Foute mannen worden niet fout ge boren, daar ben ik van overtuigd. Uit mijn werkervaring in tbs-klinieken en uit het werken met vrouwen die slechte relaties hadden, weet ik dat de meeste foute mannen een trau matische jeugd hebben gehad. In de eerste vijf jaar van hun leven is er iets behoorlijk mis gegaan. Ze wer den bijvoorbeeld verwaarloosd, mis handeld, seksueel misbruikt of had den geen goede moeder-zoonrelatie. De meeste foute mannen zijn daar door vooral bang. Bang voor hun vrouw, ook al zijn ze zich daarvan niet bewust. Ze zijn ervan overtuigd dat hun vrouw hen zal kwetsen en vernederen, hen zal domineren en zal verlaten. Daarom zullen ze er al les aan doen om de macht van hun vrouw te beperken." In plaats van gillend bij zo'n kerel weg te rennen blijven de meeste vrouwen trouw aan hun foute part ner. „Sterker nog zij zal alles doen en proberen om hem te veranderen. En om hem gelukkig te maken, in de hoop dat hij haar uiteindelijk ook gelukkig zal maken. Maar dat ge beurt niet. Een foute man kun je niet veranderen, want dat wil hij hele maal niet. Hij vindt dat er niets mis is met hem. Er is dan ook maar één remedie: pak je koffers en vertrek. Carolien Roodvoets, Het monsterver bond. De aantrekkingskracht van foute mannen. Meer informatie: www.carolienroodvoets.nl Carolien Roodvoets Foto GPD/Carlo ter Ellen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 4