Therapie tegen spinnenangst
WETENSCHAP
Zonnebloem saneert vuile bodem Diamant maakt staal nog harde
Nederlander wil oeros terugfokken
Hoopa-indianen zie
door museumstukken
Olifant sneller
dan gedacht
Boodschap naar de sterre
Bacterie tegen
verontreining
Amsterdam - Het probleem
van grondwaterverontreiniging
door de 4000 oude vuilstort
plaatsen in Nederland is beter
beheersbaar dan gedacht. Bac
teriën en natuurlijke processen
ruimen de verontreiniging op
die uit een vuils tort lekt. Tot die
conclusie komt milieuweten
schapper Van Breukelen, die
onlnags aan de Vrije Universi
teit in Amsterdam promoveer
de op onderzoek naar biogeo-
chemische processen. Doordat
bacteriën meehelpen de bo
dem te reinigen, helpen zij op
veel plaatsen saneringsdoel
stellingen te halen, zonder dat
actieve bodemsanering nodig
is.
Muurfragment
in Woerden
woerden - Bij opgravingen in
Woerden hebben archeologen
een beschilderd muurfragment
uit de Romeinse tijd ontdekt.
Het stuk steen van zes bij zes
centimeter dateert uit de twee
de helft van de tweede eeuw en
is vermoedelijk afkomstig uit
een Romeins badhuis. „Door
het gebruik van de kleuren
rood en groen, de context van
de vondst en het materiaal zijn
we er zeker van dat deze wand
decoratie uit de Romeinse tijd
komt, zo rond 160 jaar na
Christus. Het zijn de eerste
sporen van de zogenoemde
steenbouwfase. Daarvoor wer
den de gebouwen van hout en
aarde gemaakt", aldus project
leider Hazenberg.
'Verband tussen
lamp en kanker'
denver - Mensen die nacht
diensten draaien, kunnen door
de blootstelling aan kunstmatig
licht een verhoogd risico op
kanker lopen. Dat zeggen Ame
rikaanse wetenschappers. Het
menselijk lichaam maakt in het
donker het hormoon melaton
in aan, waarvan wordt aange
nomen dat het kanker kan
voorkomen. Mensen die niet
het natuurlijke ritme van dag
en nacht volgen en zich 's
nachts aan licht van lampen
blootstellen, kunnen te maken
krijgen met te weinig melaton
in en daardoor een verhoogd
risico op vooral borstkanker.
„Licht kan heel goed voor je
zijn en is gebruikt om depres:
sies te verhelpen. Maar onze
studie toont aan dat in de
nachtelijke uren kunstmatig
licht het risico van borstkanker
oplevert", aldus George Brai-
nard van de Thomas Jefferson
Universiteit in het Amerikaanse
Philadelphia.
Jacht op de
diepzeebacterie
delft - Binnenkort zullen on
derzoekers alle zeeën bevaren
om daar de anammox-bacterie
op te vissen. Dat voorspelt
prof. dr. ir. Jetten, bijzonder
hoogleraar microbiologie aan
de TU Delft. De dieprode bac
terie kan afvalwater ontdoen
van ammonium, een goedje
dat in meren en sloten vissterf
te kan veroorzaken. Tot dusver
zochten biologen en oceano
grafen uit verscheidene landen
jarenlang vergeefs naar de bac
terie, die nog nooit in de na
tuur was aangetroffen. De
Delftse onderzoeker Sliekers
beproefde met Duitse onder
zoekers zijn geluk in een boot
op de Zwarte Zee. Daar werd
water opgepompt en tot vreug
de van de onderzoeker bleek
zich op een diepte van negen
tig meter de bacteriesoort Scal-
indua sorokinii (anammox) te
bevinden.
donderdag 10 juli 2003
londen/anp - Olifanten zijn
sneller dan tot nu toe werd
gedacht. Ondanks hun
enorme omvang zijn ze in
staat bewegingen met hun
poten te maken die op ren
nen lijken. Dat blijkt uit een
onderzoek van de Universi
teit van Stanford in Califor-
nië, dat onlangs is gepubli
ceerd in het wetenschappe
lijke blad Science.
De Amerikaanse onderzoe
kers hebben in Thailand 42
gezonde olifanten getest op
hun snelheid over een af
stand van dertig meter. De
resultaten zijn vastgelegd
op video.
De gemiddelde snelheid
van de dieren was ruim ze
ven kilometer per uur,
maar bij 32 olifanten kon
dit oplopen tot 24 kilome
ter per uur. Drie olifanten
bereikten een nog hogere
snelheid.
De olifanten hadden hun
vier poten nooit tegelijk in
de lucht, maar ontwikkel
den een soort looppas
waarbij ze sprongen.
„Daarmee is niet aan de
klassieke maar wel aan de
biomechanische definitie
van rennen voldaan", aldus
één van de onderzoekers.
door Johan Lamoral
leuven - Het scenario is welbe
kend. Uit de badkamer weer
klinkt plots een luide gil en
vrouw- of manlief komt volledig
overstuur de kamer ingelopen:
'er zit een spin in het bad!'. Er
zijn ook mensen die hysterisch
en huilend het huis uitlopen, die
wegens een spinnetje in hun au
to en ongeval veroorzaken, die
plaatsen waar spinnen kunnen
zitten, zoals kelder en zolder,
niet durven binnengaan, die niet
blootsvoets in de tuin durven lo
pen of onder een boom gaan zit
ten.
Extreme angst voor spinnen of
arachnofobie kan iemands so
ciaal gedrag grondig ontwrich
ten. Geen nood. Er bestaat nu
een uitstekende therapie tegen
spinnenangst, die arachnofo-
ben weer fluitend door het le
ven helpt gaan. De spinnenthe-
rapie is ontwikkeld door het In
stituut voor Stress en Werk
(ISW) van de Universiteit Leu
ven in samenwerking met het
Centrum voor Gedragstherapie.
Gedragspsychologe Tine Dae-
seleire: „Wij werken hier met
een team van academisch ge
schoolde psychologen en psy
chotherapeuten, die gespeciali
seerd zijn in welzijn op het
werk, stress en andere werkge-
relateerde psychische proble
men. Het Centrum voor Ge
dragstherapie vroeg ons om
een groepstherapie voor spin-
nenfobie op te starten en na te
gaan of die methode werkelijk
verbetering brengt."
Daeseleire is verantwoordelijk
voor vorming en opleiding Zij
organiseert nu in de zomer
maanden voor de derde keer
een spinnentherapie. Zoals zij
onlangs in de Campuskrant van
de universiteit van Leuven ver
klaarde blijkt het succes onver
wacht groot
De therapie gebeurt in verschil
lende stappen. Een eerste stap
in de behandeling is een diep
gaand persoonlijk gesprek, al
dus Daeseleire. Er dient immers
eerst onderzocht hoe groot de
angst is. De meeste patiënten
door Johan Lamoral
boston - In een poging tot eer
herstel hebben Amerikaanse
musea de afgelopen jaren cere
moniële kunstvoorwerpen aan
de oorspronkelijke bewoners
van Noord-Amerika teruggege
ven. Slecht verging het echter
de nazaten van de Hoopa-in
dianen in de staat Californië:
velen van hen werden besmet
met gevaarlijke stoffen nadat zij
deze voorwerpen opnieuw had
den gebruikt, twee werden er
ziek van.
De voorwerpen van de Hoopa
waren afkomstig uit het Pe-
abody Museum van de Harvard
University en werden in 1997
teruggegeven. Een scheikundi
ge analyse toonde aan dat de
voorwerpen kwikzilver en be
strijdingsmiddelen tegen insec
ten bevatten.
De teruggave was een gevolg
van een wet uit 1990 die musea
verplicht voorwerpen terug te
geven aan de indianen wanneer
deze er om vragen. Tegenwoor-
ert
(gesp
NOS
vforg
■nders
•ity
Serli
(less
misc
tost
[ran
it 1
lisq
vjDe
stukjGel
dig dienen de musea bij te
gave ook een geschreven
schuwing te overhandigei
waarin op mogelijke vervu »i
wordt gewezen.
Dat bleek in het geval van
Hoopa geen overbodige
schuwing. In het verslag
scheikundige analyse wijzi
wetenschappers er op dat
tentoongestelde kunststi
in musea vroeger grondig'
den behandeld met ondei
arseen, kwikzilver, pestici
en DDT om ze te beschei
tegen knaagdieren, inse<
micro-organismen. De mt
van deze scheikundige sto
worden nu niet meer gebr
maar blijken na vele jaren
altijd in de museumstukki
aanwezig te zijn.
Verschillende leden van
Hoopa-stam vertonen
dels ernstige vergiftigingsv nec*
schijningen. De indianen
men het hergebruik van h
kunstvoorwerpen nu een
nig risico, dat zij de voorw
in de musea laten staan.
NOS
Het
Ned
T 'OS
k tetv
•n enp
>ect< lin*
na.
lom
Praa
tZa
en:
drag
Evol
innpec
ned
Jacl
lerh
,Eind
De arachnofoben worden eerst met foto's van spinnen geconfronteerd en later met levende exemplaren. Zo krijgen de deelnemers controle
over hun angst. Foto: GPD/Ludo Marien
praten er zeer open over en
spinnenangst blijkt geen zwaar
maatschappelijk taboe te zijn.
Merkwaardig is volgens de the
rapeute dat vooral vrouwen
met die angst zitten.
Na deze eerste evaluatie volgen
drie sessies van twee uur. „Het
is een korte maar blijkbaar
werkzame therapie", geeft Dae
seleire toe. „Stapsgewijs leren
we de mensen om te gaan met
hun angst. De bedoeling is niet
dat zij nu van spinnen gaan
houden maar dat zij er mee le
ren omgaan en dat de angst
vermindert."
In de eerste sessie krijgen de
mensen een foto van een spin
te zien en later halen de onder
zoekers er levende spinnen bij,
steeds veilig opgeborgen in een
glas. Alles gebeurt in een veilige
omgeving. De deelnemers aan
de sessie krijgen op die manier
stilaan controle over hun angst.
„Wij gaan niet overhaast te
werk en dwingen de mensen
niet tot stappen waar zij nog
niet aan toe zijn. Zo zijn er
slechts weinig mensen die
vroegtijdig afhaken."
Het effect van therapie wordt
nagegaan aan de hand van drie
tests. Daar is Debora Vansteen
wegen voor verantwoordelijk.
Zij is postdoc aan het Centrum
voor Leerpsychologie en Ge
dragstherapie. „Eerst leggen wij
de arachnofoben een vragen
lijst voor waarmee wij hun fo
bie in een cijferschaal kunnen
omzetten", zo verklaart zij in de
Campuskrant. „Vervolgens
gaan wij over tot een praktische
proef. Wij plaatsen een glazen
bakje met een vrij grote spin op
een wagentje en vragen de
deelnemers om dat naar zich
toe te trekken. Wij observeren
hoe dicht zij dat naar zich kun
nen trekken. In een derde test
tonen wij verschillende beelden
van spinnen en kijken wij hoe
de fobici lichamelijk reageren."
De tests worden op drie mo
menten afgelegd: vöör de thera
pie, meteen na de therapie en
tijdens een latere follow-up.
„Aan de hand van een vragen
lijst konden wij drie maanden
na de therapie bij 24 van de
eerste 28 deelnemers vaststel
len dat zij niet meer tot de
arachnofoben behoorden. Ook
de praktische proef was bemoe
digend. Vöör de therapie durf
den slechts drie deelnemers het
bakje met de spin aanraken,
maar na drie sessies waren dat
er zesentwintig. Twaalf deelne
mers durfden de spin zelfs aan
te raken", aldus nog Vansteen
wegen.
Daeseleire bevestigt het resul
taat: „In totaal hebben wij tot
hiertoe ongeveer zeventig men
sen behandeld. Je kan stellen
dat 90 tot 95 procent geen last
meer heeft van echte spinnen
angst. Het succes van deze the
rapie is wellicht de zeer speci
fieke gerichtheid ervan en de
doorgedreven follow-up. De ge
tuigenissen van enkele deelne
mers bevestigen dat. Zij worden
niet meer hysterisch, gaan niet
meer lopen, zijn niet meer ver
lamd van schrik. Sommigen
van hen kunnen zelfs op het
einde van de therapie een spin
over hun hand laten lopen."
vancouver/anp - Ook de 'ge
wone man' kan nu een bood
schap het heelal laten insturen.
Sterrenwacht H.R. MacMillan
Space Centre in het Canadese
Vancouver biedt deze mogelijk
heid in samenwerking met we
tenschappers van het Herzberg
Institute of Astrophysics, de
University of the Cariboo en het
bedrijf Ganymede Technologies
(alle uit Canada). Dat gebeurt
met behulp van lasertechnolo
gie en de telescopen van het
observatorium.
'StardateCards', zo heten deze
boodschappen, ansichten naar
de sterren. Een boodschap kan
worden gestuurd naar ieder ge
wenst sterrenstelsel of ander
doel in het heelal. Het moment
van opstralen is afhankelijk van
het tijdstip waarop dat doel in
het gezichtsveld van de telesco
pen in Vancouver is. De afzen
der krijgt een bevestiging van
het versturen en een code
waarmee de reis van het bericht
kan worden gevolgd via een
website op het internet. Overi
gens wordt wel gekeken n;
inhoud van het bericht. Oi
meer agressieve, pomogn
sche, aanstootgevende of
strijd met de wet zijnde ti
worden niet geaccepteeri
De te versturen berichten
den gedigitaliseerd en
in laserlichtsignalen. De ti
nologie is ontwikkeld in s<
werking met de National
search Council of Canad;
nationale onderzoekscenl
van de Canadese overheit
boodschappen worden
uitgezonden dat het lasei
niet door het stof en gruis
in het vlak van ons zonne
sel. Daardoor zijn ze eeur
onderweg en geven ze de
van de afzender een eeuw
voortbestaan. Een kleine 1
bestaat dat technologisch
wikkelde buitenaardse bi
vingen de signalen kunni
vangen.
,2.20
"23.1
35 V
,t wrd
De f
ïrtial
eriieft>t
r/c/v
Pira
lvfdde
.45
,3é
emd
IVAS
Een StardateCard kost twintig Cani
dollar (circa 12,50 euro) en kan via
site www.stardatecards.com woi
steld.
irder
De zonnebloem, de groene bodemsaneerder. Foto: Ron Pichel
eindhoven/gpd - Zonnebloe
men, koolzaad, wilgen en po
pulieren krijgen mogelijk een
rol bij het opruimen van de
zware metalen uit de vervuilde
bodem van de Kempen. In op
dracht van de provincie gaat de
Vrije Universiteit uit Amster
dam onderzoek doen naar deze
zogeheten groene bodemsane
ring.
Het experiment is gebaseerd op
het fenomeen dat sommige
planten zonder nadelige gevol
gen relatief grote hoeveelheden
zware metalen kunnen opslaan
in hun weefsels. Die eigen
schap maakt ze in principe ge
schikt om vervuilde bodems te
saneren. In de Kempen gaat
het om de vervuiling met cad
mium en zink van de zinkfa-
brieken in de Belgische Kem
pen en Budel-Dorplein.
De proef maakt onderdeel uit
van het Actief Bodembeheer
De Kempen. Doel van dit pro
ject is Oost-Brabant en het
aangrenzende deel van Bel
gisch Limburg voor 2015 te sa
neren. Die sanering maakt
deels gebruik van de klassieke
manier van afgraven. „Maar we
kunnen natuurlijk niet de hele
Kempen gaan afgraven", legt
woordvoerder De Ruijter uit.
Sanering door planten zou een
eenvoudige en goedkope ma
nier kunnen zijn om de ver
ontreinigde bodem schoon te
maken. Of het principe in de
praktijk bruikbaar is, moet nog
blijken. Volgens De Ruijter
gaat de VU diverse variaties
uitproberen met koolzaad,
zonnebloemen, wilgen en po
pulieren.
Onderzoek moet aantonen of
en in welke mate deze soorten
metalen kunnen opnemen.
Bovendien is nog niet duide
lijk of de planten zelf tegen op
hoping van metalen kunnen.
De testen vinden zowel op
potgrond als in het veld plaats.
De experimenten duren drie
jaar. Dan moet duidelijk zijn of
groene sanering in de Kempen
op enige schaal toepasbaar is.
Tijd is volgens De Ruijter een
van de grote problemen bij de
sanering door planten. Ver
vuilde grond moet binnen af
zienbare tijd gezuiverd wor
den. „Als dat eeuwen duurt
hebben we er natuurlijk niks
aan. Een periode van tien jaar
is al een mooi resultaat."
Groene sanering staat in ons
land nog in de kinderschoe
nen. Op kleine schaal is vol
gens De Ruijter wel onderzoek
gedaan. „Maar echt groot in
het veld nog nooit."
door Ben Apeldoorn
Nijmegen - Na lang experimen
teren is het een Nederlandse
promovend.us gelukt een dia
mantlaagje op metalen aan te
brengen. Daarmee is de weg vrij
gemaakt voor de ontwikkeling
van vrijwel onverslijtbare rhateri-
alen.
Er zijn al boren en zagen die
zijn voorzien van diamant. Pro
bleem daarbij is echter altijd
dat ook hier op den duur slijta
ge optreedt. Dat heeft niet zo
zeer met het diamant zelf te
maken, als wel met de hechting
tussen diamant en het materi
aal waar het op bevestigd is.
De verbinding tussen de mate
rialen laat op den duur los als
gevolg van de enorme krachten
die er tijdens het boren, zagen
en slijpen op in werken. Dit
komt door temperatuurveran
deringen, die er voor zorgen dat
de materialen diamant en me
taal niet evenveel krimpen en
rekken (uitzettingscoëfficiënt).
Diamant is het hardste materi
aal dat van nature op aarde
voorkomt. Het ontstaat in de
aarde onder invloed van de
daar heersende immense druk
«?S
ake
I.oc
renn
Wet
irstei
Bsth<
23.0
htma
nde
au. 0:
SO Di'
as. 0
zwe
ht 11
Dei
al. 2
Ütydr
id 0
Het diamantlaagje, gezien door
een microscoop, 7500 maal ver
groot. Foto: GPD
uit koolstof. Daarbij worden ku
bussen gevormd, die meestal
doorzichtig zijn en soms geel,
bruin of zwart. Door verande
ringen in de aardkorst komen
de diamanten op of vlak onder
de aardkorst terecht. Ze worden
gevonden in rivierbeddingen of
diamantmijnen. Voor industri
eel gebruik worden diamanten
tegenwoordig ook langs kunst
matige weg gefabriceerd, door
koolstof te onderwerpen aan
dezelfde krachten die in de
aardkorst voorkomen.
De Nederlandse chemicuiit<
Buijnsters is er in geslaag<
diamant op roestvrij staal
ten 'groeien'. Hij ontdektt Jt~ IJ
vendien de oorzaak waart id 1
eerdere pogingen mislukt
diamant rotsvast op staal
brengen. In die gevallen 0
stond op het metaal een aErben
vorm van koolstof dan di; j;1®'®1
grafiet- 1=
Buijnsters onderving dit due 0:
een luchtledige ruimte ee |:451
een laagje chroomnitride
verbinding tussen chroon
stikstof) op het metaal te
pen. Het diamant bracht
door in waterstofgas veri'
methaangas met een verl
draad, vlak boven het mej
laten ontleden. Bij de on1
viel het methaangas in del
bestanddelen uiteen, wa;
het koolstof micro-diam;
op het metaal vormde.
Verder bleek dat het prol
van de uitzettingscoëfficiê
kan worden omzeild dooi
metaaloppervlak voor het
ces met borium (een elei
dat als metaal in hardheit
nig onderdoet voor di;
behandelen. De uitzettinj
efficiënt van het metaal
daarmee vrijwel gelijk a;
van diamant.
door Peter de Jaeger
wageningen - Hoe zag de oeros
er uit? Daarover bestaan ver
schillende ideeën. Aan de hand
van allerlei beschrijvingen en ou
de afbeeldingen heeft de Neder
lander Cis van Vuure een mono
grafie over de oeros gemaakt. De
maker daarvan, die er vijftien
jaar aan heeft gewerkt, wil het
dier nu graag 'terugfokken' en
uitzetten in de natuur.
De oeros is de stamvader van
alle runderen ter wereld, pak
weg duizend rassen. De naam
is echter niet ontleend aan die
verdienste, maar aan het Ger
maanse woord 'ur', wat niet
meer dan een klank is. Het oer-
rund is ontstaan in Noord-In-
dia en daar vandaan verspreid
over Europa. In Duitsland zijn
botresten gevonden van
250.000 jaar oud. Ook in Neder
land zwierf het beest rond.
„Vooral langs de rivieren en in
moerassen", denkt Cis van
Vuure uit Wageningen, die vijf
tien jaar lang heeft gewerkt aan
een monografie over de oeros.
Hij baseert zijn uitspraak op
een oud-runenvers uit de 9de
eeuw van de Germanen waarin
de oeros wordt beschreven als
een moerasloper. De Egyptena-
ren beschreven dat het dier
langs de Nijl verbleef. „Dat is
het verschil met de wisent, de
enige andere rundersoort in
Europa die vooral een steppe-
dier was. De oeros hield zich
meer op in beschutte plekken
bij het water."
De laatste oeros blies zijn adem
uit in 1627 in de bossen bij het
Poolse Jaktorów. Van die laatste
populatie zijn nauwkeurige be
schrijvingen bijgehouden sinds
1557. Van Vuure heeft die tek
sten uit het Latijn en Pools zelf
vertaald, omdat er geen geld
was voor professionele vertalin
gen. Ook is het uiterlijk bekend
van de beroemde prehistori
sche rotstekeningen van Las-
caux in Frankrijk.
Verder zijn er talloze resten ge
vonden van hoornpitten, het
schedelbot waar de hoom om
heen groeit. „Uit al dat basis
materiaal weten we dat de hec-
krunderen hemelsbreed ver
schillen van de oeros. De oeros
was veel groter, had een andere
vachtkleur (zwart), kleinere ui
ers en een andere hoomvorm."
De geestelijk vaders van de hec-
krunderen, de Duitse gebroe
ders Heek, hadden dit overi
gens al kunnen weten. Hun
voornaamste doel in de jaren
dertig was om het publiek te la
ten zien hoe de oeros eruit ge
zien moet hebben. „Ze vonden
vooral zichzelf erg goed en gin
gen uit hoogmoed erg amateu
ristisch te werk. Hun beschrij
ving van de oeros klopt niet
met de werkelijkheid. Wellicht
om hun fokresultaten florissan-
ter voor te stellen. Dat is wel
een gemiste kans geweest."
Op basis van eigen onderzoek is
nu een natuurgetrouw beeld
ontstaan van de oeros. Die is
volgens Van Vuure terug te ver
edelen door de toevlucht te ne
men tot de Spaanse en Portuge
se vechtstier. „Deze rassen zijn
sedert de achttiende eeuw niet
meer verder geselecteerd voor
vlees of melkproductie. Ze be
zitten nog de typische kenmer
ken als de kleine uier en de
voorwaarts gerichte hoom
vorm. Verder zijn ze zwart met
een lichte zone rond de snuit
en een aalstreep op de mg. Als
je daarmee gaat fokken, onder
goede begeleiding, kun je prima
resultaten behalen. Maar dat
duurt minstens twintig, dertig
jaar."
Grootste verdienste van dat
fokexperiment is vooral didac
tisch. „De mensen laten zien
hoe de oeros er werkelijk uit
zag. Nu worden in dierentuinen
in België, Frankrijk, Duitsland
en Oostenrijk de heckrunderen
als de oeros tentoongesteld.
Dat is misleidend. Ook kan er
dan eindelijk een eind worden
gemaakt aan de discussie over
de betekenis van de oeros voor
het landschap. Staatsbosbe
heer, met de vermaarde bioloog
Frans Vera voorop, beweert nog
steeds dat grote grazers zorgen
voor open parklandschappen.
Volgens Van Vuure beïnvloedt
de oeros de bosgroei een stuk
minder dan altijd wordt aange
nomen.
Volgens hem was Europa vroe
ger volledig bedekt met oerbos,
met slechts hier en daar een
open plek, vooral waar het te
drassig was voor bomen. „Die
oeverloze discussie zou nu ein
delijk eens de wereld uit kun
nen door dat beest uit te zetten
in de natuur. Maar niet in Ne
derland, daar is ons land te
klein voor. Het moet een gebied
MOO
Tekening van de oeros, gemaakt door Cis van Vuure. Foto: GPDrd-Hc
gram
Tot:
zijn waar de rivier de vrije loop
krijgt en niet wordt tegenge
houden door een winterdijk,
zoals in onze uiterwaarden. In
Polen heb je nog van die uitge
strekte, onbewoonde gebie
den." De prestatie van Van
Vuure zou voor menigeen een
levenswerk zijn. Maar ni<
Van Vuure zelf. Hij heeft
idee opgepakt om het spo
mg te volgen van het kon)
paard. In hoeverre staat
ne paardje uit Polen aan
hoofd van alle huisrassen
zou ik graag willen weten.
ie cht-e
1 0N0
UT
.93
1 edat
tem\
acht
dfeg