Schamper wacht niet meer op Goeie Mu
REGIO
'Als hier iets gestolen consres in den Haas
Leidse zoekt haar heil in schilderen en tekenen
Een oudejaarsfeest voor raddraaiers?
Keihard aanpakken is een beter idee
Martin de Louw gaf géén elleboogstoot
Soms moet je
accepteren dat
iemand sterft
Zakkenrollers
NAVRAAG
Musea die hun veiligheidsbeleid goed op orde hebben, moeten een
beloning krijgen, zei staatssecretaris Medy van der Laan (cultuur) gis
terochtend tijdens een
j 7 j Ze vindt het niet goed
wordt, IS het jammer dat musea veel verze-
keringspremies moe
ten betalen. Dat geld is volgens haar beter te gebruiken voor een al
gemene verbetering van de veiligheid in musea. Zo pleit ze voor een
centrale diefstal registratie en de aanpak van illegale kunsthandel.
STEVEN ENGELSMAN, directeur van het Rijksmuseum voor Volken
kunde, vindt vooraal laatstgenoemde zaken heel belangrijk.
Is de collectie van Volkenkunde goed verzekerd?
„De collecties van rijksmusea behoren tot het eigendom van de
staat. Ze zijn niet verzekerd. Als er iets gestolen wordt, is het jam
mer; er komt niets voor terug. Als wij iets uitlenen eisen we wel dat
het verzekerd wordt. Als we zelf iets in bruikleen hebben, moeten
we dat ook verzekeren."
Dus u bent niet veel geld kwijt aan premies?
„Met name kunstmusea als het Van Goghmuseum betalen zich
bont en blauw als ze bijvoorbeeld wat Gauguins in bruikleen heb
ben. Er is wel een government indemnity, waardoor je in bepaalde
gevallen de kosten op de staat kunt verhalen, maar die regeling is
in Nederland vrij minimaal. De eerste miljoenen die je kwijt bent,
komen toch nog voor rekening van een museum. Ik heb een keer
geprobeerd daar gebruik van te maken, bij de Japantentoonstelling
in 2000. Toen bedroeg de verzekeringswaarde 25 miljoen gulden.
Maar dat lukte niet; ik moest in het commerciële circuit zaken
doen. Dat betekende een premie betalen van 100.000 gulden. Niet
zo veel geld overigens, op een tentoonstellingsbudget van onge
veer een miljoen gulden."
Hoeveel geld is Volkenkunde jaarlijks kwijt aan algemene bevei
liging?
„Zo'n tien procent van ons budget ge
ven we uit aan beveiliging. Aan mensen
en aan apparatuur. Dan hebben we het
over een miljoen euro per jaar."
Wat vindt u van Van der Loans plei
dooi voor een centrale diefstalregi
stratie en aanpak van de illegale
kunsthandel?
„Tegen de uitdrukkelijke wens van alle
musea in is vorig jaar de kleine politie
afdeling 'kunstmisdrijven' opgeheven.
Doodzonde. Ik zou zeggen: terughalen
die club. Wat betreft de illegale handel
zou het goed zijn als Nederland de
Unesco-verklaring uit 1970 en de Uni
Droit-verklaring van begin jaren negen
tig ratificeert. De Unesco-verklaring
maakt het voor andere landen mogelijk om in Nederland illegale
handelaars te berechten. En met de Uni Droit-verklaring krijgt ie
dere Nederlander de plicht om de herkomst van een kunstwerk te
onderzoeken. In Mali, Cambodja, Ecuador en allerlei landen zijn
ontzettend veel illegale opgravingen, bestemd voor export van cul
tureel erfgoed. Dat is een hele ernstige zaak."
tekst: Erna Straatsma
archieffoto: Henk Bouwman
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1978, woensdag 8 november
VOORHOUT - Albert Verwey, het bronzen borstbeeld van de Noord-
wijkse dichter wel te verstaan, is boven water. Een duiker van de Leid
se brandweer dook gisteren rond het middaguur het kleinood uit de
Leidschevaart in Voorhout op. Het beeldje kwam niet helemaal onge
havend uit de modder tevoorschijn. Volgens een politieman is dit ge
komen door de klap die de kop op de grinderige bodem van de Leid
schevaart heeft gemaakt toen zij over de brugleuning werd gekiept.
Dat de politie zo snel de daders heeft kunnen achterhalen, berust op
puur toeval. Tijdens een nachtelijke surveillance in het hartje van
Noordwijk trof zij drie jongens aan die fietsen aan het vernielen waren.
De agenten namen hen mee. Al spoedig kwam uit dat ze óók met het
beeldje aan de haal waren gegaan. In Voorhout, op de brug over de
Leidschevaart, hadden ze genoeg van hun vrachtje en gooiden het over
de brugleuning. Bij huiszoeking werd bij één van de jongens ook een
zonnewijzer gevonden, die zij van het bollenbad hadden gestolen.
ANNO 1978, woensdag 8 november
VOORHOUT - De Leidse duikers Schaap (links) en Van Rooden van de
Leidse brandweer. Laatstgenoemde haalde het beeldje van Albert
Verwey boven water terwijl Schaap gereed stond om te assisteren.
Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te
gironummer 57055 Ln.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507,
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d.(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B.M. Essenberg, G.P. Arnold
E-mail: directiehdcuz@hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 356 325
Familieberichten fax 023-5 '5° 567
ADVERTENTIES
071-5 356 300
Sprinters (rubrieksadv): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €20.20 (alleen aut. ine.)
p/kw €56.70 p/j €216.90
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV. 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem
Het had zo mooi kunnen zijn, maar het liep an
ders. De Leidse Louise Schamper had in 1992
nauwelijks acteerervaring, op een paar kleine
rolletjes na bij het musicalgezelschap Pluimage.
Toch koos regisseur Han Prins juist haar voor de
hoofdrol in de speelfilm over het leven van gif
mengster Goeie Mie. Ze begon zich te verdiepen
in deze de koele moordenares, een van 's Lei-
dens bekendste historische figuren, om zo een
betere rol neer te kunnen zetten. Het liep alle
maal anders. De film werd nooit gemaakt en
Schamper kwam ook in de jaren daarna niet op
het witte doek terecht. Wel op het schildersdoek
en op papier.
„We hebben nog gerepeteerd voor 'Goeie
Mie'. En er zijn nog proefopnamen geweest in
het kantongerecht, dat nog op het Rapenburg
zat. Toen ineens was het afgelopen. De finan
ciën waren niet in orde. Er bleek niet genoeg
geld te zijn om de film te maken. Hoe dat pre
cies zo kwam, weet ik nog steeds niet. Ik weet
nog wel wat het laatste bericht was dat ik van
Han Prins kreeg. Er stond in dat er achter de
schermen nog druk werd gewerkt om alles
toch nog voor elkaar te krijgen. Dat was onge
veer tien jaar geleden. Sindsdien heb ik niets
meer over de film gehoord. Ik had nog wel
contact met Prins hoor, maar op een gegeven
moment vroeg ik er niet meer naar. Ik vond
het wel genoeg geweest."
„Ik heb met Pluimage nog wel een keer aan
een musical meegedaan. 'De Engel van Am
sterdam'. Ik weet niet eens meer precies welke
rol ik had, het was in elk geval geen grote. Het
was wel mijn laatste rol. Ronald Veeren die de
leiding had bij Pluimage stopte kort daarna.
Na vijf musicals. Pluimage hield ook op. Ik ben
niet naar een ander musicalgezelschap over
gestapt. Ik vond het wel best zo."
Kijk, sommige dingen houden gewoon op. Bo
vendien zijn er nog veel meer leuke dingen om
te doen. Creatieve dingen. Ik vond het altijd al
leuk om iets te maken. Surprises voor Sinter
klaas of zo. Heerlijk mijn fantasie laten gaan."
„Ik ben zo een tijd met touwwandkleden bezig
geweest. Daar heb ik hout in verwerkt. Ik ging
soms naar het strand om aangespoeld hout te
zoeken. Dat liet ik thuis drogen en dan ver
werkte ik het in de kleden. Daar heb ik nog
verschillende exposities mee gehad. In het Sint
Antoniushove in Leidschendam, de biblio
theek van Voorschoten en het Congresgebouw
in Den Haag."
„Tekenen en schilderen heb ik ook altijd al ge
daan. Daar ben ik me op gaan toeleggen na de
musicalperiode. Ik heb een jaar tekenles ge
volgd bij Ars Aemula. En drie jaar schilderles.
Ik heb ook nog tekenen LO gedaan, maar
daarvoor ben ik helaas gezakt. Ja, en nu expo
seer ik hier aan het Rapenburg. In galerie
Leidsch Intermezzo, samen met Sylvia ten
Kley. Hier hangen allemaal pastels van me.
Achttien stuks.. Er staan er ook nog vijf of zes
in het magazijn. Daar was hier geen plek
voor."
„Ik hou van pastels. De cursus bij Ars was met
olieverf. Ook prachtig hoor, maar op een gege
ven moment wilde ik wat anders. Toen ben ik
met pastelkrijt gaan werken. Dat is namelijk
heel direct werken, er zijn geen tussenhan-
delingen. Die heb je wel als je met olieverf
schildert. Je moet kleuren mengen op je
palet. Of je moet je verf verdunnen met
terpentine. Of je moet je kwast uitspoe
len. Bij krijt dus niet. Dat staat meteen
op papier."
„Als ik zo naar mijn eigen werk kijk, zie
ik ook duidelijk verschillen met vroe
ger. Al geloof ik niet dat je van een
stijlontwikkeling kunt spreken. Ik
streef ook niet naar een bepaalde
stijl of naar bepaalde thema's. Het
komt zoals het komt. Met olieverf
maakte ik voornamelijk stillevens.
In krijt zit meer vaart, dat zie je dus
aan mijn pastels. Die zijn heel ver
schillend. Er zijn pastels die ik puur
uit fantasie maak, soms abstract, maar
soms ook met een thema. Zoals een
haven bijvoorbeeld, die hier ook
hangt. Het is een haven, dat zie je,
maar het is geen bestaande haven.
Andere pastels zijn weer wel ont
leend aan de werkelijkheid. Ik
heb ook een stukje Schevenin-
gen gemaakt bijvoorbeeld, een
beeld dat ik echt heb gezien."
„Ik liep daar een keertje op
een pier en ik zag die beton
blokken liggen in zee. Met
verderop de pier van Sche-
veningen die iedereen kent,
met de toren. Dat vond ik
zo'n schitterend gezicht
dat ik dat op papier heb ge
zet. Later, thuis, waar ik al
tijd werk. Ik werk niet ter
plekke. Ik zie iets en neem
dat in gedachten mee. Dat
sla ik op en dan maak ik er
een eigen bewerking van. Ik
vind het heerlijk om niet
gebonden te zijn, vrij te
werken."
„Zo wilde ik een keer een
berglandschap maken, maar dat lukte niet.
Het werd iets heel abstracts. Maar op een ge
geven moment vond ik dat toch goed, al had
dat niet zoveel meer met mijn oorspronkelijk
plan te maken. Die vrijheid, aan helemaal
niets gebonden te zijn, vind ik
heerlijk. Het leuke is dat het
ook heel verschillend is wat
de mensen eruit halen.
Ik heb een abstract werk
dat ik 'Vuurwerk' noem.
Nou, laatst was er ie
mand die er muziek
in zag. Jazz om pre
cies te zijn. Mooi
toch, dat iedereen
er voor zichzelf
iets van kan ma
ken. Ook de toe
schouwer is vrij
als een vogel. Vrij
om te bedenken
wat hij er in wil
zien."
„Die totale vrij
heid vind
ik
SCHRIJVENDE LEZERS
Op het artikel 'Oudejaarsfeest
moet baldadige Leidse jonge
ren temmen' (LD 31/10) wü ik
reageren.
Is er nu echt iemand die
denkt dat zoiets als een 'feest'
invloed heeft op het vandalis
tische gedrag van bepaalde fi
guren? Als die figuren al naar
zo'n feest gaan - en ook dat
betwijfel ik - dan vernielen en
terroriseren ze de boel ervoor
of erna wel. Het gaat er bij dat
soort om, zoveel mogelijk rot
zooi uit te halen. En elke mo
gelijkheid pakken ze daarbij
aan.
Het kan toch niet zo zijn dat
wanneer je asociaal doet je er
ook nog voor wordt beloond!
Het enige wat volgens mij
helpt, is keihard aanpakken
en niets, maar dan ook niets,
tolereren. Het slaat gewoon
helemaal nergens op dat 'sof
te gedoe'. Benut dat geld dat
aan dat feest uitgegeven moet
worden liever aan iets nuttigs.
Kortom: als die gasten rottig
heid willen, geef 't ze dan. Zo
dra ze op het punt staan iets
uit te halen dat niet door de
beugel kan, oppakken en 24
uur vastzetten. En dat is dan
gelijk een waarschuwing voor
anderen.
J. Veefkind,
Leiden.
Verrast was ik donderdagochtend toen mijn
baas mij lachend een krantenartikel onder de
neus stopte. Er bleek - wederom - een foto
van mij geplaatst te zijn, waarop ik een elle
boogstoot uitdeel.
Nu heeft het Leidsch Dagblad dezelfde foto
enige jaren geleden ook gebruikt bij een arti
kel over de elleboogstoot. Toen ben ik zelfs
nog opgebeld door één van de LD-journalis-
ten om mijn mening te horen. Vriendelijk
heb ik toen gevraagd of de desbetreffende
medewerker oog had voor detail. Omdat hij
niet begreep wat ik bedoelde, heb ik hem ge
vraagd wat de linkerhand van het 'slachtof
fer' aan hef doen was.
Na enige stilte had de persoon door dat het
niet mijn elleboog was die in de lucht zwaait,
maar de arm van het 'slachtoffer'. En waar
om houdt het 'slachtoffer' de 'dader' vast
met zijn linkerhand?
Nu is het bekend dat scheidsrechters het er
moeilijk mee hebben om een situatie in een
flits van een seconde goed te beoordelen.
Maar dat de LD-redactie er - na dezelfde fout
enige jaren geleden al te hebben begaan -
zelfs moeite mee heeft een stilstaande foto
goed te beoordelen, is lachwekkend. Of is de
redactie soms van mening dat de lezers zo'n
'kleinigheid' toch niet opmerken?
Martin de Louw,
Warmond.
De gewraakte foto, waarop Martin de Louw dus
géén elleboog uitdeelt.
Archieffoto: Kees van Hoogdalem
Hierbij wil ik reageren op een be
richtje in het Leidsch Dagblad van
22 oktober. Dit bericht meldde de
strijd om het wel of niet beëindigen
van het leven van een vrouw die
sinds 1990 in coma ligt.
De partner van deze vrouw wil stop
pen met kunstmatig voeden en zijn
schoonouders willen dit voortzetten.
Verschrikkelijk als je als naaste fami
lie niet op één lijn staat rond de ver
zorging van je geliefde.
Door de technische vooruitgang krij
gen familieleden van een zieke of
stervende met hele moeilijke keuzes
te maken. Keuzes voor leven of voor
dood. Zaken waar wij als mensen ei
genlijk helemaal niet over kunnen of
mogen beslissen. Maar door het le
vensreddend handelen van artsen
en verplegend personeel is die keuze
soms onvermijdelijk.
Ik ben christen en ik ben van me
ning dat we het leven moeten res
pecteren en de tijd van doodgaan
moeten overlaten aan God. Maar
gaan we hier ook niet voor eigen
rechter spelen als we iemand koste
wat het kost in leven willen houden?
Mogen wij als mens het sterven van
een ander tegenhouden door kunst
matig ingrijpen?
Misschien moeten we soms ook ac
cepteren dat iemand gaat sterven.
En als je familie de weg die iemand
gaat tijdens het sterven, kan begelei
den door liefdevolle zorg en aan
dacht kan deze weg vredig en goed
zijn.
Nogmaals, ik ben tegen euthanasie
als het gaat om het opzettelijk beëin
digen van het leven, maar ik vind
wel dat iemand het recht heeft om te
sterven als zij of haar tijd is geko
men. Wij moeten dit niet koste wat
het kost tegenhouden.
Joke van der Meij,
Valkenburg.
Pi
geweldig. Ik zou ook niet in opdracht willi
werken. Dan ben je zo gebonden. Je opdi
gever verlangt dan een bepaald werk van ji
een bepaald thema. Nou, daar heb ik geen)
in. Ik wil dat zelf kunnen bepalen."
„Wat dat betreft kun je ook wel parallel
trekken tussen schilderen en tekent
aan de ene kant en musical en fil
aan de andere kant. Tekenen
krijt is het meest vrij. Heel dirt
zoals ik al zei. Schilderen met
verf kunt je wel een beetje vei
lijken met een musical of mi
een film. Voor een schilderij
olieverf moet je heel wat han(
lingen verrichten. Is het heel
structureerd werken. Maar uil
delijk kun je nog wel zelf bep<
wat er op het doek komt. Meti
sical of film niet. Er gaat heel
aan vooraf, heel wat repeteerw J
voor je de teksten uit je hoofd ki lt
En die teksten staan vast. Toch bl
met name musical leuk vinden hoo P(
hou van acteren, van dansen en vanj
gen. Nou, dat vind je allemaal in een m 1
cal. Heel leuk. Maar toch doe ik dat allem f
niet meer. Ik mis het ook wel een beetje. v
weet je wat het is, er gaat enorm veel tijd i
ten. En die tijd steek ik nu voor een groot
in tekenen en schilderen.
„Voor een filmrol ben ik nooit me
gevraagd. Dat dat voor 'Goeie h
wel gebeurde, was voor een n
deel gewoon toeval. Han I n
en ik kenden elkaar. Van
musical. Hij had ook in 1
paar musicals meegeda
van Pluimage. Als hij 1 j
nu ineens zou bellen
me weer te vragen v( z
de hoofdrol van Go J(
Mie, met de medec^
dat de financierin r
de hele film eindt a,
in kannen en krt e'
was, zou ik op s
staan. Dan zoi
heel goed nac
ken of ik het
wel wil. Ik bT
doel, het is
tien jaar gel
den. In die
ben ik heel
re dingen g<
doen. Op dij
'ment staan
pastels voor
op nummer ééi
Wat dat betreft
ik echt de smaak te
ken gekregen."
Louise Schamper: „Voor ee Is
filmrol ben ik nooit meer gjjS
vraagd. Dat dat voor 'Goek
wel gebeurde, was voor ee e
groot deel gewoon toeval.be
Foto: Dick Hogewoning L-
L
)L
LEIDEN, 15.30 UUR'
r\ ames en heren, let op uw bezittingen. In
mJ trein zijn zakkenrollers gesignaleerd'. Lu
duidelijk klinkt de waarschuwing door de speal
van de sneltrein naar Den Haag.
Passagiers kijken in een reflex naar hun tas. Hij
staat er nog. En de laptop ligt veilig op schoot,
jonge marechaussee grijpt zijn pet. Net gekrege
die wil hij niet kwijt, al is hij een maatje te groo^,
Een middelbare vrouw met roodgeverfd haar enlic
witgesokte sandalen trekt lachend haar lapjesta is
dichterbij. De Surinaamse man is de enige die
niets aantrekt van de mededeling; hij hangt zijl
ren jack aan een haakje en vertrekt richting toi ts
„Ja hoor, waar sléét dat nou op", zegt de vrouwida
ke helft van een verliefd stelletje, als de conduc f>e
is uitgesproken. Het meisje kijkt peinzend naai
haar vriend. „Hoe kunnen ze dat nou wéten da je
zakkenrollers in deze trein zijn?" De onschuld
straalt van haar af. Pastelroze jas, pastelblauw! !*e
broek, crèmekleurige schoenen en een witte sjs
Haar nieuwsgierigheid slaat snel om in ergerni
„Waarom mogen die zakkenrollers de trein in?
kunnen ze toch oppakken? Hoe zien ze er trou1
uit? Zou dat er een zijn?" Ze wijst naar een jon)
die door het gangpad loopt, op zoek naar een z
Het vriendje gaat liefdevol en rustig op de zaak
„Je kunt ze niet oppakken als ze nog niets geda
hebben." In opperste verbazing kijkt ze hem as
„Dan weet je dus ook niet dat het zakkenroller
zijn." Voor haar is het zo klaar als een klontje,
schien hebben ze al een keer eerder iemand ge
rold", probeert hij nog een keer. „Nou, dan ku
ze toch oppakken", riposteert ze. „En dan gaai
de trein uit. Weg zakkenrollers." Ze blijft het
vreemd vinden. Moeten ze hier een beetje ban j
worden voor zakkenrollers die bekend zijn bij
NS.
Hij wijst op een leuk boerderijtje in het voorbi
schietende weiland. Laten ze nou maar gewooi
goed op hun spullen passen. Je weet maar noo
je tegenkomt.
Erna Straatsma