f
REGIO
Koekkoek of geen Koekkoek?
'We houden het echt niet acht jaar vol als we de boel besodemieteren:',
Timp
VRIJDAG 13 JUNI 2003
NAVRAAG
Twee jaar na de uitbraak van mond- en klauwzeer (mkz) in Engeland,
Frankrijk en Nederland hebben de Europese landbouwministers be-
t 7 7 sloten dat
Enten bij mkz mag - te laat koeien inde
maar dat is beter dan nooitTrfeeTnieu-
we uitbraak
uit voorzorg mogen worden ingeënt. Gezond vee hoeft niet meer te
worden 'geruimd'. Veehouders mogen het vlees van eenmaal inge
ente koeien onder voorwaarden afzetten. Dat wil zeggen: in eigen
land en drie maanden na de inenting
in landen van de Europese Unie. Ex
port naar belangrijke landen als Ame
rika en Japan blijft verboden. Navraag
bij JAN HOUDIJK, veehouder en WL-
TO-voorman uit Ter Aar.
Komt het besluit niet een paar jaar
te laat?
„Eindelijk is er een doorbraak. Beter
te laat dan nooit. Je kunt wel kwaad
worden en zeggen: waarom nu pas?
Maar je moet van het verleden le
ren."
Bent u niet bang dat koeien die zijn
ingeënt, alleen nog maar tegen
dumpprijzen op de markt kunnen
worden gebracht?
„Dat risico zit erin. Als we ons eigen
vlees moeten opeten, brengt het
geen cent meer op. Aan de andere
kant moeten we vooral het positieve
van deze maatregel blijven inzien.
Als Amerika en Japan ons vlees niet meer willen hebben, dan maar
niet. Ik snap het niet, want vroeger werden de beesten altijd inge
ënt en toen werden de mensen ook honderd. Maar als Amerika en
Japan de deur voor ons dichtgooien, moeten we onszelf dwingen
nieuwe markten aan te boren."
Waar denkt u dan aan?
„Geen idee. Daarvoor heb ik niet de deskundigheid in huis. Het
eerste dat in mij opkomt, is om het dan aan de arme mensen te ge
ven, maar dat brengt ook niets op. Het is een politiek probleem.
Die landbouwministers die dit besluit hebben genomen, zullen
wel bij de consequenties hebben stilgestaan."
Is het besluit van de landbouwniinisters voldoende om een vol
gende mkz-crisis te voorkomen?
„Nee, maar het is een begin. Tot nu toe was het steeds nee, nee,
nee, terwijl de druk onder de boeren en het publiek om preventie
ve inentingen mogelijk te maken hoog was. Nu gaat de deur open
en mag het vee in een kring rondom een uitbraak preventief wor
den ingeënt. Daarmee kun je beter verdere verspreiding voorko
men. Maar als we mkz willen uitbannen, dan moeten we al het vee
nu inenten. De politici moeten daarom niet op hun kont gaan zit
ten. Ze moeten wel door blijven praten."
Kan Nederland ook op eigen houtje besluiten om preventief te
gaan inenten?
„Nee, wat hebben wij nou te vertellen? We zijn maar een klein
stipje. Besluiten over preventieve inenting moeten op Europees ni
veau worden genomen."
tekst: Marieta Kroft foto: Mark Lamers
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1953, Zaterdag 13 Juni
LEIDEN - Twee zalen in de Lakenhal, de Hartevelt-en de Mieriszaal,
hebben een gans ander aanzien gekregen. De wanden worden nu ge
heel gesierd met schilderijen van meer of minder bekende 17e eeuwse
Leidse meesters. De aan leidende oorzaak voor deze opzienbarende
verandering was het feit, dat de directie voor de tweede maal door de
Dienst van 's Rijks verspreide Kunstvoorwerpen (Stichting Nederlands
Kunstbezit) in langdurig bruikleen heeft gekregen een aantal werken
van Leidse meesters uit de 17e eeuw. Deze schilderijen zijn in de oor
logsjaren door de Duitse regering weggekocht of 'geroofd' uit Neder
lands particulier bezit. Na de oorlog zijn zij weder teruggevonden of
opgespoord en zij worden nu over diverse Nederlandse musea ver
spreid.
ANNO 1978, dinsdag 13 juni
LEIDEN - De avondvierdaagse is gisteravond met 340 deelnemers
van start gegaan. Ondanks dat er wat regen viel was er geen enkele
deelnemer die onderweg afhaakte. Ook vanavond is de start aan het
terrein van VTL aan de Voorschoterweg.
Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien daeen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken
exemplaar van 131,
gironummer 57055 t.n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA*
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO «Ld.(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
op
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B.M. Essenberg, G.P. Arnold
W.MJ Bouterse (adjunct)
E-mail: directie@damiatehdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@damiate-hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5150 567
ADVERTENTIES
071-5 356300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19,60 (alleen aut ine)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq. de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem.
Leidenaar in conflict met veilinghuis over aankoop schilderij
Helemaal verliefd was hij op
het schilderij. En dus kocht Mar
cel Luiten vorig jaar een in zijn
ogen prachtig doek bij veiling
huis Onder de Boompjes in Lei
den. Zo'n eeuwenoud schilderij
zou perfect passen in zijn ze-
ventiende-eeuwse woning aan
het Levendaal. De liefde sloeg
om in woede toen hij ontdekte
dat het landschap slechts tien
tot vijftien jaar oud is. Veiling
meester Berthyl den Heeten
stelt echter dat haar geen enke
le blaam treft. Een conflict is
geboren.
Terug naar maart 2002. Op
een kijkdag valt het oog van
Marcel Luiten bij het veiling
huis aan de Nieuwstraat op
een schilderij, dat is toege
schreven aan MA. Koekkoek.
Omdat hij op zoek is naar een
werk uit de zeventiende of
achttiende eeuw besluit hij te
bieden. Hij vraagt veiling
meester Berthyl den Heeten
vooraf of het werk authentiek
is. „Ze antwoordt bevestigend
en voegt toe dat er alleen twij
fel bestaat over de figuren op
het doek. Ik ga er dus vanuit
dat het landschap wel echt is
en dat daarom de term 'toe
geschreven aan' wordt gehan
teerd."
Hij koopt het schilderij 'Wan
delaars in het bos' voor 3400
euro. Met alle bijkomende
kosten krijgt Luiten een reke
ning van 4250 euro gepresen
teerd. Maar hij heeft het geld
er graag voor over. Vol trots
hangt hij zijn aanwinst boven
de bank. „Het is mooi meege
nomen dat Koekkoek een be
kende naam is, maar voor mij
niet eens zo belangrijk. Ik be
leg niet in kunst. Het is me te
doen om een mooi stuk voor
aan de muur. De enige
voorwaarde is
dat het
een
oud schilderij is."
Twijfel rijst als een lijstenma
ker zich sceptisch over het
stuk uitlaat. Marcel Luiten
stapt naar een antiquair aan
de Langebrug. Hij onderzoekt
het met een blauwe lamp.
'Het is niet goed', zegt hij. 'Je
bent erin getuind, want dit
doek is nog geen 400 euro
waard'. Voor de Leidenaar
zijn deze beweringen aanlei
ding een erkend taxateur op
te zoeken. Hij komt terecht bij
Douwes Fine Art in Amster
dam en kunsthandel Simonis
Buunk in Ede. „Simonis
Buunk is gespecialiseerd in
schilderijen van de familie
Koekkoek. Ze erkennen dat
dit doek vals is, maar willen
niets op papier zetten omdat
ze vaak zaken doen met vei
linghuis Onder de Boom
pjes."
Douwes Fine Art, ook een au
toriteit op het gebied van de
schilderkunst, verklaart wel
zwart op wit dat er 'duidelijk
sprake is van een vervalsing
uit de twintigste eeuw'. In
haar rapport rept de Amster
damse kunsthandel van 'een
kundige imitatie met een vol
komen afwijkende - niet
originele - signa
tuur'. Voor Marcel
Luiten is dat aan
leiding de veiling-
voorwaarden van
Onder de Boom
pjes, die hij tot
dan toe niet had
ingekeken, er
eens op na te
slaan wat 'toe
geschreven
aan' precies
behelst. Als
definitie van
deze term
staat er:
'meestal
brengt de eigenaar zijn schil
derij terug naar het veiling
huis. „Ik heb gevraagd het op
nieuw te veilen. Wederom
schrijft de veilingmeester het
toe aan MA Koekkoek. Als
bodemprijs stel ik 2500 euro,
maar dat bedrag wordt niet
gehaald. Ik hoor door de zaal
roezemoezen dat het doek
vals is. Het blijft onverkocht."
Uit boosheid laat Luiten zijn
landschap achter in het vei
linghuis.
Het telefoontje van Berthyl
den Heeten met de vraag of
hij zijn werk wil komen opha
len, leidt tot een knallende ru
zie. „Ze stelt voor te bemid
delen met de inbrenger
van het schilderij, maar
met die persoon heb ik
toch niets te maken. Ik
heb een aangetekende
brief gestuurd waarin ik
mijn geld terugeis. Zij
had als veilingmeester
moeten zien dat het werk
vals is en hooguit vijftien
jaar oud. De term 'toege
schreven aan' is onterecht
gehanteerd, want het
is absoluut niet van
de hand van MA
Koekkoek." Hij
dreigt bij
de politie aangifte te doen we
gens oplichting en stelt ge
rechtelijke stappen in het
vooruitzicht.
Luiten beperkt zich op dat
moment echter tot een brief
aan de notaris die toezicht
houdt op de veilingen bij On
der de Boompjes. „Daarin
vraag ik om aandacht voor de
situatie. Ik ben ongetwijfeld
niet de enige die een vals
werk heeft gekocht. Er heerst
ontzettend veel schaamte on
der de kopers. Niemand durft
het toe te geven. Nou, ik
schaam me er niet voor om
met mijn kop in de krant te
staan. Als ik daarmee
andere mensen voor
zo'n misstap kan
behoeden, heb ik
dat er graag voor
over."
Er komt een
briefwisseling
op gang met
Berthyl den
Heeten. Hij
toont een
brief
lit
Ma
roei
afél
per
evel
tid
999
oor:
gen
hard
ïiek
i" 8
anu
ente
van twee maanden geledet ader
waarin de veilingmeester m o
schrijft: 'Ik vertelde u dath iforr
inderdaad een mooi stuk» 351
maar dat u het absoluut ni r,er
moest kopen vanwege dei ner
natuur'. Woest schuift hijj fork!
brief terzijde. „Gelul! Ze va
koopt het toch als 'toege-
schreven aan'. Als ze aand
signatuur twijfelt, had zeh
niet op die manier moeten
veilen."
Een maand later valt er op
nieuw een brief in de busb
Luiten aan het LevendaaL
Daarin meldt Den Heeteni
ze het werk door een colle{
heeft laten bekijken. De ca
clusie: 'Het werk is mogelj
van Marinus Adrianus K
koek (1873-1944) en in dal
val gemaakt in de eerstel»
van de twintigste eeuw'. N
cel Luiten geeft haar noge
laatste kans. Per aangetela
de brief verzoekt hij het ai
koopbedrag aan hem over
maken. Per e-mail laat Dei
Heeten op 16 mei weten n
aan dat verzoek te voldoe
Luiten heeft inmiddels zijl
rechtsbijstandsverzekeriq
aangesproken en
Nationale Ombu
man ingeschakë
Hij heeft hoop d
de nieuwe wet
de consument
moet bescher
men tejjflj
aankopen!
zijn voorde
werkt. „Ond
de Boompjes
niet aangeslo
bij de Federa
Makelaars e
Veilinghuizei
Daar kan ik<
niet in berot
Voorafheb
ook niet dei
lingvoorvvai
den gekregi
heb geen ca
logus gekot
want ik was
leen maar i
op dat ene
schilderij."
gens mij is Onder de Boonj
pjes in gebreke gebleven!
ben een eigenwijze vogel d
laat me niet met een kluitjf
het riet sturen. Ik heb er
persoonlijke missie van gf|
maakt. Laat men gewaar
schuwd zijn. Ga naar een
kend veilinghuis en neemt
taxateur mee."
Marcel Luiten met zijn 'Koekkoek'. Ik ben een eigenwijze vogel en laat me niet met een kluitje in het riet sturen." Foto: Henk Bouwman
Theo de With
„Vals!" Veilingmeester Berthyl den
Heeten hoont het woord weg. „Het
schilderij is niet vals. Het is echte
verf op echt doek. Daar is niets vals
aan. Het is gewoon geschilderd. Als
het werk echt vals zou zijn, had ik
meneer Luiten natuurlijk meteen
zijn geld teruggegeven."
Het probleem is volgens haar dat
Marcel Luiten in zijn hoofd heeft ge
haald dat hij een zeventiende-eeuws
schilderij kocht. „Ik kan niet in het
hoofd van iedere koper kijken. Hij
was verliefd op het doek. Ik heb hem
gezegd dat ik geen garantie kon ge
geven dat het een Koekkoek was.
Daarom staat er in de catalogus ook
'toegeschreven aan'. Dat doen we
veiligheidshalve. Hij zei toen dat het
hem niet om Koekkoek te doen was,
maar dat hij het gewoon een heel
mooi schilderij vond. Tja, dan ga ik
hem niet tegenhouden."
Ze doceert dat een MA Koekkoek
overigens nooit uit de zeventiende
eeuw kan zijn, omdat hij van 1873
tot 1944 leefde. „Daar is dit veiling
huis heel open over. We bestaan bij
na acht jaar en zo lang zouden we
het echt niet volhouden als we
voortdurend onze klanten besode
mieteren. In al die tijd hebben we
nooit eerder zo'n akkefietje bij de
hand gehad. Echt niet!"
Het verwijt dat zij als veilingmeester
had moeten zien dat het schilderij
niet ouder dan vijftien jaar is, wijst
ze van de hand. „Je kunt als veiling
meester geen expert op elk terrein
zijn. We veilen hier naast schilderij
en ook glaskunst, oud speelgoed en
meubelstukken. Ik ben geen Koek
koek-deskundige. Simonis Buunk
is nauw verbonden met de Koek
koek-stichting en heeft meer kennis
in huis. Ik heb geen reden om aan
hun oordeel te twijfelen. Op het mo
ment van de veiling heb ik echter te
goeder trouw gehandeld."
Ze wijst erop dat dit van Marcel Lui
ten niet gezegd kan worden. „Hij
had het schilderij laten taxeren.
Daardoor wist hij op het moment
dat hij het opnieuw liet veilen dat
het niet van MA Koekkoek was. Bij
de herveiling is het wederom als
'toegeschreven aan' de catalogus in
LEIDS DIALECT
gegaan. Hij wist beter en heeft mij
én de potentiële kopers bewust mis
leid door die informatie te verzwij
gen. Daarom denk ik ook dat hij in
deze kwestie geen poot heeft om op
te staan."
Berthyl den Heeten peinst er niet
over om het doek terug te kopen. „Ik
heb voorgesteld om te bemiddelen
met de inbrenger, maar dat wijst hij
van de hand. Ik ga het zelf niet ko
pen. Dat doen wij als veilinghuis
nooit. Wij zijn slechts intermediair
tussen verkoper en koper. Ik vind
dat ik voldoende mijn goede wil heb
getoond. Hij heeft me genoeg bele
digd. Je wilt niet weten waarvoor hij
me allemaal heeft uitgemaakt."
Dat Onder de Boompjes niet is aan-
anm
gesloten bij de Federatie Makel**211^
en Veilinghuizen heeft volgens
niets met deze kwestie te maken.
„Dat is een belangenorganisatie,
is zeker niet zoiets als een keurra
Als koper kun je daar absoluut gr net
rechten aan ontienen."
Geconfronteerd met het taxatit
port van Douwes Fine Art reagi—
Berthyl den Heeten: „Ik ben bliji
ze het een 'kundige imitatie' noe
men. Dat geeft al aan dat het ma n
lijk te onderscheiden is van eene |eppr
te Koekkoek. Nu zou ik het ter vei
ling brengen als 'naar MA. Koek
koek'. Het is dan maar wat eeng
oodl
Theo de With
Lien de Graaf was assistente
bij het Woordenboek der Ne-
derlandsche Taal. In de jaren
'50 en '60 heeft ze zich inten
sief beziggehouden met het
Leidse dialect. Zo is het aan
haar te danken dat er in 1953
een lijst met Leidse woorden
en uitdrukkingen werd gepu
bliceerd in het boekje 'Leids
Volksleven'. Die lijst bestond
uit woorden die ooit waren
opgetekend door dr. A. Beets,
zoon van de negentiende-
eeuwse schrijver Nicolaas
Beets, beter bekend als Hilde-
brand. Beets had in de jaren
dat hij redacteur was van het
Woordenboek der Nederland-
sche Taal allerlei Leidse woor
den genoteerd die hij hoorde
van zijn echt-Leidse dienstbo
de, van zijn naaister of ge
woon van mensen op straat.
Het is een kostbare verzame
ling: zij vormt de basis voor
welke publicatie over het
Leidse dialect dan ook.
Maar Lien verzamelde zelf
ook alles wat met het Leids te
maken had. Zo verscheen er
van haar hand een artikel in
het al eerder genoemde 'Leids
volksleven' uit 1953 over Leid
se gezegden en volkshumor.
Daarin staan vermakelijke
dingen, zoals over ruziënde
jeugd.
Kinderen zijn wispelturige
wezens; ze zijn vaak heel ge
concentreerd met elkaar aan
het spelen. Hun aandacht is
alleen gericht op het spel.
Maar plotseling gebeurt er
iets dat hen uit hun evenwicht
brengt Er wordt een verkeerd
woord gezegd. Of per ongeluk
een hoofd geraakt door een
elleboog. En het spel gaat
over in ruzie. Het ene woord
lokt het andere uit. 'Ken je
niet uitkaike!' - 'Kaik zellef uit,
leip!' En dat gaat nog een tijd
je zo door. Tot moeder in
grijpt en de kindertjes toe
voegt: 'En nou ophouden! Jul
lie lijken het Leidse carillon
wel, eerst spelen en dan
slaan.'
U kent misschien het mooie
verhaal van Simon Carmiggelt
over een Amsterdamse alco
holist die 's morgens om een
uur of tien aan de overkant
van het stadhuis staat. Hij ziet
een aanstaand bruidspaar
aankomen. Jong nog. En in
zijn eindeloze weemoed zegt
hij, zacht voor zich uit mom
pelend: 'Zou je 't nou wel
doen, jonge? Je ken nou nog
terug.' Geen blijk van een gro
te bewondering voor het hu
welijk. Maar dat had ook me
nig Leienaar niet. Dat kunnen
we in elk geval opmaken uit
een oud Leids grapje met de
raad om niet te trouwen.
Want vóór het huwelijk gaat
de levenstrein langs Bloemen-
daal, Roosendaal en Vogelen
zang, maar daarna langs
Kampen, Krimpen, Vechten
en Leiden...
Timp. Soms moet je heel veel
weten van de lokale geschie
denis of van het lokale sociale
leven om een uitdrukking of
gezegde te begrijpen. Als in
Leiden iemand de meest
baarlijke nonsens aan het ver
tellen was, dan was de spot
tende opmerking: 'Hij ken 't
wete, hij leest 't laantje van
Timp.' Wie was Timp? Had-ie
een krantje? Was-ie daar
hoofdredacteur van? Of
schreef-ie d'r gewoon in? Nee,
niets van dat al. Timp was een
bekende bakker op de Haar
lemmerstraat. Maar waarom
dan 'het krantje van Timp?'
De oplossing is eenvoudig.
Waarschijnlijk luidde de oor
spronkelijke versie van de uit
drukking 't blaadje van Timp.
En Timp verkocht een lekker
nij die blaadje janhagel werd
genoemd. De latere generatie
kende dat snoepgoedje niet,
begreep er niets van en maak
te er 't krantje van Timp van.
En vervolgens werd dat nog
uitgebreid tot hij leest 't krant
je van Timp.
Kletskop. De inwoners van de
ene stad of van het ene dorp
spotten graag met de inwo
ners van een nabijgelegen
stad of dorp. Zo vinden de
Bergenaren (die van Bergen
op Zoom, dus) de Roosenda
lers maar niks. Dat brengen ze
als volgt tot uitdrukking. Elke
pijproker kent het handige
apparaatje waarmee je je pijp
kunt schoonmaken en stop
pen. Het bestaat uit een soort
lepeltje, een pinnetje en een
stampertje. Die zitten vast aan
een klein open rondje. Als de
Bergenaar de Roosendaler tot
in het diepst van zijn gemoed
wil treffen, dan zegt hij, met
dat apparaatje in de hand,
wijzend op de drie onderde
len p]
!an ei
(etst
ger
ilsjei
Brc
roeki
tar 's
loeit c
lande
tafgi
rrech
len: 'Dit is Lepelstraat, dit De m
Pindorp en dit is Stamper n in
(drie dorpen in West-Brab
Vervolgens stopt hij evei
om de spanning op te vofl v
en gaat voorzichtig met zijr
vinger naar het rondje in li
midden. Daarin zit een g
Met een uitgestreken gez
volgt dan: 'En dit is Roor
daal. Ook een gat'.
Zo beweren dorpen en stefl
rond Leiden dat de Mirak
steeg in Leiden zo heet ofli
daar een wonder was ge
beurd. Daar was namelijk
enige Leienaar geboren di
geen kletskop (een hoofd
was aangetast door de
schurft, een luizenhoofd)
Die zit.
Reacties en tips voor deze i
briek kunt u sturen naart
dactie van deze krant, Poi
54, 2300AB Leiden, onder
melding van de rubrieksn
'Leids dialect'. E-mailen n
de auteur kan ook: heester
mans@inl.nl
Hans Heestermans