Wee uitersten met hetzelfde rechtlijnige karakter
BETAALD VOETBAL VOORAF
ttonden we er zelf nog maar' Voetbal is een religie geworden
Co Adriaanse (AZ) en Henk Wisman (Volendam) ontmoeten elkaar waar het ooit is begonnen
DINSDAG 12 AUGUSTUS 2003
mier
Twee carrières van
bruisen elkaar in Zaan-
K°i) Co Adriaanse (56) als
ian (46) was ooit
Sltiij de amateurs van
Iwen. De ene bereikte
Roj bij Ajax. De ander is
Rojdurige aanloop bij
nog onderweg
Jiangs promoveerde
Nattolendam, zijn eerste
"getaalde voetbal.
komen Adriaanse
Jl elkaar tegen. Adri-
ï.opkt en gemazeld in
ie, zegt dat hij bij AZ
Spi zijn laatste klus.
itsroen en onwetend op
p e niveau, vraagt zich
düpnervaren Volendam
osrecht in de boven-
Toen Co
2 onlangs in een televi-
injma werd gevraagd
toptrainers,
pj direct Henk Wïs-
'^njegde er zelfs aan toe
i'jega op termijn best
2 t van Bert van Mar-
inoord zou kunnen
zal nooit van me-
sojdat ik een toptrainer
A(|ert Wisman. „Dan
•••-»en waarde. Maar
oaand als Co Adriaan-
petjraak over de brede
het trainersvak.
....pes, relaties met spe-
de toekomst,
ben gevormd bij
:hapen. Mijn eerste
pas 24 jaar. Daar
JS) heeste geleerd in de
naBl reeg er te maken
die vaak ouder wa-
loeven, bij wie je
;t afdwingen. Óp
thi^vond ging ik met ze
Op trainings- en
(vigen was er dan
d. Dat leverde soms
dp."
|,Ik heb De Zwarte
Schapen toen een paar keer be
keken. Vooral de manier van
spelen sprak me aan. Ik ken
Henk vanaf die tijd. Ik zeg niet
zomaar iets als ik hem talentvol
noem. Zonder dat ik hem heb
zien trainen. Maar ik weet dat
hij bij al zijn clubs successen
heeft behaald. Dat hij steeds
zijn visie over heeft kunnen
brengen. Dan ben je voor mij
een goede trainer.
Wisman: „Toen Co dat zei voor
de televisie vond ik het erg leuk
om te horen. Dat geeft voldoe
ning, daar hoef je geen verstop
pertje over te spelen. Als je zo
iets zelf zegt, word je er alleen
maar op afgerekend. Maar dit
zijn de mooiste complimenten.
Ook die geven geen garanties.
Een trainer is altijd afhankelijk
van zijn spelers. Zonder talen
ten valt er niets te ontwikkelen
of te verbeteren."
Adriaanse: „In dat televisiepro
gramma werd gezegd dat er zo
weinig goede trainers zijn in
Nederland. Ik kan er wel tien of
twintig noemen. Het gaat er
echter om of ze een kans krij
gen zich te manifesteren. Van
Marwijk kwam toch ook van
Fortuna Sittard naar Feyen-
oord? Je moet eerst ergens on
deraan beginnen om naar bo
ven te komen. En als je goed
bent, kom je steeds een stukje
verder. Voor Henk zou er tus
sen Volendam en de top nog
een stap moeten zitten. Twente
of Roda JC, bij voorbeeld. Met
een betere categorie spelers,
een strakkere organisatie en
dus meer mogelijkheden."
Wisman: „Maar wordt dat niet
bepaald door het netwerk dat
we tegenwoordig schijnen te
moeten hebben? Naar mijn
idee horen clubs de feiten te
kennen over een trainer. Weten
welke resultaten hij heeft be
haald."
Adriaanse: „Maar die hoeven
weer niet alles te zeggen. Peter
Bosz bij voorbeeld lijkt me een
prima trainer, maar hij is wel
Henk Wisman (links) en Co Adriaanse (rechts) flankeren enkele bestuursleden op de tribune van Zilvermeeuwen in Zaandam.
Foto: GPD/Joop Boek
gedegradeerd met De Graaf
schap. Toen ik nog trainer was
bij Zwolle liep hij daar stage als
speler. Een Cios-jongen - lesge
ven en nadenken. Dat had hij
toen al. De spelers van De
Graafschap hebben het hele
jaar achter hem gestaan. En zijn
verhaal was steeds in balans.
Toch heeft hij geen club nu. Bij
mij liggen de criteria voor een
goede trainer heel anders dan
bij de clubleiding of de media.
Maar dat zijn de opiniemakers.
Hun waarheid wordt vaak over
genomen."
Adriaanse: „Een goede trainer
moet twee dingen perfect be
heersen. Hij moet zijn vak ver
staan, maar ook bedreven zijn
op het gebied van communica
tie. Dat kan op allerlei manie
ren. Sommigen, Ernst Happel
bij voorbeeld destijds bij Feyen-
oord, staan er gewoon en stra
len zonder iets te zeggen ken
nelijk iets uit. Een trainer moet
ook zien wat er gaande is bin
nen een groep en op die manier
het respect van zijn spelers krij
gen. Want al ben je nog zo'n ge
weldige vakman, als een trainer
mensen niet begrijpt of proces
sen niet ziet, houdt het meteen
op."
Wisman: „Respect dwing je al
leen af op basis van eerlijkheid
en door consequent te zijn.
Juist naar je vedette en beste
spelers. Ooit had ik met een he
le goede speler een haat/liefde
verhouding. Na een oefenduel
waarover ik niet tevreden was,
schorste ik hem voor vier wed
strijden. Hij hoefde ook niet op
de training te komen. Dat was
dodelijk voor hem, een echte
liefhebber. Hij ging naar de
aanvoerder toe. Die moest mij
om zien te praten. Maar ik hield
vol dat hij pas over drie weken
weer welkom was. De volgende
drie, vier maanden had ik het
helemaal voor elkaar. Zulke
momenten kunnen zelfs bepa
lend zijn voor een eventueel
kampioenschap."
Adriaanse: „Het verhaal van
normen en waarden dus. Spe
lers kennen dan de normen van
een trainer. En weten dat het bij
hem fout is als ze er overheen
gaan. Als voetballers dat besef
fen heeft een trainer erkenning
en respect afgedwongen. Hij
heeft dan een gevoelige snaar
geraakt."
Het is de uitdaging voor een
trainer om een speler te vor
men. Adriaanse: „En als het
lukt geeft dat meer voldoening
dan als je iemand koopt. Ik heb
het meegemaakt met Andy van
der Meyde die ik van Vitesse
1893 naar Ajax heb gehaald. Hij
was ontspoord, ging niet meer
naar school. Kind van geschei
den ouders, een moeder die
geen vat op hem had. Ik heb
een flat voor hem geregeld in
Amsterdam, gezorgd dat hij
weer naar school kon. Ik was
een tweede vader die hem terug
in het gareel bracht."
„Van der Meyde was toen nog
een voetballer die links en
rechts nog wel eens een dood
schop uitdeelde. Die heel vaak
rood kreeg, gewoon door stom
gedrag. Hij heeft zich ontwik
keld bij Ajax en is toen ver
huurd aan Twente. Ik heb hem
teruggehaald. Niemand was het
met me eens. Hij was niet eens
een basisspeler bij Twente. En
nu is Van der Meyde multimil
jonair in Milaan. Wat zou er
zijn gebeurd als hij mij niet was
tegengekomen? Dat klinkt mis
schien pedant, maar zo is het
wel."
Wisman zou niet met Adriaanse
willen ruilen. Bij AZ lopen naar
zijn mening te veel voetballers,
die in voorgaande jaren niet ge
weldig hebben gepresteerd.
„Voor het salaris wat ze verdie
nen presteren ze te matig."
Adriaanse: „Wat is een reëel sa
laris? Dat bepaalt de markt. Als
je 100.000 euro te verdelen hebt
is dat wat de spelers verdienen.
Maar de meeste clubs geven
meer uit dan er binnen komt,
dat komt door de lange con
tracten. Ik zou voor kortere
contracten pleiten. Zodat spe
lers zich steeds weer in moeten
zetten om een nieuwe verbinte
nis te verdienen. Veel jongens
hebben zo'n prikkel nodig."
Als ik een paar miljoen euro
tot mijn beschikking had, wist
ik het ook wel. Al worden bij de
clubs met het meeste geld de
grootste fouten gemaakt. Ver
keerde aankopen, vooral. Ik zeg
altijd, als je een speler wilt ko
pen, moet je ook naar de trai
ningen kijken. Hoe is zo'n spe
ler op maandag? Loopt hij dan
de kantjes er vanaf, is hij on
handelbaar of ligt-ie vaak op de
behandeltafel? Hoe gedreven
een speler doordeweeks is, en
niet alleen kort voor een wed
strijd, zegt zoveel over zijn ka
rakter."
Voor Adriaanse nadert het ein
de van zijn loopbaan. „Ik merk
ook dat ik 56 ben. Ik verlang
meer naar vrije tijd. Elke dag
moet ik geestelijk en lichamelijk
fit zijn. Ik weet niet hoe lang ik
dat nog volhoud. Misschien
heb ik, qua gezondheid, nog
tien tot vijftien goede jaren te
gaan. Je leeft maar één keer.
Moet ik dan op deze manier
doorleven? Ik ben geen type dat
niet zonder het spelletje kan. Ik
hou van skiën, kan genieten
van mijn huis in de Alpen. Ik
zou wel eens met de trein van
Moskou naar Wladiwostok wil
len reizen. Dat avontuurlijk heb
ik altijd al in me gehad. Ik zou
daarnaast best in de voetballerij
willen blijven. Maar wel in een
baan die het me toestaat om af
en toe een paar vrije dagen te
nemen. De scouting zou kun
nen."
Henk Wisman: „Ik kan me daar
wel iets bij voorstellen. Ik streef
er ook naar, maar bij mij duurt
het nog iets langer. Deze baan
vergt ontzettend veel energie.
En het gaat altijd gepaard met
druk, zowel van buitenaf als
door jezelf opgelegd. In de ere
divisie zal die druk alleen maar
gaan toenemen. Er zal meer
worden gevraagd van de spelers
en van mij. Het aantal overwin
ningen zal minder worden,
daar moeten we mee leren om
gaan."
:e:
ïörofs Piet Panman en Leo van de Kraats genieten van terugkeer AGOVV
Aantal toeschouwers blijft maar stijgen
M
253
ffaj
Ï3«n Zoeren
8). j
30i De namen klinken
^uziek in de oren.
Herman Tiesse-
Berends, Jan van
[ulderij. Leo van de
lepten Piet Panman (57)
jf ook deel uit van
i95flftal van AGOW dat
avetbal speelde. Na het
'v||)-1971 werd de club
Riïiaar de amateurs.
terug in
'b voetbal met de sei-
ture tegen TOP Oss.
.^rte lijkkist in een
jnensen werd 32 jaar
invrede over het
linde van het be-
lavontuur van
peldoom duidelijk
lenmalig aanvoer
de Kraats liep voor-
:t van duizenden
lefhebbers door
van Apeldoorn,
in' Piet Panman,
palier ook gemeente-
is ontving de delega-
,c%neentehuis.
Mir}stapel staande ren-
:OW in het betaalde
itBjjkt Panman vaak te-
tijd. „Een paar jaar
ik nogal sceptisch
om weer be-
Denil in Apeldoorn te
5 öe ambitieuze plan-
hebben toch wel
Een knap stukje
!r meer. Ik heb er
ïtvoor."
siit 57 en nog steeds
heeft
n speciaal plekje
(vy in zijn hart. „Al
d L t vaak meer te vin-
be(trainer van een zon-
asser en vier keer in
net voetbal bezig.
Den ik al zo lang weg
maar het respect
De laatste jaren bij
mnert hij zich nog
aggaren grote financië-
loyfc. Enkele miljoenen
y (uld, dat was in die
,s. sch veel natuurlijk.
Ijl het sportief in het
aiet eens heel slecht
sd- gekocht van He-
enJde twee jaar bij
e Jma hij verkaste
rfteurs van WSV.
Rjer ,wat het laatste
geP, wilde AGOW een
getint elftal forme-
it herkenbaar voor
worden. Ik
'aiddels in Apel-
U^rd teruggekocht.
Leo van de Kraats bekijkt zijn plakboeken over AGOW. Foto: GPD/Marianne Stevens
Dan hoef je echt niet aan grote
bedragen te denken. Drie-
yierduizend gulden per jaar. Ja,
voor de boerenknuppels uit de
buurt dan. De paar gasten die
van ver kwamen, kregen veel
meer. Wij moesten naast voet
bal gewoon werken, hoor. Vijf
keer trainen in de week, 's
avonds. Kregen we zo'n vijftien
piek per keer."
Panman was destijds een tech
nische speler, met een groot in
zicht. Als hij graaft in zijn ge
heugen komen de legendari
sche bekerwedstrijd tegen Fey-
enoord, maar toch ook de sane
ring en „de puinzooi van de
laatste jaren" weer naar boven.
„Vooral de begrafenisstoet die
werd gehouden toen het echt
misging. Ik heb niet meegelo
pen, moest werken. Maar ik
kon als gemeenteambtenaar de
mensen ontvangen op het
Apeldoomse stadhuis." De
Apeldoomer kocht geen sei
zoenkaart voor het komende
jaar betaald voetbal in Apel
doorn. Ach, ik zal best een
paar wedstrijden gaan bekijken.
In elk geval de tweede wed
strijd, in Almelo tegen Heracles.
Dat heeft voor mij toch iets spe
ciaals."
Leo van de Kraats is bijna dage
lijks te vinden op AGOW's
sportpark Berg en Bos. De club
heeft hem nooit meer losgela
ten. De rentree van de Apel-
doorners in het betaalde
voetbal doet hem goed. Bijna
elke training bekijkt hij als lief
hebber, maakt aantekeningen.
Want Van de Kraats is jeugd
trainer bij AGOW, zijn grote
passie. En van elke trainer steek
je weer wat op, is zijn credo. De
terugkeer naar het betaalde
voetbal heeft Van de Kraats op
de voet gevolgd. .Alles van
vroeger kwam weer boven, ik
heb direct mijn plakboeken er
weer bijgehaald. Ik denk er nog
veel aan."
Lopend door het vernieuwde
stadion in de Apeldoomse bos
sen, snuift hij de sfeer op.
„Prachtig toch? Het gaat weer
gebeuren. Vroeger stonden er
duizenden mensen te kijken.
Rijen dik. Als speler hoorde ik
altijd wat de mensen schreeuw
den. De trainer hoorde ik echt
niet, maar wat er van de kant
werd geroepen wel. Dan hoefde
je je als voetballer niet te moti
veren, dat gaat vanzelf. De
adrenaline gierde door je lijf."
De spelersgroep in het laatste
jaar betaald voetbal merkte al
snel dat het betaald voetbal in
Apeldoorn op de laatste benen
liep. „Toch hadden we lang de
hoop dat het nog goed zou
gaan. Het verhaal gaat dat één
van de redenen van de sanering
de toenmalige vermakelijk
heidsbelasting was die door de
gemeente werd geheven. De
clubs moesten een percentage
van de toegangsgelden afstaan.
Daardoor gaven clubs vaak
minder toeschouwers op dan er
daadwerkelijk waren. Toen er
gesaneerd moest worden zette
de KNVB een streep bij een be
paald aantal toeschouwers.
Daar zat AGOW net onder,
maar als het juiste aantal was
opgegeven, hadden we mis
schien langer betaald voetbal
kunnen spelen", filosofeert Van
de Kraats.
De Apeldoomer ziet nu veel
overeenkomsten in de beleving
van het voetbal. „In het laatste
jaar was er heel veel aandacht
voor AGOW, net als nu. Na
tuurlijk beleef ik het nu anders.
Toen stond ik er als spelers
middenin, nu bekijk ik het van
af de zijlijn, maar het kriebelt
wel weer. Stond ik er zelf nog
maar, want zelf voetballen is
toch het mooiste dat er is. Maar
dit is ook prachtig, ik kan bijna
niet wachten tot vrijdag."
door Henri van der Steen
Je verstand staat er bij stil. Een
voetbalwedstrijd in de eredivi
sie is bepaald geen garantie
meer voor entertainment, laat
staan hoogwaardig voetbal,
maar de stadions puilen bijkans
uit. Drie jaar achtereen scoort
de eredivisie nu al recordaan
tallen.
In de onschuldige jaren zestig
was voetbal kijken nog een doe-
sport. De televisie bracht
slechts af en toe een wedstrijd
in beeld, om je club te zien,
moest je naar het stadion.
Voordeel: de wedstrijd werd
nooit afgelast uit vrees voor rel
len. Er werd nog geestdriftig
'Hup Ajax!' en 'Vooruit die PSV-
'ers!' geroepen. Feyenoord was
in de jaren zestig niet alleen één
van de rijkste clubs van Europa,
maar in Nederland ook de ab
solute topclub, qua toeschou
wersaantallen: ruim 49.000 lief
hebbers gemiddeld per wed
strijd. Veel en veel meer dan
Ajax en PSV samen!
Twintig jaar na het beste sei
zoen, was de Kuip echter bijna
leeg. Een thuiswedstrijd trok
gemiddeld nog maar 10.000
fans. Ajax deed het niet beter,
PSV zat (in het Eindhovense su
perjaar 1987-1988) op ruim
21.000 klanten. De jaren tachtig
waren voor het hele Nederland
se voetbal van een zeker drama:
zwak voetbal, sterk teruglopen
de toeschouwersaantallen, for
se exploitatietekorten.
Eind jaren tachtig kwamen de
eerste marketeers in actie. Hans
Schraders was wel de meest op
vallende koffiedikkijker onder
de cijfer-fetisjisten die de toe
komst van het voetbal kwamen
voorspellen. Wie de rapporten
van Schraders anno 2003 nog
eens doorworstelt, zal de wenk
brauwen fronsen; het is lectuur
voor een glimlach. De Volks
krant interviewde Schraders in
1989. Het werd, achteraf gezien,
een hilarisch verhaal, over on
vermijdelijke Europese compe
tities (niet eentje; nee, een grote
en diverse regionale!), over
clubs als PSV die over een se
lectie van 30 absolute topspe-
lers zouden beschikken en over
de zegeningen van pay-per-
view en interactieve televisie.
In rapporten kwam Schraders
tot duizelingwekkende getallen
reeksen. Kem van zijn visie was
een overweldigende toename
van de budgetten, vooral op ba
sis van enorm stijgende televi
sie- en markering-inkomsten.
„Het betaalde voetbal," be
weerde Schraders in het arme
De voetbaltribunes raken steeds voller. Het aantal toeschouwers blijft maar stijgen. Foto: Ron Pichel
jaar 1989, „heeft een fantasti
sche toekomst. Alleen, de weg
van vandaag naar morgen loopt
via veel grote, nieuwe zaken."
Dat voorbehoud vind je terug
in de voorspellende cijferreek
sen van Schraders. Hij schatte
grote inkomsten (televisie,
sponsoring), maar durfde zich
niet uit te spreken over de re-
cettes; die hield hij veiligheids
halve maar ongeveer op het
zelfde peil.
Schraders had niettemin een
heldere visie op denken en
doen van de voetbalconsu
ment. „Het drukke en jachtige
leven doet de behoefte ontstaan
om de prestatiemaatschappij
even te ontvluchten. Ontspan
ning zal meer gaan plaatsvin
den in de geborgenheid van de
eigen vertrouwde omgeving,
waarbij het gezamenlijk onder
nemen van uitstapjes dicht bij
huis aan populariteit al win
nen." Wedstrijdje kijken!
En: „Mensen worden zich op
nieuw bewust van nationale
tradities en de behoefte de ei
gen cultuur te behouden. Men
wil zich in toenemende mate
identificeren met lokale en na
tionale symbolen." Schraders
pleitte jarenlang voor nieuwe,
moderne, multifunctionele sta
dions, die er kwamen. De rest is
niet onderzochte geschiedenis.
Want geen mens had kunnen
voorspellen hoe de voetballerij
er in de nieuwe eeuw uit zou
zien. Een ongehoord aantal
mensen, overal op de wereld,
volgt het voetbal via de televisie
- maar nog wel traditioneel,
zonder interactieve en andere
snufjes. Een ongehoord aantal
mensen klimt ook nog eens de
stadiontrappen op, in Neder
land gemiddeld ruim 16.000
toeschouwers per eredivisie
wedstrijd in het voorbije sei
zoen.
Ajax scoorde deze zomer enkele
weken voor de competitie al
40.000 seizoenkaarten. Dat is
sensationeel. De sensatie heeft
ook te maken met het feit dat
de kaartjes in het profvoetbal
de afgelopen vijf jaar liefst 52
duurder zijn geworden.
In het seizoen 2001-2002 was
Feyenoord nog de best bezoch
te club van Nederland: gemid
deld 39.902 toeschouwers. Vo
rig jaar nam Ajax de koppositie
over: 47.570 mensen tegenovéf
43.123 (ook een stijging!) bij
Feyenoord. Trouwens ook PSV
trok weer meer fans: 33.105 te
genover 31.494 in het jaar er
voor.
Onderzoekers van Deloitte
Touche rekenden enkele jaren
geleden al uit, dat clubs het
weer in toenemende mate van
de recettes moeten en gaan
hebben. Er was, wat hen betrof,
nog een winst van 45% te ma
ken: meer capaciteit, duurdere
kaartjes. Niet overigens bij de
drie topclubs (en Vitesse); die
hadden hun grenzen al bereikt.
De fan schijnt te allemaal prima
te vinden. Is de supporter ver
anderd? Je zou het zeggen. Een
kenner van de Feyenoord-vol-
gers: „Het Feyenoord-gevoel is
zo verschrikkelijk sterk datje er
de godganse dag mee bezig
bent. Het is een levenswijze,
een religie bijna."
Wie had dat kunnen denken?
De socioloog Gunter A. Pilz
niet. Deze voetbalonderzoeker,
docent aan het Instituut voor
Sportwetenschap aan de Uni
versiteit van Hannover, voor
spelde vijfjaar geleden juist
grote identificatie-problemen
voor de fans. „De spelers wor
den steeds meer onaanraakbare
sterren. Hun levenswijze - dikke
auto, dure huizen, miljoenen
op de bank - vervreemdt hen
van de aanhang. Clubtrouw,
dat de fan juist onderscheidt,
bestaat niet meer on^er de spe
lers. Ze voetballen waar ze het
meeste geld vangen. Voorspel
ling van Pilz: „Het voetbalpu
bliek wordt een soort tennispu-
bliek. Het juichen en zingen zal
verdwijnen. Bayem München
ondersteunt nu al fans die voor
wat sfeer zorgen in het stadion.
Voetbalsupporters hebben toch
al niet meer de indruk dat er re
kening met ze wordt gehou
den."
Voetballers tonen inderdaad
geen enkele clubtrouw meer, de
selecties (Ajax!) bestaan groten
deels uit buitenlanders, de sup
porters van Feyenoord wend
den zich al boos en gefrustreerd
tot het bestuur na het vertrek
van Van Hooijdonk en Bosvelt -
maar ze komen evengoed weer
in grote drommen opzetten.
Alsof het inderdaad een religie
is geworden, het voetballen.