Ik heb geen talent voor schaatsen'
SPORT s2
We komen nu
as op gang'
Het einde van de
rieten korfbalmand
Routinier Max Tjaden baalt van
mislukte fiitsal-missie Oranje
Belg rijdt 15.000 kilometer per*jaar
voor zaalvoetballers Leekster Eagles
alü
DSO - Roodenburg
Zondag 14.00 uur
zaterdag 8 november 2003
1 ddouri ziet z'n club langzaam groeien
a dje(
1 Bi y
me
dek
/an
idsre e
Loman Leef mans
:N - Het rijke Leidse stu-
enleven is aan hem niet
:ed. Hij volgt college en
daarna in het ouderlijk
in de boeken. Ter afwisse-
voetbalt hij, zo veel en zo
mógelijk; op straat, in de
en op het veld bij Rooden-
Aankomend jurist Bilal
f douri (19) is te jong om de
problemen waarmee zijn
kampte, bewust te hebben
ijemaakt. Voor hem is Roo-
>urg een fijne vereniging in
r. En met perspectief:
imotie is binnen een paar
mogelijk. Misschien kun-
we ons dit seizoen al aan.
ïiddenmoot onttrekken."
transitie van een Leidse
Kett((sclub naar een vereniging
Desch veel allochtonen, zorgde
emanerwege ^e jaren negentig
enorme commotie op
its tpark Noord. Het voortbe-
"e van Roodenburg stond op
"sfacht en het eerste elftal zak-
een forse leegloop van de
"Jfde naar de vierde klasse,
taal voor mijn tijd. Ik heb
>as op mijn 14de aange-
Daarvoor woonde ik met
familie in Harlingen. Het
dat bij Roodenburg nog
de oude tijd deed denken,
de samenstelling van het
te elftal. Dat bestond tot
seizoenen geleden bijna
in maar uit Hollandse jon-
terwijl in de jeugdteams
tnamelijk allochtonen zit-
Het gaf geen representatief
d van de vereniging en het
moest wel veranderen."
Rechtshalf Baddouri was de
pionier, inmiddels maken 'vier
spelers van Turkse of Marok
kaanse afkomst deel uit van de
hoofdmacht. „Bij de A-junioren
loopt een aantal talenten dat
zeker zal doorstromen. De sa
menstelling van het eerste elftal
gaat vanzelf veranderen, op na
tuurlijke wijze."
Baddouri heeft vier zussen en
drie broers en hij woont in de
Merenwijk. Daar voetbalde hij
vrijwel dagelijks op de pleintjes
en veldjes tussen de Horsten.
„Mijn generatie doet dat nog.
Toch zie je steeds minder kin
deren op straat voetballen.
Daar heb ik geen verklaring
voor. Er wordt binnenkort een
voetbalkooi in de buurt neerge
zet, misschien dat er dan weer
meer wordt gespeeld. Ik kan me
geen leven zonder voetbal in
denken. Ook als ik ben afgestu
deerd, in 2006, blijf ik het zo
veel mogelijk doen. Er is vol
doende werk voor mensen die
mijn studie hebben afgerond,
dus het moet mogelijk zijn een
baan in Leiden te vinden. Dan
kan ik bij Roodenburg blijven,
hoewel ik niet zeker weet dat ik
altijd bij die club blijf. Mis
schien wil ik het een keer ho
gerop proberen."
De studieresultaten van de aan
komend meester in de rechten
zijn voldoende, toch maakt zijn
vader zich zorgen. „Twee keer
trainen, een wedstrijdje op zon
dag en daarnaast nog zaalvoet
bal bij Zwarte Wolf. Hij heeft
liever dat ik in ieder geval met
dat laatste stop, maar ik kan het
Bilal Baddouri: „Roodenburg had promotie als doel, maar dat hebben we na een paar wedstrijden moe
ten bijstellen." Foto: Taco van der Eb
niet laten hoewel ik veldvoetbal
net iets leuker vind. Veel straat
voetballers geven aan zaalvoet
bal de voorkeur, en dan lekker
panna spelen. (De bal bij een
tegenstander tussen door de
benen spelen, red.). Zo ben ik
niet, ik win liever dan dat ik ie
mand een panna geef."
Momenteel is het Ramadan en
Baddouri houdt zich daar strikt
pan. Het vasten tussen zonsop-
en zonsondergang heeft vol
gens hem geen enkele invloed
op concentratie of fysieke
kracht bij studie en sport. „In
Nederland zijn de dagen mo
menteel kort. Met een stevig
ontbijt is het prima uit te hou
den. Bij een wedstrijd ben ik
hooguit de eerste vijf minuten
wat slapjes. Daarna voel ik me
net als altijd."
De 3-1 winst op Leidsche Boys
en een partij tegen hekkenslui
ter DSO in het vooruitzicht,
worden bij de Kooiclub gezien
als de start van een opmars
naar de top van de vierde klas
se. „Roodenburg had promotie
als doel, maar dat hebben we
na éen paar wedstrijden moe
ten bijstellen. Het team is nog
jong, we komen nu pas echt op
gang. Er is geep club die er in
onze klasse echt bovenuit
steekt zoals Lugdunum dat vo
rig jaar deed. We zijn erg onge
lukkig geweest in de afronding.
Als spits Faisal Bounif zijn draai
gaat vinden, dan kunnen we
nog best hoog eindigen."
door Niels Lange
rotterdam/gpd - Dat het Ne
derlands zaalvoetbalteam niet
meedoet aan het WK in China
is een domper van jewelste. In
ternational Max Tjaden, routi
nier van Oranje dat de afgelo
pen week in Litouwen faalde,
baalt stevig. „Plaatsing voor een
toernooi is verschrikkelijk be
langrijk voor de ontwikkeling
van de sport," oordeelt de Ha
genaar.
„Het liep gewoon niet tijdens
het kwalificatietoernooi," con
cludeert Tjaden. „De eerste
wedstrijd tegen Litouwen speel
den we gelijk met 5-5. Ik was
een beetje de schlemiel van de
wedstrijd. We stonden met 5-4
voor toen een raar schot van
een Litouwer via mijn scheen
been over onze keeper in het
doel dwarrelde." Een duidelijke
penalty werd in de eindfase niet
aan Nederland toegekend:
„Waarschijnlijk was de druk
voor de scheidsrechters te
groot. Litouwen speelde thuis
en de zaal was een ware hek
senketel."
Na een ontluisterende neder
laag (1-4) tegen Wit-Rusland
konden de Nederlanders plaat
sing voor de play-offs op hun
buik schrijven. Tjaden: „Wit-
Rusland heeft zich de laatste ja
ren enorm ontwikkeld. Dat is
het verschil met ons, wij zijn
drie jaar geleden helemaal op
nieuw begonnen." De KNVB
trok drie jaar geleden een nieu
we lijn bij het zaalvoetbal. Spe
lers die voor het Nederlands
team willen uitkomen mogen
niet meer actief zijn in het veld
voetbal. Hierdoor heeft in korte
tijd een aantal spelers afgehaakt
en hebben anderen hun plaats
ingenomen.
„Zo'n plotselinge verandering
gaat niet zonder horten of sto
ten," zegt Tjaden. „Bondscoach
Vic Hermans heeft gezegd: 2007
en 2008 worden de eerste jaren
dat wij van het nieuwe beleid
gaan oogsten." Nummer 1 op
de Europese futsal-ranking,
Spanje, heeft in 1990 eenzelfde
reorganisatie toegepast. „Toen
was het nog een subtopper.
Tien jaar later werd het land
wereldkampioen. De KNVB
heeft zich aan dit plan gespie-
geld."
Max Tjaden mist in de ontwik
keling van futsal de stimulering
van jeugdelftallen op clubni
veau. „Voetballers moeten op
jonge leeftijd naar het zaalvoet
bal worden getrokken. Nu blij
ven ze vaak tot hun zeventiende
op het veld hangen. Dat is jam
mer, want sommige spelers zijn
gewoon meer geschikt voor
zaalvoetbal. Ikzelf ben fysiek
niet zo sterk en moet het heb
ben van het korte werk. Op het
veld kon ik mijn kwaliteiten niet
goed benutten."
Voor Tjaden zelf begint de tijd
als speler te dringen. „Ik heb in
2000 al een WK gespeeld in
Guatemala. Het EK in Moskou
in 2001 heb ik moeten missen
en nu ga ik dus ook niet naar
het WK in China. Het EK van
2005 in Tsjechië wordt mijn
laatste kans, denk ik."
leek/gpd - De zaalvoetballers
van Leekster Eagles hebben een
fan uit België. Hugo Cassimon
(49) uit Antwerpen bezoekt alle
thuis- én uitwedstrijden van de
zaalvoetballers uit het vlakbij
Groningen gelegen Leek.
Volgens Cassimon is zijn aan
wezigheid in Leek eenvoudig
uit te leggen: „Awel, het is hier
genoeglijk toeven, hè." De Bel
gische handelaar in tafelkleden,
inmiddels ook lid van de busi
nessclub van de Eagles, kwam
twee seizoenen terug met de
Leeksters in aanraking. Zijn
toenmalige, inmiddels ter ziele
gegane club Promocon trad om
de Benelux-Cup aan tegen de
Eagles en verloor. „Het klikte
meteen tussen mij en het be
stuur van Leekster Eagles. Het
zijn mensen die eenvoudig,
recht voor zijn raap zijn. Prima
lui."
Werkelijk elke wedstrijd van
Leekster Eagles is Cassimon
aanwezig, uit én thuis. En de
Antwerpenaar gaat ver in zijn
steun. Bij de een na laatste uit
wedstrijd die de Eagles speel
den in Tilburg maakte Cassi
mon het zelfs zo bont om eerst
vanuit Antwerpen naar Leek te
rijden, vervolgens in de spelers
bus mee te gaan naar Tilburg
en midden in de nacht, weer
aangekomen in Leek, met de
auto terug naar Vlaanderen te
rijden.
Maar zo gek maakt hij het niet
altijd. Cassimon is inmiddels
vaste klant bij hotel Onder de
Linden in Roden, beter bekend
als 'Piet en Griet'. Hij heeft er
zijn vaste kamer. Meestal is hij
alleen: „Mijn vrouw Nadine
haat voetbal."
Cassimon schat op jaarbasis
zo'n 15.000 kilometer te rijden
om 'zijn' Leekster Eagles aan te
moedigen. „Maar je moet wat
overhebben voor je liefde, niet
waar?"
1bine van der Wiel debuteert in landelijk marathonpeloton
:n n
te p r Peter van der Hulst
doo
en - Sabine van der Wiel
fis Tikte haar eerste slagen op
js op zogeheten 'easy g"
de plastic variant van de
rverfeheten Friese doorlopers.
jaar later had de Leidse het
niet onder de knie. Haar be
stonden helemaal naar bui-
De trainer gaf haar moeder
Ivies om Sabine te laten
n. Hij vergiste zich in het
kter van zijn pupil. Ze had er
Ier in. Dankzij haar doorzet-
svermogen en discipline
kte de inmiddels 19-jarige
se enkele weken geleden bij
rouwen haar debuut in het
Jelijke marathonpeloton. Op-
)ekelijk, want, zegt ze zelf: „Ik
geen talent voor schaatsen."
me Ine!
een markant feitje. Van der
is pas aan haar tweede sei-
1 als marathonschaatsster
g. Haar startbewijs kreeg ze
jaar daarvoor al, maar een
iekkige enkelblessure
een eerder optreden in
reg. „De regels binnen mijn
IJsvereniging Leiden, zijn
pjlat je een keer per week in
len moet trainen. Ik was te
voor die baan en vloog uit
vo$)OCtit- klapte tegen de
:ding waarna mijn schaats
de binnenkant in mijn
terenkel schoot. In het zie-
3 jejiuis zei ik nog: 'Let er nou
jj[jj|want ik schaats'. Ze hebben
jjgj rond gewoon dichtgemaakt,
r vormde zich door een
urtje in een pees litteken-
'sel. Ik heb wel aan wed-
len meegedaan, maar kon
-ivaak niet langer dan drie
twöjes volhouden, dan klapte
por mijn enkel." Doordat ze
1 p gekwetste gewricht ging
kreeg ze ook nog last
haar linkerknie. Een nieu-
doetchoen bracht uitkomst. „Ik
nu zo'n skeelerschoen van
on. Ik kan die naar mijn
vormen en hij sluit tot bo
de enkel."
der Wiel paste zich snel
:rdec haar nieuwe materiaal aan.
n), lar eerste marathonseizoen
eide ze zich vorig jaar met-
C(H in de top van de gewestelij-
dywjdsters. Het klassement om
'eter van Vliet Cup voerde
elfs lange tijd aan. De titel
aan haar neus voorbij, om-
Van der Wiel enkele wed-
(Ev<ien miste door een val. „Ik
I onderuit gehaald, waar-
i ik een lichte hersenschud-
(Brat opliep. Ik weet het niet ze-
b maar ik denk dat het met
it gebeurde. Een rijdster zat
ts van me in de bocht en
ne een tik."
Sabine van der Wiel: „Mijn doel is om de toptien van Nederland te halen." Foto: Henk Bouwman
Haar eindnotering in de gewes
telijke marathons was voldoen
de om de stap naar het lande
lijk peloton te mogen maken.
Een harde leerschool, maar Van
der Wiel was er op voorbereid.
„Laten we het alleen maar niet
hebben over de openingswed
strijd in Alkmaar. Dat was
schrikken. Het ging heel hard
en na tien rondjes lag ik eraf.
Iedereen heeft me al voor dit
eerste jaar bij de landelijke rijd
sters gewaarschuwd. Dan gaat
het slecht en dan weer goed."
Dat bleek al in de wedstrijd er
op. „Amsterdam heeft een bui
tenbaan. Het ijs is daar wat rot
ter. Ik heb niet zo'n heel goede
techniek en .daar ging het beter
dan op een binnenbaan. Ik
hield het tempo bij. Door een
valpartij kon ik zelfs doorschui
ven. Met een 21ste plek viel ik
net buiten de punten. Dit sei
zoen was mijn doel om mini
maal een wedstrijd uit te rijden
en als je dan al meteen voor
een klassering kunt gaan, ben ik
heel tevreden."
Van der Wiel beseft dat haar tijd
nog moet komen. Gretha Smit
en Jenita Huizebosch zijn een
aantal jaren ouder en zitten nu
in hun beste periode. „Ik ga
hier zeker nog wel even mee
door. Stoppen is nog nooit in
mijn gedachten opgekomen. Ik
heb altijd veel zin in trainingen
en wedstrijden. Op de lange-
baan was dat nog wel eens an
ders, maar marathons vind ik
leuk. Het spelletje is veel aan
lokkelijker. Je rijdt niet voor de
tijden, maar tegen elkaar. Op de
langebaan was ik bovendien
niet zo snel."
„Mijn doel is om de toptien van
Nederland te halen. Ik weet niet
of dat lukt. Ik zal hard moeten
trainen en aan mijn techniek
moeten werken." Aan haar
doorzettingsvermogen ligt het
niet Bij haar club IJVL keek ze
altijd met een schuin oog naar
de selectietrainingen. Ze zocht
daarvoor speciaal op zondag
om acht uur in de ochtend de
ijsbaan op, maar gevraagd werd
ze nooit. „En ik wilde dat zo
graag." Pas na een verzoek van
haar moeder kreeg ze een uit
nodiging voor de selectie. „Er
zijn mensen die het veel mak
kelijker afgaat, die leren sneller
goed schaatsen. Ik heb niets
meegekregen, moet het hebben
van mijn karakter. Nog steeds is
mijn techniek niet om over
naar huis te schrijven."
Haar ijzeren wil komt Van der
Wiel in het landelijk peloton
goed van pas. De student re
dactionele vormgeving aan de
School voor de Journalistiek -
'Ik maak de opleiding af, maar
ga daarna wat anders doen om
dat ik niet alleen maar achter
de computer wil zitten' - moet
haar eigen boontjes doppen.
„Ik doe het alleen, terwijl het
leuker is om voor een ploeg te
rijden. Je hebt dan trainings
maatjes en alles wordt ook voor
je geregeld." Voordeel is wel dat
ze voor haar eigen kansen kan
gaan en zich niet hoeft op te of
feren voor een kopvrouw. De
Leidse relativeert dat. „Ik rijd
achteraan, ik zou me niet eens
kunnen opofferen. Ik vraag me
ook af of de kleine ploegen nou
zo'n tactiek hebben."
Van der Wiel tast over haar mo
gelijkheden op natuurijs in het
duister. „Ik maakte vroeger veel
tochten met mijn vader, maar
hoe het nu is weet ik niet. Ik
denk dat ik op natuurijs wel be
ter tot mijn recht kom. Mijn
rechte einden zijn beter dan
mijn bochten."
Komt er dit jaar geen strenge
winter in Nederland dan moet
ze een seizoen wachten voordat
ze de proef op de som kan ne
men. Van der Wiel besefte pas
laat dat ze startgerechtigd is
voor de marathons op de
Weissensee en in Kuopio. De
jaarlijkse trip met de club naar
Inzeil was toen al geboekt.
Rond de jaarwisseling wordt
daar een trainingsstage belegd.
„Ik mis dan wel een paar mara
thons en het NK op de baan,
maar ik ging er toch niet vanuit
dat ik daar voor een goede posi
tie kan gaan."
door Jaap van Essen
schundel - Het rieten korfbal
mandje verdwijnt. Na exact
honderd jaar trouwe dienst
wordt hèt symbool van de enige
echte oer-Hollandse teamsport
vervangen door een mand van
kunststof.
De nieuwlichters krijgen hun
zin. Alles wijst er op dat de in
ternationale korfbalfederatie
een dezer dagen, tijdens het
WK dat nu plaatsvindt, besluit
dat er voortaan met een kunst
stof mand gespeeld gaat wor
den. Het markeert het einde
van een tijdperk. Korfbal be
staat precies honderd jaar en
altijd werd de bal door een rie
ten mandje gemikt.
Volgens de overlevering vindt
de korfbalmand zijn oorsprong
in de aardappelmand, waar de
bodem onderuit werd gezaagd.
Dat de oervaders en -moeders
voor een rieten mand kozen is
niet zo vreemd. Honderd jaar
geleden was riet een heel gang
baar en vooral goedkoop mate
riaal in Nederland. Werkelijk ie
der dorp of gehucht had wel
een mandenmaker, die tal van
gebruiksvoorwerpen maakte
van het overal voorkomende
materiaal, wilgentenen.
Hoe anders is dat nu. Rietvlech-
ters zijn nauwelijks meer te vin
den. Professionele mandenma
kers zijn helemaal op de vinger
van één hand te tellen. Juist het
voorbije weekeinde, tijdens het
WK korfbal dat in Nederland
wordt gespeeld, overleed de al
lerlaatste Nederlandse profes
sionele maker van korfbalman
den, Harrie van den Brand uit
Sint Oedenrode.
De enige die nu nog korfbal
manden van wilgentenen
maakt is Ton Kooijmans uit
Schijndel. De Brabander is van
professie vrachtwagenchauf
feur, maar vlecht uit pure lief
hebberij. Vaak hielp hij Van den
Brand een handje wanneer die
het druk had.
Kooijmans heeft in de regel een
half uurtje nodig om een korf
balmandje te vlechten dat aan
de specificaties voldoet die de
Nederlandse korfbalbond stelt:
een doorsnede van 39,41 centi
meter en een hoogte van 25
centimeter. De voorbereiding
op het vlechten kost overigens
meer tijd. De eenjarige wilgen
tenen worden in het najaar ge
oogst. Daarna worden ze ge
kookt zodat ze geschild kunnen
worden. Dan worden de tenen
geweekt in water waardoor ze
soepel worden, waarna het
vlechten pas kan beginnen.
Nederlandse korfbalmandjes
zijn al tijden op hun retour.
Sinds een jaar of twintig name
lijk wordt het merendeel van de
korfbalmanden geïmporteerd
uit Indonesië. Daar worden
speciaal voor die echte Hol
landse teamsport manden van
rotan gevlochten. Dat materiaal
is fijner, waardoor de manden
fraaier ogen en bovendien is ro
tan beter bestand tegen de
weersomstandigheden. De Azi
atische manden worden stee
vast voor de wedstrijden ge
bruikt, de Nederlandse manden
van wilgentenen zijn vooral in
zwang als oefenmand.
Maar ook de Indonesische
manden kunnen niet op tegen
de nieuwe kunststofmand. Die
is helemaal niet onderhevig aan
slijtage en is bovendien altijd
en overal precies hetzelfde. Rie
ten manden zijn dat niet. Ze
krimpen en zetten uit en bo
vendien, niet één handgevloch-
ten mand is precies gelijk aan
een andere.
De Indonesische korfbalman-
denvlechters zullen dus andere
producten moeten gaan ma
ken. Ton Kooijmans hééft al
een andere uitdaging: hij houdt
zich nu bezig met het vlechten
van rieten palingfuiken, zoals
ze honderden jaren geleden al
in Nederland werden gemaakt.
Ton Kooijmans fabriceert een rieten korfbalmand. Foto: GPD