'Ik heb er zoveel Diezier van gehad' De opofferingen van tenniscoach Nick Carr Van der Plas stopt na 15 jaar als hoofdsponsor van w Katwijk Succes Martin Verkerk de lang verwachte beloning voor Nieuw-Zeelander SPORT ZATERDAG 21 JUNI 2003 Yillem Spierdijk |yk wilde BMW-dealer Cees van der Plas gejjn naam op het shirt van Quick Boys iMaar de Katwijkse amateurtopclub |nd jaren '80 terughoudend met het ian van shirtreclame. Van der Plas ging 'bintenis aan met de veel kleinere lub w Katwijk. Het was het begin van igekend succesverhaal. Vijfjaar later ji w Katwijk, trainer Arie Lagendijk en sponsor Cees van der Plas een voor ongekend sterk elftal op in gebracht, dat drie keer afdelings in en twee keer amateurkampioen Ierland werd. fu|rbi Ha|M .ge r lde' jaar «Jop- ebtle n jaar houdt de Katwijkse BMW-dealer op. Met ingang van volgend seizoen ie naam van de Katwijkse Bouw chappij (KBM) op het oranje shirt, s misschien al een paar jaar te lang kt. Om eerlijk te zijn heeft het mijn f alleen maar geld gekost. Maar ik heb Et zoveel plezier gedaan." jis de verhalen dreef rancune jegens Boys Cees van der Plas 15 jaar gele- 1 de armen van de andere, toen veel re, Katwijkse voetbalclub. Van der 's ^1 er niet veel woorden aan vuil ma- Mijn naam kon bij Quick Boys alleen achterkant van het trainingspak, jclame was niet mogelijk. Toen werd t het bestuur van w Katwijk bena- herinnert Van der Plas zich. Jodealer voelde er aanvankelijk niet ^voor om z'n naam aan een derde- wjy te binden. „Ik wilde een representa- tm, dat bij de top van Nederland zou de," Nu sloten die ambities haarfijn aan e«van de w Katwijk. „Binnen de club wojook alle ruimte om naar de top te iatn". weet Van der Plas nog. „Er waren rachten die riepen: moet dat nu wel, fcstatievoetbal. Het was een uitdaging lelife hele club, iedereen zag het zitten. eijelligheid bij w Katwijk is ook altijd gebleven. Ga nu eens op zater- nalddag kijken. Bij de meeste clubs zit k in deze periode op slot, maar bij k lijkt het of het eerste net thuis heeft da«d.' I in de roos ntrekken van trainer Arie Lagendijk itvi promotie naar de tweede klasse Pe- 'e're opvolgde) noemt Van der Plas lcalhot in de roos'. „Natuurlijk moet je in(%tje geluk hebben om met je club de n ^bereiken. We haalden met Arie La- 3 "i precies de juiste man binnen. Arie 1 een hele sociale manier met de spe- igaan. Het was een enorme prestatie groep uit de kampioensjaren zo jjeen te houden, want zo hoog waren goedingen niet die w Katwijk betaal de fc=^=^== llin de. Arie is ook veeleisend. Daar heb ik hele maal geen moeite mee zolang het redelijke eisen zijn." Van der Plas weet nog dat het Katwijk het eerste jaar in de eerste klasse meezat. „We werden zevende, terwijl we helemaal niet zo goed speelden. Maar daarna ging het fantastisch lopen. Op een gegeven moment beschikte w Katwijk over het beste ama teurteam van Nederland." In de strijd om de amateurtitel won dat elf tal, waarin ook zoon Marco van der Plas een plaats had gekregen, met 7-3 van Hol land. „Er kwamen 8000, 9000 mensen. Het was een geweldig elftal." Van der Plas weet dat dat nooit meer terugkomt. „Het kampi oenschap dat we in 2000 haalden was mooi, maar de ploeg was lang niet zo over heersend." Girootje Cees van der Plas was geen geldschieter die jaarlijks een girootje met het overeengeko men sponsorbedrag op de bus deed en zich verder nergens mee bemoeide. Ook aan het einde van zijn periode als hoofd sponsor gaat de club 'm aan zijn hart. Hij vraagt bij het bestuur wanneer er weer eens iets aan de accommodatie gebeurt, 'want daar is al vijfjaar niets aan gedaan.' Hij neemt bestuursleden mee naar de busi nessclub van Feyenoord om te laten zien hoe het daar gaat 'omdat het me zo stoort dat allerlei lieden die er niks te maken heb ben na wedstrijden in de sponsorruimte van Katwijk rondlopen.' „Je moet in een club, net als in het zakenleven, vooruitkij ken. Je moet eigenlijk alweer bezig zijn met het volgende elftal dat je in het veld gaat brengen. In de besturen van voetbalclubs zitten eigenlijk te weinig zakenmensen. Het zijn vaak boekhouders of ambtenaren, die tijd hebben om wekelijks 20 uur in een club te steken. Ik denk dat mensen uit het be drijfsleven de boel scherp houden." Trainers Van der Plas was niet gewend om zijn me ning over het technisch beleid voor zichzelf te houden. „Ja, als sponsor bemoeide ik me met een aantal zaken. Ik vind ook dat ik het recht heb om ook over de trainers te oorde len. Met trainers is het heel eenvoudig. Het is de best betaalde functionaris binnen een club. Ik vind dat-ie heel goed wordt geho noreerd in een omgeving waar honderden vrijwilligers werken. Hij is in dienst van de club, maar ik heb wel eens het idee dat de trainer het uitmaakt binnen een vereniging. Een trainer moet je zakelijk beoordelen. Je geeft 'm een doelstelling en je kijkt of hij die haalt. Als-ie 'm niet haalt, kan je kijken of er nog geldige redenen voor zijn. Zo niet: dan verleng je z'n contract niet. Daarvoor hoef je toch niet in Delft te hebben gestu deerd?" Hij botste al eens met het bestuur van de Katwijkse club toen het contract met trai ner Bob Kootwijk tegen zijn zin werd ver lengd. En ook voor Alfons Groenendijk, de ex-profvoetballer die in 2001 de selectie on der zich kreeg, vond hij één jaar meer dan genoeg. Groenendijk stapte na een paar maanden in zijn tweede jaar uit zichzelf op. Van der Plas: „Ik vind Alfons een super- vent, echt waar. Maar ik moet dat er wel steeds bij zeggen. Ik vond alleen dat de club z'n contract niet had moeten verlen gen. Alfons is beter op z'n plaats bij een profclub dan bij de amateurs. En als ik te gen het bestuur zeg dat ik vind dat het con tract niet moet worden verlengd, ga ik te gen de trainer zelf geen verhaal ophangen dat-ie wel moet blijven. Ik vind het goed dat Alfons zelf de conclusie heeft getrokken om op te stappen. Zo kreeg de club de gele genheid een ander aan te trekken. Hoeveel trainers zouden hun hand niet ophouden voor een afkoopsom? Dan kan je wel zeg gen dat Alfons dat geld niet nodig had, maar ik ken genoeg mensen die toch die centen zouden meenemen." Over de huidige trainer, John Eelman, geeft Van der Plas hoog op. „Met Eelman heeft w Katwijk een toptrainer in huis. Ik denk dat de club afgelopen seizoen was gedegra deerd als hij niet was gekomen. Het is een trainer die goed bij de club past. We zijn af gelopen jaar nog vijfde geworden; dat is echt een geweldige prestatie. Bovendien valt op dat een aantal spelers helemaal is opgeleefd." Geld De scheidende hoofdsponsor constateert dat het steeds moeilijker wordt om een goede ploeg samen te stellen. „Er zitten zo veel clubs in de regio, er is veel concurren tie. Bovendien lijkt het of de spelers steeds minder clubbinding hebben. Er is een aan tal dat gewoon kijkt waar ze het meeste geld verdienen. De clubs in de regio heb ben vaak geprobeerd om er afspraken over te maken, maar dat is niet goed gelukt. We wilden bij Katwijk dit seizoen een spits aantrekken. Dat was niet haalbaar. Ook omdat in mijn ogen het verschil in belo ning binnen een selectie niet te groot kan zijn. Natuurlijk kan een spits die er 25 in- schopt wat meer geld krijgen dan de links back. Maar de bedragen moeten niet teveel uiteenlopen." Zelf speelde Van der Plas nooit op hoog amateumiveau. Toen hij 18 jaar was moest hij stoppen, het voetbal was niet te combi neren met zijn werk. „Na de ambachts school ben ik meteen in het bedrijf van m'n vader gegaan, we repareerden vrachtwa gens. Veel keus had je in die tijd ook niet. Ik was de oudste zoon, ik zou voor monteur leren. Ik heb bij de Meko gewerkt in Lei den. Die werd op een gegeven moment BMW-dealer. Toen kon ik in Katwijk sub dealer worden." „Handelsgeest, een commerciële instelling, dat heb ik altijd al gehad. Daarmee word je geboren. Indertijd voelde ik gewoon dat ik met BMW goed zat. Het was nog niet zo'n bekend automerk, maar ik had het idee dat het wat zou worden. In zaken moet je snel kunnen beslissen. De eerste impulsen zijn vaak de beste. Ik kon hier aan de overkant ooit een pandje kopen. Als ik zie dat het wat is, dan handel ik het nog dezelfde dag af. Tegenslagen moet je met dezelfde snel heid verwerken. Toen ik pas begon, lag ik nog wel eens wakker en vroeg ik me af of ik het niet anders had moeten doen. Nu neem ik m'n verlies, doe de deur achter me dicht en ga proberen of ik het verlies weer snel goed kan maken." De eerste jaren heeft de sponsoring van w Katwijk het bedrijf van Van der Plas in de regio naamsbekendheid opgeleverd. „Maar als ik eerlijk ben, heeft het me alleen maar geld gekost. Ik denk dat het voor een bedrijf nuttig is zoiets drie jaar te doen. En dan hoop je dat de club het in die drie jaar goed doet. Ik heb het 15 jaar gedaan. Ik ben niet zo'n wegloper. Als ik toen bij Quick Boys sponsor was geworden, had ik daar mis schien nog gezeten." Andere vormen van sponsoring heeft hij niet zo lang volgehouden. Ooit leverde hij de auto's voor de spelers van Ajax en Fey enoord. „Dat kostte veel geld en leverde weinig op. Ik heb er wel leuke contacten aan overgehouden. Zo hebben we Frank Rijkaard later in Italië nog eens een BMW geleverd." Van der Plas is nog lid van de businessclub van Feyenoord. „Ook daar ben ik een trouwe klant; in goede en in slechte tijden. Ik kan me nog een wedstrijd Feyenoord - Haarlem herinneren in de slechtste periode van Feyenoord. Er zaten 3000 man op de tribune, daar was ik er één van." Het succes van de w Katwijk liep parallel aan de groei van de onderneming. Door overnames is Van der Plas dé BMW-dealer in de regio. Volgend jaar begint de bouw van een nieuw bedrijf in Roelofarendsveen, de firma heeft 75 mensen in dienst. Cees van der Plas (63) is intussen adviseur en commissaris van het bedrijf. De dagelijkse leiding van het autobedrijf is in handen van zijn zoon Nico, de facilitaire bedrijven als autoverhuur, autoschade, en autocleaning worden geleid door Marco. Het nieuwe seizoen neemt Van der Plas als subsponsor plaats op de tribunes op sport park De Krom. „Ik hoop dat ze het goed doen, dat is voor de club belangrijk. Het scheelt elke thuiswedstrijd honderden be zoekers." „Van die sponsoring heb ik nog wel een tijdje plezier. Er zijn zoveel shirts gedrukt met Van der Plas BMW. Daar zie ik voetbal lers over tien jaar nog wel mee lopen. Com mercieel is mijn steun aan w Katwijk mis schien niet altijd verantwoord geweest, maar ik heb er zoveel plezier van gehad." :™Vii ""(si n<6rtjan van Geen irie rond tennisser Martin straalt ook af op zijn ilick Carr. De 51-jarige Zeelander heeft in de lan- ienaar eindelijk een pupil njbsolüte top kan bereiken, jaar brengt Carr al de Lage Landen, eerst in Öaarna in Nederland. landers staan bekend om «■^ipigheid. Ze genieten van Irontatie. Dat kan je hel vaar het kan je ook vernie- ^Jlijk, open, gedreven, H een beetje een zenuw- An van Carrs beste maat- Wmtï pakje shag. Een ro- .oach is een uitzonde- de ATP Tour. Maar Carr in niet zonder, ook al ^hij een weddenschap ^tkerk. Hij zou stoppen B pupil een ATP-toernooi Dat gebeurde be- |aar al in Milaan. Carr it het eind van het jaar I ^heid te nemen van zijn (vriend. nu irrti 6 moest hij regelmatig Ering zoeken met nicoti- it was allemaal zenuw- I. Fysiek was ik uitge- na twee weken. Nor- t ik om de dag in de hooi, soms zelfs elke 1 probeerde ik alleen slapen als ik even vrij was. Martin hoefde zich alleen maar te bekommeren om het fysieke gedeelte. Op de schou ders van een coach ligt een heel andere druk." Rust In Rosmalen is de rust enigs zins weergekeerd voor Carr. Terwijl Verkerk van de ene hul diging naar de andere trok, ver bleef hij in België. „Voor mij geen ceremonies, maar barbe cuen met vrienden." Hij had een week nodig om zich weer op te laden. „Ik heb eerder pu pillen op het centre court ge had, maar nooit zat ik twee we ken op een Grand Slam. Het was een geweldige ervaring, maar wat er allemaal naast het tennis bij kwam kijken is niet mis. Iedereen wilde toegangs kaarten, de supporters verble ven in hetzelfde hotel. Als we naar beneden kwamen voor het ontbijt, zaten er veertig man in oranje. Hij vond het allemaal wel leuk, leek zich er niet aan te storen. Hij ging er goed mee om, maar zonder zich het te realiseren was het wel verspilde energie. Achteraf was het geen goed idee." Carr vestigde zich een kleine dertig jaar geleden in België. Hij had wat Davis Cup gespeeld voor zijn land, maar was nooit een hoogvlieger in een tijd die niet te vergelijken is met tegen woordig. Hij trof in België een tenniskhmaat uit, grof gezegd, de negentiende eeuw. „Het land had een oude traditie. Tennis was voor de hogere klas se. Een trainer was meer bal- lenjongen, een slaaf." Hij be gon een tennisschool, zeer te gen de zin van het establish ment. „Ik wilde het systeem veranderen, moest ertegen vechten. Ik was op een missie." Het was de tijd waarin hij Ro han Goetzke, de voormalige coach van Richard Krajicek, leerde kennen. De twee werden vrienden voor het leven. Toen Goetzke verder wilde en een op een met spelers wilde reizen, haalde Stanley Franker hem naar Nederland. Carr bleef ach ter, maar ging - ook op verzoek van Franker - Goetzke achterna. „Sommigen blijven te lang op dezelfde plek zitten. Maar je moet om je heen kijken en zoe ken naar nieuwe kennis. Als je reist, merk je dat er nog zo veel te leren valt. Ik wilde niet alleen maar voor het geld alles bij het oude houden." Snaar Hij werkte op alle mogelijke ni veaus, maar altijd op zijn ma nier. Met Peter Wessels had hij een aankomend topper in han den. Onder zijn leiding won Wessels op het gras van New port zijn enige ATP-titel, totdat blessures hem terugwierpen. Min of meer toevallig kwam Verkerk op zijn weg. Hij kende hem nog als jeugdspeler van Amstelpark. Waar geen andere coach Verkerk op het juiste pad naar succes kreeg, raakte Carr wel een gevoelige snaar. „Som mige coaches gaan te veel met hun speler mee, maar als een Nick Carr: „Ik ben gepassioneerd en dat verwacht ik ook van Mar tin." Foto: GPD/Jan Verhoeff speler de zaak leidt is een coach niet effectief genoeg. Hij moet doen wat ik van hem vraag. Hij is nog nooit 51 geweest, maar ik was ooit wel 24." Carr rook de mogelijkheden. „Er waren zwakke onderdelen, maar het winnende deel had hij altijd al in zijn spel. Het was wachten op het moment, dat het eruit zou komen zodat hij de toppers pijn kon doen. Hij weet dat ik in hem geloof, maar ik hoef niet altijd vriendelijk met hem om te gaan. Het kan op een zachte, intelligente ma nier of 'the hard way'. Gelukkig zijn we ook vrienden en door dat we close zijn, hebben we ook aanvaringen. Dat is niet erg. Ik ben gepassioneerd en dat verwacht ik ook van hem. Martin is heel makkelijk, maar soms wil hij gewoon een kloot zak zijn, een sufferd. Maar als we ruzie hebben praten we het uit. Hij loopt niet weg, ook al duurt het twee uur voor we een compromis hebben bereikt." Goud Waar de samenwerking toe heeft geleid, is genoegzaam be kend. Maar er is meer goud te delven. Verkerk zou met zijn machtige service op gras een woordje mee moeten kunnen spreken. In Rosmalen bleek echter dat de supersnelle on dergrond ervaring eist. Verkerk verloor in de eerste ronde van Lars Burgsmüller. Van Wimble don mag dan ook niets ver wacht worden, vindt Carr. „Hij ziet gras niet als een serieuze ondergrond, maar voor mij wordt het meest serieuze toer nooi van het jaar erop gespeeld. Gelukkig vindt hij het wel leuk om erop te spelen en dat is een goede houding. Sommige spe lers zeggen dat het oorlog is op gras, maar 'fuck it'. Het is een spel en je wilt winnen. Ik zeg al tijd: van de 128 deelnemers komt de helft alleen het geld voor de eerste ronde ophalen. Van de 64 die over zijn, hebben 32 graservaring, maar haten ze het. Dan zijn er 16 van de laat ste 32 die op gras kunnen spe len en daarvan zijn er weer acht die het toernooi kunnen win nen." Kortom, het duurt even voor Verkerk ook maar enigszins in de buurt van een Wimbledon- zege kan komen. Carr: „Ik kijk eerder naar Wimbledon vol gend jaar. Ik kijk altijd vooruit, zit nu al met mijn gedachten bij de US Open." Hij heeft het Verkerk altijd voorgehouden. „We trainen voor het centre court, zei ik te gen hem. Een wedstrijdje op baan 16 is slechts een oefening. Als je er staat, kan je er maar beter klaar voor zijn. Je hoeft niet aan al die mensen te laten zien dat je een beetje kan ten nissen. Je moet een wedstrijd spelen. Daarop moet je je fo cussen. Dus moet je zo snel mogelijk aan de omstandighe den wennen." Kleine jongen Bij zijn eerste twee Grand Slams, New York en Melbour ne, stond Verkerk meteen in de eerste ronde op de hoofdbaan. Tegenstanders waren lokale helden Roddick en Philippous- sis. Beide eerste rondes gingen verloren. In Parijs bereikte hij op eigen kracht het court cen tral en profiteerde meteen van de opgedane ervaring. Op Ro land Garros stond geen kleine jongen meer. „De topspelers staan altijd op het centre court, het is hun achtertuin. De eerste keer was hij geïntimideerd, nu wil hij tegen Agassi op het cen tre court spelen. Voor een coach is dat heerlijk om te ho- Vakantiefoto's Het leven van een tenniscoach kent zijn opofferingen. Carr heeft een Nederlandse vrien din, maar trouwde nooit. Hij heeft wel een zoon van 14 uit een eerdere relatie. „Hij woont bij zijn moeder in België. Hij houdt niet van tennis. Mis schien wel omdat zijn vader nooit thuis was. Hij was er wel bij in Parijs, zodat hij kon zien waarom ik zo veel heb opgeof ferd. Roland Garros was een ge weldig moment, maar feitelijk had ik niemand om het mee te delen. Het is hetzelfde als thuis komen met vakantiefoto's. Wie wil die nou zien? Ze zijn geno men op een moment dat de an der aan het werk was." Dus zit het geluk in andere din gen, zoals die finale in Parijs. Hij ziet het ook als zijn belo ning voor jaren hard werk. „Het is als inhakken op een kei tot hij breekt. Ik ben 28 jaar aan het hakken geweest. Het maakte hetzelfde geluid als een cham pagnefles die wordt ontkurkt." T

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 23