Ten aanval met het NOS-Journaal 9 Hoofdredacteur Laroes wil meer 'O ja' en minder 'Nou en' 'Ik ben geen man van de revolutie, wel van evolutie' 'De kijker vindt ons saaier dan RTL, maar dat vind ik niet erg' 11 OKTOBER Hans Laroes, hoofdredacteur van het NOS-Journaal: „Veel nieuws is abstract en ontoegankelijk. Ik wil daar iets aan doen. Sommigen vinden dat iets te simpel, maar ik ben er tot nu toe tevreden over." Foto: GPD/Phil Nijhuis Is hoofdredacteur van 1 het NOS-Journaal wil 3 Hans Laroes (48) uit derdorp meer 'o ja' en a ninder 'nou en'. Saai is jgeen probleem zolang maar betrouwbaar is. I Dat hij zelf ooit werd 'neergestoken, is geen reden nare beelden te weren. „Dan zou ik direct ander werk moeten zoeken." door Dick Hofland Toen ik hoorde dat die Zweedse minister Anna Lindh was neergestoken, was er een flits van her- kenning. Maar zij is dood, ik niet. Al heeft het niet veel ge scheeld, een paar millimeter hoog uit. (Noot redactie: als parlementair redacteur van het NOS-Journaal, kreeg Hans Laroes 12 jaar geleden een mes in zijn rug. De dader was een doorgedraaide WAO'er die zijn onvrede over 'Den Haag' op hem af reageerde). Toch spookt het niet constant door mijn hoofd. Sterker nog: ik denk er weken niet aan, maanden soms. Vergeet niet, het is ook al een tijdje geleden. Ik weet dat zoiets voor veel mensen een levens lang trauma is, die blijven bang, kij ken altijd achterom. Bij mij is dat dus niet het geval. Ik heb er niets aan overgehouden. Ik droom er ook nooit van, heb niet één nachtmerrie gehad. Ik heb al vrij snel tegen me zelf gezegd dat het mijn leven niet mag beheersen. Ik heb het geluk gehad dat ik niet op mijn rug ben gevallen, maar volledig bij kennis bleef. Ik lette steeds goed op mijn ademhaling, heb eigenlijk de hele tijd de regie in handen ge houden. Ik begon meteen tegen om standers te vertellen wat er aan de hand was, wie ze moesten bellen en waar ze dat konden doen. Er kwam toevallig een Kamerbewaarder langs en die heeft politie en ambulance gealarmeerd. Gelukkig heeft nie mand dat mes uit mijn rug getrok ken, want dat had mijn dood kun nen zijn. In het ziekenhuis zijn ze een hele tijd bezig geweest om te kij ken hoe dat mes er precies in zat, voordat ze het operatief hebben ver wijderd. Een mes kan een ader dicht houden en als je het er dan uittrekt, bloed je dood. Het is nooit zo geweest dat ik niet meer over straat durfde. Alleen de eerste twee, drie dagen vond ik het wel prettig als er 's avonds iemand met me meeliep. Verder heb ik me er nooit zo heel erg druk over gemaakt. Tegen mijn oudste dochter, die toen vier was, heb ik er ook altijd normaal over gesproken. Nooit geheimzinnig gedaan, nooit angstig. En het is nog steeds een normaal gespreksonder werp met mijn inmiddels drie kinde ren van elf, dertien en zestien. Mijn vrouw gaat er net zo mee om als ik, terughoudend. We zijn alle twee nogal gelijkmatig. Ik negeer het niet, maar ik maak het niet groter dan het is. Pas werd ik gebeld door Remy van der Elzen om mee te werken aan een radioprogramma waarin men sen spraken over iets ernstigs dat ze in hun leven hadden meegemaakt. Na een paar minuten begreep ik welke kant het opging en toen heb ik gezegd: 'Sorry, maar ik heb geen zin om in een therapiesessie terecht te komen'. Ik verzet me tegen het soort programma's waarin mensen terug grijpen naar hun eigen emoties en binnen vijf minuten zitten te huilen. Ik beschouw mezelf als redelijk sta biel. Zo'n hoofdredacteur ben ik ook. Ik word soms wel eens moe van mijn eigen redelijkheid - zei hij met een ironisch lachje. Ik maak journa listiek beslist geen andere keuzes door wat mij is overkomen. Ik be oordeel alles professioneel. Ook of je zo'n beeld van een vermoorde For- tuyn moet laten zien. Ik vind dat dat kan, al is de opwinding ontstaan over een foto en niet over tv-beel- den. Bij de moord op Anna Lindh net zo. Je maakt steeds opnieuw de afweging en daarbij spelen mijn ei gen ervaringen geen rol. Als dat wel het geval zou zijn, moet ik direct an der werk zoeken. Ik moet anderen niet lastig vallen met mijn persoon. Als hoofdredacteur van het Journaal pas ik niet op de winkel, ik wil veran deringen in gang zetten. Gestaag, niet van het ene op het andere mo ment. Ik ben geen man van de revo lutie, wel van evolutie. Bij mijn be noeming, vorig jaar, heb ik mijn plannen opgeschreven in 'Ten Aan val'. Daarin heb ik gezegd wat ik niet goed vond en wat ik de komende ja ren wil veranderen. Het Journaal kun je onderhand vergelijken met het Nederlands Elftal, het Oranje huis en het weer. Het is nationaal bezit, iedereen praat er over en heeft er een mening over. Dat is een ver antwoordelijke positie. Wij zijn de belangrijkste nieuwsbron, maar ik vond die niet goed genoeg. Fouten werden meestal niet erkend, maar onder het kleed geschoven. We wa ren geneigd autoriteiten te volgen in plaats van ze kritisch te volgen, we waren niet alert genoeg. Ik vroeg me af of we nog wel wisten voor wie we het Journaal maakten, of we nog wel enige binding met die mensen had den? Het Journaal had in mijn ogen te veel uitzendingen waarna je iets had van: 'Nou en?' Doorsneeverhalen. Dat je denkt: 'Waar gaat het nou ei genlijk over?' Ik wil meer 'o ja' ver halen. Dat dingen duidelijker wor den, dat je begrijpt waar het over gaat, dat je het snapt. Ik wil een Journaal dat toegankelijk is en rele vant. Dat de dingen die je maakt er toe doen. Het Journaal is er voor het nieuws, natuurlijk, en dat zal altijd zo'n tachtig procent van de uitzen dingen in beslag nemen. Fusie KLM, jaarcijfers Ahold, noem maar op. Maar die andere twintig procent wil ik vullen met verhalen die wortels in de samenleving hebben. Afstand nemen van het nieuws, er anders naar kijken. Een klein voor beeld. De dag voor Prinsjesdag film den wij altijd de paarden op het strand die moesten wennen aan rookbommen. Dat doen we niet meer. Daarvoor in de plaats hebben we een aantal dagen reportages uit gezonden over de gevolgen voor de samenleving van de belangrijkste thema's in de begroting, zoals ver grijzing en integratie. Als je die ver halen niet maakt, zal er niemand bellen die zegt: 'Waarom heb ik die niet gezien?'. Maar als ik die keuze niet maak, doe ik de kijker onrecht. Nu heeft hij beter begrip en kennis van de thema's die er toe doen. Als je die items hebt gezien, denk je niet: Waarom hebben ze dat in gods naam uitgezonden?' Veel nieuws is abstract en ontoegan kelijk. Ik wil daar iets aan doen. Sommigen vinden dat iets te simpel, maar ik ben er tot nu toe tevreden over. En de redactie ook. Ik heb het geluk dat de redactie mij wel ziet zit ten. Ik kom ook voort uit die redac tie, ik ben parlementair redacteur geweest, redactiechef en adjunct hoofdredacteur. Ik heb een behoor lijke ervaring, daardoor ook gezag en we denken niet zo verschillend over wat het Journaal moet zijn. Al vin den ze me wel eens ondoorgronde lijk. Dan wil ik iets, vragen ze hoe dat moet en dan zeg ik niets, maar lach alleen een beetje. De praktijk van alledag is weerbars tig, dat weet ik ook wel. Het Journaal maakt nog altijd fouten, maar dat is iets anders dan fout zijn. En we leren van die fouten. We zullen bij welke politicus dan ook niet meer met het programma van de Centrum Demo craten gaan zwaaien. Job Frieszo heeft dat gedaan bij de plannen van Fortuyn en daar is een storm van kritiek op gekomen, vooral van de aanhangers van Fortuyn. Zoiets zal nooit meer gebeuren. Niet omdat het niet relevant was, Fortuyn had eerder immers zelf een verwijzing naar Janmaat gemaakt, maar omdat het effect zó intens was. De kritiek van de Fortuynisten op het Journaal is nog altijd hevig en ik ben inmid dels met ze in discussie gegaan via internet. O, zeker niet uit angst. Ik vind dat een hoofdredacteur van het Journaal dat behoort te doen. Niet om me te verdedigen, maar om din gen uit te leggen, toe te lichten. De discussies zijn vaak heftig, maar be slist niet beangstigend. Er zit geen haatmail tussen, ik krijg geen ver wensingen of bedreigingen naar mijn hoofd. Ik merk juist dat men het waardeert dat ik de discussie aanga. Het Journaal heeft een enor me impact, dus ik vind het een goe de zaak dat je verantwoording aflegt voor wat je doet. Dat wij Pim For tuyn zouden hebben gedemoni- seerd... onzin. Wij zijn niet aange klaagd door Spong en Hammerstein. En kortgeleden nog werd LPF-frac- tieleider Herben gevraagd welke par lementair verslaggever hij objectie ver vond: Job Frieszo of Frits Wester van RTL. Hij zei: 'Uiteindelijk toch Job Frieszo'. Bij alle onderzoeken scoren wij beter dan RTL op punten als betrouw baarheid, stabiliteit en onafhanke lijkheid. De kijker vindt ons ook saai er, maar dat vind ik niet erg. Ze vin den RTL iets levendiger, vooral door de dubbelpresentatie. Presentatie is belangrijker geworden. Vroeger had je Fred Emmer, nu heb je Philip Fre- riks. Emmer was technisch perfect, Philip is dat niet, maar hij is veel meer een journalistieke persoonlijk heid. Hij heeft meer gezag. Philip heeft ook een haat-club, maar dat is geen probleem zolang je maar een dwingende journalistieke persoon lijkheid blijft. Dat mis ik wel een beetje bij het RTL-journaal, ook in de duopresentatie vind ik het mo menteel wat te technisch. Marga van Praag heb ik van het scherm gehaald, omdat ze als pre sentatrice niet hoger dan op een zes- plus kan eindigen, maar als verslag geefster wel. Dat maakt ze volledig waar. Een tijdje geleden stond ze op het Mercatorplein, waar zo'n beetje iedereen werd weggeslagen, behalve zij. Dat is haar grote kracht: Marga krijgt iedereen aan het praten. Ja, ook haar reportages over de gehakt bal als leidraad voor wat Europese beslissingen betekenen voor gewone burgers vond ik uitstekend. Je moet er even aan wennen, maar toen ik onlangs de banden daarvan heb la ten zien aan een groep Europese po litici begonnen ze te applaudisseren. Voor mij is alles een verhaal tot het tegendeel is bewezen. En niet: het is geen verhaal, tenzij. Dat verhaal van die lijfwacht van Klaas Bruinsma over Mabel Wisse Smit zouden wij nooit uitzenden. Voor het Journaal is zo'n verklaring niet voldoende. Eén bron is geen bron, je moet een be vestiging hebben. Ik heb wel zitten watertanden toen ik die lijfwacht op tv zag, want het is uitstekend werk van Peter R. de Vries. Maar hij maakt een ander programma, hij kan dat doen. Ik zou er niet willen werken, ook niet bij RTL. Ze maken een goed journaal, daar niet van, maar mijn collega Harm Taselaar zegt geregeld dat zijn doelgroep de 25- tot 49-jari- gen zijn. Daar valt het meeste recla megeld te halen. Commercie is niet vies, maar het is niet mijn journalis tieke sfeer. Ik voel me thuis bij de publieke om roep. Ik heb ook altijd hoofdredac teur bij de NOS willen worden, al vanaf mijn 23ste. Nu ben ik het en ik zal het hooguit een jaar of acht zijn. Hoger kan niet, dus wat moet ik straks tot mijn vijfenzestigste nog doen? Ik heb geen idee waar die am bitie vandaan komt. Ik weet wel, dat als ik bijvoorbeeld kok was gewor den, ik chef-kok had willen worden. Ik kom uit een middenstandsgezin in Middelburg, mijn vader was lood gieter. Ik ben niet opgevoed met de instelling dat je altijd moet stre ven het hoogst in de hiërarchie te komen. En nie mand in de fa milie of vrien denkring had iets met journa listiek te maken. Op de HBS wist ik niet wat ik wilde worden en heb de School voor de Journalistiek gepro beerd, maar ik werd uitgeloot. Ik was zeventien en ben toen voor acht en een halve cent per regel bij het Dag blad voor Walcheren gaan werken. Daar deed ik bijna alles. Als je werk ervaring had, werd je bij de journa listenschool automatisch toegelaten, dus op mijn achttiende ben ik naar Utrecht gegaan, dat was toen nog de enige journalistieke opleiding. Via de Provinciale Zeeuwse Courant, het Brabants Nieuwsblad en het Utrechts Nieuwsblad ben ik bij de NOS terechtgekomen. Ik was in die tijd nogal naïef in om roepland en kwam helemaal in het zwart voor de screentest. Dat zag er niet uit op beeld, maar ik ben toch aangenomen door Gerard van der Wulp, de toekomstige baas van de RVD. Ik heb een aantal jaren gepro beerd het Haagse politieke wereldje te doorgronden. Het was niet mijn levensvervulling om daar te werken, ik ben er niet voor geboren, maar ik had er wel veel gevoel voor en inte resse in. Volgens een doorgedraaide WAO'er maakte ik volledig deel uit van die wereld, omdat ik het 'Haag se' gezicht van het Journaal was. Die man dacht dat de hele politiek het op hem gemunt had, ik dus ook en hij heeft mij toen een mes in mijn rug gestoken. Hij is heel snel daarna opgepakt en dat nam een belangrijk deel van de dreiging bij mij weg. Ik wist ook vrijwel meteen al dat ik de regie van mijn leven niet aan een an der, de dader, wilde geven. Ik had de boel snel weer op een rijtje, ik heb geen moment gedacht dat het fataal zou aflopen. Maar bij de moord op Fortuyn had ik wel voor het eerst een schrikreac tie. Toen realiseerde ik me hoe dun de lijn is tus sen pech en geluk." Geboren: 1955 in Middelburg Getrouwd, drie kinderen van 11, 13 en 16 jaar 1976: Diploma School voor de Journalistiek in Utrecht 1977: Redacteur Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) 1978: Politiek redacteur Brabants Nieuwsblad 1984: Chef nieuwsdienst en chef Opinie Utrechts Nieuwsblad 1988: Parlementair redacteur NOS-Journaal 1992: Redactiechef NOS-Journaal 1997: Adjunct-hoofdredacteur NOS-Journaal 2002-heden: Hoofdredacteur NOS-Journaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 35