Het is gewoon weer lékker als je een schop op je kuit krijgt'
i
1
Demarreert iedereen
nee met de KNWU?
SPORT
Voor schermer Bas Verwijlen is niets onmogelijk
S2
y
f
UVS - Excelsior 20
Zondag 14.00 uur
an
3
HDC 982
zaterdag 4 oktober 2oo3
j'yS'er Jungschlager wil na langdurig blessureleed de 'echte Michel' laten zien
hel Jungschlager: „Het is mijn lievelingstijdverdrijf, ik kan me
I Ivoorstellen dat ik niet meer kan voetballen." Foto: Mark Lamers
door Anton Diedrich
leiden - Eindelijk komt hij weer
aan voetballen toe. Michel Jung
schlager gaat zijn derde seizoen
in als speler van UVS, maar de
spits heeft heel vorig seizoen ge
mist. Een jaar blessureleed is ten
einde. „Het is gewoon weer lek
ker als ik op mijn kuit wordt ge
schopt. Niet te hard, dan."
Jungschlager, afkomstig van
Quick uit Den Haag, speelde
het jaar dat UVS in de in de
hoofdklasse uitkwam bijna alle
wedstrijden. „Ik had toen al last
van mijn enkel. Aan het einde
van dat seizoen heb ik me toch
maar laten opereren. Rond de
winterstop was ik fit, en in de
allereerste wedstrijd, thuis te
gen WSB, scheurde ik mijn
kruisband af. Ik verstapte me
gewoon, er was niemand in de
buurt. Maar ik wist meteen: dit
is foute boel. En dat was heel
zwaar, vooral omdat ik al zo
lang aan het revalideren was
geweest van die enkeloperatie.
Ik was net weer terug."
Hij trekt zijn broekspijp om
hoog: „Kijk, hier hebben ze een
stukje bot weggehaald, zodat ze
van dóór tot dóór de nieuwe
kruisband erin konden zetten."
Jungschlager, die na zijn studie
Technische Bedrijfskunde is
gaan werken bij Kiwa in Rijs
wijk, moet even lachen: „Ik heb
de hele operatie meegekeken.
Da's best raar, door een rugge-
prik voelde ik er niets van en
leek het helemaal niet of ze in
mijn knie bezig waren. Er was
ook helemaal geen bloed of zo.
Plotseling floepte er iets voor
het scherm langs. 'Dat is je
nieuwe kruisband', zei de dok
ter."
Nu begint hij pas echt bij UVS,
zegt de tegenwoordig in Leiden
wonende Hagenaar. ,,Ik wil wat
laten zien. De échte Michel
heeft hier nog niet gespeeld.
Dat moet nog komen, maar ik
heb het gevoel dat het er wel op
gaat lijken." Hij kan weer alles
met de knie, ook al voelt dat
nog niet altijd zo. Zeker bij trai
ningen op kunstgras of als het
koud is, kan het gewricht ach
teraf behoorlijk stijf en gevoelig
zijn, vertelt hij.
Bij de Leidse eersteklasser kun
nen ze de inbreng van de spits
wel gebruiken. UVS heeft er een
ploeg voor de hoofdklasse
vindt Jungschlager. „Jonge jon
gens, een paar twintigers en
een paar oudere, ervarener spe
lers." Met zijn allen moeten ze
UVS op de rails kunnen krijgen.
De club heeft een beetje het
imago dat het altijd nét mis
gaat. In het verleden heeft UVS
vaak een voorsprong in de laat
ste minuten verspeeld, en heel
vorig seizoen is een voorbeeld
van hoe het altijd lijkt te lopen.
Jungschlager is het daar niet
mee eens. „Wij zijn gewoon
sterk. We doen bovenin mee,
en horen bij de kanshebbers. Ik
ga niet meteen roepen dat we
kampioen worden. Maar als ik
voetbal wil ik winnen. Ik wil élk
seizoen kampioen worden."
Hij is, geeft hij toe, bezeten van
het spel. En ook zijn kersverse
vriendin Wendy (25) heeft dat
na vier maanden duidelijk al
begrepen. IfAls hij niet kan
voetballen, wordt hij gek." „Ik
heb een uitlaatklep nodig", zegt
Jungschlager zelf. Ook al kijkt
hij sinds zijn blessure anders
tegen het spelletje aan. „Er is
nog meer gebeurd. De moeder
van een goede vriend is overle
den. En een voetbalmaatje van
Quick is deze zomer ook overle
den, aan leukemie. Dan ga je
nadenken over wat voetbal nou
helemaal voorstelt. Maar het is
mijn lievelingstijdverdrijf, ik
kan me niet voorstellen dat ik
niet meer kan voetballen."
Hij heeft het zich wel eens afge
vraagd, tijdens die lange blessu
reperiode. Zoals ook ploegge
noot Michael de Roode (ex-
Rijnsburgse Boys) zich dat gaat
afvragen. „Hij heeft in de aller
eerste wedstrijd van het seizoen
zijn kruisbanden gescheurd. Ik
weet wat hij doormaakt, wat
hem te wachten staat. We heb
ben het er nog niet over gehad,
daarvoor is het nog te kort gele
den. Maai' ik wil er samen met
Walter de Kievit, die heeft het
ook meegemaakt, best met hem
over praten. Wij zijn er ook
overheen gekomen."
De Roode is morgen de enige
speler die UVS mist in het duel
met Excelsior'20 uit Schiedam.
Jungschlager is er klaar voor, hij
weet wat hij heeft gemist. „Dat
je lekker over het veld rent, en
dat er de hele tijd zo'n verdedi
ger achter je aan loopt te hij
gen. Heerlijk. Het is gewoon
weer lékker als je een schop op
je kuit krijgt. Niet te hard, dan.
En de volgende dag wakker
worden met die lekkere spier
pijn, dan weet je dat je een
wedstrijd hebt gehad."
ier
ettjK moet aantonen hoe het er aan de top voor staat
8Jr Edward Swier
cht
haag/gpd Het logo van de
Nederlandsche
llren Unie (KNWU) onder-
D).g in 2003 een kleine veran-
:nl<jng. Onder het oranje
Dntje staat nu behalve de
jQjlm van de bond ook de toe-
(F<ging 'demarreert'. „Om aan
jeven waar wij als organisa-
Orrvoor willen staan", aldus de
B|id, die vorig weekeinde in
jnten het 75-jarig bestaan
|de met een Wielerfestijn.
0, jeugd kreeg in de polder de
kennis te maken met alle
rt- ^tten van de wielersport. Het
,h^wielrennen moest daarbij
icurreren met andere, meer
lende en moderne manieren
i fietsen. Trial, fietscross,
j)batiek en mountainbike
of worden (weer) populair.
24 jaar doorbrak de wieler-
I4id voor het eerst de magi-
17e grens van tienduizend li-
^tiehouders. Maar het aantal
14ite' wielrenners stijgt nau-
17|ijks. „En bij de elite is sprake
12» stagnatie", erkent bondsdi-
13teur Huub Stammes.
^bond concentreert zich na-
gikkelijk op het vergroten van
gj potentieel. Breedtesport
at op het bondsbureau in
öjerden 'even' voor topsport.
[Witter Joop Atsma: „We
ilen goed in op de verschil
de behoeften die er levén
der alle wielrenners, terwijl
lUin het verleden vaak wat ge
werd waren op de top."
Het WK wielrennen op de weg,
dat komende dinsdag in het
Canadese Hamilton begint,
moet aantonen óf wel iedereen
demarreert, hoe het er aan de
top voor staat. Een tweetal insi
ders, bondscoaches nota bene,
geven daarover hun mening.
Egon van Kessel is tijdens de
wereldtitelstrijd bondscoach
van de junioren, neo's (tot 23
jaar) én vrouwen. Hij was in het
verleden coach (en nu nog ver
trouwensman) van Michael
Boogerd. Gerrie Knetemann
heeft komende week in Hamil
ton diezelfde Boogerd en diens
elf collega's onder zijn hoede
als coach van de beroepsren
ners.
Stelling 1: Het aanbod van
klassiekers bij de amateurs
staat zwaar onder druk. Dit
hindert de opleiding van toe
komstige profs.
Egon van Kessel: „Dat het aan
tal klassiekers in Nederland af
neemt is zonder meer waar.
Maar ik geloof niet dat het de
opleiding in de weg staat. Nu
kan iedereen die een licentie
heeft, hier of daar wel rijden.
Wat meer concurrentie, meer
geknok om een plek in de klas
siekers, zou ik niet erg vinden.
Wat mij betreft mag het aanbod
van criteriums voor amateurs
wel toenemen. Het is een fabel
tje dat je alleen in de klassiekers
leert coureur te worden."
Gerrie Knetemann: „Dat koer
sen zijn afgevallen komt door
het gebrek aan sponsors én de
internationale reglementering.
Daardoor rijden renners van 19
nu soms ook met de profs. Ik
ben er zeker niet tegen dat ren
ners vroeg in het diepe worden
gegooid, maar het is natuurlijk
wel heel moeilijk voor die jonge
gasten met profs te wedijveren.
Renners moeten daardoor niet
gedemotiveerd raken."
Stelling 2: Eén grote profploeg
in Nederland is veel te weinig.
Egon van Kessel: „Er is in Ne
derland naast de Rabobank-
ploeg helemaal geen plaats
voor een tweede Trade Team 1,
momenteel nog niet. Daarvoor
zijn er op korte termijn onvol
doende Nederlandse renners
met kwaliteit. Over een jaar of
vier echter wel. Een tweede
Trade Team 2, naast BankGiro-
Loterij, zou wel wenselijk zijn.
Dan kunnen renners tussen de
22 en 25 een kans krijgen. On
der de neo's zit momenteel veel
talent, maar er is voor die jon
gens geen plek in Nederland.
Om als jonkie in het buitenland
aan de slag te kunnen, heb je
een kruiwagen nodig. Het is
dus niet zozeer zaak dat er een
tweede Rabo-ploeg bijkomt,
maar eerder een tweede Bank-
GiroLoterij-ploeg."
Gerrie Knetemann: „Ik zou er
het liefst vijf hebben. Hoe meer
zielen hoe meer vreugd. Ren
ners die niet uit de Rabo-oplei-
Michael Boogerd is volgens bondscoach Knetemann de enige die in aanmerking komt voor het kopmanschap tijdens het WK wielrennen. Foto: GPD/Cor Vos
Knetemann: „Besef dat er in het wielrennen meer renners verliezen dan winnen, dat het fantas-
is als er iemand een medaille haalt." Foto: GPD/Cor Vos
ding komen, hebben nu nau
welijks kansen. En ben je bij
Rabo om wat voor reden dan
ook uitgeboerd, dan is het voor
de meesten over en uit. Trou
wens, ik ben toch niet zo'n
voorstander van het Rabo Wie-
Ierplan. Talenten worden daar
een beetje te veel doodgeknuf
feld. Ik geloof in de stelling dat
zij die tegen de stroom inroeien
minstens zo ver kunnen ko
men."
Stelling 3: Als Leontien Zij
laard-van Moorsel stopt, ligt
het dameswielrennen op zijn
gat. De nationale vrouwense
lectie, waarin de rensters een
jaar bij elkaar bleven en niet
voor een sponsorploeg reden,
is al opgeheven.
Egon van Kessel: „Niets van
waar. Met Melchers en de zus
jes Beltman is er genoeg kwali
teit. En dat de nationale selectie
is opgeheven staat hier geheel
los van. Hebben we voor de
neo's te weinig ploegen, bij de
vrouwen zijn er veel, eigenlijk
zelfs te veel. De beste rensters
worden gelokt door die ploe
gen. Dat geldt ook voor de ta
lenten die overkomen van de
junior-vrouwen. Daardoor zit
ten in de nationale selectie niet
de allerbesten, maar krijgen ze
wel een zware druk op hun
schouders 'omdat ze de selectie
zijn'."
Gerrie Knetemann: „Ik ben een
enorme supporter van Leon
tien. Maar niemand is onmis
baar. Ook Leontien niet. Mel
chers en de Beltvrouwen (Ghita
en Chantal Beltman, red.) heb
ben al aangetoond dat ze veel
kunnen. Mijn dochter fietst en
ik zie daardoor meer dan eens
genoeg talenten rondrijden."
Stelling 4: Bij de profwedstrijd
tijdens het WK werkt slechts
het Italiaanse model: alles op
één man zetten, zoals vorig
jaar op Cipollini en dit jaar op
Bettini. Michael Boogerd ver
dient alle steun, van iedereen.
Egon van Kessel: „Boogerd ver
dient inderdaad alle steun, zon
der twijfel. Maar ik moet nog
zien of het uitpakt zoals we
graag zouden zien. Knetemann
heeft zat moeite twaalf renners
bij elkaar te krijgen. In landen
als Italië, Spanje, maar ook
Duitsland en Frankrijk zijn er
veel meer renners in de breed
te. Daar kunnen ze genoeg ster
ke coureurs opstellen. In Italië
zijn ze de laatste jaren tot een
goede verdeling gekomen. Dat
kan zelfs met gesloten porte
monnee. Cipollini vorig jaar, nu
Bettini, weer anderen in de gro
te koersen. In Hamilton wijlen
de meeste Nederlandse cou
reurs volgende week zondag
wel voor Boogerd rijden, maar
of ze het ook kunnen is een an
der verhaal."
Gerrie Knetemann: „Op basis
van zijn prestaties in onder
meer de wereldbeker, is Mi
chael Boogerd de enige die in
aanmerking komt het kopman
schap op te eisen. Hij kan op
een parcours als in Hamilton
het langste mee. Het is overi
gens niet voor het eerst dat we
met één kopman starten. En
het is ook niet zo dat alles nu
alleen om Michael draait. Je
hoopt natuurlijk altijd nog een
paar man in reserve te hebben.
Misschien voelen Bram
Schmitz en Gerben Löwik zich
na verkenning van het parcours
wel zo goed, dat we voor die
twee in de finale ook nog een
belangrijke rol hebben. En dat
er één kopman is, impliceert
niet dat anderen hun kans niet
kunnen grijpen."
Stelling 5: Tijdrijden in Neder
land raakt in het slop. Bij de
profs nemen in Hamilton geen
Nederlandse renners deel.
Egon van Kessel: „Het is uiter
mate slecht gesteld met het
tijdrijden in het Nederlandse
profpeloton. Het heeft geen
prioriteit meer. Bij de neo's en
junioren, waar wel talent zit,
willen we daar wat aan gaan
doen. We stimuleren organisa
toren om meer tijdritten te
houden. De laatste jaren is het
aantal juist fors verminderd. Op
de Nederlandse kalender staan
weinig etappekoersen en daar
door ook weinig tijdritten. In
Spanje gaat dat heel anders.
Daar zijn er, per categorie, wel
twintig etappewedstrijden en -
wedstrijdjes. En het klassement
van die koersen wordt telkens
beslist in de tijdrit. Dus, dan wil
je je wel toeleggen op het tijdrij
den. Wij zullen ook iets van die
tijdritcultuur moeten terugkrij
gen."
Gerrie Knetemann: „De priori
teiten van de profs liggen niet
meer bij het tijdrijden. Ze kun
nen zich geen specifieke, lange
voorbereiding op een WK-tijd-
rit, een eendaags evenement,
veroorloven. Maarten den Bak
ker, de huidige nationale kam
pioen, is natuurlijk geen specia
list. Geen tijdrijder pur sang. Bij
de neo's rijdt wel zo'n jongen
rond, Thomas Dekker. Die rijdt
op negentienjarige leeftijd al
anderhalve kilometer per uur
harder. Hij kan op termijn het
tijdrijden bij de elite uit het slop
trekken."
Stelling 6: Met minder dan
drie medailles is de Neder
landse missie op het WK in
Hamilton mislukt.
Egon van Kessel: „Ik tel niet in
medailles. Bij de junioren en
neo's geldt voor mij meer het
opleidingstraject. Het WK
speelt daarin wat mij betreft
geen hoofdrol, is er slechts een
onderdeel van. Mijn filosofie is
wel dat mijn renners tot op de
meet meedoen voor de over
winning. Betekent dat goud,
dan is het mooi, maar zitten er
drie bij de eerste twintig en is er
volop gestreden, dan is dat ook
prima. Als men maar niet de
fensief rijdt en lafjes vijfde, zes
de of zevende wordt, daar houd
ik niet van. Het neemt niet weg
dat ik goede verwachtingen
heb, de successen zijn groot dit
jaar. Bij de junioren hebben we
een handvol etappekoersen ge
wonnen, terwijl de neo's ook
aangetoond hebben tot de bes
ten te behoren."
Gerrie Knetemann: „Als je een
dijk van een wedstrijd rijdt
maar dan toch naast het podi
um eindigt, heb je dan gefaald?
Is dan je WK-missie mislukt? Ik
denk het niet. Besef dat er in
het wielrennen meer renners
verliezen dan winnen, dat het
fantastisch is als er iemand een
medaille haalt. Al is het natuur
lijk wel zo dat het in topsport
om de winst draait."
oor Jan Broeks
ig»
s/gpd - Bas Verwijlen hoopt
:h komende week in Cuba tij-
is het wereldkampioenschap
termen te nomineren voor
Olympische Spelen. En niet
h er in Athene alleen maar bij
zijn. „Meedoen belangrijker
in winnen? Wat een dikke,
:e onzin."
misten het nodige wedstrijd-
le, waren lang niet fit. Maar
nog. Wat de degenscher-
:rs van Zaal Verwijlen vorige
id op de Universiade lieten
:n was niet al te best. Siebren
l3'kchelaar, Allard van Erven en
q |s Verwijlen werden op de in
ld-Korea gehouden studen-
Degenploeg gaat tijdens WK op Cuba voor olympische nominatie
tenspelen voortijdig uitgescha
keld. Voor Verwijlen, deze week
twintig geworden, niet iets om
lang bij stil te staan. „Zo'n Uni
versiade staat op zich. Een goed
resultaat had ons verder niets
opgeleverd."
De jonge schermer uit Oss zit
aan de bar van Zaal Verwijlen,
net klaar met trainen. Vader,
trainer en bondscoach Roel is
in het kleine sportzaaltje nog
met andere schermers aan de
gang. Onder hen Siebren Tig-
chelaar, nationaal kampioen
degen. In de finale won de in
woner van Nijmegen een paar
maanden geleden met één punt
verschil van Verwijlen. „Siebren
was in topvorm", blikt de ver
liezend finalist terug. „Ik kwam
net terug van een armblessu-
Verwijlen is er de sporter niet
naar zich achter een kwetsuur
te verschuilen. Maar toch. Daar
in Zoetermeer had hij voor het
eerst in zijn carrière nationaal
kampioen bij de senioren moe
ten worden. Momenteel staat
Verwijlen 21ste op de wereldbe
kerranglijst. Slechts één Neder
landse degenschermer staat
nog boven hem. Arwin Kardo-
lus bezet op dit moment de
tiende plek. Wanneer dat ter
sprake komt, toont Verwijlen
zich zelfverzekerd. „Binnen een
jaar sta ik boven Arwin."
De ClOS-student neemt vanaf
deze week deel aan het wereld
kampioenschap schermen in
Cuba. Doel: met het nationale
degenteam - dat verder bestaat
uit Siebren Tigchelaar, Arwin
Kardolus en Wouter den Otter -
eindigen bij de beste acht, wat
tot een olympische nominatie
leidt.
De Spelen, dat is waar Verwij
len het uiteindelijk voor doet.
„En zeker niet om er alleen
maar bij te zijn. Meedoen be
langrijker dan winnen? Wat een
dikke, vette onzin. Natuurlijk
weet ik dat de kans klein is dat
ik ooit een olympische medaille
win. Maar niets is onmogelijk.
Als je daar bent, dan ga je toch
voor het hoogste?"
Verwijlen staat sinds enkele ja
ren te boek als Nederlands
grootste schermtalent. Bij de
junioren behaalde hij de nodige
successen, waaronder twee we
reldbekers. Bij de senioren
moet het mooiste nog komen,
weet Verwijlen. Last van druk
heeft hij dan ook niet. „Ik maak
me nooit zenuwachtig tijdens
een toernooi. Hooguit dat ik
van een tegenstander denk: o
jee, daar heb ik de vorige keer
van verloren."
Vader bondscoach, zoon in het
nationale degenteam. In huize
Verwijlen gaat het vast over
niets anders dan schermen.
Volgens Verwijlen junior valt
dat wel mee. „We bekijken re
gelmatig samen een videoband,
met beelden van mogelijke te
genstanders. Maar verder heb
ben we het thuis voornamelijk
over andere zaken dan scher
men. Gelukkig wel."