Nederwijn op smaak
De terreur van het schoonheidsideaal
Zeven dagen per week buffelen en soms zijn de druiven zuur
De Fransen jubelen: 2003 is het
beste wijnjaar sinds decennia. En
ook in Nederland komt de wijn op
smaak. Resistente wijnsoorten
(die floreren met minder zon en
minder warmte) maken wijnteelt
hier lonender. Vooral goed
opgeleide appeltelers storten zich
op de wijnbouw, nu er in hun
eigen agrarische hoekje geen
droog brood meer te verdienen
valt. „We moeten oppassen.
Anders heeft Nederland over tien
jaar z'n eigen wijnpias."
2003
door ielle Boonstra
Het is een lawaai van jewel
ste tussen de wijnranken in
Nijverdal: angstig getjilp
van vogels, gekrijs van roofvogels.
Non-stop schalt het uit luidsprekers
over de wijngaard. „Toch zie je dat
merels het er soms nog op wagen. Al
kruipen ze over de grond van angst,
ze proberen een druifje mee te pik
ken. Als ik de speakers uitzet, is de
zaak hier binnen een week leeg",
zegt Hans Kluyt, wijnboer te Nijver
dal en één van de 21 officieel geregi-
streerden in Nederland.
Maar dat is wel precies wat de buurt
van hem vraagt: wég met dat vogel-
gekrijs. Nederland ten voeten uit,
vindt Kluyt, overbevolkt en steeds
minder tolerant. Het is één van de
problemen die je je als wijnteler in
de lage landen op de hals haalt.
Hij haalt z'n schouders maar eens
op. Op 0,5 hectare land in Nijverdal
heeft hij met de Country Winery z'n
eigen paradijsje geschapen, lang
voor de klagende buren in de nieuw
bouwwijk hun twee-onder-één-kap
betrokken. Kijk uit het raam van het
kantoortje en je waant je in Frank
rijk, of Italië - maar dan plat. Ruim
10.000 flessen leverde de gaarde vo
rig jaar. Ironisch genoeg worden dat
er in dit topjaar een stuk minder.
Uitgerekend de felle zon vernietigde
deels de oogst. Soms kookten de
trossen zelfs aan de stam. Dat krijg je
met die 'koude rassen', speciaal ge
teeld om juist in ons gematigde zee
klimaat met weinig zon en veel neer
slag goed te gedijen.
Die nieuwe rassen geven Nederland
als wijnland een nieuwe ronde, met
nieuwe kansen. Voor de oorlog kreeg
de Landbouwhogeschool Wagenin-
gen opdracht om de bekende wijn
rassen in Nederland te planten. Wel
ke waren het beste voor een com
mercieel aantrekkelijke wijnbouw?
De crisis smoorde het initiatief en de
proef zelf werd ook niet veel, omdat
resistente wijnplanten nog ontbra
ken.
Kweken en kruisen
Pas de laatste jaren kwam daar ver
andering in. Door het kruisen van
Europese rassen (om de volle
smaak) en Amerikaanse (minder lek
ker, maar gewapend tegen elk kli
maat) kwamen er nieuwe soorten.
Neem de Seyval Blanche, die zelfs
nog volle trossen levert in Noorwe
gen of aan de grijze heuvelen van
Schotland. Wat heet: zelfs in IJsland
- met een zomertemperatuur van
veertien graden - wordt inmiddels
met wijnbouw geëxperimenteerd.
Natuurlijk valt de keuze daar op wit
te wijn. Die doet het goed bij het an
dere exportproduct waar IJsland het
voor 97 procent van moet hebben:
vis.
Kluyt heeft op zijn wijnakkertje al
vijftig soorten staan. Hij kweekt en
kruist, kijkt wat het best gedijt en
verkoopt de ranken door: alleen dit
jaar al zo'n vijfduizend aan nieuwko
mers op de markt, genoeg voor drie
nieuwe hectares aan wijn. En Kluyt
weet in eigen omgeving - Ommen en
Lemele - ook alweer van twee nieu
we wijn-hectares. Het dendert maar
door met de uitbreiding.
Tot nu toe stond slechts 38,7 hectare
wijngrond geregistreerd. Nattevin-
gerwerk, geeft Jaap Oosterbroek van
het Productschap Wijn toe, „ooit op
een namiddag uitgerekend". Er is
belangstelling, zegt hij, nu veel land
bouwers zich verdiepen in een over
stap naar wijn. Dat blijkt ook bij het
Nederlands Wijninstituut in oprich
ting, een initiatief van de Nederland
se Fruittelers Organisatie.
Daar spreken ze al over honderd
hectare aan wijn - al heeft lang niet
iedereen zich officieel laten registre
ren. „Als we niet oppassen komt er
een hele stroom Nederwijn, die mis
schien niet eens te verwerken valt",
zegt Kluyt. „Er is een enorme toe
loop op bijvoorbeeld de Regent, het
werkpaard onder de druivenrassen,
resistent tegen kou, en met een
mooie opbrengst."
Over de smaak wordt zeker in hoge
re vinologische regionen getwist,
maar in de productie heeft de Re
gent veel voordelen. Hoeft niet lang
te liggen, is meteen drinkbaar: pro
ductie dus en nog eens productie.
„In de Achterhoek willen ze volgend
jaar twaalf hectare Regent aanplan
ten, alleen daar al komen straks zes
duizend en twaalfduizend flessen
per hectare vanaf: duizenden liters
wijn dus. Een overschot ligt op de
loer. En daar heeft niemand wat aan,
het betekent dat je prijs gaat dalen."
Je kunt het beter exclusief houden.
Daarom doen Kluyt en z'n Betty in
wijnsaus, wijnmosterd en zelfs wijn
jam - zaken die het in het huidige
De Apostelhoeve in Limburg heeft zeven hectare wijngaard.
run op de eigen streekkeuken aardig
doen. Hoe nauw het luistert met de
wijndruiven in Nederland blijkt wel
bij een slalom langs de druivenstok-
ken. Van elke soort plukt Kluyt er
steeds eentje af en laat proeven. Het
is niet gauw goed: de ene druif is lek
ker zacht, maar daarom vergeven
van de wespen. Een ander - de Noah
- is keihard, vogels lusten haar niet,
maar je moet de druif daarom twee
hele dagen in een bak met enzymen
dopen voor je haar kunt persen.
Dan de smaak nog: de mooi ogende
Hongaarse druiven smaken fantas
tisch, maar met twee miezerige tros
jes per stam zijn ze commercieel
niet interessant. En zitje bij de lek
kere volle trossen, zoals de Bosko
pers en de Noah, dan is het zurig
van smaak.
Dat is trouwens toch het handels
merk van de Nederlandse wijn: aan
de zurige kant. Sommige vinologen
halen er daarom hun goed ontwik
kelde neus voor op. „Met hun door
Franse wijnen verzadigde tong heb
ben ze er vaak niet zoveel positiefs
over te zeggen. Precies de reden dat
ik mijn wijnen niet instuur voor
smaaktesten of forums", zegt Kluyt.
Dat is doorgaans prijsschieten in de
schiettent. „Ook al typisch Neder
lands, hoor, om te roepen: het komt
uit eigen land, dus het kan niks we
zen." En toch is er gaandeweg een
kentering: wijndeskundigen begin
nen de Nederlandse wijnen zelfs al
als 'fris en verrassend' te omschrij
ven.
Over smaak gesproken. In Lelystad
zijn de druiven extra zuur. Bureau
cratie en tegenslag deden dit jaar
Chateau Flevo de das om. Na 25 jaar
is het gedaan met de Blanc en Rouge
du Lely en de Glühwein Chateau Le-
'y-
Het begon destijds bij Hans en Bri
gitte Bronk als bij zoveel van die
wijntelers in Nederland: met een
simpele bloempot met wijnrank op
het Amsterdamse balkon. Dat werd
na verhuizing naar Lelystad meteen
een volkstuintje vol.
In 1996 waagden ze de sprong naar
professionele druiventeelt. Maar de
gemeente heeft de grond nu be
stemd tot industriegebied. Geld voor
een doorstart elders is er niet, zegt
Brigitte Bronk teleurgesteld. Bijna
dagelijks rinkelt de telefoon. Begin
nende wijnboeren die raad en daad
vragen. Soms zelfs staan ze op de
stoep met een schimmelige druif:
wat is dit precies? Wat doe ik er te
gen? En de kernvraag is vaak: moe
ten we in de druiven doorgaan? Dan
aarzelt Brigitte. De sensatie om je
eerste glaasje wijn van eigen oogst te
drinken - die is niet te evenaren.
„Maar bedenk wat je doet. Wijn te
len is zeven dagen per week buffe
len. Je bent altijd bezig: druiven op
binden, snoeien, grondbewerking.
Met oogsten, verwerken, winters-
noei, nakijken van machines. En er
van leven? Dat lukt niet. Het wordt
allemaal pas rendabel als je tien hec
tare wijngaard hebt. Onbetaalbaar
met de dure landbouwgrond. Met
investeringen meegerekend komt
het snel op 30.000 euro per hectare.
Geen bank die erin stapt, omdat je
na alle kosten de eerste vier jaar nog
niet eens kunt oogsten."
Bureaucratie
Zelfs de meest vooraanstaande wijn
boeren moeten er een baantje bijne
men om er een sneetje brood aan te
hebben. „Hugo Huls bijvoorbeeld,
van de Apostelhoeve in Limburg, en
dan spreek je over de top in Neder
land, doet er appelen en peren naast
om van zijn zeven hectare te kunnen
eten."
Waar Brigitte zich vooral op verkeek
was de bureaucratie. „Wijnbouw is
een onbekende tak van sport in Ne
derland. We passen net niet in de
goeie vakjes. Konden ons eerst niet
inschrijven bij de Kamer van Koop
handel, omdat ze het formulier niet
hadden, de contacten met de belas
tingdienst over het innen van accijn
zen was erg ingewikkeld. De Keu
ringsdienst van Waren kwam hier
speuren naar de druifluis maar wist
eigenlijk niet eens hoe die er uitzag.
Die hoge graad van bureauregeltjes
heeft ons echt genekt."
Bovendien was er 'pech op pech op
pech', zegt ze: „We hadden hier
100.000 gulden waterschade, toen
Oostelijk Flevoland in 1998 bijna
verzoop. De schade werd niet ver
goed, omdat wij als bedrijfstak niet
werden erkend. Dat heeft net de tik
meegegeven."
Hans Kluyt ziet 'Brussel' als een van
de grootste gevaren voor de Neder
landse wijnbouw. „Nu is het hier
nog klein van schaal en de politiek
heeft het nog niet zo door, maar ik
denk dat de Duits-Franse lobby snel
zal proberen de teelt in te dammen.
De politieke belangen zijn groot. We
hebben nu al de beschikking over de
Pino Blanche - een druif die smaakt
zoals de Chardonnay. En als ze zien
dat ze in Nederland met zo'n druif
nagenoeg dezelfde smaak kunnen
leveren, met hele moderne land
bouwmethoden - tja, daar zitten ze
in Frankrijk natuurlijk niet op te
wachten."
Het Productschap Wijn ziet dat ge
vaar niet zo. Jaap Oosterbroek: „Als
je een lijstje hebt met geproduceerde
hectoliters, dan staat Frankrijk daar
op bovenaan met 164.000. Luxem
burg levert er twaalf en Nederland
één. Geen hoeveelheden dus om je
politiek zorgen om te maken."
En smaakt het die Nederlandse wijn?
Het 's avonds ontkurkte flesje Re
gent 'Reggewijn' uit 2001 uit Nijver
dal doet z'n best om te imponeren.
Volle smaak, toegegeven. En de af
dronk wordt vanaf het vierde glas ei
genlijk alleen maar beter.
Dikke billen, een buikje, kleine
borsten. Er zijn maar weinig vrouwen
die helemaal tevreden zijn met hun
uiterlijk. Bijna driekwart van hen zou
dan ook wel iets aan het lichaam
willen veranderen. Maar,
waarschuwt psychologe Liesbeth
Woertman: „Het schoonheidsideaal
is nog nooit zo onrealistisch geweest
als nu." Ze schreef een boek over de
terreur van het uiterlijk.
„Schoonheid is een gevoel."
door Corine van Zuthem
Ze hekelt het hedendaagse schoonheids
ideaal voor vrouwen: maatje 36 en mini
maal cup C; dat krijgt Moeder Natuur
maar zelden voor elkaar. „Om zo mager
te worden als het huidige schoonheids
ideaal voorschrijft moeten we ongezond
weinig eten, als een waanzinnige bewe
gen en onze borsten vol laten spuiten
met siliconen, anders krijgen we die
wanverhouding tussen grote borsten en
een smalle taille niet voor elkaar", zegt
klinisch psychologe Liesbeth Woertman
(49), auteur van het recent verschenen
Moeders mooiste, een boek over de scho
ne schijn van het uiterlijk.
Weliswaar zijn de algemene opvattingen
over schoonheid door de eeuwen heen
in veel culturen hetzelfde gebleven - gro
te ogen, een gave huid en een symme
trisch gezicht - maar de laatste jaren
heeft het schoonheidsideaal een vorm
aangenomen die volstrekt belachelijk is,
vindt Woertman. „In de jaren zestig beli
chaamde Marilyn Monroe de ideale
vrouw. Nu zouden we haar ronduit mol
lig vinden. Sinds het broodmagere mo
del Twiggy in de jaren zeventig zijn de
normen gaan verschuiven. Het streven
naar schoonheid is van alle tijden, maar
het ideaalbeeld is nog nooit zo onrealis
tisch geweest als nu."
En toch spiegelen we ons aan dat
schoonheidsideaal. „Mensen willen
zichzelf nu eenmaal graag ergens mee
vergelijken", zegt Woertman. „Ze willen
weten waar ze zich bevinden op de
schaal van mooi en lelijk. We worden
bovendien dagelijks geconfronteerd met
Sinds het broodmagere model Twiggy in
de jaren zeventig zijn de normen gaan
verschuiven. Foto: GPD
aantrekkelijke, gespierde, slanke, jonge
mannen en vrouwen in films, reclames
en tijdschriften. Maar daarbij vergeten
we dat al die coverfoto's uitvoerig wor
den gemanipuleerd en alle oneffenhe
den geretoucheerd. Of eigenlijk weten
we het wel, maar laten we ons toch iede
re keer weer bedonderen."
Uit onderzoek komt naar voren dat
vrouwen die regelmatig vrouwenbladen
lezen meer lijnen, een lagere zelfwaarde
ring hebben, zichzelf minder aantrekke
lijk vinden en een minder kritische hou
ding ten aanzien van het schoonheids
ideaal hebben. Ander onderzoek wees
uit dat als wouwen in de spiegel kijken,
ze een dikker lichaam zien dan ze in
werkelijkheid hebben. Woertman: „Veel
vrouwen laten hun leven beheersen
door het verschil tussen hun feitelijke li
chaam en hun ideale lichaamsbeeld."
Dr. Liesbeth Woertman is docent en on
derzoeker aan de Universiteit van
Utrecht en promoveerde in 1994 op het
proefschrift Beelden van een lichaam.
Het onderwerp boeit haar mateloos, zegt
ze. „Mijn fascinatie gaat niet zozeer uit
naar feitelijke schoonheid, maar naar al
die verschillende ervaringen in en met
hetzelfde lichaam." Voor haar onder
zoek ondervroeg ze ruim duizend men
sen tussen de 12 en 76 jaar over hun ei
gen lichaam en dat van anderen. Bijna
driekwart van de vrouwen bleek wel iets
te voelen voor een cosmetische verande
ring, evenals meer dan de helft van de
mannen. „We zijn nog nooit zo ontevre
den over ons lichaam geweest als nu."
Als mogelijke verklaring voor die wel
haast obsessieve aandacht voor het ui
terlijk noemt ze in haar onlangs versche
nen boek de toegenomen welvaart, die
ervoor gezorgd heeft dat we meer geld
en tijd hebben om aan ons uiterlijk te
besteden. Ook de toename van het aan
tal alleenstaanden en het gegeven dat
mensen zich tot op oudere leeftijd op de
relatiemarkt begeven, spelen een rol.
Maatje 36 en minimaal cup C, grote ogen,
een gave huid en een symmetrisch gezicht;
dat krijgt Moeder Natuur maar zelden voor
elkaar in één lichaam. Foto: GPD
Een andere oorzaak is het wegvallen van
grote gemeenschappelijke kaders waar
aan wij onze identiteit kunnen ontlenen,
zowel op politiek als religieus gebied.
„In deze individualistische samenleving
lijkt het lichaam het enige te zijn dat
overblijft om uitdrukking te kunnen ge
ven aan wie wij zijn."
In onze tijd krijgt het uiterlijk daarom
een aandacht die buiten alle proporties
is, vindt Woertman. „We zijn doorgesla
gen. Mensen beoordelen zichzelf en el
kaar de hele dag en het uiterlijk speelt
daarbij een belangrijke rol. Vooral vrou
wen en meisjes onderling kunnen1^ wat
van." Bovendien koppelen we aan
schoonheid ook allerlei psychologische
eigenschappen. Fysiek aantrekkelijke
mensen hebben een streepje voor, blijkt
uit diverse onderzoeken. Mooie mensen
verdienen bijvoorbeeld meer geld.
Ze wil echter beslist niet zeggen dat ze
het onzin vindt dat vrouwen zich opma
ken. „Natuurlijk niet, ik vind het zelf ook
heerlijk om me op te tutten en er leuk uit
te zien. Maar het is niet gezegd dat ik
daardoor een beter of mooier mens
wordt."
Uit haar onderzoek blijkt zelfs dat make
up en verzorgingsproducten vrouwen
niet méér zelfvertrouwen geven. Sterker
nog, vrouwen die de meeste tijd per dag
aan hun uiterlijk besteden, hebben de
sterkste wens om zich cosmetisch te la
ten veranderen. „Daaruit blijkt wel dat
schoonheid niet in een potje zit, maar
tussen de oren. Dat streven naar perfec
tie is dus zinloos. We zijn met zijn allen
per definitie gedoemd tot verval. Je
houdt die rimpels echt niet tegen."
Liesbeth Woertman: Moeders mooistede
schone schijn van het uiterlijk; uitg.
Swets Zeitlinger; ISBN 90 2651738 6;
17,50 euro.
eiwMr
Wijnboer Hans Kluyt heeft op zijn akkertje in Nijverdal vijftig druivesoorten staan.