Therapie tegen spinnenangst WETENSCHAP Zonnebloem saneert vuile bodem Diamant maakt staal nog harde Nederlander wil oeros terugfokken Hoopa-indianen zie door museumstukken Olifant sneller dan gedacht Boodschap naar de sterre Bacterie tegen verontreining Amsterdam - Het probleem van grondwaterverontreiniging door de 4000 oude vuilstort plaatsen in Nederland is beter beheersbaar dan gedacht. Bac teriën en natuurlijke processen ruimen de verontreiniging op die uit een vuils tort lekt. Tot die conclusie komt milieuweten schapper Van Breukelen, die onlnags aan de Vrije Universi teit in Amsterdam promoveer de op onderzoek naar biogeo- chemische processen. Doordat bacteriën meehelpen de bo dem te reinigen, helpen zij op veel plaatsen saneringsdoel stellingen te halen, zonder dat actieve bodemsanering nodig is. Muurfragment in Woerden woerden - Bij opgravingen in Woerden hebben archeologen een beschilderd muurfragment uit de Romeinse tijd ontdekt. Het stuk steen van zes bij zes centimeter dateert uit de twee de helft van de tweede eeuw en is vermoedelijk afkomstig uit een Romeins badhuis. „Door het gebruik van de kleuren rood en groen, de context van de vondst en het materiaal zijn we er zeker van dat deze wand decoratie uit de Romeinse tijd komt, zo rond 160 jaar na Christus. Het zijn de eerste sporen van de zogenoemde steenbouwfase. Daarvoor wer den de gebouwen van hout en aarde gemaakt", aldus project leider Hazenberg. 'Verband tussen lamp en kanker' denver - Mensen die nacht diensten draaien, kunnen door de blootstelling aan kunstmatig licht een verhoogd risico op kanker lopen. Dat zeggen Ame rikaanse wetenschappers. Het menselijk lichaam maakt in het donker het hormoon melaton in aan, waarvan wordt aange nomen dat het kanker kan voorkomen. Mensen die niet het natuurlijke ritme van dag en nacht volgen en zich 's nachts aan licht van lampen blootstellen, kunnen te maken krijgen met te weinig melaton in en daardoor een verhoogd risico op vooral borstkanker. „Licht kan heel goed voor je zijn en is gebruikt om depres: sies te verhelpen. Maar onze studie toont aan dat in de nachtelijke uren kunstmatig licht het risico van borstkanker oplevert", aldus George Brai- nard van de Thomas Jefferson Universiteit in het Amerikaanse Philadelphia. Jacht op de diepzeebacterie delft - Binnenkort zullen on derzoekers alle zeeën bevaren om daar de anammox-bacterie op te vissen. Dat voorspelt prof. dr. ir. Jetten, bijzonder hoogleraar microbiologie aan de TU Delft. De dieprode bac terie kan afvalwater ontdoen van ammonium, een goedje dat in meren en sloten vissterf te kan veroorzaken. Tot dusver zochten biologen en oceano grafen uit verscheidene landen jarenlang vergeefs naar de bac terie, die nog nooit in de na tuur was aangetroffen. De Delftse onderzoeker Sliekers beproefde met Duitse onder zoekers zijn geluk in een boot op de Zwarte Zee. Daar werd water opgepompt en tot vreug de van de onderzoeker bleek zich op een diepte van negen tig meter de bacteriesoort Scal- indua sorokinii (anammox) te bevinden. donderdag 10 juli 2003 londen/anp - Olifanten zijn sneller dan tot nu toe werd gedacht. Ondanks hun enorme omvang zijn ze in staat bewegingen met hun poten te maken die op ren nen lijken. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universi teit van Stanford in Califor- nië, dat onlangs is gepubli ceerd in het wetenschappe lijke blad Science. De Amerikaanse onderzoe kers hebben in Thailand 42 gezonde olifanten getest op hun snelheid over een af stand van dertig meter. De resultaten zijn vastgelegd op video. De gemiddelde snelheid van de dieren was ruim ze ven kilometer per uur, maar bij 32 olifanten kon dit oplopen tot 24 kilome ter per uur. Drie olifanten bereikten een nog hogere snelheid. De olifanten hadden hun vier poten nooit tegelijk in de lucht, maar ontwikkel den een soort looppas waarbij ze sprongen. „Daarmee is niet aan de klassieke maar wel aan de biomechanische definitie van rennen voldaan", aldus één van de onderzoekers. door Johan Lamoral leuven - Het scenario is welbe kend. Uit de badkamer weer klinkt plots een luide gil en vrouw- of manlief komt volledig overstuur de kamer ingelopen: 'er zit een spin in het bad!'. Er zijn ook mensen die hysterisch en huilend het huis uitlopen, die wegens een spinnetje in hun au to en ongeval veroorzaken, die plaatsen waar spinnen kunnen zitten, zoals kelder en zolder, niet durven binnengaan, die niet blootsvoets in de tuin durven lo pen of onder een boom gaan zit ten. Extreme angst voor spinnen of arachnofobie kan iemands so ciaal gedrag grondig ontwrich ten. Geen nood. Er bestaat nu een uitstekende therapie tegen spinnenangst, die arachnofo- ben weer fluitend door het le ven helpt gaan. De spinnenthe- rapie is ontwikkeld door het In stituut voor Stress en Werk (ISW) van de Universiteit Leu ven in samenwerking met het Centrum voor Gedragstherapie. Gedragspsychologe Tine Dae- seleire: „Wij werken hier met een team van academisch ge schoolde psychologen en psy chotherapeuten, die gespeciali seerd zijn in welzijn op het werk, stress en andere werkge- relateerde psychische proble men. Het Centrum voor Ge dragstherapie vroeg ons om een groepstherapie voor spin- nenfobie op te starten en na te gaan of die methode werkelijk verbetering brengt." Daeseleire is verantwoordelijk voor vorming en opleiding Zij organiseert nu in de zomer maanden voor de derde keer een spinnentherapie. Zoals zij onlangs in de Campuskrant van de universiteit van Leuven ver klaarde blijkt het succes onver wacht groot De therapie gebeurt in verschil lende stappen. Een eerste stap in de behandeling is een diep gaand persoonlijk gesprek, al dus Daeseleire. Er dient immers eerst onderzocht hoe groot de angst is. De meeste patiënten door Johan Lamoral boston - In een poging tot eer herstel hebben Amerikaanse musea de afgelopen jaren cere moniële kunstvoorwerpen aan de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika teruggege ven. Slecht verging het echter de nazaten van de Hoopa-in dianen in de staat Californië: velen van hen werden besmet met gevaarlijke stoffen nadat zij deze voorwerpen opnieuw had den gebruikt, twee werden er ziek van. De voorwerpen van de Hoopa waren afkomstig uit het Pe- abody Museum van de Harvard University en werden in 1997 teruggegeven. Een scheikundi ge analyse toonde aan dat de voorwerpen kwikzilver en be strijdingsmiddelen tegen insec ten bevatten. De teruggave was een gevolg van een wet uit 1990 die musea verplicht voorwerpen terug te geven aan de indianen wanneer deze er om vragen. Tegenwoor- ert (gesp NOS vforg ■nders •ity Serli (less misc tost [ran it 1 lisq vjDe stukjGel dig dienen de musea bij te gave ook een geschreven schuwing te overhandigei waarin op mogelijke vervu »i wordt gewezen. Dat bleek in het geval van Hoopa geen overbodige schuwing. In het verslag scheikundige analyse wijzi wetenschappers er op dat tentoongestelde kunststi in musea vroeger grondig' den behandeld met ondei arseen, kwikzilver, pestici en DDT om ze te beschei tegen knaagdieren, inse< micro-organismen. De mt van deze scheikundige sto worden nu niet meer gebr maar blijken na vele jaren altijd in de museumstukki aanwezig te zijn. Verschillende leden van Hoopa-stam vertonen dels ernstige vergiftigingsv nec* schijningen. De indianen men het hergebruik van h kunstvoorwerpen nu een nig risico, dat zij de voorw in de musea laten staan. NOS Het Ned T 'OS k tetv •n enp >ect< lin* na. lom Praa tZa en: drag Evol innpec ned Jacl lerh ,Eind De arachnofoben worden eerst met foto's van spinnen geconfronteerd en later met levende exemplaren. Zo krijgen de deelnemers controle over hun angst. Foto: GPD/Ludo Marien praten er zeer open over en spinnenangst blijkt geen zwaar maatschappelijk taboe te zijn. Merkwaardig is volgens de the rapeute dat vooral vrouwen met die angst zitten. Na deze eerste evaluatie volgen drie sessies van twee uur. „Het is een korte maar blijkbaar werkzame therapie", geeft Dae seleire toe. „Stapsgewijs leren we de mensen om te gaan met hun angst. De bedoeling is niet dat zij nu van spinnen gaan houden maar dat zij er mee le ren omgaan en dat de angst vermindert." In de eerste sessie krijgen de mensen een foto van een spin te zien en later halen de onder zoekers er levende spinnen bij, steeds veilig opgeborgen in een glas. Alles gebeurt in een veilige omgeving. De deelnemers aan de sessie krijgen op die manier stilaan controle over hun angst. „Wij gaan niet overhaast te werk en dwingen de mensen niet tot stappen waar zij nog niet aan toe zijn. Zo zijn er slechts weinig mensen die vroegtijdig afhaken." Het effect van therapie wordt nagegaan aan de hand van drie tests. Daar is Debora Vansteen wegen voor verantwoordelijk. Zij is postdoc aan het Centrum voor Leerpsychologie en Ge dragstherapie. „Eerst leggen wij de arachnofoben een vragen lijst voor waarmee wij hun fo bie in een cijferschaal kunnen omzetten", zo verklaart zij in de Campuskrant. „Vervolgens gaan wij over tot een praktische proef. Wij plaatsen een glazen bakje met een vrij grote spin op een wagentje en vragen de deelnemers om dat naar zich toe te trekken. Wij observeren hoe dicht zij dat naar zich kun nen trekken. In een derde test tonen wij verschillende beelden van spinnen en kijken wij hoe de fobici lichamelijk reageren." De tests worden op drie mo menten afgelegd: vöör de thera pie, meteen na de therapie en tijdens een latere follow-up. „Aan de hand van een vragen lijst konden wij drie maanden na de therapie bij 24 van de eerste 28 deelnemers vaststel len dat zij niet meer tot de arachnofoben behoorden. Ook de praktische proef was bemoe digend. Vöör de therapie durf den slechts drie deelnemers het bakje met de spin aanraken, maar na drie sessies waren dat er zesentwintig. Twaalf deelne mers durfden de spin zelfs aan te raken", aldus nog Vansteen wegen. Daeseleire bevestigt het resul taat: „In totaal hebben wij tot hiertoe ongeveer zeventig men sen behandeld. Je kan stellen dat 90 tot 95 procent geen last meer heeft van echte spinnen angst. Het succes van deze the rapie is wellicht de zeer speci fieke gerichtheid ervan en de doorgedreven follow-up. De ge tuigenissen van enkele deelne mers bevestigen dat. Zij worden niet meer hysterisch, gaan niet meer lopen, zijn niet meer ver lamd van schrik. Sommigen van hen kunnen zelfs op het einde van de therapie een spin over hun hand laten lopen." vancouver/anp - Ook de 'ge wone man' kan nu een bood schap het heelal laten insturen. Sterrenwacht H.R. MacMillan Space Centre in het Canadese Vancouver biedt deze mogelijk heid in samenwerking met we tenschappers van het Herzberg Institute of Astrophysics, de University of the Cariboo en het bedrijf Ganymede Technologies (alle uit Canada). Dat gebeurt met behulp van lasertechnolo gie en de telescopen van het observatorium. 'StardateCards', zo heten deze boodschappen, ansichten naar de sterren. Een boodschap kan worden gestuurd naar ieder ge wenst sterrenstelsel of ander doel in het heelal. Het moment van opstralen is afhankelijk van het tijdstip waarop dat doel in het gezichtsveld van de telesco pen in Vancouver is. De afzen der krijgt een bevestiging van het versturen en een code waarmee de reis van het bericht kan worden gevolgd via een website op het internet. Overi gens wordt wel gekeken n; inhoud van het bericht. Oi meer agressieve, pomogn sche, aanstootgevende of strijd met de wet zijnde ti worden niet geaccepteeri De te versturen berichten den gedigitaliseerd en in laserlichtsignalen. De ti nologie is ontwikkeld in s< werking met de National search Council of Canad; nationale onderzoekscenl van de Canadese overheit boodschappen worden uitgezonden dat het lasei niet door het stof en gruis in het vlak van ons zonne sel. Daardoor zijn ze eeur onderweg en geven ze de van de afzender een eeuw voortbestaan. Een kleine 1 bestaat dat technologisch wikkelde buitenaardse bi vingen de signalen kunni vangen. ,2.20 "23.1 35 V ,t wrd De f ïrtial eriieft>t r/c/v Pira lvfdde .45 ,3é emd IVAS Een StardateCard kost twintig Cani dollar (circa 12,50 euro) en kan via site www.stardatecards.com woi steld. irder De zonnebloem, de groene bodemsaneerder. Foto: Ron Pichel eindhoven/gpd - Zonnebloe men, koolzaad, wilgen en po pulieren krijgen mogelijk een rol bij het opruimen van de zware metalen uit de vervuilde bodem van de Kempen. In op dracht van de provincie gaat de Vrije Universiteit uit Amster dam onderzoek doen naar deze zogeheten groene bodemsane ring. Het experiment is gebaseerd op het fenomeen dat sommige planten zonder nadelige gevol gen relatief grote hoeveelheden zware metalen kunnen opslaan in hun weefsels. Die eigen schap maakt ze in principe ge schikt om vervuilde bodems te saneren. In de Kempen gaat het om de vervuiling met cad mium en zink van de zinkfa- brieken in de Belgische Kem pen en Budel-Dorplein. De proef maakt onderdeel uit van het Actief Bodembeheer De Kempen. Doel van dit pro ject is Oost-Brabant en het aangrenzende deel van Bel gisch Limburg voor 2015 te sa neren. Die sanering maakt deels gebruik van de klassieke manier van afgraven. „Maar we kunnen natuurlijk niet de hele Kempen gaan afgraven", legt woordvoerder De Ruijter uit. Sanering door planten zou een eenvoudige en goedkope ma nier kunnen zijn om de ver ontreinigde bodem schoon te maken. Of het principe in de praktijk bruikbaar is, moet nog blijken. Volgens De Ruijter gaat de VU diverse variaties uitproberen met koolzaad, zonnebloemen, wilgen en po pulieren. Onderzoek moet aantonen of en in welke mate deze soorten metalen kunnen opnemen. Bovendien is nog niet duide lijk of de planten zelf tegen op hoping van metalen kunnen. De testen vinden zowel op potgrond als in het veld plaats. De experimenten duren drie jaar. Dan moet duidelijk zijn of groene sanering in de Kempen op enige schaal toepasbaar is. Tijd is volgens De Ruijter een van de grote problemen bij de sanering door planten. Ver vuilde grond moet binnen af zienbare tijd gezuiverd wor den. „Als dat eeuwen duurt hebben we er natuurlijk niks aan. Een periode van tien jaar is al een mooi resultaat." Groene sanering staat in ons land nog in de kinderschoe nen. Op kleine schaal is vol gens De Ruijter wel onderzoek gedaan. „Maar echt groot in het veld nog nooit." door Ben Apeldoorn Nijmegen - Na lang experimen teren is het een Nederlandse promovend.us gelukt een dia mantlaagje op metalen aan te brengen. Daarmee is de weg vrij gemaakt voor de ontwikkeling van vrijwel onverslijtbare rhateri- alen. Er zijn al boren en zagen die zijn voorzien van diamant. Pro bleem daarbij is echter altijd dat ook hier op den duur slijta ge optreedt. Dat heeft niet zo zeer met het diamant zelf te maken, als wel met de hechting tussen diamant en het materi aal waar het op bevestigd is. De verbinding tussen de mate rialen laat op den duur los als gevolg van de enorme krachten die er tijdens het boren, zagen en slijpen op in werken. Dit komt door temperatuurveran deringen, die er voor zorgen dat de materialen diamant en me taal niet evenveel krimpen en rekken (uitzettingscoëfficiënt). Diamant is het hardste materi aal dat van nature op aarde voorkomt. Het ontstaat in de aarde onder invloed van de daar heersende immense druk «?S ake I.oc renn Wet irstei Bsth< 23.0 htma nde au. 0: SO Di' as. 0 zwe ht 11 Dei al. 2 Ütydr id 0 Het diamantlaagje, gezien door een microscoop, 7500 maal ver groot. Foto: GPD uit koolstof. Daarbij worden ku bussen gevormd, die meestal doorzichtig zijn en soms geel, bruin of zwart. Door verande ringen in de aardkorst komen de diamanten op of vlak onder de aardkorst terecht. Ze worden gevonden in rivierbeddingen of diamantmijnen. Voor industri eel gebruik worden diamanten tegenwoordig ook langs kunst matige weg gefabriceerd, door koolstof te onderwerpen aan dezelfde krachten die in de aardkorst voorkomen. De Nederlandse chemicuiit< Buijnsters is er in geslaag< diamant op roestvrij staal ten 'groeien'. Hij ontdektt Jt~ IJ vendien de oorzaak waart id 1 eerdere pogingen mislukt diamant rotsvast op staal brengen. In die gevallen 0 stond op het metaal een aErben vorm van koolstof dan di; j;1®'®1 grafiet- 1= Buijnsters onderving dit due 0: een luchtledige ruimte ee |:451 een laagje chroomnitride verbinding tussen chroon stikstof) op het metaal te pen. Het diamant bracht door in waterstofgas veri' methaangas met een verl draad, vlak boven het mej laten ontleden. Bij de on1 viel het methaangas in del bestanddelen uiteen, wa; het koolstof micro-diam; op het metaal vormde. Verder bleek dat het prol van de uitzettingscoëfficiê kan worden omzeild dooi metaaloppervlak voor het ces met borium (een elei dat als metaal in hardheit nig onderdoet voor di; behandelen. De uitzettinj efficiënt van het metaal daarmee vrijwel gelijk a; van diamant. door Peter de Jaeger wageningen - Hoe zag de oeros er uit? Daarover bestaan ver schillende ideeën. Aan de hand van allerlei beschrijvingen en ou de afbeeldingen heeft de Neder lander Cis van Vuure een mono grafie over de oeros gemaakt. De maker daarvan, die er vijftien jaar aan heeft gewerkt, wil het dier nu graag 'terugfokken' en uitzetten in de natuur. De oeros is de stamvader van alle runderen ter wereld, pak weg duizend rassen. De naam is echter niet ontleend aan die verdienste, maar aan het Ger maanse woord 'ur', wat niet meer dan een klank is. Het oer- rund is ontstaan in Noord-In- dia en daar vandaan verspreid over Europa. In Duitsland zijn botresten gevonden van 250.000 jaar oud. Ook in Neder land zwierf het beest rond. „Vooral langs de rivieren en in moerassen", denkt Cis van Vuure uit Wageningen, die vijf tien jaar lang heeft gewerkt aan een monografie over de oeros. Hij baseert zijn uitspraak op een oud-runenvers uit de 9de eeuw van de Germanen waarin de oeros wordt beschreven als een moerasloper. De Egyptena- ren beschreven dat het dier langs de Nijl verbleef. „Dat is het verschil met de wisent, de enige andere rundersoort in Europa die vooral een steppe- dier was. De oeros hield zich meer op in beschutte plekken bij het water." De laatste oeros blies zijn adem uit in 1627 in de bossen bij het Poolse Jaktorów. Van die laatste populatie zijn nauwkeurige be schrijvingen bijgehouden sinds 1557. Van Vuure heeft die tek sten uit het Latijn en Pools zelf vertaald, omdat er geen geld was voor professionele vertalin gen. Ook is het uiterlijk bekend van de beroemde prehistori sche rotstekeningen van Las- caux in Frankrijk. Verder zijn er talloze resten ge vonden van hoornpitten, het schedelbot waar de hoom om heen groeit. „Uit al dat basis materiaal weten we dat de hec- krunderen hemelsbreed ver schillen van de oeros. De oeros was veel groter, had een andere vachtkleur (zwart), kleinere ui ers en een andere hoomvorm." De geestelijk vaders van de hec- krunderen, de Duitse gebroe ders Heek, hadden dit overi gens al kunnen weten. Hun voornaamste doel in de jaren dertig was om het publiek te la ten zien hoe de oeros eruit ge zien moet hebben. „Ze vonden vooral zichzelf erg goed en gin gen uit hoogmoed erg amateu ristisch te werk. Hun beschrij ving van de oeros klopt niet met de werkelijkheid. Wellicht om hun fokresultaten florissan- ter voor te stellen. Dat is wel een gemiste kans geweest." Op basis van eigen onderzoek is nu een natuurgetrouw beeld ontstaan van de oeros. Die is volgens Van Vuure terug te ver edelen door de toevlucht te ne men tot de Spaanse en Portuge se vechtstier. „Deze rassen zijn sedert de achttiende eeuw niet meer verder geselecteerd voor vlees of melkproductie. Ze be zitten nog de typische kenmer ken als de kleine uier en de voorwaarts gerichte hoom vorm. Verder zijn ze zwart met een lichte zone rond de snuit en een aalstreep op de mg. Als je daarmee gaat fokken, onder goede begeleiding, kun je prima resultaten behalen. Maar dat duurt minstens twintig, dertig jaar." Grootste verdienste van dat fokexperiment is vooral didac tisch. „De mensen laten zien hoe de oeros er werkelijk uit zag. Nu worden in dierentuinen in België, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk de heckrunderen als de oeros tentoongesteld. Dat is misleidend. Ook kan er dan eindelijk een eind worden gemaakt aan de discussie over de betekenis van de oeros voor het landschap. Staatsbosbe heer, met de vermaarde bioloog Frans Vera voorop, beweert nog steeds dat grote grazers zorgen voor open parklandschappen. Volgens Van Vuure beïnvloedt de oeros de bosgroei een stuk minder dan altijd wordt aange nomen. Volgens hem was Europa vroe ger volledig bedekt met oerbos, met slechts hier en daar een open plek, vooral waar het te drassig was voor bomen. „Die oeverloze discussie zou nu ein delijk eens de wereld uit kun nen door dat beest uit te zetten in de natuur. Maar niet in Ne derland, daar is ons land te klein voor. Het moet een gebied MOO Tekening van de oeros, gemaakt door Cis van Vuure. Foto: GPDrd-Hc gram Tot: zijn waar de rivier de vrije loop krijgt en niet wordt tegenge houden door een winterdijk, zoals in onze uiterwaarden. In Polen heb je nog van die uitge strekte, onbewoonde gebie den." De prestatie van Van Vuure zou voor menigeen een levenswerk zijn. Maar ni< Van Vuure zelf. Hij heeft idee opgepakt om het spo mg te volgen van het kon) paard. In hoeverre staat ne paardje uit Polen aan hoofd van alle huisrassen zou ik graag willen weten. ie cht-e 1 0N0 UT .93 1 edat tem\ acht dfeg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 8