VAKANTIEBOEKEN De verleidingen van Havana De verloedering van het paradijs THEéEIFFEL TOWER Oog in oog met Chrissie Evert St. Petersburg op z'n mooist Eindelijk naar Toscane Even terug op dat prachtige eiland thirty-six views of Telkens weer die Eiffeltoren DE NOORDZEE RUSLAND CUBA ITALIË GRIEKENLAND MJL 1ER0UX AFRIKA VRIJDAG 27 JUNI 2003 eleens door Parijs heeft gewandeld, en wie heeft dat niet, zal het beeld herkennen: op allerlei on- chte momenten duikt aan de horizon die ijzeren spriet weer op. De Franse tekenaar André Juillard Dok opgevallen. Geïnspireerd door een vergelijkbaar boek over de Mount Fuji besloot hij zesender- nten te maken waar op de een of andere wijze telkens de Eiffeltoren in opduikt (Oog Blik, Op een t-shirt van een meisje, als basis van een schemerlamp, ergens achteloos in een raam of ge in volle glorie. Voor elke francofiel een geestig, fraai uitgevoerd cadeau, ng uit besproken boek tella van Zanten aiders hadden al voor eboorte een strandtent in Dort. Je zou dus kunnen 1 dat ik reeds vanuit de ;rbuik mijn eerste geuren iren van de Noordzee g. Toen al moet ik ver zijn geraakt aan de zilte in de indringende lok- an de zeemeeuw, id speelde ik uren langs erkant, 's winters wan- mijn vader met mij over de, verlaten stranden. Als begon ik te klagen over ude water, maar liet me innen ten opzichte van indenkring, dus was ik ld totdat ik klappertan- veer het droge opzocht, k zeventien was, ging ik Timbledon. Eerst met de aar Engeland. Uitgere- lie dag waaide het heel hensen liepen met takjes rond. Van de zee zag ik niets, ik tuurde krd naar de horizon. Voor ;st voelde ik de kracht t water onder mij, de gol- tegen de boeg aanbeuk- het Gloucester hotel in Londen zocht ik tevergeefs naar Betty Stöve, toentertijd Neer- lands tennistrots. In de verlaten ontbijtzaal, stond ik ineens oog in oog met Chrissie Evert. Een van mijn idolen. Ze at witte bo nen in tomatensaus, met worst jes. Ze keek me zeer verbaasd aan, maar zei niets. In de lobby stond Ilie Nastase, de Roe meense 'clown'. Maar tennis sen kon hij ook. Ik kon mijn ge luk niet op over mijn 'ontmoe tingen' met zoveel beroemdhe den, maar deed of het heel ge woon was. Betty Stöve verloor dat jaar alle drie de finales. Een prestatie op zich. Als troost be zorgde de Noordzee mij een rimpelloze thuisreis. Het zon licht schitterde op het water, en urenlang tuurde ik door het raampje. Alleen maar kijken. Op mijn twintigste vloog ik voor de eerste keer naar de Verenig de Staten. Ik weet nog dat ik kort na het opstijgen naar bui ten keek en die enorme plas onder mij zag. Volgens mij was het gewoon onmogelijk dat het toestel in de lucht kon blijven, dus probeerde ik mijn jeugd herinneringen aan de water temperatuur te verdrijven. Maar mijn mooiste momenten met de Noordzee beleef ik als mijn vriendin en ik met onze twee honden op het strand van Bloemendaal zijn. De ene hond (de zwemster) rent het water in om de bal of stok daadwerkelijk te halen en de ander (de baad ster) blijft aan de vloedlijn ner veus heen en weer trippelen. Als de zwemhond nog slechts tot de enkels in het water staat, komt de baadster in actie. Dat is het moment waarop de prooi wordt overgenomen. Vervol gens moet er uitvoerig op de rug worden gerold, en tot slot kan er worden begonnen met graven, zodat ze echt helemaal onder het zand zitten. En wij ook. Zoveel beleefd, zoveel her inneringen. Maar het zijn de mijne en daar gaat dit boek van Jan Gerritsen niet over. De Noordzee (Prometheus, 18,95) biedt gevarieerde verha len, met menselijke aspecten over de Noordzee en de omlig gende landen, de kust als va kantiebestemming, redders uit Katwijk, de haring uit Dene marken, het eiland Helgoland, de Wadden en zwemmen over het Kanaal. in Kuys is in de nadagen van het unisme, toen we op cht naar het vrije Westen 'etersburg (toen nog Le- d) verzeild raakten. De ivas groot. Na alle maat- lelijke en culturele loftui- op een arbeiderssamen- van gelijkheid en broe- ap was daar ineens een e stad met een ongeloof- kdom aan kunst en uit- l van individuele creati- 'latgeslagen door de sta- Bn abstracte uitingen van anst, de symbolische af- igen van de overwinning arbeidersstrijd en de imane eerbewijzen aan ers van het volk stonden sns oog in oog met unie- wstijlen, een literaire tra- inder weerga en een mu- de Hermitage, dat onge- verdadig de menselijke fgeschiedenis in beeld ;1 cultuur kan een mens ;en, moet een bezoeker van St. Petersburg zich onge twijfeld afvragen. De stad her bergt zoveel unieke zaken dat een modaal geïnteresseerde mi nimaal een week nodig heeft om alleen al de hoogtepunten te kunnen bezoeken. Veel, heel veel, mits de belangstellende een zekere mate van oppervlak kigheid hanteert De ellende is dat de culturele verworvenhe den in St. Petersburg geen op pervlakkigheid verdragen. Elk object, elk gebouw, elke straat, elke stoeptegel heeft zijn eigen, vaak zwaarmoedige ge schiedenis. En de ziel van de Rus weet daar wel weg mee. Die laat niet na de onvergankelijke betekenis van elk specifiek cul tuurobject in een menselijke context van bloed, zweet en tra nen te plaatsen, waardoor het voorgoed een onuitwisbare in druk maakt. Het is de Russische geest, die het Russische cul tuurbezit doet leven. Nooit eer der heb ik iemand met zoveel beleving en overgave over een schilderij van Rembrandt horen praten dan een suppoost van Wie droomt er niet van? Eindelijk naar Toscane. Of (terug) naar Corfu of Cuba. Deze zomerse Boekenpa gina staat in het teken van pittoreske vakantiebestemmingen. Van het - ooit - paradijselijke Afrika tot de eeuwige aantrekkingskracht van de Noordzee. Boeken die de aanstaande vakantieganger het water in de mond doen lopen. En thuisblijvers het prettige besef opleveren dat met dergelijk leesvoer de eigen tuinstoel een prima alternatief is voor ontberingen in den vreemde. door Ad Heesbeen Als de avond valt en de verzen gende hitte plaatsmaakt voor een beetje verkoeling, komt de binnenstad van Havana lang zaam tot leven. Veel Cubanen verlaten bij de naderende sche mering hun huizen om zich te verzamelen op of rond een van de vele markante en historische plekken die de hoofdstad telt. Ze scholen samen om met el kaar rum te drinken en de laat ste roddels door te geven. Of om een beetje rond te hangen dan wel te luisteren naar.de vrolijke en ritmische klanken van de immens populaire son of van andere bekende Afro- Cubaanse muziekstijlen, die uit de cafés tot in de calles door dringen. De Amerikaan David Alan Har vey maakte in opdracht van de National Geographic Society in Washington een fotoboek over zijn grote liefde Cuba (Maarten Muntinga, €41,95). Hij reisde maanden door het land, at en dronk met de Cubanen. Hij luisterde met ze naar muziek, bezocht hun scholen en labora toria, reed mee in hun bussen, logeerde bij gezinnen, ging naar de kerk en zoog alles op als een spons. Het resultaat is een in drukwekkende reportage. Via een honderdtal prachtige, ontroerende foto's legt hij de verrassingen en tegenstrijdig heden van het eiland bloot. 'Ik hoop', licht hij in het voor woord zelf toe, 'dat mijn foto's een beeld geven van het heden daagse Cuba. Wie Cuba be zoekt, begint een vriendschap voor het leven, maakt angstige momenten mee en zal een bij zondere ervaring hebben en beseffen dat hij zich bevindt in een land dat klem zit tussen he den en verleden.' Harveys foto's zijn aangevuld met informatieve teksten van zijn landgenote Elizabeth New- house. Ze geeft onder meer een overzicht van de Cubaanse ge schiedenis en beschrijft aan de hand van gesprekken met men sen van allerlei rangen en stan den hoe het is om te leven in het hedendaagse Cuba. Ze staat uitbundig stil bij het pijnlijke veranderingsproces dat het land doormaakt na de boycot door de Verenigde Staten en het wegvallen van de hulp van de Sovjet-Unie in 1991. 'Sinds dien', concludeert ze, 'is Cuba tot armoede vervallen en pro beren de bewoners wanhopig de verworvenheden van de re volutie te behouden, die zo hoopvol begon, maar die nu haar einde fijkt te naderen.' Wat ontbreekt in het boek zijn foto's van El Maximo zelf. Brie ven, verzoeken aan de bureau cratie, cadeautjes, kruiwagens, niets hielp Harvey om oog in oog te komen met Castro. 'Mis schien is het wel beter zo', stelt hij vast. 'Ik heb het Cubaanse volk gefotografeerd, niet de lei ders. De Cubanen bestonden allang voor het verschijnen van Castro en zullen ook na zijn dood blijven bestaan. Mijn fo to's zijn een eerbetoon aan het land en zijn buitengewone be woners.' Harvey is ruimschoots in zijn door Aart van der Kuijl Ze liggen keurig op een rijtje, Toscane, Umbrië en de Mar- che. Samen vormen ze de mooiste landstreken van Mid- den-Italië. Toscane, ik ben er wél en ik ben er niet geweest. In elk geval ben ik er een aantal keren doorheen getreind. Drie- maal en telkens op weg naar Rome. De eerste keer was in mijn pre historie. Toen ik achttien jaar oud, waaghalzerig 'Rome' had ingevuld op mijn interrailkaart. De tweede keer reisde ik naar Rome vanaf Corsica, waar ik met drie Italiaanse vrienden en een maffe Amerikaan een voet- de Hermitage. Hans Boland heeft dit alles goed begrepen. De slavist heeft in zijn stadsgids Sint-Petersburg onderhuids (Athenaeum - Polak Van Gennep, 23,50) elke wetenswaardigheid over het Russische Venetië van het Noorden beschreven. Als geen ander beseft hij hoezeer de rijk dom van de stad samenhangt met haar geschiedenis. Dat le vert een uitzonderlijk boek op. Het staat bomvol wetenswaar digheden, die keurig zijn ver werkt in te maken wandelingen, maar door het enorm grote aantal gegevens is het als boek nauwelijks te lezen. Er is slechts een manier om op timaal profijt te hebben van dit voor een bezoek aan St. Peters burg onmisbare boek. Kies wat u wilt zien, zoek de betreffende passages in het boek van Bo land, maak aantekeningen en neem het boek mee tijdens de tocht, zodat u af en toe nog wat kunt opzoeken. Dan wordt St. Petersburg nog mooier dan de stad van zichzelf al is. opzet geslaagd. Het is een in drukwekkend portret geworden van de Cubaanse ziel en het prachtige weelderige groene Cubaanse landschap, twee za ken die bezoekers al eeuwen lang verleiden en herinnerin gen bij een ieder - ook bij mij - doen voortleven. tocht had gemaakt. Met één van de Italianen reisde ik af na afloop van die tweehonderd ki lometer lange wandeling door het prachtige afwisselende landschap van het Franse, maar zeer Italiaans georiënteerde ei land, naar Rome. De reis voerde onder meer langs Pisa, dat zelfs van een paar kilometer afstand gezien vanuit de trein al een ge weldige indruk maakte. De derde keer voerde de reis naar Rome en maakte de stad op een excursie weer totaal an ders mee: kunst, kunst, kunst en nog eens kunst en flink wat Romeinse oudheid. En telkens voerde de trein me door dat prachtige, heuvelach tige en soms eenvoudigweg platte landschap van Toscane. Regelmatig zag je een heuvel voorbij komen waarop een klei ne stad was gebouwd, het moest heerlijk zijn om daar rond te mogen zwerven. Talloze documentaires over Florence en andere Toscaanse steden en films die daar speelden Room with a view van James Ivory en die prachtige film van Tarkovski Nostalghia) versterkten dat ge voel alleen maar. En nu gaat het eindelijk gebeu ren. We gaan op vakantie naar Umbrië, naar een stadje vlakbij Perugia, een perfecte uitvalsba sis voor bezoeken aan steden in Toscane. Waarom het zo lang moest duren weet ik niet. Be halve de nieuwste gids van Do- minicus Toscane/Umbrië/De Marche' 10,-) van de hand van de bekende historicus Her man Beliën, is dé perfecte op warmer: Toscane, de mooiste steden in beeld geschreven door James Bentley (Veltman, 24,95)Dit fotoboek met foto's van Alex Ramsay doet wat het belooft. Het brengt de meest karakteristieke kleine steden van Toscane onovertroffen in beeld gelardeerd met enkele fo to's van kunstwerken en interi eurs van beroemde bouwsels. Siena, Volterra, Florence, Assisi, Lucca en Prato: ik ga het ko mende vakantie eindelijk écht nodige aandacht om de ver haallijn te volgen. De naam van de hoofdpersoon wordt niet ge noemd, waardoor de lezer zich nooit helemaal op zijn gemak voelt bij hem. Kester Berwick daarentegen is bij naam na drukkelijk aanwezig, maar blijft fysiek absent. Dit zorgt voor wat scheve verhoudingen. Boven dien zijn de verhandelingen over toneelstukken van Tsje- chov, waar de hoofdpersoon in acteert, nogal droog. Gelukkig maken de passages over Korfoe zelf ('een waar rari teitenkabinet', zoals in het boek iemand zich terecht laat ontval len) dit meer dan goed. Dessaix verweeft mythen, geschiedenis en gewoonten prachtig subtiel met het verhaal. Hij vertelt bijvoorbeeld hoe de Oostenrijkse keizerin Elisabeth (Sissi) een aantal eenzame jaren in haar zomerverblijf op Korfoe sleet, hoe de Pantokratorberg gevormd is door de afgehakte testikels van Uranus en hoe Odysseus ooit aanspoelde op het strand van het groenste van alle Griekse eilanden. Bessaix zorgt daarnaast met het vertel len van de simpele dingen van alledag voor aangename flitsen van herkenning. Zo zijn de vuurvliegjes in het boek inderdaad 's avonds in groten getale te zien. Een ver trouwd ritueel bij haast iedere toerist waar Bessaix bij stil staat: het uitzoeken van een ge schikte ansichtkaart voor het thuisfront. Thuis maalt nie mand erom hoe strand zus of zo eruit ziet, maar menig ver stuurder bedenkt toch zorgvul dig uit welke kaart naar wie gaat. Korfoe is door de informatieve en interessante beschrijvingen eigenlijk te lezen als een literai re reisgids. En voor de ex- Korfoeganger is het een goede manier om zich nog eventjes terug te wanen op dat prachtige eiland. door Irene Martensen Reizen is ontdekken. Dat kan rust zijn, cultuur of vertier. Ook in Robert Dessaix' roman Korfoe (Meulenhoff, €22,95) staat een zoektocht centraal. Daarin belandt een Australi sche acteur op het gelijknamige Griekse eiland. Hij is vlak daar voor tijdens een vakantie in Ro me halsoverkop weggelopen van zijn (inmiddels ex-) geliefde William. Op Korfoe verblijft hij in het huis van de rondreizende Kes ter Berwick. Hij raakt geïntri geerd door deze man en gaat daarom op zoek naar diens le vensverhaal. Tot zijn grote schrik vindt hij in een lade een foto van William en Kester, en valt enkele dagen later een kaart van William aan Kester in de brievenbus. Langzaam blijkt dat de levens van de acteur en van Kester verbluffende paral lellen vertonen. Dessaix' reisbeschrijvingen zijn prachtig, maar het vergt toch de IK STAR SAFARI EIS VAN CAIRO NAAR KAAPSTAD door Martin Hendriksma Een olifant in de avondschemer. Het pittoreske plaatje op het omslag van Dark Star Safari, het nieuwe reisboek van Paul Theroux (Atlas, 29,90), bezorgt Afrika-liefhebbers meteen een herkenbaar beeld. Zo'n met dieren volgepropt wildpark is immers het cliché van the dark con tinent. Maar wat betreft de inhoud van het boek slaat het omslag als een tang op een varken. Er komt namelijk geen wildreservaat in voor, om de doodeenvoudige reden dat Theroux ze uit de grond van z'n hart haat. Over de verloedering van een ooit paradijselijk werelddeel gaat het in zijn volumineuze reisverslag dat be gint in Cairo en duizenden kilome ters zuidwaarts in Kaapstad eindigt. Een omweggetje meer of minder maakt de auteur niks uit. Gevaarlij ke locaties? Vaak eerder een aan sporing dan een reden voor terug houdendheid. Theroux bezoekt de stoffige schurkenstaat Sudan, toe gewijd handlanger van het Al-Qae- dagebroed, maar constateert dat de plaatselijke bevolking hem, Ameri kaan, buitengewoon vriendelijk te gemoet treedt. In de Ethiopische Har ar, mythisch geworden door de Afrikaanse reizen van Rimbaud, wordt Theroux als rijke blanke wel door een groot deel van de bevolking beschimpt. 'Soms brulden oudere mensen tegen me, en nu en dan, wanneer ik lang zaam door een straat reed, rees een waanzinnig uitziende Harari op van zijn drempel, hij rende naar het raampje van de autö en stond daar in mijn gezicht te spuwen en te schreeuwen.' Luttele regels daaron der constateert hij echter zó tevre den te zijn dat hij gaat schrijven aan een, jawel, erotisch verhaal. Om meerdere redenen torent dit reisverslag hoog uit boven de sta pels Afrikaanse reislectuur in de boekwinkel. Theroux werkte als pas afgestudeerde leerkracht een tijd in het ongerepte Malawi. Als hij de cennia later terugkeert, is het straat arme land geheel haar de verdom menis. Zijn voormalige huis is een ruïne, de bibliotheken zijn geplun derd en van landbouw is nog amper sprake. Die confrontatie met het verleden maakt pijnlijk duidelijk wat er met Malawi - en vrijwel met heel Afrika - sinds de jaren zestig is misgegaan. En nee, ook de stroom aan hulpver leners heeft het continent niet kun nen redden. O, wat krijgt Theroux gaandeweg zijn reis de pest aan die verwaande, in hun witte landrovers rondreizende westerlingen, die zo goed weten wat er met Afrika moet gebeuren. Ondertussen verdwijnt het geld van de ontwikkelingshulp in de zakken van corrupte regimes (die zichzelf zo in stand houden) en heeft de ontwikkelingswerker zijn hielen nog niet gelicht of het opge zette systeem stort in elkaar. Reden: er is geen Afrikaan op een serieuze manier bij betrokken geweest. Weg dus met die ontwikkelings hulp, vindt Theroux, nooit om een boude stellingname verlegen. Weg met de rugzaktoeristen die opge wonden raken van drieënhalve oli fant, maar niks van het werkelijke Afrika begrijpen. Zo beschrijft hij nog honderden grote (transport, bedelaars) en kleine (muggen) er gernissen. Het spruit allemaal voort uit zijn enorme kennis van en be trokkenheid bij dat fascinerende, maar vrijwel ten dode opgeschre ven gebied. God, wat schrijft hij het allemaal weer heerlijk meeslepend op! Zelfs de Egyptische oudheid, waar elke reisschrijver door de overdaad aan goden en graven over struikelt, komt spontaan tot leven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 21