LD PENNETJE Bos garant voor spannende verhalen io Jiet bos... Ridders en Rovers Het lelijke boompje di Wens Diep in het bos /ar» Ko <fe BoïwacM-er tof Roodfcafc/e en Rofrfo Hoo4 Meer dan achthonderd inzendingen voor LD Pennetje Het bos heeft blijkbaar een enorme grote aantrekkings kracht op kinderen. Honder den en honderden verhalen en gedichten werden de afgelopen weken ingezonden voor het Leidsch Dagblad Pennetje. Alle records werden verbroken. Om precies te zijn dwarrelden er 818 inzendingen binnen op de burelen van deze krant. Vorig jaar waren dat er 523. De vijf koppige jury had er een flinke kluif aan om zich door deze la wine heen te werken. De jaarlijkse schrijfwedstrijd voor kinderen van de basis schoolleeftijd is dit jaar voor de negende keer gehouden. Zoals gewoonlijk is aangehaakt bij het thema van de landelijke Kinderboekenweek. Het motto was dit jaar 'Diep in het bos'. De opdracht aan de deelne mende kinderen was een ver haal of gedicht te schrijven dat zich in het bos afspeelt. Nou, dat was niet aan dovemanso ren gericht. Bos staat garant voor spannen de verhalen. Dat is altijd al zo geweest. Heel veel sprookjes spelen zich immers in het bos af. Denk maar aan Roodkapje. Maar ook Harry Potter duikt geregeld het bos in om ont moetingen te hebben met een hoorns en zijn aartsvijand Vol- demort. Ook de deelnemers aan het LD Pennetje hebben hun fantasie de vrije loop gelaten. Ze be dachten verhalen over kinde ren die verdwaald raken in het bos en die ontmoetingen heb ben met monsters, kabouters en sprekende dieren. Andere kinderen legden weer de na druk op de natuur in het bos en de bedreiging daarvan. Het was ook leuk om te mer ken dat sommige deelnemers er aardigheid in hadden om al lerlei sprookjes door elkaar te husselen of naar de moderne tijd te vertalen. In een van die sprookjes figureert Roodkapje op een brommer en rijdt ze bij na Arnold Schwarzenegger van zijn sokken. De jury, die dit jaar bestond uit Mary Beugelsdijk, Tineke Col- lée, Henrico van Lammeren, Antoinette Vonk en Theo de With, heeft de stapel inzendin gen in twee categorieën ge splitst: 8-9 jaar en 10-12 jaar. In de eerste categorie zijn 178 in zendingen binnengekomen. De oudste groep stuurde 640 verhalen of gedichten in. In beide leeftijdsgroepen kon den slechts vijf verhalen of ge dichten worden bekroond met het LD Pennetje. Er is vooral gelet op originaliteit. Spelfou ten zijn zoveel mogelijk door de vingers gezien. Alleen als het echt de spuigaten uitliep, is dat in negatieve zin meegewo gen in het oordeel. Wederom is er door heel veel scholen uit het verspreidings gebied van het Leidsch Dag blad klassikaal aan de competi tie meegedaan. In de klas is door de leerlingen gewerkt aan een opstel; soms gecombi neerd met een tekening. Aan de andere kant zijn er ook ge noeg kinderen die op eigen ini tiatief aan de schrijfwedstrijd hebben deelgenomen. In beide groepen zijn prijzen gevallen. De winnende verhalen en ge dichten staan vandaag op deze twee pagina's. Ze zijn zoveel mogelijk afgedrukt op de ma nier waarop de kinderen ze hebben aangeleverd. De prijsuitreiking is komende woensdag in het gebouw van het Leidsch Dagblad. Naast het felbegeerde pennetje ontvan gen de winnaars een T-shirt met daarop hun verhaal of ge dicht, een oorkonde, een pos ter en een foto van de overhan-Jj diging. De tekeningen op deze pagina zijn gemaakt door Shahin Ag- hai (Alphen aan den Rijn), Nic ky van Gaaien (Alphen aan den »i Rijn), Dénise Koolschijn (Was senaar), Carly de Vreugd (Kat wijk) en Roy Wiggemansen (Al phen aan den Rijn). Theo de With Ewout liep door het kasteel. Terwijl hij daar liep, dacht hij over wat hij zou gaan doen als hij ridder was. Eerst zou hij zijn vader gaan helpen met het bos vrijmaken van rovers die eenzame reizigers overvielen en voor veel onrust zorgden. "Au!" Daar botste hij tegen een muur. Daar moest hij ook nog aan denken als ridder: die gan gen breder maken. Morgen zou hij dat allemaal kunnen doen, dan was hij ridder. Na een lange nacht, was het zover. Hij mocht een prachtig paard beklimmen en er een rondje mee rijden. Hij kreeg ook zijn harnas. Toen ging hij de poort uit om de opdracht die hij zichzelf gegeven had, uit te voeren. Dwars door het jachtdomein van zijn vader ging hij naar de plaats waar, op zijn kaart, het dorp van de rovers lag. Hij zat nu al diep in het bos, en hij moest aan de andere kant van het bos zijn. Na een flinke tijd gereden te hebben, zag hij een dorpje, door bomen verstopt. "De rovers!" dacht hij. Hij sprong van zijn paard af en sloop naderbij. "Wat doet me neer hier?!" Snel draaide Ewout zich om. Een forse kerel met een bijl stond voor hem. "Ga jij maar eens mee..." Ewout werd meegevoerd het dorp in, ontwapend en in een soort cel gestopt. Toep hij al leen was, voelde hij in zijn laars. Hier had hij een dolk zit ten. Bijna had hij gejuicht toen de dolk er nog zat. Hij sneed het dak weg en rende weg. Op de grond zag hij een kaart lig gen. Hij pakte hem op en ren de verder. Op de kaart stond een vreemde route. Dat was een sluiproute! Hij verdwaald» bijna in het erg donkere bos. Later kwam hij terug met een groep ridders, volgde de route en versloeg de rovers. Maartje Bakerman Leiden 9 jaar Lang, lang geleden waren er geen dorpen waar mensen woon den, nee, dorpen waar bomen woonden. Eigenlijk waren het 3 hele grote dorpen. Ze heten: Het Bladerdorp, waar eigenlijk een beetje de sukkeltjes woonden, Het Takkendorp, de gewone bo men, en Het Boomstamdorp, waar ze zich erg goed vonden. Herfstkleurtje woonde in het Bladerdorp. Hij werd vreselijk ge pest over zijn kleur. Ze noemden hem: vuurtoren, roodborstje, rooie en nog veel meer. Herfstkleurtje vond dat natuurlijk vrese lijk. Op een dag was het weer zover. Nu had Herfstkleurtje er schoon genoeg van. Zij konden alles. Ze hadden mooie groene bladeren, en ze konden heel goed rekenen. 's Avonds toen hij gezellig in zijn pyjama in het schemerlicht van het bos zat, wist hij opeens hoe hij wraak kon nemen. Hij zat stilletjes te genieten van zijn vondst. "Die zullen welleens opkijken" dacht hij glimla chend. De volgende dag riep hij al le bomen van de 3 dorpen bij elkaar. Hij stelde voor om een hardloopwedstrijd te houden. 2 stoere bomen riepen gelijk: "Ha, ha tegen zo'n sukkeltje! Dat winnen we makkelijk!" Op de dag van de hard loopwedstrijd waren inder daad de twee stoere bomen er. Klaar voor de start! Af! Hoorde je keihard. Herfst kleurtje ging er meteen als een speer vandoor. Een maal bij de finish aangeko men, keek Herfstkleurtje achterom. Wat die daar zag kon die niét geloven. De twee stoere bomen waren nog niet eens vertrokken! Later blijkt dat ze het schot niet hadden gehoord! Nu was Herfstkleurtje dus eerste geworden! Zo zie je maar weer dat stoere bomen ook niet altijd overal goed in zijn! De twee stoere jongens waren nu veranderd in de twee sukkeltjes, en Herfstkleurtje was veranderd in het stoere boom pje. Nu vond iedereen het juist bijzonder dat Herfstkleurtje zo veel kleuren had! Zo leefde Herfstkleurtje nog lang in een wereld waarin hij niet gepest werd. Heel lang en heel gelukkig. Eline Westra Voorschoten io jaar Er waren eens twee jongens die net bij een begrafenis van een hele oude en hele geliefde buurman waren geweest. Ze waren heel verdrietig. Toen zeiden ze precies tegelijk: Als ik een wens had, wens ik dat ik nooit oud word! Op weg naar huis door het bos waar ze tientallen andere ke ren meer hadden gelopen, za gen ze opeens een raar licht in de verte. Ze renden er naar toe en zagen dat het een grote lichtgevende trap naar de he mel was! Ze liepen naar boven en wat zagen ze daar, toen ze daar kwamen zagen ze een perfect land waar iedereen jong en gezond was, dus ze bleven daar een paar honderd jaar. Toen gingen ze weer naar de normale wereld en ze dachten dat de tijd stil had gestaan en besloot om weer naar het kerkhof te gaan en met hun fa milie weer naar huis te lopen. Maar toen ze daar kwamen za gen ze hun familie wel maar in een hele nette rij van grafste nen. Maar hoe kwam dat? Zij waren niet eens een dag ouder geworden. En nu waren ze heel verdrietig!! Dus het moraal van het ver haal is: Kijk uit waar je voor wenst, het kan nog eens uitko men ook Jan Morgan Bomhof Leiden 11 jaar "Verhaal, verhaal!" riepen de kinderen. Grootvader glimlachte. "Goed dan." En hij begon. Op een mooie herfstdag liep ik door het bos. Na een paar uur dacht ik dat ik bijna aan de rand van het bos was. Dus liep ik verder. Naarmate de uren verstreken werd het steeds donkerder. Ik dacht aan de verhalen die mijn moeder me als kind had verteld. "Ga nooit 's avonds het bos in." Waarschuwde ze me altijd. Ik rilde. Toch liep ik door. De maan kroop hoger. Plotseling ritselde iets achter me. Verstijfd van schrik stond ik stil. Weer geritsel. Mijn nekharen gingen over eind staan. Ik begon te rennen. Ik rende alsof mijn leven er vanaf hing. Toen struikelde ik. Ik smaakte de bittere smaak van aarde. Het geluid van verschoven bla deren drong tot mijn oren. Zo stil als ik kon zat ik op de grond. Geritsel. Weer verschuivende bladeren. StU. Na een tijdje kreeg ik dat vrese lijke gevoel dat komt als je kramp krijgt. Ik kon een schreeuw van pijn niet onderdrukken. Toen krabbelde ik zo snel als ik kon overeind en rende verder. Na een tijdje stopte ik hijgend achter een boom. Stilte hing om me heen. Ik zuchtte opgelucht. Op dat moment greep een hand mijn schouder. Ik slaakte een kreet van schrik en werd op de grond gesme ten. Dreigend stond het monster boven me. Zijn rottende adem bedwelm de me. Ik kroop achteruit. Het monster volgde me. Ik stond op en rende weg. Een stekende pijn voelde ik in mijn rechterhand. Ik keer erna en ging over mijn nek. Mijn vinger was er af. "Zo, nu gaan jullie allemaal naar bed." Zei grootvader. "Hoe verzin je die verhalen?" zei Betty die de laatste paar mi nuten had meegeluisterd. Grootvader antwoordde niet. Hij pakte zijn pijp met zijn hand. Een hand met vier vingers. Vanessa Lin Katwijk ii jaar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 4