Oorsprong van Etrusken verklaar»
REGIO
Met 'dodenweg' N207 is echt niets mis,
wel met het rijgedrag van de gebruikers
Vuistslag uit zelfverdediging blijft onbestraft
GERECHT
Leidse emeritus-hoogleraar Beekes lost 2500 jaar oud vraagstuk op
NAVRAAG
De eerste lichting studenten aan de Johan Cruyff University heeft
gisteren een diploma gekregen. Cruijff zette zijn heao-opleing speci-
aal op voor sporters
Het hoogtepunt was die °peen soePe,e
7 /v i Y) manier sport en stu-
een knuffel van Cruijff die «men combine-
ren. De Noordwijkse
oud-profvoetballer LEONARD VAN UTRECHT (op de foto rechts) kreeg
gisteren in Amsterdam een diploma uit handen van de maestro zelf.
Hoe moeilijk was het om weer naar school te gaan?
„Het was vreselijk lastig, omdat ik al dertig jaar was toen ik aan de
opleiding begon. Voor de andere studenten was ik zo n beetje de
oudere broer of assistent-trainer. Die rol ligt mij wel. Maar het
moeilijkste vond ik het om in het studieritme te komen. Met be
hulp van mijn vrouw is dat gelukt. Eerst de kinderen naar bed en
dan hup, achter de computer of
inde boeken."
Had je veel contact met Johan
Cruijff?
,,Hij was er alleen op belangrijke
momenten, zoals bij de opening
of bij de diploma-uitreiking.
Maar de opleiding ademt wel
zijn geest. Zo hangen er allerlei
attributen en uitspraken van
Cruijff op de zesde verdieping
van de universiteit. Die zijn zo
simpel en zo raak. Gisteren ook
weer had hij een fantastische
speech. 'Hoe kun je zeggen dat
je iets niet kunt als je het nog
nooit hebt geprobeerd?', zei hij."
Wat was gisteren het hoogte
punt van de dag?
„Ik kreeg een knuffel van Johan Cruijff. Ik heb een kledingzaak en
had voor hem speciaal een colbertje gemaakt met nummer 14 op
de mouw geborduurd. Dat was Cruijff oprecht blij mee. Net als
met mijn toespraak, waarin ik de nadruk legde op de sociale kant
van Cruijff. Deze studie stampte hij niet uit de grond voor de top
pers, maar voor de laag daaronder. En wat de mensen ook zeggen:
hij doet die opleiding niet om er geld aan te verdienen.
Jij hebt dus een goede band met Johan Cruijff?
„Dat vind ik wel. Al eerder had ik hem gewaagd om een boek over
hem te schrijven. Tot drie keer toe moest Cruijff onze afspraken af
zeggen, want hij heeft het druk. Maar gisteren fluisterde hij mij toe
dat hij de afspraak niet is vergeten. In september praten we ver
der."
Vroeger gingen oud-voetballers vaak rookivaar verkopen? Was
dat niets voor jou geweest?
„Nee. Dan moet je een hele bekende naam hebben, zoals Sjaak
Swart. Maar wie komt er nou een sigaar kopen bij Leonard van
Utrecht Bovendien denk ik dat je tegenwoordig ook voor een siga
renzaak wel wat meer opleiding nodig hebt dan vroeger. Al is een
heao-opleiding als de Johan Cruyff University daarvoor misschien
iets te veel van het goede."
tekst: Tim Brouwer de Koning foto: ANP/Marcel Antonisse
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1903, Vrijdag 3 Juli
NOORDWIJKERHOUT - De kom van ons dorp heeft in weinige jaren
veel verandering ondergaan. Het plein om de Hervormde kerk, een
prachtig, groot grasveld, omzoomd met hooge boomen, dat met den to
ren gemeente-eigendom is, ziet er tegenwoordig zeer netjes uit. De ei
genaar van het hotel ,,'t Rechthuis", het voorbeeld volgenden, omgaf
eveneens zijn terrein met een ijzeren hek en legde bloemperken aan.
Voegen we hieraan toe, dat bijna alle huizen in de omgeving in het
laatste tiental jaren werden vernieuwd, dan zal het ieder duidelijk zijn,
dat ons dorp in schoonheid ontzaglijk heeft gewonnen. Een leelijk
punt bleef tot dusverre een oude, zwarte, houten schuur. Maar nu is
ook deze verdwenen. De eigenaar liet haar afbreken en op dezelfde
plek voor zich een woning bouwen. Heden kwam zij onder de kap en
ook deze metamorphose zal de omgeving zeer zeker weer in schoon
heid doen toenemen.
ANNO 1978, maandag 3 juli
OEGSTGEEEST - De wethouders Blom en Van Belle gooiden zaterdag
ochtend een balletje mee tijdens jeu de boules demonstraties in win
kelcentrum de Lange Voort. De jaarlijks georganiseerde braderie
stond dit jaar, naar aanleiding van de Tour de France doortocht op
vrijdag, in het teken van het land van Marianne.
Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's In deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 Ln.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad.
Roosevdtstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B.M. Essenberg, C P. Arnold
W.MJ Bouterse (adjunct)
E-mail: directie@hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5150 5&7
ADVERTENTIES
071-5 356 300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdcnl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19,60 (alleen aut ine)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling.
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq. de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem
SCHRIJVENDE LEZERS
Met enige verbazing heb ik de krant
gelezen waarin Provinciale Staten
lid Mooij de N207 'zeer onveilig'
noemt en spoedmaatregelen afkon
digt. Volgens mij is dit niet nodig en
kan dit geld in de knip blijven.
Vanaf de opening in 1995 werd de
weg tussen Hillegom en Leimuiden
in de volksmond al gauw een 'do
denweg' genoemd, omdat je er zo
hard kon scheuren en er weinig con
trole was. Maar nu zijn we acht jaar
verder en hoeveel ongelukken zijn er
nu gebeurd door hardrijden? Twee,
drie keer misschien?
Ik volg deze ongevallen misschien
met een andere belangstelling dan
de gemiddelde lezer, aangezien ik als
brandweerman twee keer bij een au-
rel
to te water en een keer bij een be
knelling ben geweest. Bovendien rij
ik iedere dag over deze weg naar
mijn werk.
Een aantal van deze ongevallen is
gewoon stom geweest van de be
stuurder/ster of domme pech voor
degene die is geraakt. Dit is mis
schien pijnlijk voor de familie en na
bestaanden, maar is wel realiteit.
Ik noem een paar ongevallen: door
rood rijden (1 dode), te laat remmen
voor de file (1 dode), op het rechte
stuk op de verkeerde weghelft (1 do
de), roekeloos inhalen (1 zwaarge
wonde), in de bochten bij het nieu
we HSL-viaduct op de verkeerde
weghelft twee keer 1 dode), schade
afhandelen na een aanrijding op een
plek waar niet genoeg ruimte is om
je auto veilig neer te zetten (1 dode).
Wat is er nu mis met deze weg? De
maximum snelheid is al verlaagd
van 100 naar 80, de verkeerslichten
staan duidelijk aangegeven door
middel van voorseiners, de grote S-
bocht bij Nieuw-Vennep is goed
aangegeven met borden en met re
flectoren in het hart van de weg, bij
het nieuwe HSL-viaduct mag je
maar 50 en staan de bochten keurig
aangegeven met geleideborden.
Kortom, overal word je goed geïnfor-
meerd wat er komen gaat.
Het probleem is misschien het i„
vreemde rijgedrag van vele bestut
ders. Als ik dan regelmatig zie dat
mensen zich scheren, zich opma
ken, bellen, de krant lezen, heel
nauwkeurig de vorderingen van
HSL-viaduct willen volgen (met
hoofd bijna achterstevoren) dan
dat toch vragen om ongelukken. I,
Laat iedereen eens naar zijn eigei
rijgedrag kijken, dan hoeft provin
ale staten de procedures niet te o
zeilen en het geld (ons belasting-
geld) voor aanpassingen aan de v a
niet 'gevonden' te worden.
R. van der L
Hi"eg Z
Door geluidsoverlast ver
oorzaakt door zijn buren
heeft een Leidenaar voor
de zoveelste keer in het
weekeinde amper kun
nen slapen. Spuugzat om
in zijn eigen huis te wor
den geterroriseerd, be
sluit hij zijn buurvrouw
nog maar een keer op de
hinder aan te spreken.
Maar het gesprek ver
loopt uiterst stroef en
verzandt als snel in een
ordinair heen en weer
gescheld over de schut
ting.
Later die morgen verlaat
de man zijn huis om
boodschappen te doen,
maar bij terugkomst
wordt hij door zijn buur
man en diens vrienden
opgewacht. Als de Leide
naar uit de auto stapt,
ziet hij het drietal al na
deren. Ze komen om
hem heen staan en de
buurman zwaait gevaar
lijk met een ijzeren staaf,
waarmee de man ook
hard in de nek wordt ge
raakt. Het slachtoffer zakt
na de klap ineen, maar
krabbelt weer op en ziet
dan dat hij geen kant
meer op kan vluchten.
De man vreest serieus
voor zijn leven als de
buurman ook nog allerlei
dreigementen begint te
uiten. Zinnen als 'Ik
maak je af en "Vanavond
leef je niet mee', worden
naar zijn hoofd geslin
gerd. Om zich uit de be
narde situatie te redden,
balt de Leidenaar zijn
vuisten en deelt hij zelf
maar een flinke tik uit.
Die komt kennelijk hard
aan, want de drie man
nen maken zich na de
klap direct uit de voeten.
Nadat de buurman en
zijn twee vrienden door
de rechtbank zijn veroor
deeld komt het slachtof
fer er pas achter dat ook
hij binnenkort als ver
dachte in de rechtszaal
moet verschijnen. De
vriend van de buurman
die hij heeft geraakt,
heeft tegen hem aangifte
gedaan van mishande-
ling.
Zichtbaar nerveus en
aangeslagen staat de Lei
denaar in het verdach
tenbankje. De man kan
de klap die hij zelf heeft
uitgedeeld niet meer her
inneren. Wel is hij nog
erg gespannen over het
voorval. Met vochtige,
rooddoorlopen ogen ver
telt de Leidenaar in de
rechtszaal zijn versie van
het verhaal. De rechter
luistert geduldig en
vraagt hem waarom hij
niet gelijk is weggelopen
toen de drie mannen op
hem afkwamen. De man
schraapt voorzichtig zijn
keel. „Waarom moet ik
weglopen bij mijn eigen
huis? Dat gaat tegen mijn
principes in. Daarbij, als
ik mij niet had verdedigd,
was de aanval alleen
maar heviger geweest."
Getuigenverklaringen
ondersteunen het relaas
van de Leidenaar. Zo ver
klaart een overbuur
vrouw onder andere dat
zij de situatie voor het
slachtoffer heel bedrei
gend vond, met name
toen hij door zijn aanval
lers werd omsingeld.
Volgens de officier blijkt
uit het dossier overigens
wel dat de verdachte de
vriend van de buurman
heeft geslagen. Deson
danks vindt ze dat de
klap hem niet mag wor
den aangerekend. „Naar
mijn mening is hier spra
ke van noodweer. Ik eis
daarom ontslag van ver-
'dere strafvervolging."
De rechter denkt ook dat
de man heeft geslagen,
maar tilt daar ook niet te
zwaar aan. Ook vindt hij
het goed te begrijpen dat
het slachtoffer zijn aan
deel in de vechtpartij in
de hitte van de strijd is
vergeten. „Ik vind u alles
behalve strafbaar. U
heeft zich slechts tegen
een aanval verdedigd
deed dat op een mani
die daarvoor noodzak t
lijk was. Mogelijkerwi;
had u zich aan het ge
weld kunnen onttrekk
maar daar was u op dl
moment psychisch ni
toe in staat", stelt hij
vast.
Tevreden hoort de vei
dachte dat hij door de
rechtbank wordt vrijg
sproken van alle recht
vervolging. Opgelucht
maar nog een beetje b jj
verig van de emoties x
laat de Leidenaar de
rechtszaal. Terug naai
huis. Nog steeds hetzi
de huis overigens, wa
over verhuizen peinst
ondanks alles geen m
ment.
DONDERDAG 3 JULI
Al sinds het ontstaan van de etrusko-
logie worstelen de onderzoekers van
dit mysterieuze Italiaanse volk met de
vraag: waar kwamen ze vandaan? De
Leidse emeritus-hoogleraar R. Beekes
gelooft na jaren nauwgezet onder
zoek de oplossing te weten: ze kwa
men uit het oosten, van de kusten
van de Hellespont. Onlangs publiceer
de hij in het boekje The Origin of the
Etruscans' een overvloed aan feiten
die zijn stelling ondersteunen.
De Etrusken zijn een volk dat tot het
begin van onze jaartelling in Italië
woonde. Hun kerngebied was
Toscane, maar ze woonden ook in
Latium (de streek rondom Rome),
rondom Napels, in Bologna en aan
de Adriatische kust. Ze waren in de
oudheid vooral bekend als geduchte
zeevaarders en als ijzerproducenten.
Het ijzererts werd gedolven op Elba
en verwerkt in het stadje Populonia,
'het IJmuiden van de oudheid'. De
ijzerhandel bracht de Etrusken rijk
dom, vooral in de achtste, zevende
en zesde eeuw voor Christus.
Dat de Etrusken een vreemde eend
in de Italiaanse bijt waren, heeft ei
genlijk nooit iemand betwijfeld. Er
woonden in het eerste millennium
voor Christus allerlei volken in Italië,
maar die waren aan elkaar verwant
en spraken op Latijn gelijkende ta
len. De Etrusken niet. Hun taal, hun
zeden en gewoonten weken af van
de 'Latijnse'. Schande spraken de
buurvolken van de relatieve vrijheid
van de Etruskische vrouwen, die
mee mochten feesten met hun man
nen. Kenmerkend is ook hun bijge
lovigheid, hun neiging om de toe
komst te voorspellen uit de
vlucht van vogels of scha
penlevers. Deze gewoonte
namen de Romeinen van
de Etrusken over, evenals
het gladiatorengevecht.
Het Etruskisch is onver
gelijkbaar met andere ta
len. De Etrusken gebruik
ten een alfabet dat van het
Grieks is afgeleid. Het is
daarmee ook voor ons goed
leesbaar. Maar de woorden
komen in geen enkele andere
taal voor. Na twee eeuwen on
derzoek is de betekenis van
zo'n honderd woorden opgehel
derd en geldt de taal min of meer
voor ontcijferd. Honderd woor
den is natuurlijk niet veel, vindt
ook Beekes.
Een probleem blijft dat de overgele
verde teksten weinig aanknopings
punten bieden. De meeste inscrip
ties, vooral grafopschriften, zijn kort
en goed ontcijferbaar. Er zijn enkele
langere teksten, die ook min of
meer worden begrepen. Tellen tot
zes kunnen we in het Etruskisch na
de vondst van een dobbelsteen in
het stadje Tuscania. Waar de te
gengestelde zijden van 'moderne'
dobbelstenen de som 7 vormen,
moeten volgens Etruskische ge
woonte de tegenover elkaar gele
gen cijfers van elkaar worden af
getrokken tot het verschil 3. Het re
sultaat is dan: thu, zal, ci, huth,
mach, sé.
Waar de Etrusken oorspronkelijk
vandaan kwamen, was al in de oud
heid een vraagstuk. De Griekse his
toricus Herodotus (484-425 voor
Christus) schreef dat de 'Etrusken
uit Lydië kwamen', maar die uit
spraak werd altijd met een korreltje
zout genomen. In de klassieke oud
heid lag Lydië midden in Klein-Azië,
een gebied dat nu Turkije is. Dat
strookte niet met de wetenschap dat
de Etrusken goede zeevaarders wa
ren, terwijl de Lydiërs zich niet op de
Middellandse Zee waagden.
Dat er misschien toch waarheid
school in Herodotus' opmerking,
bleek in 1844. In dat jaar werd op het
Griekse eiland Lemnos een grafsteen
gevonden met een inscriptie en een
afbeelding van een krijger met een
speer. De tekst op de 'Lemnische in
scriptie' is vrijwel niet te ontcijferen,
maar één ding viel de etrus-
kologen op: er staat 'avis
sialchueis' en dat komt
overeen met het
Etruskische 'avils
sealchls', dat 'zestig
jaar oud' betekent.
Het 'Lemnisch', zo
als de taal werd ge
noemd, is dus ver
want aan het
Etruskisch.
Op grond van de
vondst kon tenmin
ste worden aan
getoond dat er
Etrusken
op
Lemnos hadden gewoond. Sinds
1844 hebben etruskologen uitge
breid geruzied over de waag of ze
vanuit Italië 'emigreerden' naar
Lemnos en dan misschien ook naar
noordelijk Griekenland en Klein-
Azië, of dat het andersom is gegaan.
De Italiaanse Etruskoloog Massimo
Pallotino publiceerde in 1947 de
omstreden hypothese dat er in het
tweede millennium voor Christus in
grote delen van het Middellandse-
zeegebied Etruskisch was gesproken.
De komst van allerlei andere volken,
zoals de Grieken en de Romeinen,
zou daaraan een einde hebben ge
maakt. Etruskisch en Lemnisch wa
ren in zijn ogen restanten van een
oertaal die werd gesproken door een
Mediterrane oerbevolking. Een nog
levend voorbeeld hiervan zijn de
Basken, die ondanks grote volksver
huizingen in de Pyreneeën stand
hebben gehouden.
Emeritus-hoogleraar taalweten
schap Beekes heeft talrijke
taalkundige en historische
aanwijzingen verzameld
en die gecombineerd
met mededelingen
van antieke schrij
vers zoals Herodo-
tus en Strabo. Elke
aanwijzing apart is
weinigzeggend,
maar tezamen ver
tellen ze een over
tuigend verhaal,
dat zich als volgt
laat vertellen.
Aan de kusten van de
Hellespont, de Zee
van Marmara en ten
noorden van Troje
woonde een volk
dat zichzelf Turs
of Twrs noemde.
Bij de Grieken
golden zij als
'Tursennoi'.
Maeonia, naar een ander volk dat
daar woonde, de Maeoniërs. Pas veel
later kregen de Maeoniërs een nieu
we naam en gingen zij de geschiede
nis in als Lydiërs.
Omstreeks 1200 voor Christus was er
een grote volksverhui
zing die allerlei volkjes,
maar vooral de Phry-
giërs, vanuit Europa naar
Klein-Azië bracht. De
Phrygiërs veroverden
Maeonia en verdreven de
Turs en de Lydiërs. Beek
es gaat ervan uit dat de
Lydiërs naar het zuiden
vluchtten, dieper het
binnenland in. De Turs,
die sowieso meer aan de
kust leefden en goede
zeevaarders waren,
zwermden uit. Naar
Lemnos en misschien via
omwegen naar Italië. De
mededeling van Herodo
tus dat 'de Etrusken uit
Lydië kwamen', klopt
dus volgens Beekes wel.
Alleen lag Lydië om
streeks 1200 voor Chris
tus op een andere plek
dan in Herodotus' tijd."
Het is al lang bekend dat
het oostelijke Middellandsezeege-
bied omstreeks 1200 voor Christus te
maken had met chaos en geweld. Er
waren allerlei volken op de been, die
de plaats innamen van oudere be
schavingen. De 'primitieve' Griekse
Doriërs bijvoorbeeld maakten een
einde aan de Myceense beschaving,
waarover Homerus schrijft. Egypti
sche bronnen spreken tegelijkertijd
van invallen van 'Zeevolken', barba
ren uit het noorden die strooptoch
ten hielden in de Nijldelta. De 'twrs'
zijn daar één van. Het verband met
de Etrusken is al eerder gelegd, maar
het was altijd de waag
i N
ONDER
ZOEK
Nieuwsgierigheid
is de belangrijkste
drijfveer voor de
wetenschap. De
rubriek In
Onderzoek doet
een greep uit de
vele onderwerpen
waar Leidse
onderzoekers zich
in hebben
verdiept. Vandaag:
R. Beekes.
uit het rustige, welvarende Toscj
naar de afgelegen Nijldelta lokte.
Beekes maakt duidelijk dat er wel i
degelijk avontuurlijke groepjes vt
'twrs' de Nijldelta onveilig kondei
maken. „Als ze uit Maeonia kwaï
is dat goed verklaar
baar." Verreweg de
meeste Etrusken gint
echter naar Italië. Da?
een heel eind, maar
Beekes toont aan datj
zeevarende volken oi
streeks 1200 voor Cl
tus al goed op de hoi
waren van de zeeroutj
naar Italië.
Het idee dat Beekes
oplossing heeft gevoi
den voor een probiet
dat al 2500 jaar oud is
wetenschappelijk ge^l
een enorme doorbra;
Toch is het volgens
Beekes sinds de publ$
catie van 'The Origin it
the Etruscans' stil gefo
ven. Hij heeft bijval g
kregen van de gezag
hebbende taalhistorie
Craig Melchert van d||J
University of North C
rolina. Daar is hij blij Ci
mee, maar Beekes vertrouwt erop
dat de andere vakgenoten ook wef,N
met reacties komen. „In de wereld"e
van taalkundigen en etruskologen
gaan zulke ontwikkelingen niet zd
snel." Ook speelt volgens Beekes J
mee dat hij, als Nederlander, een
latieve buitenstaander is. De me<
etruskologen zitten in Italië en zijl
niet snel bereid zijn om de concl J
sies van een 'weemde' zonder slaj
of stoot over te nemen.
Wilfred Simons
wat hen dan van-
Emeritus-hoogleraar Beekes bij enkele 'biconisch asurnen' uit de achtste eeuw. In de urnen, waarvan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden er enkele in de coll
tie heeft, werden crematieresten bewaard. Het zijn de oudste Etruskische voorwerpen die uit Italië bekend zijn. Foto: Henk Bouwman