100 JAAR LUCHTVAART 'Je moet er geen verkeersriool van Plek luchthaven vanaf begin omstrect HOOG vliegers Frans Swarttouw: distel met mooie bloemen Bell X-i dinsdag 12 AUGUSTU Frans Swarttouw in zijn glorietijd bij Fokker: Swissair plaatst in juli 1984 als eerste bestellingen voor de nieuwe Fokker 100. Foto: Capital Press Toen Frans Swarttouw in 1978 aantrad bij Fokker en ten overstaan van het vol tallige personeel verklaarde dat hij van die blikfirma wel eens een echte vliegtuigfa briek zou maken, sloeg er een golf van verontwaardi ging door de zaal. Een werknemer stond op en wees de president-directeur terecht met de opmerking of hij soms dacht dat vlieg tuigen 'containers met vleugels waren', waarmee hij doelde op Swarttouws glansrol bij het tot stand ko men van het grootste con- tainerterminal ter wereld in de Rotterdamse haven. Die wreveligheid zou de ei genzinnige 'captain of in dustry' meer op zijn pad ontmoeten. Maar door zijn scherpe geest en zijn werk kracht kreeg hij later bij Fokker veel waardering. Toen hij in 1989 wegging, een vertrek dat was 'voor bewerkt' door de politiek, wist hij nog een lange neus te trekken door een miljar denorder in de wacht te sle pen. Dat het Fokker uitein delijk niet heeft kunnen af houden van een faillisse ment, is niet zijn schuld. Swarttouw omringde zich bij Fokker met sterke kerels. Hij kon niet tegen 'zwakken in de leiding'. Zelf toonde hij zich onder alle omstan digheden een kerel uit één stuk. Toen hij door journa listen tijdens een interview eens werd geconfronteerd met het feit dat hij in zijn bedrijf door een aandelen- verkoop op een niet nette manier winst had gemaakt, stortte hij het bedrag vóór de camera's terug in het potje voor het personeel. Kom daar eens om tegen woordig. Een blad voor de mond nam Swarttouw nimmer. Tegen Bibeb verklaarde hij dat hij 'liever vliegtuigen maakte dan damesonder goed'. 'Dat laatste wil ik wel uittrekken', vulde hij aan. Die loslippigheid kwam hem soms duur te staan. In een televisie-optreden zei hij eens dat 'Jan Modaal vijftig procent van zijn over uren moest afdragen voor doofstommen, blinden en Turken.' Daarvoor heeft hij later publiekelijk zijn excu ses moeten maken. Swarttouw was een work aholic. Een man die in één blik een complexe zaak kon analyseren, die ook de werkvloer goed in de gaten hield. Hij had onmiddellijk door of er in een bedrijf een goede geest heerste. 'Ik ruik het al bij de portier', zei hij in Vrij Nederland. Distels steken, is distels kweken, zegt de landman. Probeerde je Swarttouw de mond te snoeren, dan kwam hij met een veel scherpere opmerking terug. Frapper toujours. Dat zou zijn lijfspreuk kunnen zijn. Dit is deel zes van over een eeuw lucl Architect Jan Benthem bouwt voort aan Airport City Schiphol u. «te< Tc >rr Of fr< n. ïz ez ev ia door Cees van Hoore schiphol - Schiphol wil niet al leen maar een goed gestroom lijnde luchthaven zijn maar ook een plek waar het voor de reizi ger goed toeven is. Een stad in het klein, zonder huizen en in woners weliswaar, maar voor de rest met alle elementen die de stedelijke omgeving kenmerken. In die zin is Jan Benthem, al ja renlang de architect van Schip hol, ook blij met de zwervers die er steeds vaker neerstrijken. „Dat bewijst dat onze opzet is geslaagd, Schiphol moet een le vendige aanblik bieden. Niet al leen maar een goed bewegwij- zerde ruimte waar geen gezel ligheid is. Als de reiziger vanuit de aankomsthal met een glim lach op de lippen Schiphol Plaza betreedt, krijg ik een tevreden gevoel." Jan Benthem van het Amster damse architectenbureau Ben them Crouwel Architekten, dat zich binnenkort ook gaat be zighouden met een betere ont sluiting van het Amsterdamse Centraal Station, is de man die zijn stempel heeft gezet op Air- port City Schiphol. Al zo'n twintig jaar probeert hij het met zijn ontwerpen voor dit project de toch al een beetje ontheemde reiziger het naar de zin te maken. Het is een klus waarvan het einde nog lang niet in zicht is. De voortgang ervan is vaak een geldkwestie. Als het economisch slecht gaat op de luchthaven is er minder geld voor nieuwe plannen. Toch blikt Benthem met tevre denheid terug op wat er tot nu toe is gerealiseerd. „Kijk, je kunt er natuurlijk makkelijk een soort verkeersriool van maken, met straten en gangen die alleen maar naar de taxi's, bussen en parkeergarages lei den. Maar wij hebben met Schiphol Plaza gekozen voor een open ruimte, waar de reizi ger niet alleen maar wordt ge dirigeerd door borden en weg wijzers maar waar hij ook nog eens een prettige tijd kan door brengen. Net als op een stads plein hebben wij die ruimte Architect Jan Benthem: „Als de reiziger vanuit de aankomsthal met een glimlach op de lippen Schiphol Plaza betreedt, krijg ik een tevreden gevoel." Foto: United Photos De Boer/Rob Hendriks opengehouden. We hebben de borden en zo teruggedrongen tot de eigenlijke toegangen naar de luchthaven. Je hoort op zo'n plein winkels te heb ben. Natuurlijk moet er geld worden verdiend, maar het is niet alleen maar harde com mercie daar wat de klok slaat. Er zijn terrasjes buiten, men sen liggen er soms in de zon. Het is aangenaam. In tegen stelling tot op veel andere luchthavens, die vaak alleen maar een soort overstappun ten zijn. Natuurlijk is het wel een bepaald soort winkels wat je er vindt. Antiekzaakjes of een De Slegte tref je er niet aan, zoals in de stad. Maar ik geloof ook niet dat iemand een uur in de boeken gaat staan neuzen als hij aankomt of ver trekt." Door enkele eenvoudige kunstgrepen heeft Benthem het puur zakelijke dat een luchthaven aankleeft naar de achtergrond weten te dringen. „Het is moeilijk om een wat stedelijke sfeer te creëren. In de stad is natuurlijk veel aan het toeval overgelaten. Je weet vaak niet waarheen je moet lo pen en de veiligheid is er ook niet zo zichtbaar als hier. Al met al moet het op een lucht haven natuurlijk een gecontro leerd gebeuren blijven. Maar we hebben er met het licht en de bestrating toch zoveel mo gelijk voor gezorgd dat het een plein is .geworden met een open karakter. Het is een beet je een voorgeborchte van Am sterdam." Als je van een stedelijk karak ter uitgaat moet je ook Recep teren dat je soms elementen binnenhaalt die de mensen minder mooi of aangenaam vinden. Door het stadse karak ter dat Schiphol heeft, zijn ook de zwervers gekomen. Ik vind het goed dat Schiphol zich hierbij terughoudend opstelt en niet meteen iedereen weg jaagt. Dat hoort er nu eenmaal bij. We hebben wel erg gelet op de sociale veiligheid. Dus geen duistere passages of stukken waar het 's avonds onveilig is. Bijna overal is de reiziger met meer mensen tegelijk bijeen." Schiphol mag dan in de directe omgeving van de luchthaven een gezellige aanblik bieden, wie Schiphol Plaza verlaat, komt al heel snel in woestenij van parkRi en lelijke kantoorgrf' Benthem: „Er zijn ook op die stukken|e kels en terrasjes te Maar je moet er naf* rekening mee houijg dereen hier met eeiE toe komt en dat mé1 gaat wandelen of zl®, kleine stad zonder^ flats zie ik er ook n|i bouwd worden. MS allemaal wat vrienif Daar werken we aa) Foto: US Air Force Archives Sinds de eerste gemotoriseerde vlucht in 1903 zijn duizenden verschillende vliegtui gen ontworpen. Een overzicht van acht markante toestellen uit een geschiedenis van honderd jaar luchtvaart. Vandaag: Bell X-i Piloten van gevechtsvliegtuigen merkten tijdens de Tweede Wereldoorlog dat de snelheid van hun toestellen begrensd was. Tijdens snelle en steile duikvluchten nam de luchtweerstand zo toe dat hun toestellen begonnen te trillen en onbestuurbaar wer den. De piloten zaten tegen de geluidsbar- rière. En door de beperkingen van het ont werp van de gevechtsvliegtuigen konden ze niet sneller. De grens was bereikt. Pas na de Tweede Wereldoorlog lukte het de Amerikanen een toestel te ontwerpen dat theoretisch sneller kon vliegen dan het geluid: de Bell X-i. Het knaloranje, met ra ketmotoren aangedreven experimentele toestel had vrijwel dezelfde vorm als een kogel: puntig, gestroomlijnd en voorzien van scherpe dunne vleugels. De kist vormde de basis voor de moderne straaljagers van nu. Op 14 oktober 1947 werd de Bell X-i, be stuurd door piloot Charles E. 'Chuck' Yea- ger, aan een vleugel van een Boeing B-29 Superfortress bommenwerper gehangen en op een hoogte van zes kilometer losgelaten. Yeager startte de motoren en accelereerde. Hij klom tot een hoogte van bijna dertien kilometer en bereikte een snelheid van Mach 1.015 (1078 kilometer per uur). Yeager was daarmee de eerste piloot die gecontro leerd de geluidsbarrière brak. Getuigen op de grond hoorden een supersonische harde knal. Yeager landde na een lange glijvlucht weer veilig op de luchtmachtbasis Edwards en werd wereldberoemd. Coen Springelkamp o door Henk Geist schiphol - Het eerste vliegtuig was amper geland op de wei landen bij Fort Schiphol of de discussie over een andere plek van de luchthaven barstte los. De drassige veldjes bij het Fort, gelegen aan het eind van een grindweg, waren slecht bereik baar. Albert Plesman, directeur van de net opgerichte KLM, stelde als eerste in 1920 al een andere plek voor, nabij Den Haag. Het rijk zelf levert ook met re gelmaat een bijdrage aan de discussie. In 1924 oppert het rijk om tussen Den Haag en Rotterdam, vlakbij Delft, een beter bereikbaar vliegveld aan te leggen. Leiderdorp duikt in de jaren dertig op als mogelijk nieuwe plek voor een luchtha ven. Het plan is wederom af komstig van Plesman, die wijst op de centrale ligging tussen de drie grote steden in de Rand stad. Mede dankzij een demon stratie in 1938, waaraan zo'n 35.000 mensen meededen, werd ook dit gevaar door Am sterdam, de toenmalige beheer der van Schiphol, afgewend. Na de Tweede Wereldoorlog, als van Schiphol slechts een paar muren resten, valt de naam Burgerveen als locatie voor een nieuwe luchthaven. Volgens wie anders dan Ples man lag dit gehucht in het zui den van de Haarlemmermeer gunstiger ten opzichte van snel- en spoorwegen. „Maar Amster dam ontleende prestige aan de luchthaven en heeft zich met hand en tand verzet tegen ver plaatsing", zegt historicus Mare Dierikx, één van de auteurs van het dikke boekwerk 'Tachtig jaar Schiphol'. „Er is lang over een andere plek gepraat, maar in de jaren veer tig en vijftig lag Schiphol eigen lijk gunstig", meent hij. „De Met name de gemeente Amsterdam verzette zich na de oorlog tegen een verplaatsing van§ een blik op de luchthaven in 1954. Foto: Archief Haarlems Dagblad polder was heel leeg, waarom zou je ergens anders heen gaan. Ruimtebeperkingen hebben hier nooit een rol gespeeld." Gezien de geluidshinder, die in de zestiger jaren een probleem wordt, ontstaat het debat over een tweede nationale luchtha ven. Gekozen wordt voor de Markerwaard, maar die keuze strandt in de economische re cessie als gevolg van de oliecri sis in 1973. De meest recente variant vormt de luchthaven in zee, althans de start- en landingsbanen op een eiland vijftien kilometer voor de kust van IJmuiden. De ze peperdure plannen zijn on langs door staatssecretaris Schultz in de ijskast gezet. Te recht, vindt Dierikx. „Wat moet je nou met een vliegveld zo ver in zee? Dat heeft een dramati sche invloed op de vervoers stromen, dan kiezen mensen voor andere mogelijkheden." Er is volgens Dierikx geen enke- le reden waarom niet alsnog zou ki verplaatst. „Niks baar. Maar dat bc. wel steeds moeilijk Schiphol is uitgerr der het wordt omi luchthaven aan te' heel lastig SchiphJ krijgen." Inmidde? deert hij, zijn er ii?J nog maar weinig It die al zo lang op b gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 8