Vloeken in de linkse kerk Arie van der Zwan: 'Socialisme is geen liefdadigheid' De integratie van allochtonen is volledig mislukt, zei Arie van der Zwan (68) deze week voor een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer. Tien jaar geleden had hij er al voor gewaarschuwd. „Maar ik wil niet het miskende genie uithangen." De voormalig nieuwlinkser, oud-topman van Vendex en nu zelfstandig adviseur, is een man met zeer uitgesproken ideeën over integratie. „De integratie van 2,5 miljoen allochtonen is hét grote probleem van Nederland voor de komende 25 jaar." door Dick Hofland Arie van der Zwan: „Mensen stemmen uit egoïstische motieven: word ik er beter van als ik op die of die partij stem? Niet: wordt Nederland er beter van, hebben we er met z'n allen baat bij? Het maatschappelijk belang telt niet meer." Foto: GPD/Harmen de Jong IA/emoetennutochechteens mm Wm gaan nadenken over ge- mm boortebeperking bij alloch tonen. Dat klinkt misschien hard, maar het is hoog tijd. We hebben het hier over een enorme groep die de onderklasse van de sa menleving vormt. Het zijn veelal mensen zonder baan of met slecht betaald werk. Ik denk aan het stoppen van de kinderbijslag na het tweede kind. Die gezinnen worden daar zelf ook beter van. De bestedingsmoge lijkheid per hoofd wordt groter en ouders krijgen meer aandacht voor hun kinderen. Nu is het nog altijd zo dat de oudste kinde ren de jongsten opvoeden en dat is niet goed. Ouders moeten kinderen opvoeden, ook door zichzelf te ontwikkelen. Ze moeten ervoor zorgen dat hun kinderen het beter krijgen dan zijzelf. Ik weet het, dit soort op vattingen is moeilijk bespreekbaar. Maar als je wilt dat de ruim twee en een half miljoen allochtonen die hier over enkele jaren zullen wonen ook daadwerkelijk integreren, is dit de enige manier: eisen stellen: rechten maar ook plichten zoals voor iedereen. Op alle ge bieden, dus ook bij scholing. Klinkt dat vreemd uit de mond van een soci alist? Waarom? De kern van het socialisme is dat je niet uit bent op eigen belang, maar dat het maatschappelijk belang telt. Daar hoort prestatievermogen bij. Ik streef naar een rechtvaardige samenleving en daarvoor is integratie van minderheden essentieel. Ik ken de clichés: als je arm bent, is het logisch dat je socialist bent, want dan heb je er al leen maar voordeel van. Maar als je eenmaal een goed inkomen hebt, of rijk bent, dan kun je geen socialist meer zijn. Die gedachte dateert nog uit de jaren vijftig; als je onder de ziekenfondsgrens zat was je links, als je er boven zat was je rechts. Dat is allang niet meer aan de orde, want het slaat natuurlijk nergens op. Je kunt net zo goed voor een rechtvaardige samenleving zijn als je het be ter hebt. Zou ik mezelf nu ineens moeten verloochenen, omdat ik zie welke prettige kanten er zitten aan een goed inkomen? Een overtuiging krijg je niet door je opvoeding of door je omgeving, een overtuiging komt van binnen uit. Mijn inkomen noch mijn werk verandert daar iets aan. Ik zal blijven streven naar gelijke kansen voor iedereen. Gelijke inkomens? Nou, dat principe spreekt me wel aan, maar is uiteindelijk toch de dood in de pot. Socialisme is geen liefdadig heid. Ook in een socialistische maatschappij moeten er prikkels zijn. Mensen moeten een drive hebben, een stimulans om zich te ont wikkelen, zich in te zetten. Dan denk ik in de eerste plaats aan het vergaren van kennis, aan je dienstbaar maken voor de samenle ving, maar het kan zeker ook geld zijn, of beide. Ik geniet van mijn mooie inkomen, laat daar geen misverstand over zijn. Maar ik weet dat velen het niet zo goed hebben als ik en daar probeer ik op mijn manier verande ring in te brengen. Ik verzet me tegen de enorme inkomensver schillen die er momenteel zijn. Het is hemel schreiend en dan heb ik het niet alleen over mensen als Moberg van Ahold. Topmana gers zijn de afgelopen jaren idiote salarissen gaan verdienen. Ik vind het niet alleen mo reel verwerpelijk, maar het is zeer schadelijk voor de samenleving. De-nivellering van de inkomens werkt ontwrichtend voor een maatschappij. In de jaren vijftig hebben we een nivellering gehad, het verschil tussen arm en rijk werd minder en dat heeft ons de cennia lang goed gedaan. Mensen hadden een perspectief, er was niet of nauwelijks af gunst, er was een grote saamhorigheid. De economische groei is nog nooit zó hoog ge weest. Nu zie je dat het egoïsme overheer send is. Mensen stemmen ook uit egoïsti sche motieven: word ik er beter van als ik op die of die partij stem? Niet: wWordt Neder land er beter van, hebben we er met z'n al len baat bij? Het aatschappelijk belang telt niet meer. Cynisme Wat voor anderen het geloof is, is voor mij de politiek. Het is een punt waar je steeds naar terugkeert, een innerlijke zekerheid. Ik ben van een generatie waarvoor politiek van een andere orde is dan voor de huidige ge neratie. Ik zie het ook bij mijn drie kinderen. Ze hangen het rechtvaardigheidsidee nog wel aan, maar de politiek spreekt ze niet zo aan. Dat vind ik een groot verlies. Mijn gene ratie verwachtte dat we naar een betere maatschappij zouden gaan, met een veel idealistischer inslag. Ik kan me ook geen le ven zonder politieke overtuiging voorstellen. Dat is een maatschappelijke maar ook een levensbeschouwelijke keuze, want het be paalt hoe je naar de dingen kijkt. Zal dat ooit weer terugkeren, dat vertrouwen in de poli tiek? We zijn zo cynisch tegenwoordig. Het lijkt op de jaren dertig. Ik vraag me wel eens af of er, net als destijds de Tweede Wereld oorlog, een nieuwe catastrofe nodig is om mensen het besef bij te brengen dat politiek zich niet verdraagt met cynisme. Ik vind het een taak voor de PvdA om het idealisme levend te houden. Daarmee kun je 'In 2020 zullen er 2,6 miljoen mensen van niet-Westerse origine in Nederland wonen. Hoe integreren die mensen? Dat wordt de komende 25 jaar hét grote inter ne probleem van Nederland. Dan is het toch niet zo gek om voor geboortebeperking te pleiten?' Foto: Archief/Franco Gori mensen aanspreken. Ik weet het, belangen spelen ook een rol in de politiek, maar het slaat momenteel door naar de andere kant. Is de politieke wil er eigenlijk wel om het in tegratie-probleem nu wél aan te pakken? Be gin jaren negentig was die er niet en we heb ben gezien waar dat toe heeft geleid: het is mis gegaan. Zeker, ik heb daar begin jaren negentig voor gewaarschuwd, maar ik wil hier niet het miskende genie uithangen. Bij de eerste generatie heeft men gedacht: 'La ten we die mensen nou maar met rust laten, niet moeilijk doen over onderwijs en inte gratie, we zetten in op de tweede generatie en dan komt het voor elkaar. Niet dus. Het is een gesloten en weinig ontwikkelde gemeen schap. Ik wil de boel niet scheef trekken - er is ook een allochtone middenklasse die zich wel ontplooit - maar dat is hooguit een der de. Kijk je naar de grote steden, dan blijft de economische groei daar achter. Zeker in Rotterdam. Veel investeerders mijden die stad, omdat ruwweg de helft van de inwo ners ongeschoold is. Dat is niet gunstig voor de arbeidsmarkt Integratie, in dit geval mis lukte integratie, werkt op een heleboel ter reinen door. Als je als overheid geen eisen stelt waar minimaal aan voldaan moet wor den, neem je die mensen niet serieus. Dan geef je te kennen dat je geen verwachtingen van ze hebt en veroordeel je ze tot achter blijven. Ondertussen is de omvang van de achterblij vers en van hun achterstand groot. Onder meer door gezinshereniging en partnerkeuze is het aantal van 75.000 in 1972 gegroeid tot ruim een half miljoen midden jaren negen tig. In 2020 zullen er 2,6 miljoen mensen van niet-Westerse origine in Nederland wonen. Hoe integreren die mensen? Dat wordt de komende 25 jaar hét grote interne probleem van Nederland. Dan is het toch niet zo gek om voor geboortebeperking te pleiten. Kijk naar de provincie Brabant in de jaren vijftig. Dat was de armste provincie, omdat er voor namelijk grote gezinnen leefden. Sinds daar een eind aan is gekomen, is het met Brabant almaar beter gegaan. Nu is het zelfs een boo ming province, bedrijven staan te popelen om zich er te vestigen. Het CDA zal het ver moedelijk niet willen, maar het is nu tijd voor politieke moed. Nee, nee, ik bedoel niet dat er mensen als Nawijn moeten opstaan. Hij trad op als een blind paard. Bovendien was er toen net een electorale ontploffing geweest, waardoor iederéén op die positie de dingen had kunnen roepen die hij riep. Daar was toen geen enkele politieke moed meer voor nodig. Getest Het derde kabinet-Lubbers en het eerste ka binet-Kok hebben de kans gehad die je mis schien eens in de twintig jaar krijgt. Het kon economisch niet op, zelfs mensen die altijd als onbemiddelbaar waren beschouwd, von den werk. Dat is het klimaat waarin allochto nen perfect hadden kunnen integreren. Ik vraag me nog steeds af waarom Kok, in zijn positie, daar niets aan heeft gedaan. Ik weet het antwoord niet, maar het lijkt of hij er geen enkele affiniteit mee had. Ik denk niet dat het de angst is geweest om in de eigen gelederen voor racist te worden uitgemaakt. Eerder onverschilligheid: zolang we er niet echt last van hebben.. Maar die last komt la ter wél. Als Kok de problemen van de inte gratie had aangekaart, was er volgens mij. een zucht van verlichting door Nederland gegaan. Nu spreekt een zeer groot deel van de al lochtonen nog niet eens Nederlands, zelfs bij de tweede en derde generatie. Er is vrij recent een onderzoek geweest dat weinig aandacht heeft gehad, maar waarbij 15-jari- gen uit alle OECD-landen zijn getest op taal en wiskunde. Nederland scoorde daar als to taal lang niet slecht, maar uitgesplitst naar allochtonen bleek dat zij slecht scoorden. Twintig procent van de Turkse en Marok kaanse leerlingen voldeden niet aan de mi nimumeisen. Dat is een ernstige handicap, want het houdt je af van het vergaren van verdere kennis en inzicht. Bovendien be heerst deze generatie de taal van hun voor ouders niet meer, dus ook via die weg kun nen ze de achterstand niet inhalen. Het ge volg is dat ook deze generatie ongeschoold werk krijgt of helemaal geen werk en een nieuwe, zeer grote onderklasse zal worden. Ik verwacht dat Wouter Bos, mede gedwon gen door de omstandigheden, minder risico mijdend gedrag zal vertonen als het om inte gratie gaat. Ook al is dat voor de PvdA vloe ken in de kerk. Ik ben dat gewend, ik doe niet anders. Ik heb altijd de positie ingeno men van een redelijke vrijmoedigheid, heb me altijd onafhankelijk opgesteld. Ik moet er niet aan denken dat ik in een gekozen posi tie had gezeten. Dat had niet lang geduurd, want dan kun je niet meer zeggen wat je vind. Ik ben ook niet primair trouw aan een partij, ik ben een lid geweest van de PvdA. Ik ben trouw aan mijn socialistische overtui ging. Dat is mijn lotsbestemming. Toen ik in de directie van Vendex zitting nam, meen den veel mensen te weten dat ik rechts was geworden. Als je de lijst van mijn functies in het bedrijfsleven bekijkt, dan moet ik wel héél rechts zijn geworden, hè. Geloof in jezelf Ik vind datje de wereld moet leren kennen, moet onderzoeken. Een mens heeft moge lijkheden in het leven en die moet je benut ten. Ik sluit me niet op in één milieu, maar wel in één opvatting. Het uitoefenen van een beroep heeft mijn leven altijd verrijkt, mijn inzichten verdiept, maar dat wil niet zeggen dat daarvoor mijn opvattingen heb afgezwo ren. Terwille van zo'n baan? De aanvallen op mijn ideeën, de afgunst van mensen die vin den dat ik het als socialist financieel niet goed mag hebben, die hebben mij nooit aangesproken. Een zeker geloof in jezelf moet je hebben, al moet je wel kritisch blij ven. Je moet in jezelf afwegingen blijven ma ken. Zolang ik maar weet dat ik mezelf trouw ben gebleven, is het goed. Het is niet gebruikelijk. Veel kinderen uit een arbeidersgezin die maatschappelijk zijn op geklommen willen niets meer met dat verle den te maken hebben. Ze schamen zich er voor. Ik niet. Ik kom uit een vissersfamilie. Uit Scheveningen. Dat zal niemand verba zen als je Van der Zwan heet, en dan ook nog eens Arie. Mijn vader was visboer. Wij waren thuis met zes kinderen. Wij zij niet rijk opgevoed. Het was geen ontwikkeld ge zin, maar toch werd er gelezen, bijvoorbeeld het linkse Vrij Nederland. Het is opmerkelijk dat alle zes kinderen linkse opvattingen heb ben en op linkse partijen stemmen, terwijl we niet socialistisch zijn opgevoed. Mijn ou ders hebben wel altijd duidelijk gemaakt hoe belangrijk sociale rechtvaardigheid is. Dat heb ik ook altijd willen uitdragen. Van jongs- af aan eigenlijk. Die overtuiging is het be langrijkste houvast in mijn leven. Op de middelbare school, hbs, was ik al veel met politiek bezig, op de universiteit in Rotter dam heb ik met enkele anderen de ter ziele gegane studentenvereniging Politeia nieuw leven ingeblazen. Dat was dé socialistische studentenvereniging in Nederland. Maar ik was tegelijk lid van het studentencorps en dat was in die tijd nogal ongebruikelijk als-je uit een arbeidersmilieu kwam. Goed be schouwd ben ik mijn hele leven een non conformist geweest."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 6