Toeristen storten zich op
Leidse Tour-flop toch positief ervaren
28 JUNI
2003
ER
BIJ
De camper van Wim en Anna-Marie van Duivenbode in de Tour van 2000 op de col d'Allos, waar Jan Ullrich en Lance Armstrong voorbij trekken. Foto: Privé-bezit
Er is een groep
vakantiegangers die een
nieuwe vorm van
toerisme heeft ontdekt:
het Tourisme.
Honderdduizenden,
miljoenen zelfs, trekken
een dagje naar de Ronde
van Frankrijk.
Tienduizenden een paar
dagen. Er zijn zelfs
'fanatiekelingen' - zoals
Wim en Anna-Marie van
Duivenbode uit Leiden -
die er van start tot finish
bij zijn. Die hun 'mobiele
huis' dagelijks
verplaatsen.
door Edward Swier
Het was in de Tour de
France van vorig jaar,
tijdens de reis van de
ene naar de andere pleister
plaats, dat Leidenaar Wim van
Duivenbode zich hardop ver
baasde. ,,Er rijdt hier voor een
kapitaal rond. Het is verbijste
rend." De rekensom die hij in
zijn hoofd begon, maakte hij
nooit af. Omdat hij geen flauw
idee had hoe groot hij het aantal
campers, en hun waarde, moest
schatten. „Maar feit is dat het ie
der jaar lastiger wordt een plekje
langs het parcours te vinden."
Het aantal campers dat tegen de
flanken van de Alpenreuzen en
de Pyreneeëncols 'hangt', is de
laatste jaren explosief gestegen.
De eeuwige sneeuw heeft plaats
gemaakt voor het hagelwit van
de Bürstner, Westfalia, Hymer-
mobil of Knaus. Zelfs in de vlak
ke ritten is het voor de Van Dui-
venbode's soms een hele klus
om een geschikte stek te vinden.
„Het is wel een verschil met zes,
zeven jaar geleden hoor. Toen
kon je je wagen overal waar je
maar wilde nog neerzetten." De
populariteit van de Tour eist zijn
tol. Nu zijn de smalle wegen
naar de cols vaak al daags tevo
ren afgezet door de plaatselijke
autoriteiten, die voor overbevol
king én mot met de Tour-autori
teiten vrezen. „Vorig jaar nog,
wilden we de dag tevoren de
Mont Ventoux op. Maar dat
mocht niet meer. Zijn we de an
dere kant van de berg opgere
den, tot we daar ook niet meer
verder konden. Op de dag van
de wedstrijd zijn we in de hitte
lopend naar boven gegaan."
Jaarlijks
Wim van Duivenbode's eerste
fysieke kennismaking met de
Tour de France was in eigen
land. Hij was betrokken bij de
organisatie van de Touraan
komst in Scheveningen, in 1974.
Drie jaar later reisde de Zuid-
Hollander een weekje af naar
Fleurance, waar de Ronde van
Frankrijk begon. Om ervan te le
ren. Leiden was immers in 1978
startlocatie en opnieuw had Van
Duivenbode bemoeienis met het
evenement in eigen land. Na
dien werd het Toürbezoek een
jaarlijks terugkerend tafereel.
Eerst met vrienden, meestal voor
een weekeindje of enkele dagen.
Maar de laatste zeven jaar gaat
hij met Anna-Marie, zijn vrouw.
En is de trip uitgerekt tot zijn
maximale lengte.
Dit jaar gaan de twee voor de
vijfde keer met een, van een goe
de kennis geleende camper en
zijn ze er weer van begin tot eind
bij. Slechts de heisa van de aan
komst op de Champs Elysées la
ten ze aan zich voorbij gaan. De
slotrit bekijken ze steevast vanaf
de bank thuis.
„Wat er nou zo leuk aan is om
de Tour op deze manier te vol
gen? Weet je, dat moet ik nog re
gelmatig uitleggen. Terwijl het
voor mij zo vanzelfsprekend is.
Ik ben geen type om drie weken
lang op dezelfde plek met een
camper of caravan te staan. Dan
ga ik wel in een lekker luxe hotel.
De afwisseling doet het 'm. Elke
rit is anders, een andere omge
ving. Je leert Frankrijk op hon
derden manieren kennen. Kan
er lekker eten. Én de sport is
prachtig", aldus Anna-Marie.
Dat een Tour niet op een boter
ham met pindakaas kan worden
gereden, snappen de twee al
lang. Daarvoor hebben ze teveel
verstand van fietsen. Hun komst
naar de Tour bevestigt echter
dat het het grote publiek niet
kan schelen of renners nu wel of
geen doping slikken.
Anna-Marie van Duivenbode
heeft er geen moeite mee dat ze
bedot wordt: „Al nemen ze do
pe, kan mij het schelen. Die tere
jongetjes moeten wel telkens die
bergen op." Haar man vult aan:
„Als je er nou vanuit gaat dat ze
het bijna allemaal doen, dat ne
gentig procent er niet van af kan
blijven, dan wint uiteindelijk
toch de sterkste."
Einde discussie wat hun betreft.
Uitdaging
Wim trekt thuis, met de route
kaart, wat toeristische en Touris-
tieke boekjes, al zijn plan. „Maar
ter plaatse komt daar vaak niks
van terecht. Elke dag opnieuw is
het een uitdaging." Van Duiven
bode heeft inmiddels zoveel ki
lometers over de Franse wegen
gereden dat een kaart overbodig
is. ,,Als we op weg gaan naar on
ze volgende stek, werp ik nog
snel een blik, maar eigenlijk is
het niet eens nodig."
De twee komen wel regelmatig
voor verrassingen te staan. „We
rijden tijdens vlakke ritten vaak
over het parcours. We willen dan
wel op een mooi plekje staan, op
een klein klimmetje of zo. Soms
rijden we dan van kilometer nul
tot 200, eindigen we in de finish -
plaats. Omdat onderweg alle
mooie plekjes al bezet zijn. Want
je wilt natuurlijk niet in een af
daling staan, waar ze met 80 per
uur voorbij suizen."
Ze moeten lachen om hun eigen
idealen. „Eigenlijk zoeken we de
eenzaamheid. We willen niet in
de massa terechtkomen, houden
niet van Nederlandse toestan
den." Maar die kansen zijn te
genwoordig verkeken. „Andere
campers houden ons in de ga
ten, weten dat wij de mooiste
stekkies kennen. Dus als we 'm
ergens neerzetten, staan er in
een mum van tijd vijf of tien an
dere campers om ons heen."
Vorig jaar, in Saarbrücken, dacht
het echtpaar een prachtplek, na
bij de finish te hebben gevon
den. „We zetten de wagen in het
pikkedonker weg, zijn gaan sla
pen." 's Nachts werd het tweetal
echter wakker. „Werd om ons
heen het televisiedorp opge
bouwd." Het gaf nog de nodige
problemen. „Toen we onze
camper verlaten hadden, kon
den we er niet meer terugkeren,
omdat we geen Touraccreditatie
hadden. Moesten we bij de poli
tie hemel en aarde bewegen om
ons 'huis' te kunnen bereiken."
Genieten
Het was een van de weinige kin
ken in de kabel. Doorgaans ge
nieten ze. Van het weer, de ge
wone dingen als een koppie kof
fie voor de camper, de uitzen
ding van Radio Tour de France
via de Wereldomroep ('Een
rampje als die wordt opgehe
ven'), een Nederlandse krant van
één of twee dagen oud. De con
tacten met mede-Touristen, die
vrolijk toeteren of een praatje
komen maken. En natuurlijk
smullen ze van vaderlandse suc
cessen. Wim was er al bij toen
Joop Zoetemelk de Tour won, de
etappezege van Boogerd vorig
jaar staat hoog op het lijstje met
favoriete momenten van Anna-
Marie. Voor Lance Armstrong
hebben de twee wel bewonde
ring, maar niet meer dan dat.
Omdat hij het volk te weinig on
der ogen komt. „Wielrenner ben
je niet alleen in de Tour, maar
het hele jaar, in alle koersen.
Ook die waar wij niet bij zijn."
Wim van Duivenbode: „Andere campers houden ons in de
gaten, weten dat wij de mooiste stekkies kennen. Dus als
we 'm ergens neerzetten, staan er in een mum van tijd vijf
of tien andere campers om ons heen."
Foto: CPD/Roland de Bruin
(Vervolg voorpagina)
Joop Riethoven, toen nog voorzitter van de Leidse wiel
ervereniging Swift, was op het idee gekomen. Bij de pro
loog in Scheveningen in 1973 fungeerde hij als leider van
de reclamekaravaan van de Tour, die dat jaar ook al door
Leiden trok. „Daar had ik zoveel van opgestoken en ge
leerd, dat ik dacht: dat moet ik ook een keer kunnen.
Twee jaar later ben ik echt aan de slag gegaan. Telefoon
tjes gepleegd met Lévitan, de grote Tourbaas in die tijd,
een keertje of twintig naar Parijs geweest. Met wijlen Bas
Vonk, later secretaris van de stichting, of met mijn
\touw of mijn schoondochter, omdat zij Frans spraken.
We kregen er nooit iets te drinken, al vielen de mussen
van het dak. Lévitan was een correcte man, maar zakelijk
bikkelhard. Maar we haalden wel de proloog binnen,
voor 360.000 gulden."
Een fors bedrag in die tijd, maar Riethoven had die fi
nanciën snel rond. „Ik had een schildersbedrijf en deed
nogal eens wat voor Teekens, die de baas was van de
Vleesmeesters. Dit is wat voor hem, dacht ik en ik ben
naar zijn kantoor gegaan. Op een dinsdagmorgen, net
nadat ik een interview voor de radio had gegeven over
mijn plannen. Ik kwam het kantoor binnen en de secre
taresse, die het radiogesprek had gehoord, zei: „Zo, daar
hebben we de beroemde Leidse schilder". Ik zei tegen
Teekens, die achter haar stond: „U kunt nog beroemder
worden." Binnen twee minuten was het rond."
„Ja, ik ben altijd razendsnel geweest in mijn beslissin
gen", beaamt Teekens (70), die tegenwoordig de horeca-
slagerij Chateau Briand in Amsterdam leidt. „En ook
toen hoefde ik niet lang na te denken. Zo'n belangrijk
evenement wilde ik graag ondersteunen om Leiden te
promoten."
Organisatie
Teekens werd voorzitter van de Stichting Tour de France
Leiden 1978 die in het leven werd geroepen nadat Parijs
het licht op groen had gezet. De gemeente formeerde
een commissie van ambtenaren waarin onder anderen
André de Jong zitting had. „Op het moment dat ze met
het plan voor de Tourstart in de Groenoordhallen bij me
kwamen, dacht ik echt: waar begin ik aan", bekent hij,
„maar die twijfel was verdwenen toen we met een Leidse
delegatie in Fleurance waren geweest, de startplaats in
1977. Na een onvergeteüjke tweedaagse bustocht, waar
bij Riethoven bij het vertrek al begon de worsten aan te
snijden, kwamen we aan in een dorp dat niks voorstelde
en waar de organisatie heel amateuristisch was. Dat kon
aüeen maar beter gaan.
Wat we in de aanloop tot stand hebben gebracht, was
ook perfect", zegt De Jong, die een minutieus draaiboek
maakte voor aües wat zich in de Groenoordhaüen af
speelde. „Organisatorisch mankeerde er niks aan. Aües
was van minuut tot minuut vastgelegd. Moest ook wel,
want er lag een heel scala aan eisen van de Tourdirectie
en er was een heel leger aan mensen, gerecruteerd uit
het vreemdelingenlegioen, om dat te controleren. Toen
Lévitan binnenkwam met die poÜtiemacht, nam hij de
zaken ook meteen over", weet De Jong nog. „Wat een
dictator was dat. Klein van stuk, maar hij had de wind
eronder als een soort Napoleon. Hij kon furieus uitvaüen
en dan sidderde dat hele leger."
Er was ook maar heel weinig in te brengen tegen de be-
süssing van Lévitan dat de Nederlandse reclameborden
binnen een straal van 200 meter bij de Groenoordhaüen
moesten worden verwijderd. „Die moesten we vlak voor
de proloog nog weghalen", herinnert De Jong zich. „Een
strop, maar hij had geüjk, want in de contracten stond
dat de reclame op die plekken was voorbehouden aan
de Tourorganisatie", beseft ook Riethoven achteraf.
„Maar dat de proloog vervolgens geneutraliseerd werd
en nog minder werd dan een kermiskoers, deed me wel
uit mijn vel springen", vervolgt De Jong, die van niks
wist. „Nadat ik dat had gehoord, ben ik meteen verhaal
bij Lévitan gaan halen. Ik had hem wel wülen wurgen
met het Franse lintje dat ik die ochtend net had gekre
gen. Wild was ik. „Juüie komen er morgen niet uit, hier",
heb ik hem toegebeten en ik was ook echt van plan de
deuren van de hal de volgende dag dicht te houden."
In opdracht van burgemeester Vis, 'die de zaken netjes
wüde afhandelen', moest De Jong van dat snode plan af
zien. Zijn dreigement had echter wel indruk gemaakt.
„Want toen ik hier de volgende ochtend kwam, stond al
les en iedereen buiten. Die hele karavaan is Leiden ver
volgens gewoon uitgevlucht. Ze wisten niet hoe snel ze
hier weg moesten komen. De Leidse politie die het spul
zou begeleiden, kon ze pas bij Oegstgeest inhalen."
Pas tijdens de navolgende etappe naar St. Wiüebrord ge-
De renners verzamelen zich voor het vertrek van de eerste
etappe van Leiden naar St. Willebrord.
Foto: Archief/Jan Holvast
beurde waarvoor de Franse organisatie een dag eerder
zo bang was geweest. Een Leids jongetje zorgde voor een
valpartij van vijf coureurs. De rit kende trouwens ook
verder een rommelig verloop. In Wassenaar fietste ie
mand op een oerdegelijk ros doodleuk met het peloton
mee en in het Brabantse land versperde een vrachtwa
gen het parcours. „En in de geluidswagen, waarmee wij
voorop reden, sloegen aüe stoppen door", aldus Wim
van Duivenbode. „Dat kon er ook nog wel bij. In St. Wü-
lebrord hebben we ons vervolgens maar bezat in de
kroeg, want daar was het wel feest nadat Raas had ge
wonnen."
Positief
Wim van Duivenbode, wielerconsul en fanatiek volger
van de Tour (op 8 juü is hij als zodanig te zien in een
programma van NOS Sport), vond het aanvankeüjk 'heel
erg' dat Leiden 'zo geflikt' was. „Ik heb ook nog jaren
moeten horen dat het enige parcours dat ik in die tijd
mede had uitgezet, afgekeurd was. Maar zelf heb ik het
snel van me afgezet. Wij hadden ons werk goed gedaan,
er is in Leiden geen renner gevaüen en het was achteraf
een goede basis om verder te komen in de wielersport."
Hoe vreemd het ook mag klinken; zo positief reageren
vrijwel aüe betrokkenen op de flop van destijds. Het
kostte Riethoven zijn schüdersbedrijf ('Ik kon niet meer
werken'), „maar ik heb er wel een enorme bekendheid
aan overgehouden. Het was toch een wereldobject dat ik
als doodgewoon schüdertje naar de stad had gehaald."
,En ook wij zijn er bekend mee geworden", zegt André
de Jong, wiens emoties snel wegdreven op de golf van
belangsteüing die na de Tour over de Groenoordhaüen
heenspoelde. „We hebben later alle groten van de aarde
op popgebied binnengehad, maar na dat gebeuren rond
de Tour was niets moeüijk meer. Dat sloeg aües.
„Leiden is er toch mee op de kaart gezet", vindt Teekens
nog altijd en hoewel Tesselaar niet veel opheeft met dat
soort uitspraken, spreekt ook hij van 'een unieke erva
ring'. „Het is toch mooi dat we het gedaan hebben en
het een keer hebben meegemaakt. Tegen een hoge prijs,
maar afgezet tegen de bedragen die nu worden betaald,
zijn we er nog met een koopje vanaf gekomen. In mijn
tijd als wethouder ben ik ook nog eens benaderd om
met Hoüand Sport profvoetbal naar Leiden te halen. Blij
dat we dat niet gedaan hebben. Anders had de stad nu
echt problemen gehad."
Paul de Tombe
4
Joo
Na;
Fob
De 1
s
nol
eei
co
g
gest