9
9
Joop van Tellingen doet alles voor een goede foto
'Ik weet dat ik
mensen kapot
kan maken'
Biografie
'Privacy? Heb
ik schijt aan'
'Ik ben zeer
koningsgezind, maar dat
betekent niet dat ik ze
met rust laat. Als ik een
huilende Beatrix voor
m'n lens krijg, dan druk
ik af. En: 'Van Willem-
Aiexander heb ik een
keer echt een linkse
gehad, vol op m'n
gezicht.' Joop van
Tellingen (59) -
werkzaam voor het blad
Party, daarvoor bij Privé
en Story - doet alles voor
een foto. „Medelijden?
Sodemieter toch op."
door Oick Hofland
Al moet ik de koningin in
d'r blote kont fotografe
ren. Ik denk nooit: kdn ik
dit wel maken? Ik doe al
les voor een goede foto.
Als het moet lieg en bedrieg ik de he
le wereld bij elkaar. Privacy? Heb ik
schijt aan. Het interesseert me ook
helemaal niet of mensen een hekel
aan me hebben. Ik wil foto's maken
waar iedereen over praat, dat is mijn
kick. Nog elke dag als ik de krant of
het blad van de mat pak waar zo'n
foto van mij in staat, zit ik me eigen
daar helemaal op te vergeilen.
Die foto's stellen op zich niet veel
voor. Ik ben niet de mooiste foto
graaf, wel de meest spraakmakende.
En daar doe ik het voor, het applaus.
Ik heb altijd beroemd willen worden.
De foto's in de Wehkamp-gids, die
zijn prachtig, maar niemand weet
wie ze maakt. Paul Huf was een ge
weldige fotograaf, maar de meeste
mensen interesseren die foto's geen
ruk. Pas door zijn reclames voor
Grolsch is iedereen over hem gaan
praten. Ik heb een keer een foto van
prinses Irene gemaakt, vlak na haar
scheiding met Carlos, waarop ze in
haar tuin onder een boom zit te
schilderen, terwijl het licht half op
haar gezicht valt. Dat vind ik mijn
mooiste foto, maar wie heeft het
daarover?
Ik heb ook foto's gemaakt van haar
nieuwe vriend, een lijfwacht, toen
die de eerste keer bij haar bleef sla
pen. Dat weet iedereen. Ik had pla
ten waarop hij 's avonds naar bin
nen ging en de volgende morgen in
z'n tenniskleren weer naar buiten
kwam. Irene schrok zich helemaal
wezenloos toen ze me zag en kwam
meteen op me af: 'Kunnen we een
deal sluiten?' Ek zeg: 'Nee, bel mijn
hoofdredacteur maar'. Die twee
hebben geregeld dat ik een foto
mocht maken waarop Irene en haar
vriend samen aan het tennissen wa
ren. Daar ben ik dan niet tevreden
mee. De foto ging nog wel, maar het
verhaal er omheen was veel minder
mooi.
O jongen, dat gebeurt zó vaak, dat ze
een dealtje met me willen sluiten. Al
die sterren doen wel
zo geschokt, maar als
het ze uitkomt, als het
goed is voor hun pu
bliciteit, voor hun
nieuwe cd of hun
nieuwe show, dan is
het Joop voor en Joop
na. Als ik bereid ben
een reportage te maken over hun
nieuwe hobby, dat ze toch zulke leu
ke schilderijtjes maken, dan willen
ze me in ruil daarvoor hele verhalen
over anderen vertellen. Maar zodra
ze in de narigheid zitten, als ze gaan
scheiden, als ze een nieuwe liefde
hebben, ben ik ineens de smerige
paparazzo, de viezerik die bij ze in
de struiken zit te loeren. Ik zal je ver
tellen, een redacteur wilde ooit Wil-
leke Alberti stuk schrijven. Ik dacht:
Jongens, dat gezeik altijd, ik heb
geen zin om daaraan mee te werken.
Dan kom ik in diskrediet bij al die
artiesten, terwijl het mijn brood is,
dus daar begin ik niet aan. Ik heb
daar toen afstand van genomen. Tot
er een kerstreportage gemaakt wordt
met een stel van die artiesten. En
wat schetst mijn verbazing? Zie ik
vier, vijf artiesten die ons altijd met
de grond gelijk hebben gemaakt. Die
vonden het geweldig om in ons blad
te staan. Toen dacht ik: wat zijn jul
lie hypocriet, wat een schijnverto
ning. Daarom heb ik totaal geen me
delijden meer met ze. Sodemieter
toch op.
Het gebeurt vaak dat ik iets als eerste
heb. Ik heb er een soort zesde zin
tuig voor. Dan voel ik: ik móet er
naartoe. Dan ga ik, en jaar hoor, dan
heeft die of die een nieuwe liefde,
gaat die of die scheiden. Ik ben de
eerste geweest die Méxima met d'r
dikke buik heeft gefotografeerd. Ik
ben een waanzinnige fan van het ko
ningshuis, ik ben zeer koningsge
zind, maar dat betekent niet dat ik ze
met rust laat. Als ik een huilende
Beatrix voor m'n lens krijg, dan druk
ik af. Als ik een demente Juliana kan
fotograferen dan doe ik het, al staat
ze er nog zo vreselijk op. Vermoede
lijk zit er tussen die ontelbare hoe
veelheid foto's die ik in 35 jaar heb
gemaakt ook wel eentje van Klaas
Bruinsma met een blonde meid aan
z'n arm. Maar dat is zoeken naar een
speld in een hooiberg, dus daar be
gin ik niet aan.
Friso - een nicht als een paard, daar
is iedereen toch wel van overtuigd -
heb ik geprobeerd te betrappen. Ik
had een tipgever die wist in welke
homoclubs en homobars Friso was
geweest. Veel vriendjes van hem
hebben tegen mij bij hoog en bij
laag beweerd dat-ie het met hen had
gedaan. Maar op het moment dat je
ze op de foto wilt of hun verhaal wilt
publiceren, haken ze af. Dan blijft er
niets anders over dan te proberen
hem bij een club te fotograferen. Dat
lukt niet, want hij is wel zo slim om
dat niet in Nederland te doen. Met
Guillermo, de ex-man van Christina,
heb ik destijds hetzelfde gehad. Ik
kreeg informatie van een purser van
de KLM in welke homoclubs Guiller
mo zich in New York uitleefde. Ik er
naartoe, maar ik heb hem niet kun
nen betrappen. Zelfs voor mij is dat
te moeilijk.
Ik ben wel weer de eerste geweest
die de halfbroer van Juliana heeft
ontdekt. En ik ben de enige geweest
die er bij was toen Pieter van Vollen
hoven op wintersport in Oostenrijk
iemand heeft doodgereden. Hij zat
met zijn gezin in een huisje op een
berg en reed die dag met zijn jeep
naar beneden, volgens mij behoor
lijk hard, en heeft toen een andere
auto vol geraakt. Daar zaten een jon
gen en een meisje in. De jongen was
op slag dood, het meisje was zwaar
gewond en heeft heel lang moeten
revalideren. Het is nooit duidelijk
geworden of het nou wel of niet de
schuld van Pieter was. Ik voelde: ik
móet naar dat huis. Ik kom daar aan,
wordt net de auto met een zeil afge
dekt en opgehaald en wordt er een
nieuwe afgeleverd. Ik loop op Pieter
af en hij loopt helemaal leeg tegen
mij. Hij vertelt het verhaal van a tot
z. Ik ben ook naar de begrafenis van
die jongen geweest. Springt die moe
der het graf in. Op het moment dat
ze me zagen, komen ze op me af. Ik
heb moeten rennen voor mijn leven,
want ze hadden me echt doodgesla
gen.
Van Willem-Alexander heb ik een
keer echt een linkse gehad, vol op
m'n gezicht. Ik had hem in een hoek
gedreven. Hij had z'n winterjack
voor z'n gezicht, maar ik zag 'm
toch. Ik loop naar hem toe met zo'n
kanon van een telelens en hij kon
geen kant meer op. Ik klikken, tot ik
vlak voor hem sta. Haalt-ie me toch
uit! Ik zeg: 'Alex, rustig aan'. Zegt hij:
'Je verziekt al dertig jaar mijn leven'.
Een dag later komt hij naar me toe
en zegt: 'Sorry, had ik niet moeten
doen'. Ik zeg: 'Niks sorry, ik heb het
dik verdiend. Als ik jou was geweest
had ik al een maand eerder uitge
haald'.
Ik weet heus wel waar ik mee bezig
ben, ik begrijp echt wel dat het geen
pretje is voor die mensen dat ik altijd
maar op ze sta te loeren. Ik ga bijna
altijd over de grens hè, dus ik kan
me goed voorstellen dat mensen
daar razend van worden, dat ze me
soms zelfs te lijf willen gaan. Ik doe
daar niet moeilijk over. Ik weet dat ik
mensen kapot kan maken. Jammer,
ik zit er niet mee. Marco Bakker bij
voorbeeld. Ik heb de auto gefotogra
feerd, de begrafenis van de vrouw
die hij had doodgereden, ik heb hem
gefotografeerd tijdens zijn straf,
toen-ie in z'n overall op de bus
stond te wachten. Ik vind het wel
zielig voor hem, maar de foto wint
het. De begrafenis van de moeder
van Pieter van Vollenhoven vond ik
wel gênant omdat ik slaags raakte
met de bewaking. Dat kan niet. Maar
huilende mensen, o prachtig. Hoe
meer jank hoe beter.
Bij Wendy en Xander heb ik dag en
nacht voor de deur gelegen, met een
aantal collega's. Xander kon daar op
een bepaald moment niet meer te
gen en is ons aangevlogen. Loopt
nog een rechtszaak over. Ik wilde
een foto van ze maken met hun ba
by. Gewoon eventjes vijf minuten
met z'n drietjes. Dat wilden ze niet.
Begrijp ik ook wel, want ze waren ei
genlijk al uit elkaar. Nou ja, dan
maar op de andere manier. Dat lijkt
me zeer irritant, als je je huis niet
meer uit kunt. Is echt heel erg zwaar
hoor, constant door vijf, zes fotogra
fen bespied en belaagd. Dat besef ik,
maar ik doet het wel. Het gaat om
mensen die bezit zijn van het Neder
landse publiek. Daar hebben ze het
zelf naar gemaakt.
Van mij mogen ze zeggen dat ze me
een engerd vinden die in de privacy
van een ander zit te kloten. Ik heb
ook nergens spijt van - ja toch: dat ik
soms nog vérder had moeten gaan.
Ik zit nergens mee, behalve als het
goede vrienden zijn. Ik barst van de
goede vrienden: Bassie en Adriaan,
Lee Towers, Frans Bauer, Peter Koe-
lewijn. Hun privé-leven respecteer
ik. Zie ik bij die mensen een bankaf
schrift op tafel liggen, dan doe ik er
niets mee. Maar gaat Lee morgen
van zijn vrouw af, dan lig ik morgen
voor zijn deur. Dat weet-ie. Maar ik
doe niets met wat hij me vertelt. En
als hij me iets vertelt en me vraagt
om het stil te houden, dan doe ik
dat. Nadat de schoondochter van
Lee was verongelukt, voelde ik me
ook niet geroepen om rond dat graf
te gaan lopen.
Ik zal nooit een vriendschap op het
spel zetten voor een wereldfoto. Ik
ga niet over lijken. Mensen die wel
eens een tijdje met me meelopen
zeggen na afloop dat ze me hebben
leren kennen als toch integer, als ie
mand die hard werkt maar toch re
kening met mensen houdt. Dat ik
niet zo verschrikkelijk ben als ze
denken.
Ik was zeer goed bevriend met Ron
Brandsteder in de tijd dat hij nog
heel hot was. Hij had een baby ge
kregen en mijn hoofdredacteur, toen
nog Henk van der Meyden van Privé,
had 20.000 gulden geboden voor fo
to's. Ron wilde niet, dus moest ik
voor z'n deur gaan zitten. Ik voelde
me zeer opgelaten en heb bewust
geen foto's gemaakt. Van der Mey
den belt, ik zeg: 'Het lukt echt niet'.
Maar hij belt ook Ron en die zegt:
'Van Tellingen staat al een week voor
de deur en die had elke dag een foto
kunnen maken'. Ik dacht: Nou zal ik
je krijgen en heb tegen 'm gezegd:
'Zodra ik je zie, sta je er op'. Nou, hij
stónd d'r op. Slaénde ruzie. De
vriendschap was gelijk over. Hij had
me voor schut gezet en na zoiets ben
ik rücksichtslos.
Ik kom uit een klein arbeidersgezin
waar het niet gebruikelijk was dat je
doorleerde. Mijn vader werkte in een
fabriek als slijper en polijster, voor
vijftig gulden per week. Mijn moeder
was secretaresse van de schouw
burgdirecteur. Mijn vader heeft zich
kapot gewerkt, maar hij is onder
hand wel 89. Mijn moeder is al jong
gestorven, op haar 46ste. Ik heb ook
mijn hele leven hard gewerkt, vanaf
mijn dertiende. Als bakkershulp, si
garenmaker, chef magazijn bij Mi-
chelin, rij-instructeur en in de bin
nenvaart. Ik heb ook achter de lo
pende band in een batterijenfabriek
gestaan. Moest ik stukjes buis in de
gloeiende paraffine dopen, heel snel,
en kreeg ik drankjes tegen de kool
stof. Mijn salaris moest ik afdragen
en dan kreeg ik vijf gulden zakgeld,
net als mijn broer en zus. Mijn zus is
nu 63 en die werkt nog steeds, in het
Centraal Museum in Utrecht, en
mijn broer is al een jaar of dertig
buschauffeur.
Ik haatte school. Ik vond het nog er
ger dan een concentratiekamp. En
dat terwijl ik een goede leerling was.
Met talen, geschiedenis, aardrijks
kunde en tekenen was ik de beste
van de klas. Maar ik was niet te
handhaven, ik deed alles wat God
verboden heeft. Toen ik eenmaal
aan het werk was, wist ik wat ik mis
te en ben ik de avond-ulo gaan
doen. Ik wilde fotograaf worden,
maar de fotovakschool kostte een
godsvermogen. Ik heb die opleiding
alleen maar kunnen doen omdat ik
mijn vrouw ontmoette. Zij had de
leiding over drie modezaken - ja, het
was een hele kakmadam - ze ver
diende goed en heeft mijn opleiding
betaald. We hebben twee fotozaken
gehad en ik werkte daarnaast als
freelance-fotograaf. Ik ben begon
nen met trouwreportages, daar ben
ik gek op en ik doe ze nóg. Half Ne
derland heeft onderhand een trouw
reportage van mij.
Op een dag loop ik bij De Telegraaf
naar binnen en roep: 'Hoi, ik kom
voor jullie foto's maken'. Die gasten
lagen gestrekt. Ik dacht dat ik het
ging maken met fóto's van poesjes
die van drie hoog waren gevallen.
Toch heb ik de kans van ze gekregen
en omdat ik dolgraag showbizz
deed, kwam ik in aanraking met
Henk van der Meyden. Voor andere
opdrachtgevers moest ik constant
op reis, waardoor ik mijn kinderen
amper heb zien opgroeien. Ik weet
nog goed dat ik met een paar arties
ten een cruise op de Middellandse
Zee had, daama een tour met Abba
en direct daarna een reportage met
bekende Nederlanders in Indonesië.
Ik pakte mijn koffer uit in Jakarta,
had mijn vrouw er allemaal verschil
lende schoenen en sokken in ge
daan, overhemden en broeken die
niet bij elkaar pasten, met een briefje
erbij: 'Je hoeft niet meer terug te ko
men'. Ik dacht: 'Ze heeft groot gelijk.
Je moet weten tot hoe ver je kunt
gaan'. We hebben de winkels toen
weggedaan en ik ben veel minder
gaan reizen.
Sinds een paar jaar werk ik met mijn
zoon Dennis. Hij zat in het derde
jaar van zijn studie, internationaal
management, en mijn vrouw en ik
waren er fel tegen dat hij daarmee
stopte. We hebben alles geprobeerd,
maar hij wilde hoe dan ook. Hij doet
het érg goed. Ik ben apetr ots op 'm,
net als op mijn dochter, alleen is die
paardenmakelaar. Ze doet het ge
weldig, maar ik zou niet met haar
willen ruilen, dat gedoe steeds met
die stront. Dennis neemt veel werk
van mij over, waardoor ik nu ook wel
eens een dagje vrij ben. Niet dat ik er
genoeg van heb. Ik ben nu wat ik al
tijd wilde worden, de beruchtste fo
tograaf van Nederland, en dat wil ik
blijven tot mijn doQd. Als ik hoor dat
Guusje Nederhorst met Dinand, van
Kane, is getrouwd in Las
Vègas, terwijl ik daar niet
bij ben geweest, dan lig ik
twee nachten wakker."
Geboren: 1944 in Utrecht
Getrouwd met Ria; twee kinderen,
Dennis (24) en Nathalie (29)
1963: Diploma avond-ulo
1965: Diploma Fotovakschool
1973-1981: De Telegraaf
1981-1989: Privé
1989-1995: Story
1995- heden: Party
2002: Publicatie boek 'De prins
met de losse handjes'
Heden:. Presentatie 'Lijn 4' (RTL) en
Roddelprogramma van Radio Mid
den Nederland.
Paparazzo Joop van Tellingen: „Als ik een demente Juliana kan fotograferen dan doe ik het, al staat ze er nog zo vreselijk op.
Foto's: GPD/Cees Zorn
ZATERDAG
25 OKTOBER
2003
ER
BU