WETENSCHAP Biopsycholoog De Jongh: Vrees erger dan angst 'Soft Wall' wapen tegen crashende vliegtuigkapers Elektronisch papie met bewegend beel Het nationaal-socialisme in de archeologie Slangachtige robot spoc slachtoffers aardbeving HDC297 WOENSDAG 8 OKTOBER 20( door Helma van den Berg Vader Cats had het toch aan het verkeerde eind. Een mens lijdt niet het meest van het lijden dat hij vreest. Maar vooral van de vrees zelf. De Utrechtse biopsycholoog Reinoud de Jongh (28) weet dat vrees, ergens acuut bang voor zijn, erger en anders is dan angst voor een mogelijke nare gebeurtenis. De hersenen werken dan verschillend. Bij het ontwikkelen van nieuwe medicijnen tegen angststoornissen moet hiermee rekening worden gehouden. De Jongh (28) promoveerde in Utrecht op zijn onderzoek Vrees versus Angst. Tot dusver waren er slechts aanwijzingen dat angst en vrees anders wordt ervaren. Het onderzoek van De Jongh, gro tendeels onder ratten van wie de hersenfunctie veel overeenkomst met die van de mens, bevestigt dit nu voor het eerst. Het verschil tussen vrees en angst is het gevolg van de oorzaak, zegt De Jongh: „Je bent bang wanneer je tegenover een roofdier staat. En angstig wanneer je vermoedt dat een beer of leeuw in de buurt is. Vrees is dus anders, maar beiden gevoelens kunnen heel nuttig zijn." Bij vrees, ergens bang voor zijn, maakt het lichaam zich Waar om te vluchten of op een andere manier acuut en ade quaat te kunnen reageren. Er komt adrenaline vrij, de hartslag ver snelt en alles wat niet belangrijk is om te vluchten of te vechten wordt op een laag pitje gezet. Zo stopt het verteren van voedsel. Bij angst reageren mens en dier minder heftig, maar ook alert. De Jongh: „Een dier verkent dan voorzichtig de omgeving, om te zien of en waar een roofdier zit en welke vluchtweg er is. Het verschil in reactie is ook te zien in de hersenen. Bij vrees zijn grotendeels andere delen van de hersenen actief dan bij angst. Voor een gezond mens aardig om te weten, maar voor mensen die lijden aan extreme angststoornissen en fobieën kan dit inzicht in de toekomst leiden tot meer effectieve medicijnen. Een op de tien Nederlanders krijgt op enig moment in zijn leven te maken met een angststoornis en daarmee is het de meest voorko mende psychiatrische ziekte. Er zijn medicijnen, zogenoemde angstremmers- of dempers, op de markt. Maar een derde deel van de patiënten heeft er geen baat bij. De Jongh: „Door onderscheid te maken tussen vrees en angst en nu we meer weten hoe de hersenen daarbij werken, kun je betere stoffen ontwikkelen die de manco's opheffen en de hersenen weer normaal laten functioneren." Inmiddels zijn modellen ontwikkeld om te laten zien hoe mensen en dieren op angst en vrees reageren en wat er dan in de hersenen gebeurt. Opmerkelijk daarbij is ook dat mensen aanzienlijk harder schrikken wanneer zij toch al gespannen zijn: „Bij hetzelfde on aangenaam harde geluid schrikken mensen wel uit hun slaap op. Maar de schrikreactie is veel heftiger wanneer mensen in het aar dedonker lopen en zich toch al niet op hun gemak voelen." Waarom de ene persoon angstig en de ander meer luchthartig van aard is. En waarom 'gezonde' angst zo uit de hand kan lopen dat het ziekelijk wordt, heeft De Jongh niet onderzocht. Tot dusver gaan medici er van uit dat deze aanleg vooral genetisch is bepaald. Temeer omdat angststoornissen in de ene familie meer voorkomt dan in een andere. Angst wordt ook veroorzaakt door ervaringen. Na een ernstig on geluk of een aanslag reageert een mens bijvoorbeeld anders op ge beurtenissen dan daarvoor. door Ron Buitenhuis Bij de TU in Delft wordt gewerkt aan het SafAS-systeem waardoor het voor vliegtuigen onmogelijk wordt bepaalde gebieden in te vliegen. Via zogenaamde 'soft walls' kunnen strategische ge bouwen zoals het Pentagon of wijken zoals Manhattan be schermd worden tegen crashen de vliegtuigkapers. Op papier ziet het er eenvoudig uit. Plaats in elk vliegtuig een database met de geografische coördinaten van gebouwen of gebieden die van strategisch belang zijn. Via de satellieten van het Global Positioning Sys tem (GPS) en honderden ba kens op de grond is vrij nauw keurig vast te stellen waar op aarde een vliegtuig zich be vindt. Nadert zo n vliegtuig de ingege ven coördinaten van een ge bouw of gebied waar virtuele 'soft walls' omheen zijn ge bouwd, dan neemt op een be paald moment een computer de besturing van het vliegtuig over. Al stuurt de piloot zijn kist nog zo stug naar links, SafAS zorgt er voor dat het vliegtuig naar rechts afbuigt en zo blijft het verboden gebied onbereik baar. Met andere woorden, de vlieg tuigkapers die in september 2001 de beide WTC-torens bin nenvlogen, hadden met SafAS geen schijn van kans gemaakt. SafAS staat voor Safety Aug mentation System, een veilig heidssysteem dat gaandeweg zijn invloed opbouwt. Het sys teem is bedacht en uitgewerkt door Max Mulder, Dick Brou wer en Frederik Grootendorst van de lucht- en ruimtevaartfa culteit van de TU Delft. De Egyptische zelfmoordpiloot die in 1999 zijn vliegtuig opzettelijk de oceaan bij Boston invloog en de^VTC-aanslagen in New York waren min of meer de aanlei- ding. Toch benadrukken de weten schappers dat het verijdelen van vliegtuigcrashes niet het primaire toepassingsdoel van SafAS is. Het systeem, dat nog in zijn proeffase zit, zou in eer ste plaats de capaciteit van het aantal vliegtuigen in de lucht moeten vergroten. Want je kunt met behulp van SafAS ook denkbeeldige vliegtunnels (cor ridors) door de lucht maken, die een stuk dichter bij elkaar liggen dan de huidige vliegrou tes. De vraag naar meer capaci teit in de lucht is urgent. Nu al beyinden zich rond 12.00 uur dagelijks zo'n 2800 vliegtuigen boven West-Europa in de lucht De TU Delft werkt hard aan een systeem waardoor vliegtuigen bepaalde gebieden niet kunnen binnenvliegen. Foto: GPD en dat aantal zal naar verwach ting de komende tien jaar ver dubbelen. Een derde toepassing van SafAS is dat meerdere vliegtuigen ge lijktijdig kunnen landen op vliegvelden waar twee of meer landingsbanen parallel naast el kaar lopen, zoals in Frankfurt en Chicago. Nu moeten de toe stellen nog om en om landen. Nog een toepassing van SafAS is dat de coördinaten van ge bergten en allerlei hoge torens in de database kunnen worden gezet, wat de kans op een bot sing verkleint. Hoe werkt het systeem? Brou wer: „Eén nautische mijl (1852 meter) voordat een vliegtuig de grens van een verboden gebied bereikt, krijgt de piloot een sig naal, er verschijnt een kaartje van het betreffende gebied op het navigatiedisplay en het sys teem toont over hoeveel secon den SafAS de besturing over neemt. Vliegt de piloot toch door dan zal hij steeds meer te gendruk in zijn stuur knuppel voelen." Onderwijl berekent SafAS, af hankelijk van de snelheid en de aanvlieghoek, hoe scherp de bocht is die het vliegtuig moet maken om.buiten het verboden gebied te blijven. Op een be paald punt draait het vliegtuig naar links of naar rechts weg van de zogenaamde soft wall' met ongeveer 1,5 G-kracht, wat voor passagiers overeenkomt met het gevoel datje krijgt in een steile achtbaan. „Bij de universiteit van Berkeley in Califomië wordt aan een ver gelijkbaar systeem gewerkt, met als belangrijkste verschil dat het Amerikaanse systeem de bestu ring in één klap overneemt. Bij SalAS zit er nog een fase tussen, waarbij de piloot in zijn stuur- knuppel steeds meer tegendruk ervaart. Hij vliegt dus als het ware tegen een zachte muur." Zo op het eerste oog lijkt SafAS om meerdere redenen het ei van Columbus. Maar in de praktijk is het een zeer omstre den plan. Het feit dat in bepaal de gevallen een computer de besturing overneemt is en blijft voor piloten onacceptabel. Er zijn namelijk altijd scenario's denkbaar waarbij een piloot per se over een verboden gebied - vaak zo groot als Nederland - moet kunnen vliegen. Bijvoor beeld om een hevig onweer te ontwijken of als het vliegtuig een noodlanding moet maken. Bovendien zal er altijd de vraag zijn: wat te doen als de SafAS- computer een fout maakt? Stel dat die allerlei doodnormale ge bieden of gebouwen voor ver boden zones aanziet. Moet de piloot het systeem dan kunnen uitzetten? „Nee", zegt Mulder, „in principe niet, want dat zou betekenen dat ook iedere wille keurige vliegtuigkaper de bevei liging kan omzeilen. Het is een dilemma dat zich vaker voor doet in de luchtvaart. Wat is onveiliger: een computer die in 0,1 procent van de gevallen sto ringen vertoont, of een piloot die (on) bewust afspraken over no-fly-zones aan zijn laars lapt? Als leek ben je geneigd voor de computer te kiezen, want sinds de WTC-aanslagen worden de veiligheidmaatregelen in Ame rika op een rigide manier door gevoerd. Het Witte Huis, het Pentagon en tal van andere ge bieden en gebouwen worden permanent met luchtafweerge schut bewaakt En anders dan in het recente verleden, zal nu elk vliegtuig dat bewust of per ongeluk in de no-fly-zone op duikt zonder pardon worden neergehaald. Sinds 11 september is het (Amerikaanse) veiligheidsden- ken sterk veranderd. Zo valt op de internetsite van de Berkeley - universiteit te lezen: „Natuurlijk moet een piloot de autoriteit hebben om te reageren op on verwachte weersomstandighe den, mogelijke botsingen in de lucht, brand en het uitvallen van systemen. Maar geen enkel noodgeval weegt op tegen het in gevaar brengen van grote groepen burgers op de grond. Als slimme boordcomputers (zoals SafAS, red.) het niet doen, dan zullen F16-raketten vliegtuigen uit bepaalde gebie den houden." Toch blijft de militaire verdedi ging van een strategisch ge bouw of gebied een moreel di lemma. Zijn de Amerikanen be reid een vliegtuig uit de lucht te schieten boven Washington, wetende dat de brokstukken ook talloze mensen op de grond zullen doden? Of weegt het verlies van burgerslachtof fers op, als daarmee de vernieti ging van strategische en/of symbolische gebouwen als het Witte Huis wordt verijdeld? Honderd procent beveiligen blijft trouwens een utopie. Nieuwe systemen kunnen het kwaadwillende kapers wel moeilijker maken, maar niet onmogelijk. Vliegtuigen die vol ledig vanaf een grondstation worden bestuurd bestaan ook nu al, maar veiligheidsexperts zijn zelfs beducht dat terroris ten de noodzakelijke radiosig nalen storen of zelfs 'kapen'. Soft Walls en SafAS zullen niet van vandaag op morgen wor den geïmplementeerd, ener zijds vanwege de kosten die er mee gemoeid zijn, (zo'n een procent van de aanschafprijs van een vliegtuig), anderzijds vanwege de vele bureaucrati sche hobbels die moeten wor den genomen. „Maar de ont wikkelingen zijn niet te stop pen". meent Mulder. „Syste men als SafAS zullen de lucht vaart beter en veiliger maken." door Martijn Hover Wetenschappers van het Philips NatLab in Eindhoven zijn erin ge slaagd een vorm van 'elektro nisch papier' te ontwikkelen die het weergeven van videobeelden mogelijk maakt. De uitvinding kan een revolutie in de uitge verswereld teweegbrengen. De uitvinding is voor liefheb bers van de avonturen van to venaarsleerling Harry Potter niets nieuws. Het tovenaars dagblad De Ochtendprofeet plaatst immers beweeglijke fo to's bij zijn artikelen. De weten schappers van het NatLab heb ben deze vorm van tovenarij echter langs elektronische weg weten te bewerkstelligen, waar door meer alledaagse dagbla den straks net zo levendig geïl lustreerd zullen kunnen wor den. De nieuwe Philipstechnologie kan worden gebruikt voor zoge naamde 'reflectieve displays'. Dat wil zeggen dat ze niet 'van binnenuit' worden verlicht, maar hun helderheid ontlenen aan het licht dat erop valt. De beste 'reflectieve display' is op het ogenblik bedrukt papier. Volgens Philips biedt de nieuwe technologie een mate van con trast die 'die van papier bena dert'. De nieuwe Philips-uitvinding is gebaseerd op een principe dat 'electrowetüng' heet, letterlijk vertaald zoiets als 'elektronisch natmaken'. De onderzoekers van het NatLab is het gelukt om pixels ('beeldpunten') te maken die van boven naar beneden bestaan uit een witte onderlaag, een doorzichtige elektrode, een waterafstotend isolatielaagje, een laagje gekleurde olie en een laagje water. Het waterafsto tend laagje zorgt ervoor dat de olie zich over het hele opper vlak verspreidt. Als een elektrisch stroompje naar dat laagje wordt gestuurd, verliest het echter zijn wateraf stotende karakter. Als gevolg daarvan duwt het water het olielaagje opzij en wordt de wit te onderlaag zichtbaar. Omdat de pixel erg klein is, ziet iemand die ernaar kijkt alleen de ge middelde lichtweerkaatsing, waardoor het beeldpuntje van gekleurd naar wit lijkt te veran deren. Door met verschillende olielaagjes in één en dezelfde pixel te werken, is het mogelijk om verschillende kleuren te voorschijn te toveren. Doordat de pixels zeer snel van kleur kunnen verschieten, is de Een medewerker van het I NatLab werkt aan de techi van electro-wetting. Foto: technologie in principe b baar voor het weergeven bewegende beelden, mei uitvinders in het weekbla ture. Dat betekent dat 'el nisch papier' kan worder bruikt voor het weergeve videobeelden. Volgens NatLab-woordvi Koen Joosse zal het 'nog een paar jaar' duren voor uitvinding als kant-en-klr product op de markt zal schijnen. Wel hoopt Phili gin volgend jaar het eerst 'elektronische boek' op d markt te brengen dat gel is op een samen met het kaanse bedrijf E-Ink om principe dat bestaat uit waarin een bolletje inkt invloed van een elektrisi stroompje naar de oppei wordt gedreven. „Het E-Ink-principe hee; voordeel dat je maar éénln een stroompje hoeft toe gen om een beeldpunt v in zwart te veranderen. I stand blijft het vervolgen^ zelf staan. Dat maakt hetr energiezuinig", aldus Jo<y( „Een nadeel is dat het erp werkt, waardoor het zichS leent voor video-toepassfj! Het is daardoor eigenlijk^, geschikt voor het weergq>r van tekst. Dat nadeel kaïF den ondervangen door fl* displays te combineren 4. electrowetting." bc Om echt 'elektronisch pF te maken moet de technr worden aangebracht op i flexibele, plastic onderlag Hoewel daaraan hard wij"- werkt, zijn op dat gebiedg veel obstakels te overwip, erkent Joosse. De NatLafcti man vermoedt dat de uiij ding om te beginnen vot^ meer traditionele displap.' worden toegepast, zoals?* beeldschermpjes van m^1,. telefoons en in laptop-c^ ters. lei Japanse onderzoekers hebben een slangachtige robot ontwik keld die in staat is zich een weg te banen door hopen puin. Op deze manier hopen de makers ervan sneller overlevenden van aardbevingen te vinden. Dat meldde de Japanse professor Matsuno vorige week. Matsuno, verbonden aan de universiteit van Tokyo, zegt dat het apparaaat door nauwe doorgangen past en vanwege het verdeelde lage gewicht is de kans klein dat de slang een tweede instorting veroorzaakt. De robot is uitgerust met een camera en wordt op afstand be stuurd. De met rupsbanden uitjy, de robot, bijgenaamd K«ei gemakkelijk te transporren Dat is belangrijk, omdatjj? aardbevingen de overleg zo snel mogelijk moeten den gevonden. Na 72 ui de overlevingskansen v slachtoffers onder het p snel, vooral door uitdro In Japan en andere Azia landen staan veel gebot met een houten constn instorting is er daardoo der doorgangsruimte d< stenen gebouwen. De r< dan ook speciaal voor d sche landen ontworper door Marcel Hulspas Zoeken naar de oorsprong van hefNederlandse volk en het Nederlands 'eigene'. Het thema van de archeologie rond 1900 past naadloos in het nationaal- socialistische gedachtengoed. De Leidse hoogleraar vader landse geschiedenis Petrus Blok (1855-1929) maakte in zijn achtdelige Geschiedenis van het Nederlandse volk een scherpe grens om aan te geven wajir die geschiedenis in zijn ogen begon. Het Nederlandse volk, aldus Blok, stamde af van de Friezen, Franken en Saksen, de .volken die na de val van het Romeinse Rijk (476) de Lage Landen bewoonden. Eerdere inwoners waren volgens hem in derjpist der geschiedenis ver dwenen. De prehistorische bewoners waren verjaagd door de Kelten en die waren op hun beurt weer verdrongen door zwervende Germanen - niet veel meer dan 'halve of geheele barbaren, naar het uiterlijke zooweFaJs naar het innerlijke'. Ook die Germa nen waren - op een paar graf heuvels 7^ - verdwenen. De Nederlander, schreef Blok, was geen Germaan maar een men geling van Fries, Frank en Saks. Bloks opvattingen zouden de tand des tijds niet doorstaan. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw raakten archeo logen ervan overtuigd dat de Franken en Saksen hier slechts heersers waren geweest en dat de huidige Nederlandse bevol king wel degelijk afstamde van de prehistorische bewoners van ons land - inclusief de Germa nen. Deze ommezwaai, consta teert Martijn Eickhoff in zijn proefschrift De oorsprong van het eigene, zorgde ervoor dat de waardering voor het Ger maanse 'ras' en de Germaanse cultuur in die jaren niet beperkt bleef tot het kleine clubje natio- naal-socialistische prehiistorici. Ook de gevestigde namen in de Nederlandse archeologie toon den zich gevoelig voor deze hy pothese. Echt problematisch was slechts de aantasting van de academische vrijheid bij de oosterburen. Na de machtsovername door de nazi's in 1933 werd de Duit se archeologie 'gelijkgescha keld': alle organisaties kwamen onder nazi-leiding te staan. Bo vendien bleek dat de machtige politiechef en SS-leider Himm- ler grote interesse had voor de raciale fantasieën van de volks kundige Wirth. Deze werd door historici als een fantast afge schilderd maar Himmler maak te hem tot directeur van het studiegenootschap voor gees tesgeschiedenis, Deutsches Ahnenerbe. Himmler, die zijn Gesellschaft graag erkend zag door de wetenschappelijke eli te, had echter "al snel in de ga ten dat niemand met Wirth wil de samenwerken. Wirth werd uit Ahnenerbe gemanoeu vreerd. De organisatie wist in de loop der jaren steeds meer archeolo gen en volkskundigen aan zich te binden. Na de verovering van Nederland ging het genoot schap ook in ons land op zoek naar gelijkgestemde archeolo gen. De oogst was echter bui tengewoon mager vanwege een algehele afkeer van samenwer ken met de bezetter. De meest vooraanstaande Ne derlandse archeoloog, de Gro ningse hoogleraar Van Giffen wees om die reden elke samen werking consequent af. Ook Van Wijngaarden, directeur van het Leidse Rijksmuseum van Oudheden, wist de Duitsers buiten de deur te houden. De enige archeoloog die zich be reid toonde om zich in te zetten voor de Nieuwe Orde was F.C. Bursch, de eerste directeur van de Rijkscommissie voor Oud heidkundig Bodemonderzoek. De vertegenwoordigers van Ahnenerbe aarzelden echter. Bursch had bij lange na niet de statuur van Van Giffen. Boven dien behoorde hij tot de klas siek georiënteerde 'Leidse school'. Men ging liever in zee met Van Giffens natuurweten schappelijk georiënteerde 'Gro ningse school'. Deze gaf niet thuis, terwijl Bursch zich al snel ontpopte als een overtuigd na- tionaal-socialist. Zo verleende hij actieve steun aan de tentoonstelling Wat aar de bewaarde, waarin de oude Germanen en hun diepzinnige symbolentaal werden verheer lijkt. In de begeleidende film, Eeuwig levende tekens, kon men zien hoe Brusch tijdens veldwerk een scherf aangereikt krijgt waarop, o wonder, een hakenkruis is gekrast. Bursch had gehoopt dat hij als directeur van het ROB de Ne derlandse archeologie naar zijn hand kon zetten. Erkenning vond hij echter slechts tijdens een lezingentournee door Duitsland begin 1943. Kort daarop volgde een uitnodiging van Ahnenerbe om opgravin gen te doen aan een grafheuvel in de buurt van de Russische stad Dnjepropetrovsk. De op graving moest worden afgebro ken omdat het Rode Leger na derbij kwam. In 1944 kreeg Van Giffen een gewoon hoogleraarschap aan geboden in Groningen. Voor waarde was dat hij zijn benoe ming aan de Universiteit van Amsterdam als bijzonder hoog leraar pre- en protohistorische archeologie liet schieten. Van Giffen mocht advies geven over zijn opvolger aldaar. Alles pri ma, als Bursch het maar niet wordt, luidde kort gezegd zijn oordeel. Zijn advies werd echter in de wind geslagen. Veel heeft Brusch aan de UvA niet kunnen doen; hij gaf een paar keer college waarbij slechts een handjevol studen F.C. Bursch (rechts) geeft uitleg tijdens een zomerkamp voor journalisten in 1941. Foto: GPD ten kwam opdagen. Hij had zijn lot te nauw verbonden met dat van het Derde Rijk. Toen op 5 september 1944 ('dolle dins dag') het gerucht ging dat de geallieerden Nederland binnen trokken, was dat het begin van een chaotische vlucht die via Bremen, Hengelo en Hooge- veen eindigde in Freiburg. Daar werd hij op 16 mei 1946 gear resteerd en op transport gesteld naar Nederland. Bij zijn proces voor het Bijzon der Gerechtshof in Den Haag werd hij op 1 maart 1948 tot vijf jaar internering veroordeeld. Een paar maanden later werd hij echter alweer voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Hij had zich inmiddels bekeerd tot het ka tholicisme. Het was de slimme Vaity; die zich na de oorlog kd leren als de leider van derlandse archeologie, weg, schrijft Eickhoff ii proefschrift, verdwenei de publicaties de verwijf naar zaken als ras en vc zodat een zuiver cultuu sche archeologie ontstl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 12