REGIO
De markt: crisistijden, gouden tijdei
Op een harretje
'Toen alles nog goed ging, had ik het duidelijk rustiger'
NAVRAAG
'Niemand gaat nog opzij voor een ambulance', lazen we gisteren.
Uitwijken voor een ambulance is allang geen vanzelfsprekendheid
meer, wel er
1De Leidse automobilist is ach-
7 i i t 7j teraan rijden
gelukkig niet zo asociaal om te pronte-
VRIJDAG 26 SEPTEMBER
Maar u moet tegenwoordig binnen vijftien minuten op de plaats
van bestemming zijn.
„ja, dat heeft iemand een tijdje geleden verzonnen. Maar de veilig
heid is mijn verantwoordelijkheid, dus ik maak daar geen must
van. Natuurlijk moet ik zo snel mogelijk, maar het moet ook ver
antwoord zijn. Achterin zit iemand die beide handen nodig heeft
ofn de patiënt te behandelen, naast mij zit nog een collega die ook
veilig thuis wil komen. Ik kan geen gekke dingen gaan doen om
binnen die vijftien minuten te blijven."
Uw collega's in Utrecht klagen ook over gekken die achter de am
bulance aan scheuren, om te profiteren van de vrije baan,
„Klopt, die zijn er ook. Maar die zitten achter me joh, daar wil ik
niet eens op letten. Ik heb al mijn aandacht nodig om te rijden. Als
er-een wildvreemde op mijn trekhaak wil gaan zitten om wat eer
der thuis te komen, moet hij dat weten. Ik moet een professional
blijven, ik kan me dus niet laten afleiden door een paar mafkezen.
In Utrecht roepen mijn collega's nu dat de situatie uit de hand
loopt. Ik moet u eerlijk zeggen: het valt in het Leidse wel mee. Ik
wilmijn collega's niet afvallen, zij hebben onlangs een afschuwe
lijk ongeval meegemaakt dat was veroorzaakt doordat een auto de
ambulance ramde. Wij steunen onze collega's, maar ik herken niet
alles wat ze zeggen. De Leidse automobilist is gelukkig niet zo aso
ciaal."
tekst: Peter Groenendijk
foto: ANP/Govert Coebergh
UIT DE ARCHIEVEN
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B.M. Essenberg, C.P. Arnold
W.MJ. Bouterse (adjunct)
E-mail: directiehdcuz@hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54 2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 356 325
Familieberichten fax 023-5150 567
ADVERTENTIES
071-5 356 300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-rr/ail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m' €20,20 (alleen aut. ine.)
p/kW €56,70 p/j €216,90
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
aborthementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling.
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
c.q. de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte Informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem
Op de markt is uw gulden een
daalder waard. De reclameslo
gan uit vervlogen tijden is in
het collectieve geheugen opge
slagen en daar heeft de invoe
ring van de euro niets aan ver
anderd. Niet alleen het zinne
tje is blijven hangen, ook de
gedachte erachter (op de
markt krijg je hetzelfde voor
minder geld) lijkt onverwoest
baar. De markt, daar krijg je
waar voor je geld. Als dat wer
kelijk zo is, zijn met het stijgen
van de werkeloosheid en het
zakken van het besteedbaar in
komen gouden tijden voor de
marktkooplieden aangebroken.
Een rondvraag langs de men
sen die het weten kunnen. „Er
valt nog steeds genoeg brood
te verdienen maar je moet er
wel steeds meer voor doen."
„Misschien geen gouden
maar wel een goede tijd voor
de markt. De foodsector gaat
licht omhoog. Dat geldt bij
voorbeeld voor aardappelen,
groente, fruit, bloemen, zuivel
en vis." Dat is de indruk van J.
van der Meij, penningmeester
van de Centrale Vereniging
voor Ambulante Handel. Van
der Meij, uit Oegstgeest, is
daarnaast ook redacteur van
De Koopman, het vakblad van
de marktkooplieden en jaren
lang stond zij met een bloe-
menkraam op verschillende
markten in de regio.
Er is een aantal oorzaken voor
de lichte opbloei. „Voorop
staan de euro en de economi
sche teruggang, die er voor
zorgden dat de mensen beter
gaan opletten waar ze dezelf
de kwaliteit voor minder geld
kunnen krijgen. Dus niet al
leen de prijs is van invloed,
ook de kwaliteit en dan moet
je denken aan zaken als hygi
ene, garantie en producteisen.
De kwaliteit van de markt gaat
omboog onder invloed van de
consument en de branche
zelf. Daar heeft de CVAH ook
een rol in gespeeld met infor
matie, cursussen en work
shops."
De regels zijn verscherpt en
consumenten zijn kritischer
en mondiger geworden. „Een
voordeel voor de markt", zegt
Van der Meij. Dat wil zeggen,
als de markt aan die eisen kan
voldoen. „Kijk, in verreweg de
meeste gevallen staan de
markteigenaars in hun kraam.
Dat betekent dat de klanten
advies kunnen krijgen van de
expert. Vergelijk dat maar
eens met een supermarkt
waar op de groente- of de
kaasafdeling zelden nog ie
mand loopt met verstand van
zaken."
Voormalig voorzitter van de
Leidse afdeling van de CVAH
Chris Verplancke is ook posi
tief. Met name over de markt
in Leiden. Deze is volgens
hem ten goede veranderd.
„De mensen passen hun
koopwaar aan de klanten
aan." Verplancke zegt dat de
Leidse markt nog meer voor
kwaliteit staat dan andere
markten in de regio.
„De kwaliteit van het product
is voor de Leidse klant be
langrijker dan de prijs. En dat
past ook in het beeld dat wij
Onder andere als gevolg van de invoering van de euro maken de markten goede tijden door. De klanten zijn prijsbewuster geworden. Vooral de voedingsmiddelen
kopers profiteren. Foto: Ton Kastermans
van Leiden willen hebben."
De afgelopen jaren is de stad
Leiden opgeknapt en een
trekpleister geworden door
zijn terrasjes en monumen
ten. De markt is meegegaan in
deze ontwikkeling. „De func
tie van de
markt is
verschoven
naar een re
creatieve",
zegt Ver
plancke.
„Mensen
komen met
mooi weer
een terrasje
aandoen en
pikken ge
lijk een marktje mee. Daar
door is de markt weergevoeli-
ger en zijn de pieken en dalen
hoger en lager."
Rotterdammer Ton Jacques
heeft met zijn wenskaarten-
kraam juist bewust gekozen
voor markten in kleine stadjes
en dorpjes als Leidschendam,
Hendrik-Ido-Ambacht, Sas-
senheim en Voorburg. „Aan
de ene kant heb ik minder
concurrentie van winkels en
aan de andere kant zijn de
kleinere markten herkenbaar
der voor de klanten. Je kunt
hier een betere band opbou
wen dan in de stad." De eco
nomische tegenwind is een
voordeel voor de markt. „De
mensen zijn prijsbewuster ge
worden en kopen wat minder
snel dure kaarten bij de boek
handel. Toen alles nog goed
ging, had ik het duidelijk rus
tiger."
Horloge- en sieradenhande-
laar Raymond Rijksen (Al
phen aan den Rijn) heeft de-
'De functie van de
Leidse markt is
verschoven naar
een recreatieve'
zelfde ervaring als zijn buur
man in Sassenheim Jacques.
„Prijsbewust en kritisch, zo
zijn de mensen tegenwoordig.
Er zijn er bij die bij een horlo
ge van vijftien euro een jaar
garantie verwachten. Vroeger,
ik bedoel
dus een
paar jaar
geleden,
kochten ze
gewoon een
nieuwe. Er
valt nog
steeds ge
noeg brood
te verdie
nen maar je
moet er als
marktkoopman steeds meer
voor doen."
Hoewel de markt altijd zal
blijven bestaan, beseffen Jac
ques en Rijksen, beiden eind-
dertigers dat er gevaar dreigt:
de opvolging. „Mijn kinderen
zijn nog klein maar ik weet nu
al dat het moeilijk wordt om
een opvolger te vinden", zegt
Rijksen. „Het is veel te hard
werken, van zeven uur 's mor
gens tot zes uur 's avonds in
weer en wind. Als wij griep
hebben, werken we gewoon
door en bij beestenweer werk
je dubbel zo hard voor de
helft van de omzet."
Ook Aam Hartevelt, markt
koopman in Leiden, ziet een
afname van nieuwe jonge
kooplieden. „Jongelui willen
niet meer op de markt staan.
Het is hard werk, lange dagen
en meestal werkje in het
weekeinde", zegt Hartevelt.
Met de vis die hij verkoopt,
heeft hij geen problemen.
„We verkopen meer dan een
paar jaar geleden. Vis wordt
alleen maar populairder."
Ook de kaasverkoop gaat
goed. Cors Overdevest staat
samen met zijn zoon onge
veer dertien jaar op de Leidse
markt. „Slechte kaas bestaat
niet, maar mensen komen bij
ons omdat we kennis hebben
en een heel groot assorti
ment." Bovendien verkoopt
Overdevest zijn waar goedko
per dan in de supermarkten.
„Het gaat vooral slechte^ met
de non-food sector op de
markt. Tien jaar geleden wa
ren er veel wolverkopers. Nu
niet één meer. Mensen maken
hun eigen kleren niet meer,
daarom gaat het ook slechter
met de garen- en de stoffen-
verkopers."
Bij Mark
Blom in
Leiden blijft
het deze
maand vol
gens eigen
zeggen
'akelig rus
tig'. De ver
koop van
zijn stoffen
is over de
afgelopen
'De klantentrouw
is in de dorpen
net iets groter
dan in een stad'
Chris Verplancke verwacht
dat de kleine markten in de
regio het loodje zullen leggen.
„Die markten missen de im
puls van de omgeving, zoals
in Leiden met de Breestraat
en de terrasjes. Leiderdorp is
toch meer een forensendorp
en forensen hebben weinig
tijd voor de markt"
Groente- en fruitverkoper
Paul van der Rewijden is het
daar mee eens. Ook hij geeft
Leiderdorp als voorbeeld.
„Dat is een kleine markt waar
weinig mensen komen. Daar
verkopen we veel minder.
Sandhorst Leiderdorp levert
nog geen honderdste van de
Leidse woensdagmarkt op."
Van der Reijden zit verhou
dingsgewijs goed. Net als zijn
collega
groente- en
■MHi fruitverko-
pers. „Men
sen hebben
altijd groen
te en fruit
nodig."
Rond sep
tember zakt
het iets te-
tien jaar gehalveerd. Eén van
de redenen die hij noemt, is
de opkomst van tweeverdie
ners. „Vrouwen zijn de afge
lopen tien jaar met een in
haalslag bezig. Terwijl zij de
genen waren die vroeger nog
wel de weg naar de markt
vonden. Bovendien is er te
veel aanbod van markten.
Mensen kunnen op te veel
plaatsen terecht en als het
moet, gaan ze even een win
kelcentrum in."
rug maar
dat komt
door het 3 oktoberfeest. „Lei
den spaart voor Leidens Ont
zet." Naast zijn waar staat een
leeg kraampje, maar dit is
voor hem niks nieuws.Ach,
dat waren vader en zoon. Ze
kozen voor een andere markt,
dat gebeurt al jaren." Volgens
Van der Reijden is de markt
niet kleiner geworden en zijn
er ook niet minder klanten.
„Het gaat om de verkoop van
stoffen en andere non-foodar-
tikelen, waar het moeilijker
mee gaat. Voor die zakei^
staat er een grotere com ls
rentie." r(
Wilco Bul uit Hoogmadi n
een foodverkoper. Een b c
dere, want hij verkoopt 1 e
tuurvoedsel. Bul heeft hi Bj
de loop der jaren steeds
ker gekregen met zijn kr )r
Tussen de aanhoudende
stroom van klanten dooi^
hij slechts af en toe tijd a n
een praatje. „Ik zit in eei
groeimarkt, meer en me
mensen zijn bewuster g<
den van wat ze eten en
ken. Ze willen eerlijke vo
en zijn bereid daar iets r ej
voor te betalen. Daar he
euro en de economie
aan veranderd."
Na twintig jaar 'zwervend
uitproberen' heeft Bul 0
kleine marktjes zijn draa itI
vonden. „Dat is een zaal,
klantentrouw. In dorpeil
Sassenheim, Lisse, Wadi
veen en Rijswijk is dat ni
groter dan in een stad. E
markt zal er in de toekoi
ook nog wel zijn. Al ziet
iets anders uit, Ik denk c
zo'n zestig procent van
marktlui in marktwagen
werkt. Daarmee zijn ze s j
opgebouwd en afgeboui
Niet alleen de consumeij -
het luxer, dat geldt natui,}
ook voor de marktkoopl^
den."
Hoe die toekomst er ook
ziet, Chris Verplancke tv
er niet over dat de markt
dan ook toekomst heeft
markt staat er al negen e
wen en blijft er nog wel 1
gen."
Mascha Welling, Gerard I
LEIDS DIALECT
De zestiende-eeuwse,
Vlaamse dichteres Anna
Bijns was heel erg katho
liek. En ze had een uiter
mate grote hekel aan Lu
ther. Want die was ook
rooms geweest, maar hij
had het, volgens Anna
Bijns ware, geloof verla
ten. Zij scheldt hem in
haar gedichten zeer re
gelmatig uit voor alles
wat mooi en lelijk is. Zo
noemt ze hem 'een ver
loochent munck, een
glorioos sottoor, een aer-
dich stutere'. En dat be
tekent zoveel als 'een af
vallige monnik, een on
gelofelijke dwaas en een
idiote bluffer'.
En ze gaat nog veel ver
der om haar afkeer van
die ontrouwe geestelijke
tot uitdrukking te bren
gen: Tc segge, hoe slecht
ic kijke duer de herre:
Luthers liefte is van Gods
liefte verre'. Vrij vertaald
staat daar: 'ik verzeker u,
ik hoef maar door een
kiertje van het venster te
kijken en ik zie het meer
dan duidelijk, Gods liefde
is duizend maal zo groot
als de liefde van Luther'
Vijf eeuwen na Anna
Bijns leeft dit woord her
of har voor 'kier' nog
voort in een deel van
Utrecht en in Zuid-Hol
land en ook in Leiden.
Daar kun je zeggen 'zet
de deurr is op 'n harre-
tje'of 'zet 't rraam is op 'n
harretje'.
De herkomst van harretje
is niet helemaal zeker.
Men vermoedt dat het
verwant is aan het Latijn
se woord cardo dat
'deurspil' betekent. En
met een beetje fantasie
kun je wel van 'deurspil'
naar 'kier' redeneren. De
deur draait om die spil
en als hij niet ver genoeg
draait, dan heb je een
kier. Maar je moet inder
daad wel over een aardig
voorstellingsvermogen
beschikken.
Averrgrrieks. Je kunt ie
mand op een heleboel
manieren duidelijk ma
ken dat je hem maar een
rare snuiter vindt. Je kunt
hem vanuit de grond van
je hart midden in zijn ge
zicht uitlachen, maar je
kunt hem ook een paar
fikse scheldwoorden toe
voegen: geitenbreier,
mafkikker, rare snoes
haan, eigenheimer, druif,
krotenkoker, hapsnurker,
mafketel, marskonijn,
bokkenees, lijperik, bad
gast en snijboon. Die
klinken allemaal nog vrij
onschuldig. Maar grover
kan ook. Ik noem er
twee, maar die kunnen er
dan ook mee door:
bosneuker en kutkrekel.
Ja, we zijn in Nederland
zeer inventief in het ma
ken van scheldwoorden.
In Leiden zegje van ie
mand die zich nogal raar
gedraagt dat het 'aardige'
is. Of je voegt hem toe
juh, doet niet zo averrgr
rieks. Ik heb geen idee
waar dat woord vandaan
komt. Het enige wat ik
kan bedenken is dat het
een Leidse verbastering
is van averechts. Want,
zoals u weet, in Leiden
verbasteren we veel. Een
rotonde wordt een ront-
onde. Dat lijkt vrij lo
gisch. En een arrondisse
mentsrechtbank gaat in
Leiden door het leven als
rontonde-cementsrecht-
bank. (Veertien dagen
geleden gehoord uit de
mond van een 76-jarige
vrouw op de Leidse za-
terdagmarkt. Het is een
genot voor het oor en het
oog om daar te wande
len; zoals het ook een
weldaad voor dat oor is
om gewoon op een door
deweekse dag langs het
oer-Leidse cafeetje Rem
brandt in de Morsstraat
te lopen. De ene wattan-
juh na de andere vliegt je
daar om de oren en ik
heb nog nooit zoveel
Leidse rr-en in één mi
nuut tijd gehoord als
daar).
Averechts (dat is samen
gesteld uit af en rechts en
dus eigenlijk betekent
'van de rechte weg af)
komt ook voor in de zin
van 'dwaas, raar'. In een
zeventiende-eeuwse
tekst staat de volgende,
prachtige scheldkanno-
nade tegen een vrouw te
lezen: 'Ghy averrechtse
daey, Ghy dulle kalle-
moey, en opgetoyde
vlaey'. Dus: jij krankzin
nige malloot, jij idioot
dwaas vrouwmens, jij
opgedirkte slettebak.
Hoe je precies van ave
rechts naar avergrieks
moet komen weet ik niet.
Ik ruil mijn vermoeden
dan ook graag in voor
een beter.
Hazegrrauw. Het is wél
heel gemakkelijk te be
grijpen waarom je zegt:
'ik kom vanavend eve
buurrte, in de hazegr
rauw'. In de schemering,
dus. En waarom noem je
die schemerduister haze-
grauwl Op dat tijdstip is
het zo grauw en grijs dat
het onmogelijk is om een
haas (want die is een
beetje rossig) goed te
kunnen zien. In het
Woordenboek der Ne-
derlandsche Taal is het
ee
volgende zinnetje 0
nomen: "t Wordt al
grauw: 't is tijd om t
te scheiden (met we
met de vermeldin
dit in Leiden is gehc
en wel in 1896. Bij d
Vlaamse dichter Gu
Gezelle komt het we
hazegrauwen voor
betekenis 'donker v
den'. Het is dus niei
mogelijk dat hazegt
van oorsprong een
Vlaams woord is.
Met heel veel dank 1
Niek Bavelaar, Loes
(Roosendaal), Jan A
sma (Leiderdorp), F
Veen en L. Zwetsloo
Reacties en tips vooi
rubriek kunt u sture
naar de redactie vai
krant, Postbus 54, 2
AB Leiden, onder ve
ding van 'Leids dia
E-mailen naar de ai
kan ook: heester-
mans@inl.11l
Hans Heesterman
vrije baan. Is het zo erg als de Utrechtse ambulancedienst doet ver
moeden? Ambulancechauffeur JAAP VAN LEEUWEN uit Leiden relati
veert.
Gaan ze voor u nog wel
opzij?
„De meeste automobilis
ten wel, hoor. Ik rij al ze
ven jaar op de ambulance
in Leiden en omstreken,
en ik kan nou niet zeggen
dat het in die jaren vrese
lijk achteruit is gegaan.
Hét wordt er niet beter op,
maar ik vind nou ook weer
niet dat het de spuigaten
uit loopt. Die ene procent
hou je altijd."
Wat doet die ene procent
dan?
„Die doet vervelend, gaat
niet opzij of geeft geen voorrang. Ik laat me daar niet door van de
wijs brengen. Wij chauffeurs moeten professioneel blijven en zor
gen dat we veilig de bestemming bereiken. Af en toe maakt iemand
het me lastig; nou, dan laat ik ze lekker voorgaan."
ANNO 1978, dinsdag
26 september
NOORDWIJKERHOUT - Stu
denten van de Leidse Rein-
wardt-academie hebben
zich op de zolder van één
van de bijgebouwen van
het psychiatrisch centrum
St. Bavo geworpen op de
aankleding van een muse
um. In de loop der jaren
was al veel historisch mate
riaal onoverzichtelijk op
een zolderverdieping bijeen
gezet.
Foto: archief
Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 t-n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d.(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
ANNO 1953, Zaterdag 26 September
WOUBRUGGE-Wanneer hedenmiddag de nieuwe provinciale brug
over de Heimanswetering voor het verkeer zal zijn opengesteld, bete
kent dit tevens het einde van de sinds 1869 dienst doende en inmid
dels veel te smal geworden klapbrug, enkele tientallen meters Noorde
lijk van de nieuwe brug. Gedurende bijna een eeuw dus heeft Wou-
brugge het met dit bruggetje moeten doen. Vooral de laatste jaren
kwam het nogal eens voor, dat de brug door allerlei mankementen,
ontstaan door de tand des tijds, dienst weigerde. Daar deze brug de
enige verbinding was tussen de beide oevers, valt het te begrijpen, dat
de moeilijkheden in zulke gevallen groot waren.
Wie evenwel gedacht zou hebben, dat de bevolking van Woubrugge
enthousiast zou zijn over de nieuwe aanwinst, blijkt zich toch wel te
vergissen. Over het algemeen is men het er over eens, dat er verande
ring moest komen in de bestaande situatie. Immers een brug, waar
over slechts 4 ton per as toe
laatbaar is, betekent een
ernstig obstakel voor het ver
keer. Toch vragen practisch
al je Woubruggenaren zich
af, of een vernieuwing van
de.pvergang niet op een ook
voor de bevolking van dit
aardige plaatsje aan de Hei
manswetering meer aan
vaardbare wijze had kunnen
gebeuren.